De afgelasting der pindadeponering
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
07 December 2016 | Laos, Khwaeng_Savannakhet
Nou, de enige juiste schrijfwijze was dus Noordwest-Zuid-Amerika. Vanaf nu gelden er geen excuses meer, zowel u als ik schrijven dat voortaan correct, op memo's aan de directie, op post-its gericht aan de gezinsleden en op internetfora. Als u op zo'n forum dingen wilt delen als 'ik besef me ineens dat ik is na me huis arts moet, die ene waaraan ik me eigenlijk letterlijk dood irritee r' dan moet u dat zelf weten, zolang u Noordwest-Zuid-Amerika maar goed spelt.
Na 30 visumvrije dagen zou ik even Thailand moeten verlaten, en Laos was op mijn route van Chiang Mai naar Bangkok het meest praktische land om tijdelijk naartoe te vluchten. Ik kon merken dat ik Laos naderde want plots kreeg ik bij mijn mihoensoep in een restaurant langs de weg geen bestek meer maar stokjes. Blijkbaar had ik in het verleden voldoende geoefend en verleer je zoiets niets, want ik bleek verrassend vaardig met deze attributen om te gaan. Ik herkende ook het schaaltje met blaadjes, een stuk rauwe kool en de lange, harde sperzieboon die in Laos bij de soep geserveerd wordt. Ik sliep weer veel buiten omdat ik met al die resorts wel weer voldoende luxe gehad had, en daardoor was ik ook steeds weer vroeg op pad. Toch reed ik zelden meer dan 100 km per dag en dacht af en toe terug aan drie jaar geleden toen ik in Thailand soms meerdere dagen achtereen 180 kilometers noteerde. Er is blijkbaar iets veranderd in de loop der jaren op het vlak van motivatie, energie en/of conditie. Desondanks reed ik te snel op Laos af, mijn planning werd te ruim, en ik besloot de hoofdweg te verlaten voor een kleine omweg. Meteen veranderde mijn omgeving, er was meer bewoning langs de weg en meer landbouw. Ik reed minder anoniem rond, de omgeving kwam 'dichter op de huid te zitten' en daarmee ging enige vrijheid verloren. Ik wist niet goed meer waar ik moest kamperen, waar het veilig was, en zette uiteindelijk mijn tent maar op aan de rand van het dorp Si Songkhram, op een stuk braakliggend terrein langs de weg. De volgende dag bereikte ik de Mekong en ging die volgen richting het zuiden. Laos lag aan de overkant van de Mekong, maar de Thaise kant verschilde in niets van Laos: een dorps karakter, met slapende honden óp en kraampjes langs de weg. Het was wennen, de aandacht die voorheen vooral uitging naar gedachten of muziek werd nu opgeëist door de omgeving. Ik was blij toen ik in Nakhon Phanom aankwam, vanaf daar zou ik weer over de hoofdwegen gaan rijden. Aanvankelijk zou ik hier de grens passeren om in Laos van Thakhek naar Pakse te fietsen. Ik zou dan precies daar mijn route door Laos zuidwaarts vervolgen waar ik drie jaar geleden afsloeg naar het oosten, naar Vietnam. Op die manier zou ik een verbinding maken met mijn oude route (een recente hobby van me) en niets dubbel rijden. Maar omdat ik nog steeds te ruim in mijn schema zat ging ik éérst zuidwaarts in Thailand en het stuk in Laos precies andersom doen, noordwaarts van Pakse naar Thakhek, en dan weer Thailand in voor 15 nieuwe visumvrije dagen. Terwijl ik dat stond te verzinnen werd het langzaam donker in Nakhon Phanom en bevond ik mij tussen hotels en resorts die veel meer luxe boden dan ik nodig had, maar ik werd weer eens gered door de Chinees; er was een groot, half vervallen Chinees hotel met kale kamers met een fan en straatlawaai, precies wat ik bliefde. Met een 'kamer met fan' bedoel ik overigens niet dat ik mijn kamer deelde met een enthousiaste bewonderaar.
En dus reed ik verder door Thailand, met een lapje voor het gelaat net als veel locals, want de zon brandde venijnig op neus en lippen. Eerder had ik een Engelsman ontmoet die me had verteld dat de 'Highway Police' actief fietsers verwelkomt voor een overnachting en die dag stopte ik bij een redelijke kampeerplek, bekeek de omgeving nog even wat beter en zag dat er 20 meter verderop een politiepost was met een bord 'rest area' met een plaatje van een fiets eronder. Ja, als ze zo gaan beginnen dan vragen ze erom. En dus klopte ik er aan. En ik werd inderdaad verwelkomd. Ik kreeg een ruimte met een bed toegewezen en er werd gevraagd of ik die avond mee at. En wilde ik douchen? En zo zat ik later buiten met vier agenten bij de barbecue. Een jonge agent schonk me thee in en dat was volgens hem zeer speciale thee, want plots had hij een enorme denkbeeldige penis waar hij iets geestdriftigs mee uitvoerde. Hij toonde me een emmer palingen. 'Breakfast', zei hij. Ik hoopte dat het een grap was. Aan alle kanten werden zussen en dochters gebeld die een ruimer Engels vocabulaire hadden dan de agenten. Eén agent die zich had opgeworpen als gastheer belde bij iedere opborrelende vraag of opmerking zijn dochter met het verzoek dit door te geven, en ik kreeg medelijden met het arme kind toen ik voor de twintigste keer de telefoon aangereikt kreeg. Er was inktvis, er was rundvlees, andijvie met gehaktballetjes en de jonge agent hapte in groene pepers. Rond achten ging ieder zijns weegs en ik naar mijn kamer. Vlakbij werd een karaoke opgestart die ik redelijk kon overstemmen met mijn eigen muziek.
De agenten hadden de karaoke bij de buren niet kunnen waarderen. 'Sing a song', zei de jonge agent gekweld bij het ontbijt en hij voegde er drie gebaren aan toe: vingers in oren, 'slapen' en hoofdschudden. De paling viel nog best mee. Met vertaalprogramma's op telefoons werd er gecommuniceerd, mogelijk sliepen de dochters en zussen nog. Eén voor één vertrokken de mannen voor hun shift en ik voor de mijne. Het was een leuke ervaring maar mijn voorgevoel dat ik bij dit soort ervaringen heb klopte wel: voor je rust hoef je het niet te doen. Behalve de karaoke was er de open keuken en buitenplaats waaraan mijn kamer grensde, en mijn 'raam' bestond uit openstaande horizontale strookjes glas; goed voor de ventilatie, maar het geluid ventileert gewoon mee.
De paling en penisthee hielpen me door de eerste 30 km heen, en toen was het tijd voor een cola. Bij de kraam waar ik cola dronk kon je ook zakjes levende kikkers krijgen. Ik was blij dat ik gewoon paling als ontbijt had gekregen. Rond het middaguur deed ik eens wat anders; ik kocht een broodje bij de 7 Eleven. Of liever: sandwiches met 'shredded pork and salad cream'. Het varkensvlees was dermate fijngemalen dat het geen vaste vorm meer had en de salad cream was (ik was immers in Zuidoost-Azië, Noordwest-Zuidoost-Azië om precies te zijn) een zoet papje. Ik nam een hap en herkende de smaak direct. 'Shredded pork and salad cream' heet bij ons... appelstroop! Ik zat met mijn hoofd in de schaduw en mijn benen in de zon en tot mijn verbazing waren die laatste bezig te verbranden. En dat terwijl ik al sinds juni bijna dagelijks in de zon rijd. Ik bereikte de stad Ubon Ratchatani en sloeg af naar het oosten. Ik kwam in een interessante hoek van het land terecht, met veel avontuurlijk ogende stukken leegte. Ik was al vaker verrast geweest deze dagen; soms zag ik rode zandpaden de bush in lopen alsof ik in Australië was, soms leek ik door savannes te rijden. Ondanks dat alles dacht ik in die voorlopig laatste namiddag in Thailand: 'Als ik voor een eurootje of zes een kamer kan vinden, dan neem ik hem'. Dat is een psychologische val die de schijn van vrijblijvendheid heeft, maar feitelijk een onbewuste, tamelijk definitieve beslissing is om niet buiten te slapen. Een uur later lag ik voor 12 euro in een eigen bungalow en in de ochtend ontbeet ik buiten aan een tafel met een echtpaar terwijl de puppy des huizes mijn voeten schoonlikte. Na een fotosessie met mijn fiets en het echtpaar reed ik naar de grens.
Eén van de in te vullen gegevens op het aanvraagformulier voor een Laotiaans visum was 'port of entry'. Ik zocht kortstondig en zag bovenaan het formulier 'Vangtao Border Post' staat. Ik vulde 'Vangtao' in. Ik vind dat soort vragen schitterend. Wilden ze wellicht ook nog het paginanummer van de huidige pagina van de aanvraag weten? Wat ik ook schitterend vond was het loket. Uit het raam was een halve cirkel gesneden, niet al te netjes, en dit loket werd geopend en gesloten door het schuiven met een multomap.
Ik reed Laos in. Voor het eerst in vier maanden werd ik weer geacht aan de rechterkant van de weg te rijden. Er liepen koeien op de weg, en overal werd langs de weg gewoond en geleefd. Daar waren de zwaaiende kleuters weer: 'Sabadi!'. Het werd weer tijd voor nieuwe songs in mijn hoofd. Er zijn geen 7 Elevens in Laos dus 'Never be clever' van Herman Brood kon naar de achtergrond en in plaats daarvan kwamen 'Sabadi to love' van Queen en 'Gypsy woman (Sabadi sabada)' van Crystal Waters. Kinderen van acht jaar reden me voorbij op zware brommers. Er was ook een bijzondere tegenligger, een grijze mevrouw op een zwaarbepakte fiets. Die kende ik! Deze Spaanse was in juni ook al één van mijn tegenliggers, op de Pamir Highway. Op knooppunt Sary Tash had ze de afslag naar China genomen en was via dat land naar Laos gereisd, deels per trein en bus. Net als destijds kom ik ook nu weer bekenden van máánden eerder tegen.
Er is veel accommodatie in Laos, en hier is het in tegenstelling tot Thailand, waar je Vermicelli moet kunnen lezen, ook als zodanig herkenbaar door westerse vertalingen. Prijzen in guesthouses zijn tamelijk uniform, 8 euro voor een kamer met badkamer, tv, soms een koelkast en een fan, 11 euro als je een airco wilt. De tv wordt hier altijd voor me aangezet; zodra ik alleen ben zet ik 'm weer uit. In de badkamer is altijd zo'n apparaat aanwezig dat suggereert dat warm water tot de mogelijkheden behoort, maar geregeld wordt die impliciete belofte niet waargemaakt en vraag ik me af hoe men het presteert water in de tropen zo sterk af te koelen. Eén ding verdient echter een welgemeend hoera, en dat is de toiletdouche, gangbaar in zowel Thailand als Laos. Het is een slang naast het (westerse) toilet met een kleine kop en een bedieningsknop, met één hand volledig te bedienen. Er moest even een mentaal knopje om, maar wat een verademing vergeleken met dat eindeloze geveeg met papier.* En zoveel praktischer dan dat geklooi met kraantjes en kannen bij de meeste hurktoiletten. En zijn er aanvullende handelingen nodig dan bevind je je nog altijd in een badkamer, met een wasbak, zeep en een handdoek.
Er wordt heel wat afgeroosterd langs de weg en eenmaal zag ik kippen aan de grill met de kop er nog aan. Met westerse ogen bekeken kan voedsel er macaber uitzien, hier en vooral ook in Cambodja: dierenkoppen, foetussen, insecten, reptielen, vogeltjes en spinnen. Ik hoorde karaokeklanken in de ochtend en ging eens binnen kijken in het betreffende etablissement. Twee dames dronken bier aan een tafel en één van hen zong mee in een microfoon, starend naar een tv aan de muur. Soms bood ze me bier aan tussen twee regels door. Een beetje afleiding was wel welkom want het fietsen was knap zwaar. Ik was ook niets meer gewend. Want plots was er wind (een onbekend fenomeen in Thailand, zo heb ik de indruk) en de weg, ruwer dan Thaise wegen, liep vaak licht omhoog. Mihoensoep als lunch was een vaste gewoonte geworden. Ik at dat in eenvoudige eethuisjes; de officiële restaurants met het gele uithangbord waren relatief duur en officieus drankgelegenheden.
Laos is een leuk land maar ik zal blij zijn als ik weer terug ben in Thailand. Laos is denk ik een land dat je maar één keer moet bezoeken, de tweede keer valt het gebrek aan voorzieningen zo op (met uitzondering van accommodatie). Het is één langgerekt dorp en buiten de 'steden' vind je er geen winkels, alleen stalletjes en kramen, met hapjes, zakjes, snackjes en flesjes. Het verkeer is een verademing als je uit China komt, maar ik frons mijn wenkbrauwen komend vanuit Thailand. Is het echt nodig om 100 te rijden, met al die kinderen langs de weg, die honden, dat vee? Even toeteren en iedereen moet dan maar tijdig weg zijn?
En al die aandacht van die kinderen is leuk, maar ik rij toch liever weer anoniem over de Thaise 'highways'. Als je een beschadigde relatie met honden hebt is Laos wel het ultieme land om die band weer te herstellen. Na al het blaffen en opjagen in de voorbije jaren is het een verademing om ze hier op de weg op hun rug te zien rollen en te zien zonnen in de berm. Als ze wakker zijn spreek ik ze toe, om de een of andere reden nog steeds in het Spaans: 'Perro! Como esta? Todo bien?' Maar als de situatie het toelaat wijk ik hiervan af, al moet je daarmee toch uitkijken. Laatst zei ik: 'Dag mevrouw Teefje', maar het bleek een piemelhond te zijn.
De Spaanse dame had me een verblijf in een tempel aangeraden en toevallig stond ik laatst tijdens het strekken der beenspieren aan het eind van de middag voor een tempel. Ik dacht: 'Doen', maar toen zag ik dat er nog een en ander in aanbouw was en dat het hek dicht was (er stond een muur om het terrein). Ik reed een paar honderd meter door en zag een mooi natuurgebied, het leek een ideaal kampeerterrein. Ik twijfelde of ik dieper het gebied in zou gaan of dichter bij de weg zou gaan liggen maar koos, toen ik al die pruttelbrommers hoorde, voor de natuur. Dat was een vergissing. Want toen ik in het donker in mijn tent lag hoorde ik stemmen, op zo'n 20 meter van mijn tent. Het was mijn eerste nacht buiten in Laos tijdens dit bezoek. Niet alleen de nare ervaringen in Ecuador kwamen boven, maar ook de herinneringen aan een (achteraf redelijk onschuldige) schietpartij bij mijn tent tijdens mijn vorige bezoek aan Laos, waarover ik nooit geschreven heb. Ik wilde hier absoluut niet meer liggen. Toen de stemmen waren verdwenen pakte ik alles in en vluchtte terug naar de tempel. Daar zette ik alsnog de tent op op de betonnen vloer voor de muur van het tempelterrein. Ik voelde me weer helemaal veilig en ging over op de normale gang van zaken. Eén van die routineuze handelingen in de avond is het deponeren van pinda's in mijn mondholte. Vreemd genoeg kon dat geen doorgang vinden omdat mijn avondeten leek op te zwellen, wat de beschikbare maagruimte ernstig reduceerde. Het ging zelfs pijn doen en er gingen meer organen meedoen. Het mondde uit in een prachtig scenario: buikloop terwijl je in een dorp kampeert, met zwerftochten naar verre struiken. Er volgde een nacht op het hardste beton dat in omloop is. Ik vraag me af of ik twee minuten achtereen geslapen heb. De tropen kennen nauwelijks schemering, maar de ochtendschemering van deze dag duurde desondanks twee uur. Ik herkende mijn lichamelijke symptomen, ik was weer eens uitgeput. Daar kwam nu dus ook nog een brakke nacht bovenop. Ik geloofde mijn ogen niet toen ik na 1,25 km fietsen op een resort stuitte en 1,5 km verderop weer. Daar had ik kunnen slapen. Ik had er nu niets aan, niemand zou accepteren dat ik om 7 uur in de ochtend in zou checken. En alsnog betalen voor een nacht die al geweest was, na al dat geleden leed, jamais! Ik fietste acht km en ging in een open stuk natuur liggen, uit vermoeidheid en om de tijd te doden. Ik sliep twee uur, fietste 12 km naar Pakxong en dook een guesthouse in. Na nog 13 aanvullende uren slaap, verspreid over dag en nacht, was het ochtend en kon ik er zowaar weer tegen. Ik legde alsnog de resterende 70 km af voor mijn geplande break in Savannakhet. Ik nam genoegen met een eenvoudige kamer maar voelde me na een nacht genoodzaakt te verkassen omdat mijn reeds door vuurtjes, wierook en muggenspiralen geteisterde longen protesteerden tegen de kwaliteit van de lucht in de door vocht aangetaste kamer. Ik schrok van de toename in prijs zodra je wilt ontsnappen aan het eenvoudigste type onderkomens, maar vond in een achterafstraatje toch een aan Thailand herinnerend aanbod; stijlvol, schoon en mooi voor een vriendelijke prijs.
Ik ga in Thakhek mijn oude route aantikken, en dan rijd ik naar Bangkok. One night in Bangkok and the world's your oyster. The bars are temples but the pearls ain't free. Zeggen ze. Maar ja, eerst zien...
* https://m.youtube.com/watch?v=-WitpGwU47A (vanaf 1m25)
-
10 December 2016 - 19:59
Corriebeutewesterhof:
Doe voorzichtig met je lijf kerel en geniet van de volgende rit -
21 December 2016 - 20:19
Michiel:
Zo, weer helemaal bijgelezen. Paar maanden niet gekeken, nu helemaal met je mee naar Laos. Prachtige avonturen. Heerlijk leesvoer. Ben nog steeds jaloers. Afgelopen zomer naar Zuid-Frankrijk (goed gespeld, hè) gefietst. In mijn eentje. Stelt niks voor in vergelijking met jouw tocht, maar snap je gevoel beetje beter. Blijf je amuseren, verbazen en vooral blijven schrijven.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley