Ferm ingrijpen Guns 'n Roses bevordert talenkennis
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
06 April 2020 | Portugal, Nabainhos
Ik besloot langer te blijven in Vale das Cúpulas, de vallei der koepels. Zo kon ik Sparta - Feyenoord meepikken én ik zou Jenny nog kunnen zien, de vrouw van Marcel die zou terugkeren van haar bezoek aan Nederland. Op Sparta - Feyenoord wacht ik nog steeds, maar Jenny's vlucht ging tenminste wel door en dus was er een nieuw weerzien na vele jaren. Eigenlijk kende ik haar niet goed, ik had haar maar een paar keer gesproken in al die jaren. Ze is een geestige, intelligente vrouw, minstens even onderhoudend als Marcel, en ze stelde me, toen we verenigd waren in de knusse koepelwoning, een interessante vraag: 'Denk jij dat je na zeven jaar nog in de maatschappij past?'. Voor mij is het antwoord vrij duidelijk. Het heersende idee is dat je, als je zo lang als ik onderweg bent, verandert, en dat er een 'mismatch' ontstaat tussen jezelf en de plek die ooit je thuis was. Maar die veranderingen die je ondergaat verdampen zodra je terugkeert. Thuis ben ik gewoon de zoon die mijn ouders kennen, achter de bar van poppodium Baroeg ben ik tussen de fietsbedrijven door gewoon de vrijwilliger die collega's en klanten kennen. Waarom zou ik niet meer in de maatschappij passen? Omdat ik te lang aan de vrijheid geroken heb? Maar vrijheid is iets heel anders dan het lijkt. Dat realiseer ik me eens te meer, nu ik hier opgesloten zit in deze caravan.
Marcel kwam met nieuws toen ik in het gastverblijf aan de koffie zat. Spanje had zijn grenzen gesloten vanwege de uitbraak van het coronavirus. Dat betekende dat ik vast zat in Portugal. Ik verlengde mijn verblijf nog enkele dagen in afwachting van het bericht dat vrij verkeer in Portugal ook aan banden gelegd zou worden, maar er veranderde niets, en ik besloot weer te gaan touren. Eerst in de buurt van de plek waar ik zat, zo was het plan, en zou ik niet gehinderd worden door politie dan zou ik langzaam verder noordwaarts gaan, en hopen dat binnen afzienbare tijd Spanje zijn grenzen weer zou openen.
In de Intermarché vulde ik mijn tassen voor de komende dagen. Ik zag caissières verpakt in plastic en ook aangebrachte plastic schermen tussen caissière en klant. Zelf had ik een heel ander soort bescherming nodig; met muziek uit mijn eigen oordoppen weerde ik me tegen het luide, met Auto-Tune bewerkte gejammer, gekerm en geweeklaag uit de speakers, het geluid dat je bijna overal in Portugese supermarkten hoort. Het zou niet de enige overeenkomst met Afrika zijn, zo zou later blijken, maar daarover later meer. Ik lunchte op een bankje. Witlof uit blik, dat eet ik niet dagelijks. En ik ging op weg. Er lag een mild gebergte op mijn route maar ik had er moeite genoeg mee, ik had aardig wat kracht verloren. Na een lange nacht rust in de natuur ging het al iets beter. Er waren me twee dagen mooi weer beloofd maar in de praktijk vielen die wat tegen. De regenbelofte op dag drie werd echter wel volledig ingelost. Om langzaam weer te wennen aan lange, fysiek inspannende dagen had ik de wekker gezet om 5.30 uur, maar door de regen werd ik gedwongen mijn vertrek uit te stellen tot 9.30 uur. Niet dat het er daarna echt beter op werd. Toen ik iets later bezig was met een klim begon het opnieuw te regenen. Regenjas aan, later weer een sweater eronderuit om zweten te voorkomen, later ook een t-shirt eronderuit. Uiteindelijk zweette ik toch. Het regende maar door en rond lunchtijd moest er een beslissing komen. Ik moest ergens beschut eten maar mocht niet afkoelen. En ik naderde de afdaling. Eigenlijk moest ik die droge kleren weer aan, tussen natte huid en natte regenjas, en die zou in korte tijd ook nat zijn. Dit had geen zin meer, ik moest de tent op gaan zetten en vervroegd stoppen. Het viel net als de vorige avond niet mee om een kampeerplek te vinden, de bossen lagen vol (gesnoeide) takken en stenen en de grond was hobbelig, maar gelukkig vond ik een nooit afgebouwd en weer in verval geraakt nieuwbouwhuis. Ik verwijderde braamstrengen en zette tussen de muren de tent op. Ik lunchte en luisterde de hele middag naar podcasts. Dit was zo vervelend nog niet, al was wel alles vochtig, de slaapzak, de mat, de tentbodem, mijn sokken. De lente was aangebroken en ik zat ook nog eens in Zuid-Europa, maar garanties waren er niet en het weer geselde de tent als in een Hollandse herfst.
Ik had geleerd van de vorige dag en vertrok pas toen het drie uur achtereen droog was, het was toen al na de lunch. Maar na twintig minuten fietsen kreeg ik in de afdaling alsnog de volle laag. Regen tijdens een afdaling is dubbel vervelend, je vangt veel meer vocht en wind dan op rechte stukken of in een klim. Wat ik 24 uur eerder vermeed kreeg ik nu alsnog op mijn kop. Maar de omstandigheden waren gunstiger. Ik bereikte Gois en vluchtte de Minipreço in voor boodschappen, en toen ik buiten kwam scheen de zon. Die regenbui was de laatste stuiptrekking geweest van een depressie. Door groene dalen reed ik verder, langs de stad Coimbra in de richting van de zee. Ik kwam langs een lang kanaal te rijden, een kanaal dat ik niet direct zag want er lag een hoge wal naast, maar toen ik de wal beklom zag ik dat je er ideaal kon kamperen aan het water. Omdat er aan de overkant van het kanaal ook een wal lag was ik onzichtbaar; slechts vaartuigen konden me hier zien maar die ontbraken. Ik vond het een prachtige plek, misschien ook omdat het net was of ik plots in Nederland kampeerde, dit had Groningen kunnen zijn.
In de ochtend verliet ik het kanaal, klom door een schier eindeloze reeks dorpen en kwam aan bij de kust, in Figueira da Foz. Daar lunchte ik bij een jachthaven, en na die lange, trage rit door de bewoonde wereld mijmerde ik over een bestaan op zee, waar je zo weinig dorpen treft. Ik droogde mijn slaapzak en deed wat fietsonderhoud; op de natte afdaling gisteren verdwenen de remblokjes als olie van een ketting. Er volgde een mooie klim langs de kust en daarna door een bos en op een zeker moment kon ik niet verder. Ik was op een uitzichtpunt aangekomen en diep beneden me zag ik de kust en daarachter grote bossen. Ik moest een stukje oostwaarts om af te dalen en kwam toen terecht op een lange gravelweg door opnieuw een bos. Dat bos was nogal aangetast door brand en houtkap maar dat boeide me deze middag niet, want het was een mooie, stille route in mooi weer. Tientallen kilometers reed ik door dit gebied tot ik in Praia da Mira aankwam, een alleraardigst plaatsje aan een meer met een welhaast Fries karakter. Daarna was er wederom bos en daar kampeerde ik uiteindelijk ook. Ik was blij met deze dag, ik had weer eens een mooie route gereden in mooi weer, zoals het ooit was voor die koude, natte maand maart begon.
Een tocht langs een meer, een vaart met bootjes, bankjes langs het water... ik speurde naar voorbereidingen voor het fierljeppen maar vond andere dingen. Kunst bijvoorbeeld, of techniek, op rotondes en op grasvelden. Zo zag ik een windmolenwiek liggen waarop ogen en een mond geschilderd waren. En antieke machines.
Hier waren echte fietspaden, met roze tegels maar soms reed ik over houten planken, net als ooit in Zuid-Korea. En ik zag huizen in zomerkleuren, verticaal gestreept in geel/wit, of marineblauw/wit. Ik had een veerpont nodig om verder te komen maar een aangeplakt bericht op een wachtruimte vermeldde dat de pont buiten dienst was. Ik kon het Portugees ontcijferen op één woord na: mensen werden verwezen naar de 'lancha'. Ik had geen idee wat het was, kon het ook niet navragen en begon te studeren op een lange omweg over land. En toen kwam er een motorbootje waar passagiers uitstapten, en na 40 minuten kon ik mee naar de overkant. Mijn fiets werd vastgebonden aan de reling, ik kon met mijn bagage de kajuit in en tien minuten later kon ik verder fietsen, door waterrijke gebieden met mooie huizen die voor de helft uit ramen bestonden. Ik lunchte in een park waar ik aan het water bij de bootjes nog even verder kon dromen, tot ik in de realiteit belandde. In Portugal heb je gewone politie en militaire politie, die laatste heet GNR en dus noem ik ze Guns 'n Roses, daar vraag je om met zo'n acroniem (u weet wellicht dat Guns 'n R. een afkorting is en GNR een acroniem). Welnu, Guns 'n Roses had de weg geblokkeerd. In de stad Ovar was een uitbraak van corona en dus was de doorgaande route gestremd. Ik moest terug, een brug over en daar kon ik alsnog verder noordwaarts. Vaarwel boeiende kustroute, ik kwam terecht op een aanzienlijk minder interessante route die door een keten van dorpen voerde. Maar ook nu stuitte ik op een blokkade. Ik moest mijn plan herzien. Verder noordwaarts gaan leek niet te lukken maar eigenlijk was dat ook geen drama. Op 40 km zou ik op Porto stuiten en ik had helemaal geen zin om in de drukte van een stad te belanden. Daarna was er nog 80 km Portugal en dan hield het op, daar was de (gesloten) Spaanse grens. Ik liet de kust dus voor wat het was. Ik kon niet naar het noorden, in het westen lag de zee, ik kwam uit het zuiden en voelde er weinig voor terug te rijden en dus resteerden er weinig windrichtingen. Erg blij werd ik niet van mijn nieuwe koers. Het was weer een lange keten dorpen, overal begonnen mormels te blaffen en overal rookten schoorstenen. Als ik al eens in de natuur terechtkwam was dat na een kilometer weer voorbij; zelfs in China zit er meer ruimte tussen dorpen. Aan het eind van de dag zag ik ergens in een bocht in een geheuvelte ruïnes staan. Het was een zeldzaam stukje onbewoond gebied en ik keek er rond, maar de drassige, vervuilde grond was ongeschikt om op te kamperen. Wel vond ik er een pad omhoog dat leidde naar een plateau, en daar kon de tent prima staan. In de tent bedacht ik een nieuw plan. Ik ging de hoogste berg van Portugal beklimmen. Dat wilde ik eerder al doen maar het weer was te slecht, en met de recente herinneringen aan sneeuwbuien in de bergen deed ik dat toen liever niet. Maar nu leken de omstandigheden beter en kon ik het alsnog proberen.
In de ochtend keek ik over de rand van het plateau. Verdomd, ik stond op het dak van een ruïne. Het laagje natuur op de ruïne had me de vorige avond in de duisternis misleid. Het was een beetje link want niet alleen muren maar ook daken kunnen instorten. Ik vervolgde mijn rit, eerst nog langs een rivier door een mooi dal, maar later klom ik weer door dorp na dorp (waarom mag ik er nooit snel doorheen suizen?), door rook, langs mormels, tralala, etcetera. Heb ik ooit beweerd dat er in Portugal zoveel ruimte is? Ik neem het terug. In de stad Viseu werd ik tijdelijk verlost van mormels en schoorstenen. In Portugese steden is de centrale verwarming doorgedrongen, daarbuiten gaat alles nog met hout, net als in Afrika. Wat ook doordrong was nieuws uit Nederland, van het thuisfront. Ik las dat in Portugal uitsluitend nog noodzakelijk verkeer toegestaan was. Had ik nog geen last gekregen met politie? Ik bereidde me vast voor op confrontaties. Voorlopig reed ik nog en ik richtte me op Seia, dat zou de basis worden voor enkele bergroutes die ik wilde gaan rijden. Een duidelijke route naar Seia ontbrak echter. Ik ben er trots op dat ik na 7 jaar fietsen de navigatiefunctie van Osmand en Maps.me heb ontdekt, maar bij nader inzien is die minder bruikbaar dan je zou denken. In de fietsmodus luidt het advies steevast om de huidige weg te verruilen voor een obscuur paadje, om vervolgens iedere 300m opnieuw een afslag te nemen, en zet ik 'm in de modus voor automobilisten dan wordt mij geadviseerd tien kilometer terug te rijden en de snelweg te nemen. En dus puzzelde ik mezelf in de richting van Seia.
Ik was fit en krachtig en ik wilde een grootse klimdaad verrichten. Toen ik in de ochtend in Seia aankwam had ik in korte tijd al 600 hoogtemeters op de teller staan. Bij de lunch in een bushokje waren dat er al 1000. Klimmen op het Iberisch schiereiland heeft als voordeel dat je nooit erg hoog komt, je daalt tussendoor steeds weer af en dus kun je goed blijven ademen en blijft je hart zich gedragen. Dat is anders wanneer je bijvoorbeeld in Peru vanaf de kust de Andes inrijdt, misschien wel 4500m hoger, dan mag je uiteindelijk iedere vijf minuten afstappen om te herstellen. Ik klom en daalde en klom weer, in mooi weer en in een rustige omgeving met weinig verkeer. Ik werd totaal verrast door een regenbui die van achteren kwam, hield halt op een afdaling en wachtte tot ik verder kon. Ik naderde de stad Covilhã. Covilhã bereiken is een heel ander verhaal, Covilhã per fiets doorkruisen of zelfs achter je laten is slechts weggelegd voor zeer gevorderde fietsers. Deze stad is namelijk gebouwd tegen een steile helling. Het kost al moeite om de rand van de stad te bereiken en daarna gaat het hellingpercentage verder omhoog, tot boven de 10%. Ik was blij dat ik dit deel van de route met een warmgedraaid lijf kon doen, en niet in de ochtend. Toen ik door alle straatjes heen was en de bebouwde kom achter me lag was ik honderden meters boven de hoofdweg waarop ik eerder reed, en het was tijd om een kampeerplaats te vinden. Maar toen was er politie. Of ik even wilde stoppen. Vier man om me heen, met gebrekkig Engels. Wist ik van de noodsituatie? Waar was ik van plan nog heen te gaan op dit tijdstip? Maar het ging er een stuk relaxter aan toe dan ik verwachtte. 'Je hebt geen huis hier dus daar kunnen we je niet naartoe sturen. Heb je licht, voor als je in het donker komt te rijden? Waar slaap je? In het bos? Ok, goed dan, maar kijk uit voor het verkeer.' Daar kwam ik wel heel goed weg. Als dat nou eens zo bleef... Maar de ene agent is de andere niet. Ik reed nog een klein stuk door, sloeg een bospad in en zette de tent op. Ik had 2212 meters geklommen. Dat is ruim twee km de lucht in fietsen. Dat is veel. Dat deed ik maar twee keer eerder, in de Andes. Maar ik wilde meer. Ik wilde die 2500m barrière slechten. En dat ging ik de volgende dag doen.
Ik stond om 4.30 uur op. Ik was een man met een missie. Op naar de Torre, de hoogste berg van Portugal op 1993m. En dan de afdaling terug naar Seia, en dan opnieuw het gebergte over, via een andere route, naar Manteigas. Twee keer het gebergte over op één dag, twee keer een klim van ca. 1200m, een grote uitdaging. Ik ging van start met een helling van 10%. Dat was direct een flinke aanslag op de energievoorraad, dat moest niet te lang duren. Ik hoorde een mormel blaffen, en verlangde ernaar de mormelgrens te overschrijden. Er stond een stevige wind. Ik reed naar de top van het gebergte dat ik de hele tijd had gezien, maar wist dat dat niet alles kon zijn. Er was een soort hoogvlakte, en daar werd een nieuw gebergte zichtbaar. De hellingsgraad werd nu normaal, een procent of 6 à 7. Het werd kouder en de wind werd krachtiger, al was het zonnig en de hemel onbewolkt. Ik kwam in een wereld van rotsen, stuwdammen, mossen en lage struikjes, poelen met sponsachtige begroeiing. Ik zat inmiddels boven de mormelgrens. Het was fantastisch, hier wilde ik zijn. Er werden enkele vreemde bollen zichtbaar, als een soort maaninstallaties. Daar was de top. En om 10 uur stond ik daar, met al 1200 hoogtemeters op de teller. Er was een gesloten restaurant, een plein met een monument, en ik keek uit over het dal dat voor me lag. Dit was de omgekeerde wereld. Ik stond daar onder die zonnige blauwe hemel en het dal was volledig gevuld met bewolking, als een natuurlijke badkuip vol schuim.
Ik daalde af, met tussentijdse stijgingen. Later was ik nog uitsluitend aan het dalen. Je start voorzichtig maar snelheid went en zo zag ik op een gegeven moment toch 57 km/u op de teller staan. Om 12 uur was ik terug in Seia. Ik lunchte en was klaar voor nog een klim. Daarvoor moest ik naar het verderop gelegen Gouveia, dat lag al iets hoger dan Seia en van daaruit kon ik na gisteren en vanochtend voor een derde keer het gebergte over. Toen ik in Gouveia aankwam stond de teller al bijna op 1800 hoogtemeters. En ik had nog 4,5 uur! Waar ging dit eindigen? Ik ging rekenen. Er waren nog 800 meters te klimmen naar de top en daarna volgde de afdaling naar Manteigas. Dan zat ik op een totaal van 2600 hoogtemeters en had mogelijk nog een uur over. Ik kon daar misschien omkeren en nog 400 hoogtemeters erbij pakken, dan had ik 3000 hoogtemeters! Nooit was ik zo gedreven, nooit had ik zo'n onvoorstelbare power in mijn poten gehad. Had ik echt al bijna 1800m gereden deze dag? Daar voelde ik niets van. Op naar de top!
En toen reed ik langs een Guns 'n Roses-bureau. 'Hé!', riep iemand. Ik wist het. Einde verhaal. Ik keek naar de hoogtemeter. 1798 meter. Ik wist dat de tiende positie in mijn klimklassement een ooit gereden 1799m was, in Peru. Als ik die agent nog even kon negeren had ik tenminste die tiende plek. Er werd nogmaals geroepen. En toen verscheen er een auto naast me. Ik zag 1801 op de teller staan. Ik kon het negeren staken.
Ik zat al een tijd in de wachtruimte toen er een agent binnenkwam. 'We gaan accommodatie voor je zoeken. Het is op kosten van de gemeente, je zult ook voedsel krijgen', zei hij. Er was nog iets meer tijd nodig om het te regelen, en hij ging weer. Daar zat ik. Mijn opgepompte poten waren flink afgekoeld. Veel later kwam er een andere agent, met een heel ander verhaal: 'Hoeveel geld heb je? Wat? De gemeente? Voedsel? Dit is niet sprookjesland hè, dit is de echte wereld.' Even later kwam hij terug: 'We gaan je ambassade bellen, die zal jouw verblijf moeten bekostigen.' Ik protesteerde. Uiteindelijk kwam er een andere oplossing. Er was een priester die een kamer vrij had. De gemeente zou de helft van de kosten betalen, ik moest de andere helft bijleggen. Maar plots was er weer een ander plan. Er was een Nederlands gezin met een groot landhuis. Die hadden misschien een kamer, of ik kon er in de tuin kamperen. Het was laat. De 4,5 uur die ik had gehad waren bijna volledig opgegaan aan wachten. Ik ging akkoord.
Rieke en Gerard hadden een camping, weliswaar gesloten maar op last van Guns 'n Roses werden enkele basisvoorzieningen heropend en kon ik kamperen, tegen een enigszins gereduceerd tarief. Ik noteerde uiteindelijk 1802m op de 10e plaats in mijn klimklassement. 2500m, 3000m, diep van binnen had ik geweten dat het niet zo mocht zijn. Nu wachtte mij de grote aftakeling. Ooit zou ik met overgewicht en krachteloze beentjes mijn tocht hervatten. Ik dacht na over de ironie van deze situatie. Ik leefde in een bijna perfect isolement. En nu werd ik, om verspreiding van het coronavirus te voorkomen, ondergebracht bij de medemens. Ja, ik deed voorheen boodschappen, maar dat zou ik ook in mijn nieuwe situatie doen, dus dat maakte geen verschil.
Ik had de mogelijkheid terug te keren naar Nederland, nu ik misschien mijn bewegingsvrijheid voor maanden kwijt ging raken in Portugal. Maar dat was feitelijk geen moment een optie. Wat moest ik in Nederland? Ik kan er gaan fietsen maar blijft dat lang leuk? Er is feitelijk maar één optie in Nederland en dat is werk zoeken. En als ik weer werk wil ik een eigen stek om te wonen. En als ik die heb is mijn fietsleven definitief voorbij. En dat wil ik niet. Ik neem liever de gok dat ik maanden vastzit in Portugal dan dat ik mijn fietsleven een half jaar eerder dan gepland opgeef.
Altijd heb ik gedacht en misschien ook wel eens geroepen: 'In wat voor omstandigheid ik ook terecht kom, ik zal het doorstaan'. Nu kon ik tegen mezelf zeggen: 'Laat maar eens zien dan'. Wat had ik? Een camping voor mezelf, met een douche, toilet, stroom, wifi en een wasmachine. Wat had ik aan vermaak? Ik had een boek, en een uitvoerige fietsblog die ik nog steeds eens uit moest lezen. Ik had podcasts, een collectie bestaande uit taalcursussen, nieuws, voetbaltalkshows, wetenschap en nog wat verstrooiing. Ik herontdekte op mijn telefoon een app met 10.000 logische puzzels en apps met schilderkunst. Verder kon ik schrijven en lopen.
Best een interessant experiment. Wat ga je doen in gevangenschap?
Het duurde even voor ik mijn huidige vorm vond. Misschien is die vorm ook maar een tussenvorm, de tijd zal het leren. Er waren wat beproevingen. Ten eerste is Portugal in de lente niet een warm Zuid-Europees land, wat het weer betreft kun je beter in Rotterdam zitten. Ik heb hier inmiddels nachtvorst gehad, sneeuw, hoosbuien en venijnige wind. Ik heb zojuist de weersvooruitzichten voor de komende 14 dagen bekeken, en het is 14 dagen bewolkt. Uiteraard zitten hier ook overal in de omgeving luidruchtige mormels, maar die onderdruk ik simpel door oordoppen te gebruiken. Een veel groter probleem is de luchtkwaliteit. Dat brengt mij bij mijn tweede 'Oh, ironie'-beleving. Weet u nog hoe zorgvuldig ik deze keer mijn reisbestemming koos, hoe ik al die bestemmingen schrapte die een negatief effect op mijn longen konden hebben? Ik zou veilig in Europa blijven, weg van stoffige en rokerige landen. En daar zit ik nu, misschien wel maanden opgesloten, aan de rand van een rokerig dorp, want ook Portugal verstookt zoals eerder vermeld naar hartelust grote partijen hout, in kachels en tuinen.
Ik verplaatste mijn tent naar een plek waar ik niet meer in de koude wind stond. Daarna naar een plek waar ik beter beschut stond tegen de rook. En toen... toen ontdekte ik een oude caravan. Hij was in gebruik als berghok maar ik vond een vierkante meter om te zitten. En misschien paste mijn mat wel net tussen die metalen attributen. 'Dat zijn de poten van een trampoline', zei Rieke. Er was niet echt ruimte om ze elders te stallen, maar dat interesseerde me niet echt; ik had een ruimte waar ik beschermd was tegen luchtvervuiling en Rieke had er geen bezwaar tegen dat ik 'm gebruikte. Ze maakte zich wel zorgen of hij wel geschikt was om in te verblijven maar ik niet. Diezelfde avond sliep ik er al, nadat halverwege de avond roetwalmen mijn tent in waaiden. Ik had al keelpijn door die troep in de lucht en ik voelde meer druk op mijn longen dan normaal dus een ontsnapping was inmiddels welkom. Wifi had ik hier niet maar normaal ademen was belangrijker.
Steeds vaker zat ik in de caravan. Dit was meer dan een beschutte plek. Dit was waar ik echt wilde zijn. Dit was een voorschot op het leven na mijn fietsleven. Denk jij dat je na zeven jaar nog in de maatschappij past? Jawel, maar niet in een flat of in een rijtjeshuis. Dat wist ik al voor ik ging fietsen. Doe mij een caravan, of een boot. Laat mij een sober maar rijk bestaan leiden in een kajuit of een oude camper. Ik brak mijn tent af en nam definitief mijn intrek.
Ik heb de tijd van mijn leven. Het fietsen verdween naar de achtergrond, zelfs mijn 7-jarig jubileum op 3 april vergat ik. Genieten van een quarantaine is best vreemd, nietwaar? Ik, de man die de maatschappij waarin hij leefde achter zich liet en de vrijheid zocht, die man heeft zijn vrijheid gevonden nu hij opgesloten zit in een oude caravan. Dat is nog eens een mooie paradox, de ultieme vrijheid vinden in gevangenschap. Het doet me denken aan de film Into The Wild, over die jongeman die zijn glanzende toekomst inruilt voor een leven in de natuur, en uiteindelijk zijn dagen slijt in een verlaten caravan. Daar eindigen de overeenkomsten, want dat verhaal mondde uit in een drama en dit in een verrijking.
Want wat doe ik hier nu uiteindelijk? Dat is best een verrassing. Wat doe je als je 24 uur per dag gevangen zit en hooguit af en toe even gelucht wordt? Vaak dacht ik: 'Als ik opgesloten zit, dán ga ik dat boek schrijven'. Nu weet ik dat dat niet zo is. Ook de kunstcollectie blijft liggen. Lezen doe ik maar beperkt. In de collectie logische puzzels duik ik dagelijks, maar ik stel het moment wel steeds langer uit. De lichaamsbeweging beperkt zich tot wat verplichte rondjes. De grootste waarde schuilt in mijn collectie podcasts. Het is sowieso een goede gelegenheid om alles wat versneld gedateerd raakt te beluisteren (nieuws, voetbaltalkshows) én om nou toch eindelijk eens door die 612 (oude) afleveringen van de onvolprezen serie 'Radio Bergeijk' heen te komen. Maar meer dan dat is het een uitgesproken gelegenheid om talen te leren. Die podcasts leidden een kwijnend bestaan tijdens het fietsen, maar vormen inmiddels de hoofdmoot van de dag. Ik ben verslaafd geraakt. Dit is als een opsluiting in het klooster om een taal te leren, zeer geconcentreerd kan ik hier lessen volgen. Twee jaar geleden begon ik met Franse taalpodcasts om mijn Frans te verbeteren, daarna pakte ik Spaans erbij om die taal toch ook eens op een degelijke manier te leren, om een gedegen fundament te leggen onder die in Zuid-Amerika bijeengeraapte verzameling woorden. Pas nu komt echt de vaart erin. Ik sta te popelen om er een taal bij te nemen maar ik probeer mezelf te beheersen en prent mezelf in dat ik eerst minimaal één cursus moet afronden.
Rieke bood aan te zijner tijd bij Guns 'n Roses na te vragen of ik na twee weken, na het doorstaan van de gehanteerde maximale corona-incubatietijd, met een soort vrijbrief weer verder kan fietsen. Ik denk dat ik dat aanbod afsla. Ik zit hier best en moet nog Chinees leren. Dat kost tijd. (De wil om Chinees te leren na een uitbraak van een Chinees virus, dat moet haast een complot zijn.) Toch is het mijn plan om weer te gaan fietsen als Spanje de poort opent. Zodra ik weer enige weken op pad ben pak ik de pen weer op. En dan hoop ik dat ik eindelijk land 68 bereikt heb.
-
06 April 2020 - 12:03
Corrie Beute:
Weer een belevenis zich zeg maar.... houd jezelf gezond van lijf en geest. Groetjes ons -
24 Mei 2020 - 18:10
Els.Vlielander:
Weer veel beleefd.Wens je veel succes.Pas goed op jezelf en je gezondheid.Groetjes van hier. -
26 Juni 2020 - 17:55
Jos :
Fijn je ontmoet te hebben de laatste 3 dagen van jouw verblijf bij Gerard in Rieke tijdens je verplichte Portugese lockdown. Ongelofelijk wat jij al niet afgefietst hebt in landen die ik ook zo goed ken als int reisorganisator. Vreselijk respect voor jouw missie en vrijheid van leven wat niet vanzelf komt maar waar bergen van zelfdiscipline in verborgen zitten. Kan niet anders zeggen dat jij de Mount Everest beklimt op jouw manier waar velen van dromen. Jammer dat onze gesprekken zijn beeindigd omdat jij weer de vrije route in je leven mam op 27 juni in de richting Zwitserland. Op de camping noemde je mij net voor vertrek tijdens het scheren dat de eerstvolgende scheer-en douchebeurt waarschijnlijk pas in Zwitserland zal zijn. Daar was ik al geoefende pelgrim die ook wandeltochten van 800 km gewend was toch wel effe van te kijken. Gaat je goed Richard en jij haalt het maximum uit onze “vrijheid” . Het gaat je goed. Tof man -
13 Juli 2020 - 12:47
Leon:
Hey Rich, hoe gaat het nu met je en waar ben je? Laat ff wat weten! We missen je schrijfsels... :)
Groetjes uit Barendrecht,
Leon & Tatiana
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley