Een rebus met weinig gevolgen - Reisverslag uit Mpanda, Tanzania van Richard Dijke - WaarBenJij.nu Een rebus met weinig gevolgen - Reisverslag uit Mpanda, Tanzania van Richard Dijke - WaarBenJij.nu

Een rebus met weinig gevolgen

Door: Richard van Dijke

Blijf op de hoogte en volg Richard

04 Juni 2019 | Tanzania, Mpanda


Eén ding wilde ik nog afhandelen in Lusaka en dat was het vervangen van mijn kapotte versnellingskabel. Ik dacht dat dat een simpele kwestie was, maar de fietsenwinkels die ik vond hadden de materialen niet of men legde wat kabels op de toonbank met aan mij de taak om te beoordelen of ik er wat mee aan kon vangen. Er was weinig actiebereidheid en ik twijfelde aan de expertise van de mensen die ik voor me kreeg en besloot wat kabeltjes mee te nemen en het zelf te doen. Dat viel tegen. Je moet vooraf weten wat je moet doen; als je onderdelen zoals een shifter gaat openschroeven om te kijken hoe het in elkaar zit dan heb je 'm feitelijk al gesloopt want het is een nogal delicaat mechanisme. Daarnaast verdween een essentieel onderdeel op onverklaarbare wijze. Ik koos voor een Afrikaanse oplossing. Ik verwijderde de kabels en de voorderailleur en ging verder rijden in één voorversnelling. Als het terrein vroeg om een aanpassing kon ik gewoon handmatig de ketting op een ander kettingblad leggen.

Ik zette mijn gewoonte voort om bij mensen in de tuin te overnachten, omdat wildkamperen bemoeilijkt werd omdat overal mensen liepen. En zo kwam ik terecht bij het oudere echtpaar Davies en Doroth, die zelf een fraai huis hadden gebouwd en een ruime tuin hadden aangelegd met fruitbomen. Meestal verdwijn ik vroeg in de avond in mijn tent, maar nu kreeg ik een stoel aangeboden op de veranda en kon ik meeëten en zo praatten we de halve avond vol. Ik kreeg een bed aangeboden maar gaf toch de voorkeur aan mijn tent. Davies gaf me een stok voor het geval ik 's nachts dieren moest verjagen. In de ochtend kreeg ik brood met eieren en thee en ik vond het niet zo erg meer dat wildkamperen niet goed mogelijk was. Davies filmde me bij mijn vertrek. Ik moest nog maar eens terugkomen om het resultaat te bekijken, zei hij.

Het was zaterdag en op deze dag maakte ik kennis met een bijzonder fenomeen. In Nederland komt op warme dagen in menig dorp of wijk de ijskar voorbij maar hier hebben ze iets stoerders: de biertank. Een tankwagen vol bier rijdt langs de dorpen en mensen komen naar de weg met emmers en jerrycans die met een lange slang gevuld worden. Ik begon die Zambianen een cool volk te vinden. Daar stond wel tegenover dat mensen wat luidruchtig werden en ook kreeg ik in verhoogde mate te maken met één van de grootste plagen van dit tijdperk. In Latijns-Amerika werd ik er al dol van en hier was het niet anders, het culturele drama veroorzaakt door Auto-Tune. Ooit was het een softwareprogramma bedoeld om valse noten recht te trekken, maar trek je dat effect tot in het extreme door dan krijg je een robotachtig geluid. Officieel is Cher er in 1998 mee begonnen met haar hit Believe, en wat mij betreft wordt zij hier alsnog voor berecht. Songs geproduceerd met Auto-Tune klinken niet alleen als muzikale diarree, zo voelen ze ook: als je luistert naar zo'n song is het net of iemand diarree in je gezicht werpt. Het is de allerarmoedigste vorm van muziek en in die zin is het niet verwonderlijk dat het zo aanslaat in arme landen. In Zambia is het bijna de enige muziek die je hoort, traditionele zang en instrumenten zijn verbannen, afgedankt, doorgespoeld.

Ik begon een duidelijk beeld te krijgen van Zambia. Links gras, struiken, bomen en hutten en rechts ook. En volop mensen. Ooit, in de vroege jaren 90, had je een carnavalshitje dat alsvolgt ging: 'Hij rookte in de kamer en hij rookte in de keuken, en overal lagen peuken, en overal lagen peuken.' Dat lied had ik in mijn hoofd en als vanzelf vormde zich een nieuwe tekst: 'Ze lopen in de struiken en ze lopen op de wegen, ja overal lopen mensen, ja overal kom je ze tegen'. Al met al was mijn omgeving niet al te spannend, ik zag gewoon weinig van Zambia omdat mijn zicht altijd beperkt was. En ik had niet het idee dat er iets zou veranderen als ik op gravelwegen zou gaan rijden. Ik kon alleen maar hopen dat ik op termijn ook bergen of savannes ging zien, en dat het niet nog drukker ging worden om me heen. Wat wel een spannende gedachte was, was dat op een bepaald moment Congo op 1,5 km van me vandaan lag. En andere landen lagen op slechts enkele dagen fietsen, Mozambique bijvoorbeeld op 200 km hemelsbreed, en Malawi op 400 km. Dat laatste land lag daarmee een stuk dichterbij dan Tanzania, het land waar ik naartoe reed.

Kinderen riepen 'How are you?'; met een lokaal accent werd dat 'Hawayóu!'. Het is niet als vraag bedoeld, er wordt geen antwoord verwacht. Of je nu 'fine' zegt of 'met de fiets', het gaat ze erom zo vaak mogelijk 'hawayou' te roepen, tot je uit beeld bent. De kinderen hadden speelgoed dat op vindingrijke manier gemaakt was of gebruikt werd. Een leeg melkpak op wieltjes, aan een draadje. Een oude band die met een tak werd voortbewogen. Mede om die reden lag er weinig afval langs de weg, alles werd hergebruikt. Een andere reden was dat veel waren hier niet verpakt waren. Verpakte producten werden steeds moeilijker verkrijgbaar. De supermarkten verdwenen langzaam uit beeld. Kleine winkeltjes verkochten kleine flesjes limonade, eenmaal was ik aangewezen op water uit een put. Gelukkig had ik nog wat eten in de tassen, want eerlijk gezegd durfde ik de eenvoudige eetschuurtjes niet echt uit te proberen. Ondertussen reed ik tussen twee nationale parken door. Rechts van me, ver uit het zicht, lag het South Luangwa National Park. Daar mocht ik als het goed is doorheen fietsen alleen... de ingang lag aan de verkeerde kant, aan de oostkant van het park. Dat zou een lange omweg betekenen. Links van me lagen de Bangweulu Wetlands. Daar kon ik in theorie een stuk van meepikken maar van dit park wist ik helemaal niets en daar kon ik weinig verandering in brengen want wifi begon ook langzaam een zeldzaamheid te worden. Bangweulu Wetlands, voor je het weet rij je een moeras in... En dus vervolgde ik mijn weg en kwam ik uit bij Kawama. Kawama was districtsvoorzitter van een politieke partij en woonde met zijn drie kleinkinderen in een degelijk huis. Het was praktischer dat de kinderen hier woonden, in een rustige omgeving, dichtbij een school; hun ouders woonden in de stad. Ik kampeerde in de tuin. In de ochtend zag ik in de schuur een pak houtskool staan, zoals ik er vele had gezien die langs de weg te koop werden aangeboden en veel fietsers hadden dezelfde grote pakketten achterop gebonden. Het waren pakketten van anderhalve meter hoog en een halve meter in omvang. Ik vroeg aan Kawama wat één zo'n pakket kostte. Deze houtskool moest geproduceerd worden, verzameld en bijeengebonden met alle middelen die er zijn. Het moet een enorm werk zijn om die pakketten te maken. Mensen zitten dag in dag uit aan de weg om een pakket te verkopen. Het antwoord verbaasde me, zo'n pakket kostte €1,75.

Op 21 mei bij 47 km bereikte ik de mijlpaal van 120.000 km. Dat realiseerde ik me toen de dag al bijna voorbij was: 'Oja, er zou vandaag een mijlpaal zijn'. Blijkbaar houden dit soort mijlpalen de gedachten op een gegeven moment niet meer zo bezig.

Ik reed door een religieuze wereld. Als het christelijk was dan bloeide het hier: zevendedagsadventisten, jehova's getuigen, pinksterbeweging... Veel winkeltjes hadden een christelijke naam als 'God's favour'. Andere namen waren eerder komisch, als oude schuurtjes 'Shopping Centre' werden genoemd, of 'Mall'. Ik kocht een colaatje. De tijd van de tweeliterflessen is voorbij maar ook de halve litertjes lijken niet best te verkopen. De verkoper veegde het stof van het flesje. Toen ik de inhoud in mijn mok goot bleek er geen prik meer in te zitten.

Ik bereikte een kruispunt. Ik had Mpika bereikt en vanaf hier ging ik The Old Great Road North volgen, de oude route naar Tanzania met aan het einde een bijna vergeten grensovergang. Maar eerst ging ik een nacht doorbrengen op het kampeerterrein van de Bayamas Lodge. De Duitse eigenaar Andreas zat al 20 jaar in Zambia. 'Als je hier nog iets op poten wilt zetten moet je snel zijn, over pakweg 15 jaar is dit land in handen van de Chinezen', zei hij. Ik denk dat het zo'n vaart niet loopt, in Suriname gaat het ook niet hard. 'Rust maar goed uit', zei hij, 'tweede nacht gratis. En de derde. En de vierde'. Die tweede nacht pikte ik mee en als tegenprestatie dineerde ik in het restaurant, wat normaal gesproken te duur zou zijn geweest. Met mijn mp3-speler bood ik weerstand tegen de luide, muzikale diarree. Een derde nacht sloeg ik af, want de voorzieningen waren niet denderend (een douchedeur die niet sloot en openwaaide, een smeulende berg gras, elektriciteitsstoornissen, geen wifi). Ik vertrok en in Mpika vond ik met moeite wat blikken voedsel. Ik stopte ze in mijn tas en plots dook er vanachter een vuilcontainer een man in een jurk op, grijnzend, alsof hij wilde zeggen: 'Die zag je niet aankomen hè?'. Hij wilde mijn water. Ik was hiervoor nog niet helemaal in de stemming, beëindigde vlot mijn activiteiten en nam tien meter afstand om nog even wat te eten voor mijn definitieve vertrek, want mijn ontbijt was door de stroomuitval wat karig geweest.

Mijn nieuwe route veranderde weinig. Maar er lag wel iets heel bijzonders op mijn route. Nooit eerder had dit mijn pad gekruist en nooit eerder las ik erover in een fietsverslag, maar langs de weg lag een... rebus! Er stond een bordje met 'Smalltown' en daaronder zat een jongetje. Nou, dat kostte niet veel denkwerk. Dat was natuurlijk 'Smalltown Boy' van Bronski Beat, die enorme zomerhit uit 1984! Ik had het goed, maar in Zambia is natuurlijk geen geld voor prijzen dus won ik niets. Wel kreeg ik een vrije doortocht, en dat is ook wat waard. En er was meer muziek. Ik had gehoopt dat ik een lege uithoek van Zambia inreed, maar soms zag ik hele drommen mensen over de vluchtstrook lopen en daarom klonk onophoudelijk Bob Marley in mijn hoofd: 'Exodus, movement of Jah people'. Daar moest ik het mee doen, met die denkbeeldige muziek, want echte muziek draaien zat er niet in, met name vanwege de interactie met hawayoukinderen. Maar ik was wel blij met de 'Jah people'. Jah komt van Jehova en die gemeenschap had zalen ('Kingdom Halls') met grote tuinen en die tuinen waren altijd uitgestorven, dus in of rond die tuinen kon je relatief ongestoord eten. Relatief ongestoord wil zeggen dat je hooguit op afstand wordt aangestaard door kinderen. En dat je wel even een regenbroek aan moet doen tegen de vliegen, die vreemd genoeg alleen in benen geïnteresseerd zijn in dit land.

Ik zag de bouwstijl langzaam veranderen. De hutten gemaakt van vegetatie verdwenen uit beeld en ik zag steeds meer degelijke huizen van steen, eerst nog wel met rieten daken, maar later op de route waren die vaker van golfplaat.

Ik bereikte de stad Kasama, daar was dan eindelijk weer een supermarkt. Voor de deur was er een chaos; hier wilde ik mijn fiets niet stallen. Niet alleen omdat ik bestolen kon worden tijdens het winkelen, maar ook omdat ik bijzonder kwetsbaar zou zijn als ik de boodschappen in mijn tassen moest verpakken met 30 man om me heen en erger nog, diverse azende kinderen die álles interessant vinden, tot de fles aan toe met hetzelfde putwater als dat zij zelf drinken. Ik vond een bewaker en die bood aan dat mijn fiets gestald werd op het afgesloten terrein waar geladen en gelost werd. Dat was een acceptabele oplossing.

Misschien moet je andersom reizen, dan komt er steeds meer luxe op je pad. Nu zag ik hoe het aanbod achterbleef bij dat van de vorige supermarkten en hoe alles steeds duurder werd. Maar achteraf zou ik willen dat deze supermarkt nogmaals op mijn pad lag. Wat niet duurder werd was de accommodatie, daar ging de trend precies de andere kant op. Voor een paar euro had ik een kamer met eigen badkamer, en dat ik een kamer had was al weer ruim twee weken geleden. Ik had vooral bij mensen in de tuin geslapen en op kampeerterreinen gelegen, en toch nog één keer gewildkampeerd. Ik verwachtte het niet, maar voor de zekerheid vroeg ik toch nog even na of er wifi was in mijn kamer. Maar ik was in een regio waar met trots vermeld wordt dat er tv is. Wifi? Doe niet zo mal. Ga naar Japan ofzo, of Future World. Met je wifi.

Op 24 mei bij 48 km bereikte ik de mijlpaal van 120.225 km. En dat is drie maal de aarde rond, gemeten langs de evenaar. Dat realiseerde ik me toen de dag al bijna voorbij was: 'Oja, er zou vandaag een mijlpaal zijn'. Blijkbaar houden dit soort mijlpalen de gedachten op een gegeven moment niet meer zo bezig. Toch liggen er nog een paar interessante mijlpalen voor me voor ik mijn voorlopig symbolische einddatum van 3 oktober 2020 (7,5 jaar) bereik. Zo hoop ik nog de 10.000 uur fietsen te halen, en toch ook nog de 150.000 km exclusief testritten (dan kom ik op 20.000 km per jaar), en héél misschien kom ik ook nog aan de 75 landen. Maar... kwaliteit gaat boven kwantiteit.

Kasama was ondanks de afleiding geen boeiende stad. Druk, functioneel, onopvallend. Ik ging op weg voor een nieuwe dag tussen gras, struiken, bomen en mensen. En kinderen. Hawayou, hawayou, will you do the fandango. Een nieuwe 'Groundhog Day', een dag als iedere vorige? Nee, want het werd een dag met een interessante keuze. Er was een splitsing. Links lag Mpulungu aan het Tanganyikameer. Rechts lag Mbala, de laatste plaats voor de Tanzaniaanse grens. Ging ik 'even' bij het meer kijken, 40 km verderop? Welja, het is vakantie. Ik vroeg me af of het zo'n slimme zet was want ik daalde van 1750 meter naar 950 meter en dat moest ik later allemaal weer klimmen. Eigenlijk zou dat klimmen niet eens zo erg zijn, maar iedereen zou me kunnen bijhouden. Hoeveel kinderen gingen er achter me aan rennen? Dat was een zorg voor later. Ik daalde af maar zag niet eens zo gek veel van het meer en ook de lodge waar ik terechtkwam lag niet aan het meer. Ik werd verwelkomd door Charity, een vrouw die praatte met haar kaken op elkaar en verder haar mond zo wijd mogelijk open. Een chalet was maar nauwelijks duurder dan kamperen dus nam ik een chalet, eenvoudig maar sfeervol. Maar met één ding had ik geen rekening gehouden. Het was hier fors warmer dan waar ik vandaan kwam en als dan ook nog de verkoelende buitenlucht ontbreekt omdat je binnen zit... Ik schrok op van een luide stem: 'Allaaaaaaah akbar!' Goeiemorgen zeg, kunnen jullie even wachten tot ik in Tanzania zit?

Ik waardeerde mijn chalet maar door de hitte ontbrak de energie om er iets te doen. Voor mij een reden om weer te vertrekken, voor anderen een reden om te blijven. Er was een Australiër die hier voor de derde keer was, voor 2,5 á 3 weken. Hij wisselde slapen af met in zijn deuropening zitten. Het was een mooie lodge voor als je overwerkt bent, maar dat was ik nog niet. En dus reed ik weer 800 meter omhoog, en dat viel gelukkig mee. Bij de kruising ging ik nu wel naar Mbala. Mbala was een leuk plaatsje, met koloniale huizen, veel schaduw, en rust, veel meer rust dan in dat drukke, chaotische Mpulungu. Op de kaart zag ik dat er een meer lag vlak buiten het plaatsje en daar zou weer een lodge zijn. En deze keer lag de lodge wél aan het meer, al was het maar een plasje vergeleken bij het Tanganyikameer. Ik kon er kamperen en kwam in een heel andere wereld terecht. Het kleine kampeerterrein stond tjokvol Zuid-Afrikaanse (bijna-) gepensioneerden. Eén van hen was Jurie, hij had Nederlandse ouders en sprak Nederlands, en hij was zeer geïnteresseerd in mijn tocht. In de avond zaten we buiten bij de bar, waar muzikale diarree werd afgewisseld met authentieke reggae (er was weer hoop). Tussen bar en meer lag drassig land waarin betonnen paden waren aangelegd en betonnen eilandjes met bankjes, en bij het meer was zelfs een krachthonk met een terras. Dit was een fantastisch mooi kamp.

In de ochtend vertrokken om zeven uur zes auto's en tot mijn verbazing was de camping nu voor mij; ik wist dat Jurie in een groep reisde maar niet dat iedereen tot die groep behoorde. Ik nam een dag rust, wapperde uit aan het water, had weer contact met Europa want op de valreep was er dan toch nog wifi in Zambia, voor het eerst sinds Lusaka, en ik hield 's avonds een 'bankentocht' door bij ieder besteld bier op een andere locatie te gaan zitten in het landschap. Lang duurden de avonden hier niet, slechts zelden gaat een bar van een lodge langer door dan 21.00 uur.

In de ochtend was ik er klaar voor om Zambia te verruilen voor Tanzania. Ik verliet de lodge. Het was er mooi en veel mensen deden hun best om het mooi te houden, maar het was toch ook een lodge met op diverse punten een vreemd beleid. Steeds werd de internetverbinding verbroken. 'Wifi is strikt voor de gasten. We verbreken de verbinding om te voorkomen dat het personeel er gebruik van maakt', zei de receptionist. Ja, logisch. Water werd soms ook zomaar afgesloten. En nergens werd duidelijk gemaakt wat er in het enigszins verborgen restaurant geserveerd werd. Nouja, zullen we dat de charme van Afrika noemen?

Het lukte me niet mijn Zambiaanse kwacha's op te maken, in de winkels in Mbala vond ik weinig van mijn gading. Ik kon 53 pakjes noodles kopen of hopen op geldwisselaars bij de grens. Ik koos voor het laatste. Het asfalt hield hier op en door een soort rivierbedding reed ik 20 km naar de grens. Ik had een sliert van 30 kinderen achter me toen ik het douanegebouw naderde maar gelukkig was er security die ze wegjoeg. Deze grensovergang was een goedbewaard geheim, op een fiets ben je in een mum van tijd het ene land uit en het andere in. Ik was weer $50 armer door de aanschaf van een visum, maar reed dan tenminste weer met iets minder cash rond en zo werd het steeds minder lucratief om mij te beroven. Wel had ik nu een kleine buffer Tanzaniaanse shillings want mijn kwacha's waren gewild. Direct veranderde de omgeving. Uitzicht! Weg met die bush. Ik zag landbouwvelden met naast de verbouwde gewassen veel variatie in planten. En er waren veel meer veranderingen. Er waren plaatsnaamborden aan beide uiteinden van een dorp en mensen woonden tussen de borden met dezelfde naam erop, niet tussen de dorpen. De hutten leken nu definitief verruild te zijn door degelijke huizen. Het aantal bars werd drastisch gereduceerd, en daarmee ook de dronken mannen en de muzikale diarree. Ik hoorde weer echte muziek, mogelijk is toch niet heel Afrika besmet met Auto-Tune. Kinderen zwaaiden, en riepen niet 'Hawayou!' of 'Give me money!', al vond ik 'Give me my money!', wat ik soms ook gehoord had, een leuke variant. Was alles plots beter? Nee, het leek erop dat Tanzanianen geen maat weten te houden met het in brand steken van dode vegetatie. En dat had gevolgen voor de luchtkwaliteit. Kijken hoever ik kom met mijn masker. Wat ook veranderde was dat Tanzanianen beduidend minder goed Engels leken te spreken dan Zambianen. Wel leken de mogelijkheden op het gebied van accommodatie flink toe te nemen en dat betekende dat ik minder beroep hoefde te doen op de bevolking. In Matai nam ik een eenvoudige kamer. Ik moest mijn gegevens in een boek noteren. Mijn naam, nationaliteit en geboorteplaats wist ik wel. Maar wat schreef ik op bij stam? Ik noteerde 'Feyenoord'. Mijn kamer had een eigen badkamer, maar veel meer dan een ruimte met een hurktoilet en een ton water was dat niet. Ik zette er mijn fiets neer en zette de tent op op het bed want het beddengoed rook niet fris en er waren muggen. Er waren ook spinnen, hele grote die zich heel plat konden maken en in minimale kieren konden verdwijnen. In de ochtend viel er één op mijn been en ik wist niet of hij uit mijn broek viel of van het plafond. Ik vond alles best. Wat ik ook niet verkeerd vond was dat, nadat ik vijf kilometer gefietst had, twee wegen zich samenvoegden en ik weer op asfalt reed, met ruime vluchtstroken, en verkeer was er nauwelijks. Halverwege de middag bereikte ik Sumbawanga, de eerste echte Tanzaniaanse stad op mijn route. Die naam kwam me bekend voor maar ik bleek het te verwarren met Chumbawamba, een Brits bandje uit de jaren 90. Het was druk in Sumbawanga, niet in het minst door de vele tuk-tuks of autoriksja's, hier bajaji geheten. Ik had een nieuwe voorraad eten nodig maar kijkend op de kaart vreesde ik dat ik een supermarkt kon vergeten. 'Dan moet het maar weer op de Marokkaanse manier', dacht ik en ik liep winkeltjes binnen ter grootte van een gemiddelde garage, met een verkoper achter de toonbank en achter hem planken met producten. Maar wat was dat? Wat waren dat allemaal voor potjes? Zalf? Vaseline? Crème? Dit soort winkeltjes bleken vooral kleine drogisterijtjes te zijn. Het begon nu echt tot me door te dringen. Verpakt voedsel lag achter me. Zes jaar lang heb ik rondgereden met een voorraad voedsel in mijn tassen en nu werkt die methode niet meer. Ik moest op een andere manier gaan reizen. Ik zat met mijn handen in het haar en moest tegelijkertijd lachen. Succes makker, probeer je maar te redden. Ik vond ergens een blikje oploskoffie en ik kocht water. Dat was een begin. En ik reed naar het Moravian Conference Centre, een gebouw uit koloniale tijden met veel kunst én betaalbare kamers. Ook was er een restaurant en was het ontbijt inbegrepen, dus voorlopig was ik even gered. En ik realiseerde me dat dat de nieuwe manier moet worden waarop ik moet reizen. Eten in restaurants of bij stalletjes en proberen onderweg voedsel bijeen te verzamelen, fruit bijvoorbeeld, en koekjes. Mijn dagindeling was overigens weer normaal want in Tanzania was het een uur later dan in Zambia, waar ik volgens een aangepast rooster leefde om uit te komen met zonsop- en ondergang (vroeger lunchen, vroeger slapen). Buiten regende het, ik was op tijd binnen. Dat was de volgende dag anders. Nog drie minuten moest ik fietsen om een guesthouse in Namanyeri te halen maar een snel losbarstende stortregen dwong me drie kwartier te wachten onder een afdak. Eenmaal in mijn kamer viel de stroom uit. Dat maakte voor het guesthouse niet uit, dat had een generator, maar toen ik het dorp inliep om eten te vinden was het donker. Een geopend restaurant kon ik niet vinden. Ik liep naar een klein winkeltje. Verlekkerd keek ik naar het aanbod, ik kon kiezen uit olie, zeep of zalf. 'Wat zoek je?', vroeg de verkoper. 'Voedsel', zei ik. 'Wat voor voedsel?', vroeg hij. Dat vond ik een komische vraag. Alsof er keuze was. 'Wat heb je?', vroeg ik. Hij toonde me een rol koekjes. Ik keek liever even verder rond. Onverwacht vond ik ergens een half brood en ik nam het mee naar mijn kamer. Het was droog maar nog eetbaar, zeker met de pindakaas die ik nog had en een paar bakken thee erbij.

In de ochtend at ik de tweede helft van het brood op en keek op de kaart. Er was weinig informatie. Maps.me toonde onder andere een groen gearceerd gebied waar twee routes doorheen liepen, beiden noordwaarts. De eerstvolgende accommodatie lag op ruim 120 km. Ik ging een poging wagen om dat kamp, The Riverside Camp & Hippogarden bij Sitalike deze dag te bereiken. Het zou een memorabel dagje worden.

Ik had nog niet zo lang gereden toen ik langs de kant stapels patat zag met een pan ernaast. Dat was verlokkelijk maar het was nog te vroeg, liever wachtte ik tot een volgend dorp. Toen ik in Kisi aankwam, ruim 10 km verder, wist ik dat ik de lunch niet verder door moest schuiven want het asfalt hield op en ik had het idee dat er voorlopig geen dorpen meer zouden volgen. Er waren een paar bouwsels. Eén leek op een restaurant en iemand wenkte me om binnen te komen. Mensen keken tv, aten een soort vierkante oliebollen, olieblokken zeg maar, en dronken melk. Ik nam ook olieblokken, en in plaats van melk nam ik cola. De olieblokken smaakten naar droog oud brood en ik dacht aan de patat van zoëven. Drie olieblokken vond ik wel voldoende en ik tankte de maag af met cola. En het avontuur, wat op dat moment uit niet meer bestond dan een zandweg, begon. Na enkele tientallen kilometers door een woud dat deels in brand stond om dode vegetatie te doen verdwijnen verschenen er wat vliegen om me heen. Daar schrok ik niet van, ik had een net, een longsleeve, dat zou wel goed komen. Het waren wel vreemde vliegen, wat hardnekkiger en agressiever. Ze leken wel wat op dazen. En toen kreeg ik jeuk op mijn rug en op meer plaatsen en het kon eigenlijk niet anders meer dan dat dat iets met die vreemde vliegen te maken had. Deze vliegen beten. Ik trok een sweater aan maar daar waren ze niet zo van onder de indruk, ze beten er dwars doorheen. Ik trok een regenpak aan, deed mijn net over mijn hoed en bond die af met een buff om te voorkomen dat ze naar binnen vlogen. Dat laatste lukte niet helemaal, geregeld zat er een exemplaar aan de verkeerde kant van het net. Daar waar het net tegen mijn huid aankwam werd ik van buiten gebeten, maar mijn regenpak bood goede bescherming. Wel beten deze beesten door mijn handschoenen en sokken heen en daarvoor had ik geen oplossing. Twee soorten muggenwerende middelen waren ieder vijf minuten effectief geweest, langer niet. De weg daalde alsmaar en de snelheid en de wrijvingswind werkten in mijn voordeel om ze nog enigszins van het lijf te houden. De jeuk na een beet hield niet lang aan dus vond ik het nog uit te houden. Vervelend was wel dat mijn capuchon onder mijn hoed steeds voor mijn ogen schoof. Als ik mijn hoed naar achteren verplaatste voelde ik steevast een aantal vliegen onder mijn hand. Soms drukte ik wat harder en hoorde de lijfjes knappen. Soms als ik een vlieg op mijn hand plette veroorzaakte ik een klein bloedbad; dit waren gretige beesten. Dertig kilometer lang was dit nog uit te houden. Daarna eindigde de helling en werd het terrein vlak. Tegelijkertijd sloeg de vermoeidheid toe. En ik moest nog dertig kilometer. Omdat ik trager ging rijden kregen de vliegen meer vat op me. Ik dacht terug aan Australië, toen ik zo'n 300 vliegen om me heen had. Ha, die wilden alleen aan mijn zweet likken. De 300 exemplaren die ik nu om me heen had hadden minder nobele motieven. Steeds vaker werd ik in mijn enkels en handen gebeten, meestal ging het alleen jeuken maar sommige beten waren echt pijnlijk; die in mijn vingertoppen voelden aan als speldenprikken. Ik raakte oververmoeid, ik raakte uitgeput. Maar stoppen was geen optie, ik moest door tot ik deze zwerm achter me gelaten had. Ik telde de kilometers af en drukte iedere ellendeling dood die ik op mijn handen aantrof. Mijn lijf ging protesteren. Ik kreeg spierkrampen, darmkrampen, mijn rug ging pijn doen. Ik raakte minder geconcentreerd en reed steeds minder vaak om de gaten in de weg heen en dat doet verrekte pijn als je al kapot bent. Ik bereikte een kamp, reed naar de gebouwen toe, riep om aandacht maar ik zag niemand en de gebouwen waren op slot. Hoe lang duurde deze hel nog? Ik zakte in elkaar maar dat was nog steeds geen goed idee. Ik pakte mijn telefoon en zag dat ik hemelsbreed nog 1,38 km van The Riverside Camp verwijderd was. Wat deed ik hier nog? Ik raapte mezelf op en reed verder. Een laatste klim, een steile afdaling, een brug over en daar was het kamp. Hier waren gelukkig mensen. De vliegen dropen af, keerden om naar het bos aan de andere kant van de rivier. Ik stortte neer. Dit was een eenvoudig kamp zonder horeca, maar de jongen die verscheen was bereid om in het dorp Sitalike een paar flesjes Fanta te gaan halen en toen ik eenmaal de ijskoude Fanta langzaam wegdronk bood hij me een bord rijst met bonen aan. Gezeten aan een tafel lukte het me heel langzaam om de helft op te eten. Ik had het koud, zelfs in mijn regenjas én de sweater die ik er over aangetrokken had. Met inmiddels licht teruggekeerde krachten slaagde ik erin de tent op te zetten. Ik kreeg een thermoskan met heet water om thee te zetten. Na de anderhalve liter Fanta, een liter thee en een ruime mok water was mijn vochtbalans weer op orde. Fietsen in een regenpak op een zonnige dag in de tropen is niet goed voor je vochthuishouding, zeker niet als de gelegenheid ontbreekt om verloren vocht aan te vullen. Mijn korte broek was drijfnat. Vreemd genoeg had ik het geen moment te warm gehad. Geen tijd voor gehad. Nu had ik het wel warm, na de thee, in mijn tent. Ik kon lange tijd niet slapen. Dat was niet erg, de vliegen waren weg en ik hoefde alleen maar te liggen. Het was goed zo.

Ik kwam mijn tent uit in de ochtend en keek mijn ogen uit. Op twintig meter afstand lag een monster in het zand, midden op het kampeerterrein. Maar meneer Hippo schrok van mijn verschijning, stond op en sjokte langzaam door het gras naar de rivier. De manager van dit kamp vertelde me meer. In de nacht ging het nijlpaard via het kamp het bos in om te eten, in de ochtend keerde hij terug, vaak rustte hij uit in het zand voor hij weer het water in ging. In het hoogseizoen waren er honderden nijlpaarden in en rond de rivier. Het was niet de enige nachtelijke bezoeker geweest; ik werd gewezen op de verse giraffenkeutels in de buurt van mijn tent.
Er waren meer fietsers die deze weg namen, sommigen de andere kant op. Ik voelde een diep respect opkomen voor de fietsers die de laatste 30 km moesten klimmen, daar waar ik afdaalde. Die andere weg door het bos, de alternatieve route die ik op de kaart had gezien, was overigens langer, zo hoorde ik.
Mijn belager van gisteren was de tseetseevlieg. 'Het klopt dat je in versneld tempo uitgeput raakt door de beten', zei de manager. Later telde ik de beten op mijn rechterhand, het waren er 54. In totaal moet ik op die 60 km meer dan 100 keer gebeten zijn. De snel verdwijnende jeuk was schijn, het herstel gaat tijd kosten.

Na het brood, de olieblokken, de rijst, en nu wat crackers werd het tijd voor een echte maaltijd en wat rust. Ik reed 35 km naar Mpanda en bestelde in een restaurant een bord patat met groente en ei. De groente en de omelet kwamen eerst, later ontdekte ik dat de patat in de omelet zat. Ik nam een kamer met wifi. Uiteraard was de wifi er 'niet vandaag', maar ik had geduld. En mijn geduld werd beloond.

Weet je, dat Afrika begint best spannend te worden.

  • 08 Juni 2021 - 22:06

    Belle:

    Wat een geweldig verhaal weer. Cher moet inderdaad vervolgd worden wegens misdaden tegen de mensheid. Eens. Die tseetseevlieg is gevaarlijk, wegens overbrengen van de slaapziekte, die fataal kan zijn. Maar tijdens dit verhaal moest ik er verschrikkelijk om lachen, dat die Australische vliegen alleen maar aan je zweet wilden likken. Echt, ik moet steeds weer denken aan WF Hermans’ Nooit Meer Slapen, behalve dan dat dit beter is. Wat een avontuur. Als er ooit een tijdmachine wordt uitgevonden dan zend ik je een dag eerder naar dat kamp een pakket toe, met een shirt met nosilife. Zo’n tropenshirt waar muggen niet doorheen kunnen prikken.

  • 10 Juni 2021 - 22:20

    Richard Van Dijke:

    Ik las dat slechts een klein percentage van de tseetseevliegen de potentie hebben om slaapziekte te veroorzaken. Dat vond ik met ruim honderd beten eigenlijk helemaal geen geruststellende gedachte.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Tanzania, Mpanda

Per fiets de wereld rond

Solo per fiets (deels ook te voet) de wereld bereizen: het oorspronkelijke idee was om alle continenten te bereizen van het ene naar het andere uiteinde, maar gaandeweg ontstond het plan om mij vooral te richten op de gebieden die mijn speciale interesse hebben, veelal lege gebieden. De focus van de reis lag dan ook niet zozeer op het kennismaken met andere culturen en het opdoen van sociale contacten, maar op het ondergaan van de grootsheid van de natuur, het aangaan van fysieke uitdagingen en het bestuderen van de psychologische effecten van het reizen.

(2012 Testrit Nederland (9 dgn, 1018 km))
(2012 Testrit Nederland - Spanje (37 dgn, 3511 km))

Deel 1
(2013 - 2014): Nederland – Indonesië, via Alpen, Balkan, Turkije, Georgië, Azerbeidzjan, de Kaspische Zee, Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, China en Zuidoost - Azië
(365 dgn, 23001 km, €12,39 p.d.)

Deel 2
(2014): Australië: Darwin – Port Augusta en “tegen de klok in” naar Perth, afsluiting in Maleisië
(151 dgn, 11444 km, €12,10 p.d.)

Deel 3
(2015): Zuid - Amerika: Ushuaia (AR) – Atacames (EC), deels te voet (276 dgn, 13403 km, €10,23 p.d.)

Deel 4
(2016): Nederland - Japan (Europa, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Zuid - Korea, Japan met op de 'terugweg' Thailand en Laos) (360 dgn, 22136 km, €10,50 p.d.)

Deel 5
(2017): Nederland - Roemenië, te voet (73 dgn, 2608 km, €10,06 p.d.)

Deel 6
(2017): Noord - Europa (o.a. IJsland, Scandinavië, de Baltische staten en Polen) (130 dgn, 10832 km, €9,63 p.d.)

Deel 7
(2017 - 2018): Zuid - Amerika II (Buenos Aires (AR) - Lima (PE), intermezzo in Mexico, Cuzco (PE) - Albina (SR)) (349 dgn, 21030 km, €12,84 p.d.)

Deel 8
(2018 - 2019): Marokko (Nice (FR) - Dakhla (EH) - Nador (MA)) (104 dgn, 7484 km, €8,63 p.d.)

Deel 9
(2019 - 2020): Afrika (Namibië, Zambia, Tanzania, Malawi, Mozambique, Zimbabwe, Botswana, Zuid - Afrika en opnieuw Namibië) (283 dgn, 17939 km, €11,81 p.d.)

Deel 10
(2020): West - Europa (233 dgn, 11594 km, €11,57 p.d.)

Totaal aantal reisdagen: 2371
Totaal aantal kms: 146.001
Totaal aantal fietsuren: 11651
Totaal aantal nachten wildkamperen: 1198
Totaal aantal overnachtingen in een tent: 1554
Totaal aantal hotels: 342

(Laatste update: 04/10/2020)
_________________

Landen, van meest naar minst favoriet:

1. Argentinië
Als je van fietsen in eindeloze leegtes en prachtige berggebieden houdt en tegen een windvlaag kunt dan is Argentinië wat mij betreft 's werelds beste optie om maandenlang te kunnen genieten van isolement en omgeving.

2. Australië
Wat een strijd was het, tegen vliegen, wind, hitte en immer hellende wegen. Fietsen in de outback doe je niet voor je lol. Maar fietsen hoeft niet altijd leuk te zijn, soms is het de uitdaging die telt. Wat resteert is de herinnering aan dat heroïsche gevecht in die fantastische bak ellende. Mag ik terug?

3. Kazachstan
Aan het steppeavontuur uit 2013 voegde ik drie ervaringen toe: een mooie tocht van Astana naar Bishkek door opnieuw een (grotendeels) leeg stuk Kazachstan, een verregende tocht door een net even te bevolkt hoekje van het land en een aangenaam verblijf van in totaal 12 dagen in Alma - Ata. Kazachstan is voor mij nu niet meer dat onbewoonde land, maar blijft desondanks een van mijn favoriete leegtes.

4. IJsland
Wow, is dit nog dezelfde planeet? Ik zag de meest wonderlijke landschappen en natuurverschijnselen en genoot van het isolement bij het doorkruisen van het eiland. Trotseer wind, kou, regen en vliegen en je wordt rijkelijk beloond.

5. Japan
Drie maanden lang leefde ik buiten, op een weinig gevarieerd dieet, want ik kon er haast niets betalen. Maar dat gaf niet, want Japan staat vol parken met sanitaire voorzieningen en stroom en je mag daar gewoon kamperen. En ook op het strand. Met name de westkust van hoofdeiland Honshu was mooi, van geïsoleerde strandjes tussen zwart gesteente tot kilometerslange zandleegtes met windmolens. Japan is een beschaafd en schoon land dat negativiteit volledig weggeplamuurd heeft. Maar het is ook een verrekt nat land, met al die regen. Of ben ik nu te negatief?

6. Chili
Chili bleek vooral een druilerig land te zijn, maar het heeft een belangrijke troef: de Atacama - woestijn. En dat is de droogste woestijn op aarde, met een gematigde temperatuur; ideaal voor prachtige fietstochten.

7. Namibië
De droge kustregio is fascinerend, met zijn zand - en steenvlaktes en duinen. Andere smaken: rijden tussen de omheiningen van boerenbedrijven, of langs bush met hutten, vee en mensen. Het land heeft ruimte en een uitgebreide infrastructuur, goed voor maandenlang fietsen, en volop voorzieningen zoals supermarkten en campings. Aantrekkelijk fietsland.

8. Kirgizië
Het land van de bergweiden, de valken, de paarden en de yurts. Maar nu ik ook in het zuiden van het land ben geweest, weet ik dat het ook het land is van landbouwgronden, kuddes op de weg en stront, veel stront. Desondanks een zeer interessant fietsland.

9. Tadzjikistan
Komend vanuit Kirgizië was het eerste deel van de Pamir Highway een fantastische ervaring. Highway dient hier niet vertaald te worden met snelweg maar met hoge weg: de hoogste pas lag op 4655m. Nog nooit fietste ik in zo’n hooggelegen woestijn. Toen de daling inzette ging de spanning er wat vanaf en uiteindelijk werd de omgeving alledaags: landbouw, vee, huisjes. Toch werd deze tocht één van de hoogtepunten uit mijn fietsleven.

10. China
Wonderlijk vreemde wereld, totaal verschillend van welk land dan ook. Lelijkheid, lawaai en slechte wegen, maar de mensen, de hooglanden, het eten, de fysieke uitdagingen en de bijzondere ervaringen maken dit alles meer dan goed.

11. Thailand
Spannende badplaatsen, snelle wegen, fraaie tempels en beelden, uitstekende voorzieningen. Thailand heeft het.

12. Maleisië
Mooie spots, goede wegen en voorzieningen, en een aangenaam verblijf in Melaka.

13. Oezbekistan
Warme herinneringen aan hete dagen in het isolement van de steppe. Aan oriëntaalse verblijven met 's werelds meest fantastische ontbijtbuffetten. En aan mijn kortstondige vriendschap met de kinderen van Üchqorgon. Maar ik draaide volledig door in de bewoonde gebieden. Het joelen, het fluiten, het toeteren, fietsende jongens die me opwachtten en traag voor mijn wielen gingen rijden; het maakte me woest. Ik heb kennisgemaakt met de allerzwartste kant van mezelf.

14. Bolivia
Het was een mooie wereld, die Boliviaanse hoogvlakte. Nooit gedacht dat ik me zou begeven in een gebied waar het uiteindelijk - 18 graden zou worden en dat ik daar nog knap probleemloos doorheen zou reizen. Maar halverwege, toen ik van Sucre via Cochabamba naar la Paz reed, werd de wereld om me heen alledaags en zag ik vooral landbouwgebieden.

15. Guyana
Land bij uitstek voor de avonturier. Tussen Lethem en Linden (evenals de overige plaatsen in Guyana tjokvol koloniale historie) liggen honderden kilometers praktisch onbewoond regenwoud met ongeasfalteerde wegen. En met fraaie lodges. Je waant je in het hart van Afrika. De kustroute kan wat claustrofobisch aandoen, iedere 500m rijd je een nieuw dorp binnen.
16. Brazilië
Dit land verraste me, door de variatie in het landschap, zelfs als het om landbouw ging, door het goede ontbijt, door het avontuur op ongeasfalteerde trajecten in de Amazone en in nationale parken. Minpunt: in het droge seizoen wordt veel droge vegetatie verbrand en dat heeft gevolgen voor de luchtkwaliteit.

17. Zuid - Afrika
In een vrij lege uithoek van Zuid - Afrika fietste ik door prachtige landschappen en keek ik 's avonds vaak naar een schitterende hemel. Maar wat staan er extreem veel hekken in dit land!

18. Marokko / Westelijke Sahara
Zeer gevarieerd land, waarin ik vooral woestijn en bergen opzocht. Vriendelijke, behulpzame bevolking. Fraaie architectuur, mystiek en sterrenpracht. Maar... Marokko is een politiestaat en dat kan beklemmende vormen aannemen. Grand frère te regarde. En dat kost Marokko strafpunten.

19. Georgië
Bijzonder mooie trajecten, en bijzonder leuke verblijven in hostels.

20. Vietnam
De vlakke kustroute na die slopende bergen in Noord - Laos, het spontane volk, het Phong Nha Ke Bang National Park en het Easy Tiger hostel, een week in Hoi An... Onverwacht aangenaam land.

21. Laos
Zware trajecten, slechte voorzieningen, uitputting. En bier in Luang Prabang en Vientiane. Dat was tijdens mijn eerste verblijf, in het noorden van Laos. Mijn tweede tocht voerde door de Middeleeuwen in het hart van Laos. Kraampjes, bewoning langs de weg, veel kinderen, vuurtjes. Alleraardigst. Voor een paar weken.

22. Spanje
Mijn eerste grote uitdaging, dwars door het hart van dit land. Bergen, kaal gesteente, meren, uitgestorven dorpjes en een mooi nationaal park. Ook mijn tweede tocht langs de oostkust beviel goed, ondanks de sinaasappelvelden was er genoeg ruimte voor avontuur, m.n. het kamperen bij allerlei soorten ruïnes. Op de derde tocht kriskras door het binnenland had ik gemengde ervaringen: in het zuiden vooral landbouw, in het noorden veel variatie in het landschap.

23. Nederland
Zeer uitgebreid fietsnetwerk en opvallend veel natuur voor zo’n bevolkt land, al zijn provincies als Drenthe, Overijssel en Noord - Brabant geschikter om te fietsen en wildkamperen dan de Randstad.

24. Zuid - Korea
Tot in de puntjes verzorgd land met uitstekende fietsvoorzieningen, en ook nog eens erg aardige mensen. Of: rijstveld met tamme kust, vol werkende en recreërende mensen. Ondanks de zomerse hitte was dit een comfortabel land, maar spanning moet je elders zoeken.

25. Peru
Mijn eerste tocht door Peru die vooral door de Andes liep was een serieuze tegenvaller. Het Andesgebergte bleek ontbost, overbevolkt en beklemmend te zijn; misschien dat slechts 5% van de route door mooie canyons en over lege hoogvlaktes voerde, verder reed ik vooral langs akkers, honden en mensen. Hoe langer ik er fietste, hoe meer Peru een nachtmerrie werd, mede door het zware terrein en de dreiging van beroving. Mijn tweede tocht door de woestijn aan de kust was een geweldige ervaring: een desolate omgeving die tot de verbeelding sprak, goede voorzieningen onderweg en een prettige sfeer. Gemengde gevoelens dus bij dit land.

26. Zweden
Pretentieloos; eindeloze bossen bomvol muggen. En laat ik nou net houden van schier eindeloze stukken natuur met een uitdaginkje.

27. Duitsland
Mijn waardering voor dit land is gegroeid in de loop der jaren. Ik voel me er prettig, de mensen zijn aardig, de voorzieningen zijn goed, er is veel ruimte en veel bos langs de weg om te kamperen.

28. Mexico
Goede voorzieningen op het vasteland, maar de omgeving inspireerde me niet. Bovendien kreeg ik het aan de stok met de luchtvervuiling. Dat was allemaal anders op het prachtige schiereiland Baja California met zijn woestijnen en cactussen. Toch krijgt Mexico net als Cambodja strafpunten vanwege de veiligheidsproblemen waarmee het te kampen heeft.

29. Botswana
Genoeg leegte voor lange ritten in isolement. Zand, struiken en veepoep; met meer variatie in het landschap had dit land hoger geëindigd. Ook nét even te bewoond en teveel prikkeldraad om relaxed te kunnen kamperen.

30. Turkije
Tien meter omhoog, en weer omlaag, omhoog, omlaag, met links en rechts landbouwgrond. Geregeld saai, daar in centraal Turkije. Ik had mijn eerste dip. Maar er waren ook fantastische snelle stukken langs de Zwarte Zee, schitterende berggebieden en vriendelijke mensen.

31. Indonesië
Indonesië pakt je bij je lurven en blijft je door elkaar schudden. Lachend blijft het land prikken met een wijsvinger in je borst: ‘Hello, misteeeeeeeer!’. Na een paar weken dacht ik: ‘Hou daarmee op’. Maar dat kon ik vergeten. Het land dreef me tot op de rand van de waanzin, met name op Java. Maar Indonesië was ook het land waar ik rondfietste alsof ik een popster was, zo vaak wilde de jeugd met mij op de foto. De voorzieningen onderweg waren nergens ter wereld zo goed als hier en ook was er geregeld korting op chique hotelkamers, met een ontbijtbuffet in de ochtend. En op Bali had ik een leuke week in Ubud én in Kuta, tussen de backpackers. Ik kreeg het niet cadeau maar wat resteert is een waardevolle herinnering.

32. Azerbeidzjan
De echte waardering voor dit land kwam pas na een half jaar. De stijgende temperatuur, die lange hete weg naar Baku met links en rechts prairies en spoorlijnen, het verlangen naar de uitdaging in Kazachstan, het verblijf in Baku, wachtend op het moment dat ik de Kaspische Zee kon oversteken. Het drukt de herinnering aan al die aandachttrekkende wegarbeiders naar de achtergrond. Ik denk er met genoegen aan terug.

33. Oostenrijk
Altijd mooi. Maar beide keren dat ik er was, in april en juli, waren zonnige dagen uitzonderingen en regen de norm.

34. Bulgarije
Het was een beetje alsof ik weer in Kazachstan reed. Cyrillisch alfabet, monumenten, pleinen en Sovjetkunst. En: echte natuur. Dat had ik, komend uit olijfgaard Griekenland, gemist.

35. Zwitserland
Mooi, verzorgd land. Wel wat aan de krappe kant, de Zwitserse leefwereld bevindt zich altijd tussen twee bergwanden.

36. Zimbabwe
Prima verblijf in Harare en Bulawayo, ruimte voor rust en cultuur. Soms mooie natuur, met grote stenen in het landschap. Financieel is dit land een uitdaging, met zijn gebrek aan contant geld. Gastvrije mensen, maar ook veel gestaar.

37. Suriname
Tropisch land vol fascinerende herinneringen aan Nederland en ook veel gesprekken met leuke mensen, in het Nederlands. Een serieus probleem echter zijn de vele branden die er woeden, met een desastreuze invloed op de luchtkwaliteit en de leefbaarheid.

38. Zambia
Vier weken fietste ik door dit land, maar heb ik het ook gezien? Mijn zicht werd namelijk nogal beperkt door struiken en bomen langs de weg. Wat wel indruk maakte waren de Victoria Falls, de gastvrijheid van de mensen en de sfeervolle lodges.

39. Kroatië
Schitterende afdaling naar de kust, mooi zicht op de vele eilanden. Leuke avond op een camping in wording, aan een meer. Maar ook veel regen.

40. Montenegro
Lang was ik er niet, maar toch maakte dit bergstaatje indruk. De omgeving maar ook de mensen. Gratis op de camping, aangeboden fruit. Leuk.

41. Noorwegen
De laaggelegen delen van Noorwegen konden me niet zo bekoren omdat Noren overal in de natuur lukraak hun tweede huis neerzetten; ik kreeg het idee dat ik door een eindeloos bungalowpark reed. Maar ik reed ook over hoogvlaktes met resten sneeuw en keek er mijn ogen uit.

42. Slovenië
Imponerende entree in een nationaal park, komend vanuit een hoekje van Italië. Leuke nacht op een camping. Eerste hostel in Ljubljana, veel contact met medereizigers.

43. Cambodja
Mooie ervaringen, met name de overnachtingen bij NGO’s en in een bamboehut. Maar wel steeds die donkere wolk van dreigende onveiligheid.

44. Frankrijk
Lange aaneenschakeling van rotondes. Maar toch ook mooie natuur, stille dorpen en stijlvolle vrouwen.

45. Denemarken
Alleraardigste gratis kampeerstekken met eenvoudige voorzieningen. Verder vlak, winderig en met een tamelijk bewoonde kuststrook (veel woningen in de duinen).

46. België
Wat België zo interessant maakte voor mij was de mogelijkheid om lange stukken rechtuit te fietsen, hetzij op of langs provinciale wegen, hetzij langs kanalen (jaagpaden). Wildkamperen is er ook vrij goed te doen.

47. Portugal
Interessant waren de kust en het Parque Natural da Serra da Estrela. Verder is Portugal toch vooral een verzameling valleitjes vol honden.

48. Tsjechië
Praag blijft een mooie stad. Verder had ik vooral te maken met een glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

49. Slowakije
Glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

50. Polen
Landbouw, bossen waarin het goed kamperen is, en de voorzieningen zijn in orde. Wel veel glas op de weg en dronkenschap.

51. Hongarije
De tocht door een waterrijk natuurgebied bleef hangen, evenals de liederlijke bevolking bij mijn entree in het land. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

52. Italië
Tuinbouwgebied met honden.

53. Griekenland
Olijfgaard met honden.

54. Mozambique
Doodzonde. Dit had één van de mooiste fietslanden op aarde kunnen zijn. Een Australië zonder overdreven veel vliegen of hitte. Maar Mozabikanen steken graag hun natuur in brand. Dat is hun goed recht, het is hun land. Maar ik hoef die zwartgeblakerde aarde niet te zien. Doei.

55. Malawi
De soms prachtige lodges aan Lake Malawi redden de eer van dit land. Want de routes zijn saai, de lucht is ongezond, het is er druk en nergens kwam ik kinderen tegen die vervelender waren dan in dit armoedige land.

56. Tanzania
Veel accommodatie, vaak in orde. Zeer goedkoop land ook. Vleugje avontuur in bossen vol tseetseevliegen. Wel een land waar bijna niets te krijgen is, waar smakeloos eten geserveerd wordt, waar overal land in brand staat en slechte muziek klinkt en waar ik nergens een oord aantrof met een beetje sfeer. Tanzania is armoedig en zonder enige franje.

57. Ecuador
Enorm gevarieerd land: jungle, duinen, bergen, polders, plantages. Toch slaat de meter door naar de verkeerde kant. Eigenlijk is het gewoon een druk, lawaaiig en onveilig ontwikkelingsland.

58. Finland
In potentie een interessant land met veel bossen en meren. Maarja, het regent er permanent. Mijn tocht veranderde in een vluchtpoging.

59. Roemenië
Mijn verblijf in Boekarest was geweldig en ook andere steden waren aangenaam om te vertoeven. Maar wat ben ik geschrokken van het platteland. Het staren, het bedelen, de valse honden, in een decor met paardenkarren en lijkstoeten. Was dit Europa anno 2017? Of had dit land eigenlijk tussen Armenië en Azerbeidzjan moeten liggen? Er waren ook mooie ervaringen met behulpzame en vrijgevige mensen, maar het beeld van een sterk achtergebleven land bleef hangen.

60. Albanië
Sterk vervuild, achtergebleven, Kaukasus - achtig landje in een anoniem hoekje van Europa. Curieuze nachten op een Nederlandse camping, met een ‘huurmoordenaar’ en ‘maffiabaas’ in een hostel en in mijn tent voor het hotel van een innemend pisventje. Toch een beetje een domper, dit land.

In Bosnië, Hongkong, Singapore, Luxemburg, Monaco, Estland, Letland, Litouwen, Andorra en Liechtenstein fietste ik te kort om een oordeel te kunnen geven.

Grootste dagafstand
01 Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 257,51 km
02 Vittangi (SE) - Grens FI - NO (FI) - 08/08/2017 215,20 km
03 Coober Pedy (AU) - Glendambo (AU) - 08/09/2014 209,15 km
04 Kempele (FI) - Viitasaari (FI) - 26/08/2017 203,77 km
05 Alta (NO) - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 201,30 km
06 Dorotea (SE) - Sorsele (SE) - 02/08/2017 191,15 km
07 Akçakale (TR) - Arhavi (TR) - 12/06/2013 184,71 km
08 Probollingo (ID) - Gilimanuk (ID) - 15/03/2014 182,76 km
09 Hellevoetsluis (NL) - Kluisbergen (BE) - 28/04/2012 179,82 km
10 Noordwolde (NL) - Houten (NL) - 14/08/2020 178,27 km

Grootste dagklim
01 Buena Vista - Canta (PE) - 28/03/2018 2389m
02 Huara (+13km) - Huara (+73km) (CL) - 07/07/2015 2246m
03 Vilar Seco - Covilhã (PT) - 25/03/2020 2212m
04 Baiyangxiang - Baiyangxiang (+70km) (CN) - 07/10/2013 2202m
05 Fiesch - Tavanasa (CH) - 17/07/2020 2140m
06 Valdelosllanos - Los Molinos (ES) - 04/03/2020 2076m
07 El Pla de Sant Tirs (ES) - Vaychis (FR) - 08/07/2020 2012m 0
8 La Poma - Abra del Acay (+13) (AR) - 14/01/2018 1980m
09 Yuanyang (+15km) - Luchun (+5km) (CN) - 16/10/2013 1905m
10 Los Molinos - Navalmoral de la Sierra (ES) - 05/03/2020 1874m

Langste fiets - /loopdag (excl. pauzes)
01 Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 15:02:00
02 Alta (NO) - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 14:51:23
03 Vittangi (SE) - Grens FI - NO (FI) - 08/08/2017 14:17:17
04 Dorotea (SE) - Sorsele (SE) - 02/08/2017 13:12:08
05 Haurvig (DK) - Svankaer (DK) - 12/07/2017 12:17:35
06 Noordwolde (NL) - Houten (NL) - 14/08/2020 12:01:00
07 Junin ( - 32km) (PE) - Huánuco ( - 82km) (PE) - 31/08/2015 11:46:00
08 Matasaru (RO) - Boekarest (RO) - 15/04/2017 11:45:32
09 Nyjidalur airport (IS) - Thorisvatn (IS) - 26/06/2017 11:43:40
10 Talavera (ES) - Navalvilar (ES) - 22/02/2020 11:35:00

Hoogste pas
01 Abra del Acay (AR) - 14/01/2018 4895m
02 Paso de Jama - San Pedro de Atacama (CL) - 05/02/2018 4831m
03 Abra Pirhuayani (PE) - 15/07/2018 4725m
04 Abra Yanashalla (PE) - 04/09/2015 4720m
05 Ak - Baital pas (TJ) - 17/06/2016 4655m

Langste verblijf land
01 Argentinië - 149 dagen (5x bezocht)
02 Portugal - 127 dagen (2x bezocht)
03 Australië - 123 dagen (1x bezocht)
04 Peru - 115 dagen (3x bezocht)
05 Chili - 112 dagen (4x bezocht)

Langste verblijf stad
01 Nabainhos (PT) - 92 dagen (1x bezocht)
02 Boekarest (RO) - 16 dagen (2x bezocht)
02 Upington (ZA) - 16 dagen (2x bezocht)
04 Bishkek (KG) - 15 dagen (5x bezocht)
05 Paramaribo (SR) - 14 dagen (3x bezocht)

Langste onafgebroken reeks fiets-/loopdagen (halve dag: 1,75 - 5,25 uur, hele dag: 5,25 uur of meer)

01 Málaga (ES) - Douro (PT) - 2020 32,5d (3290 km)
02 Fukuoka (JP) - Miyako ( - 42km) (JP) - 2016 30d (2538 km)
03 Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26,5d (1033 km, te voet)
04 Trelew (AR) - San Rafael (AR) - 2017 25d (2265 km)
05 Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23d (2622 km)
06 Mazatlan (MX) - Mexicali (MX) - 2018 21,5d (1933 km)
07 Sorgues (FR) - Manfredonia (IT) - 2016 20,5d (1757 km)
08 Roda de Bera (ES) - Bouarfa (MA) - 2018 20,5d (1696 km)
09 Manaus (BR) - Georgetown (GY) - 2018 20,5d (1597 km)
10 Bouarfa (MA) - Dakhla (EH) - 2018/2019 19,5d (2257 km)

Langste onafgebroken reeks wildkampeernachten (kamperen op niet-toegewezen plekken en zonder gebruikmaking van douche of elektriciteit)
01 Castro Verde (PT) - Douro (PT) - ‐ - 2020 27x
02 Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26x
03 Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23x
04 Praag (CZ) - Debrecen (HU) - 2017 19x
05 San Rafael (AR) - Cafayate (AR) - 2017/2018 19x
06 El Chalten (AR) - Coyhaique (CL) - 2015 18x
07 Buenos Aires (AR) - Trelew (AR) - 2017 18x
08 Puerto Montt (CL) - Malargüe (AR) - 2015 17x
09 Darwin (AU) - Alice Springs (AU) - 2014 16x
09 Hellevoetsluis (NL) - Sorgues (FR) - 2016 16x

Langste onafgebroken reeks tentovernachtingen
01 Darwin (AU) - Perth (AU) - 2014 123x
02 Mutoko (ZW) - Karasburg (NA) - 2019 96x
03 Fukuoka (JP) - Osaka (JP) - 2016 79x
04 Kristiansand (NO) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 74x
05 Igoumenitsa (GR) - Sofia (BG) - 2016 39x
06 Hellevoetsluis (NL) - Manfredonia (IT) - 2016 38x
06 Keflavik (IS) - Keflavik (IS) - 2017 38x
08 Aus (NA) - Opuwo (NA) - 2019 36x
09 Windhoek (NA) - Monze (ZM) - 2019 35x
10 Nabainhos (PT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 35x

Langste onafgebroken reeks dagafstanden >= 100 km
01 Vilariça (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 18x (2164 km)
02 Warschau (PL) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 11x (1442 km)
03 Hellevoetsluis (NL) - Sorde de l'Abbaye (FR) - 2012 10x (1465 km)
04 Hellevoetsluis (NL) - Nørre Rubjerg (+2km) (DK) - 2017 10x (1243 km)
05 Tumpen (AT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 9x (1165 km)
06 Bouanane ( - 40) (MA) - Assa ( - 17) (MA) - 2018/2019 9x (1010 km)
07 Faset ( - 33km) (NO) - Jokkmokk ( - 15km) (SE) - 2017 8x (984 km)
08 B'xiang (+70km) (CN) - Yuanyang (+15km) (CN) - 2013 8x (970 km)
09 Kununurra (+90km) (AU) - Broome ( - 20) (AU) - 2014 8x (931 km)
10 Kulgara (+85km) (AU) - Afsl. B55 Wilmington (AU) - 2014 7x (895 km)

Recente Reisverslagen:

08 November 2020

De bij voorkeur absurdistische titel

08 Oktober 2020

Een honds verlangen naar kwark

11 September 2020

Groningen leeuwvrij!

16 Augustus 2020

De uiige zeeëend

21 Juli 2020

Europees kampioen motorwerpen
Richard

Actief sinds 16 Feb. 2013
Verslag gelezen: 845
Totaal aantal bezoekers 297051

Voorgaande reizen:

03 April 2013 - 22 September 2020

Per fiets de wereld rond

31 Oktober 2020 - 30 November -0001

Wederwaardigheden in een klein bestaan

Landen bezocht: