Bittere herdersoorlogen - Reisverslag uit Jerevan, Armenië van Richard Dijke - WaarBenJij.nu Bittere herdersoorlogen - Reisverslag uit Jerevan, Armenië van Richard Dijke - WaarBenJij.nu

Bittere herdersoorlogen

Door: Richard van Dijke

Blijf op de hoogte en volg Richard

18 Mei 2025 | Armenië, Jerevan

In Diyarbakır liep ik langs vestingmuren en door de hoofdstraat van de binnenstad. Ik was veel in gedachten en had minder aandacht voor mijn omgeving dan voorheen. Na vier weken Turkije was ik aan verandering toe. Ik leegde de laatste verpakkingen van in totaal anderhalve kilogram schapenkaas, twee liter melk, drie liter ayran en vierenhalve liter yoghurt en ging weer op pad.

Ik was fit aangekomen in Diyarbakır en had vier dagen rust gehad, maar de herstart viel me de eerste dagen zwaar. Ik dronk veel cola om me wat energieker te voelen, maar kreeg te maken met een slapeloze nacht. Dat kwam mijn energie bepaald niet ten goede, maar mijn omgeving was genadig en gaf me regen in de ochtend; zo kon ik tot het middaguur verder rusten op mijn verborgen kampeerstek. Toen het opklaarde fietste ik verder. Ik reed zoals eerder vermeld weer met een buff voor mijn mond tegen het uitdrogen van mijn onderlip, maar had nu weer longklachten. Ik vond een middenweg: ik droeg de buff alleen over mijn onderlip en kon aldus vrij ademen. Of ik nu nog serieus genomen werd wist ik niet, maar dat was van minder belang. Ik klom naar het charmante bergplaatsje Bitlis, dat langgerekt en smal tussen bergwanden lag. Ik lunchte gezeten op een overdekte bank op een plein, in alle rust. Dat was de vorige dag in Kozluk anders geweest, toen iedereen met me leek te willen praten, tot vrouwen met hoofddoek en kinderwagen aan toe. Ik nam me voor te stoppen met de gewoonte om sloten cola naar binnen te gieten en beperkte me tot twee bekers. Ik had mezelf te afhankelijk gemaakt. Ik vond dat ik ook simpelweg op water en een cracker duizend hoogtemeters moest kunnen maken. Na Bitlis klom ik op een hoogvlakte door naar Tatvan, aan het enorme Van-meer. Ik zocht de waterkant op. Er was een rotsstrand en ik zag parken met banken en terrassen met houten stoeltjes. Het zag er alleraardigst uit. Ik bleef langs het meer rijden. De volgende ochtend was er een mooi picknickpark langs het water. Het was nog geen tijd voor een pauze, maar de verleiding was te groot. Ik stopte en zocht een plek. Er zat een gezin in mijn nabijheid en plots hoorde ik ‘hello’ achter me. Een man zette een bordje met lekkernijen naast me neer en een bekertje thee. ‘Suiker ligt hier op het bord’, zo maakte hij duidelijk. En zo keek ik in deze kleine baai uit over het meer, met in de verte de 4058 meter hoge besneeuwde berg Süphan, genietend van noten- en chocoladecake en een met schapenkaas gevuld broodje. Later op de dag was er een tunnel van 2300 meter lang. De rijbanen waren nauwelijks één vrachtwagen breed en gescheiden door kunststof paaltjes; uitwijken was er voor mijn medeweggebruikers niet bij. Daarom mocht ík uitwijken, naar het noodpad, het stoepje aan de zijde. Er waren volop hindernissen op mijn ingelaste voettocht, zoals ontbrekende en opstaande betonnen tegels, maar het was te doen én er bleef me een bui bespaard. Aan het eind van de dag kampeerde ik op een berghelling met zicht op het meer.

De energie was helemaal terug. In Edremit werd ik verrast met een fietspad langs het water. Er waren gymtoestellen, picknickplaatsen en uitzichtpunten. Het was hier al erg levendig op deze vroege zondagochtend; er waren volop recreanten en sportievelingen. Ik bleef de waterkant volgen en meed daarmee de stedelijke drukte van de stad Van. Kilometers lang zag ik picknickplaatsen, houten loopbruggen en speeltuinen. Later liet ik het meer en de mooie vergezichten achter me en ging op weg naar Doğubeyazıt en Iğdır. De omgeving werd droger en de heuvels hadden ronde vormen en waren boomloos. Er waren veel nederzettingen en ik had weinig plek om me te verbergen. Uiteindelijk kon ik ergens ongezien naast de weg gaan liggen, drie meter lager.

Ik begon me te realiseren dat ik, nu ik mijn laatste set remblokken in gebruik had genomen, ik nieuwe sets moest hebben voordat ik stoere dingen ging doen in de bergen van Georgië. Ik gaf mezelf de meeste kans op succes in de Georgische plaatsen Borjomi en Kutaisi. Ik reed opnieuw door ruim grasland met nederzettingen, tussen rijen bergen. Een van die nederzettingen was Soğuksu (‘Koudwater’) en ik beleefde er een dieptepunt. Drie kleine jongens kwamen aanrennen vanaf een erf. Eén zwaaide er, de andere twee hadden stiekem een greep gedaan in de mestvaalt en gooiden in mijn richting. Nog nooit was ik bekogeld met poep. Verderop was er een hoogtepunt. Ik kwam in een landschap met een groenachtig gesteente; het was alsof ik plots in IJsland was. Met fiets en al liep ik over de stenen het landschap in, niet geheel zonder risico, en nam plaats op een platte steen. Tijd voor een lunch, in dit fantastische decor. Het landschap bleek zijn groene kleur te krijgen door kleine, lichtgroene vlekken op de stenen. Na de lunch volgde een klim door een fascinerend berglandschap en de weg droeg bij aan het uitzicht, want wegen kunnen bergen een sensationeel karakter geven, door bijvoorbeeld hoogteverschillen en haarspeldbochten. Nabij de pas was ik op een bijzonder punt aangekomen: ik was slechts een kilometer van Iran verwijderd. Er was een hek naast de weg en ik zag de tekst ‘Forbidden zone’. Een berg scheidde de twee landen. Na het pretentieloze stadje Doğubeyazıt kwam ik terecht in een weids landschap dat Patagonisch aandeed, al waren hier nog steeds veel nederzettingen en ongezond veel schaapherders met hun kuddes. Ik kon me eenvoudig voorstellen dat hier bittere herdersoorlogen gevoerd werden om graasgrond. Alle plaatsen die mij normaal gesproken geschikt leken als kampeerplek waren bezet door herderstenten. Toch vond ik wat vrije natuur langs de afdaling naar Iğdır (‘UHW-dur’). Ik zette de tent op en was verheugd dat ik niet zichtbaar was. Maar ik had buiten de lokale kinderen gerekend. Een groep liep over de bergwand aan de andere zijde van de weg en ik voelde me bekeken. De kinderen leken te verdwijnen achter gesteente, alsof ze zich verschansten. Ik voelde me niet safe. Jammer van mijn mooie spot, maar ik pakte in en vertrok. Ik wilde het gebied echter niet meer verlaten en dwaalde een tijd rond. In een hoek vond ik een geïsoleerde plek; hier was ik zelfs niet zichtbaar vanaf bergwanden. Ruim een uur later werd mijn tent geraakt door een projectiel. Was het vijandigheid, of een van een helling vallende steen of kluit? Moest ik nog een keer verhuizen? Ik wachtte af wat er komen ging, maar er volgde niets meer, zelfs geen geluid. Ik ging slapen en was rond 4.30 uur weer wakker bij het eerste licht. Ik ging buiten kijken. Het was onwaarschijnlijk dat er iets van de hellingen gerold was. Er lagen twee stenen ter grootte van een ei in de buurt. Een worp was toch echt de meest waarschijnlijke verklaring van wat ik gehoord had. Ik besloot te gaan. Ik daalde 700 meter verder af naar Iğdır, ontliep de stadsdrukte door het vroege tijdstip en ontbeet in een nog onopgeruimd parkje. Daarna reed ik langs fantastisch gekleurde heuvels en korte tijd later langs Armenië, dat net een groene oase leek. Hier was de start van een klim, één met haarspeldbochten, en auto’s hoog boven me. Eenmaal boven belandde ik op een hoogvlakte. Het was tegen enen en er stonden al 83 kilometers op de teller. Gezeten op een grote steen lunchte ik. De klim ging daarna stiekem verder, honderden hoogtemeters door leeg land. Toen ik 1400 meter geklommen had, had ik er tot de afdaling naar de stad Kars nog 600 te gaan, zo zag ik op Osmand. Ik klim 300 meter per uur en had nog twee uur daglicht. In theorie kon ik deze klim dus deze dag nog voltooien en dan zouden er 2000 hoogtemeters op de teller staan. Zij die mij al wat langer volgen weten dat ik er allerlei persoonlijke lijstjes op nahoud (zie onderaan deze pagina), en 2000 meter betekende een heuse opname in de lijst ‘Grootste dagklim’. Gemotiveerd reeg ik de meters aaneen, maar werd wel getergd door tussentijdse afdalingen en enkele lange flauwe hellingen. Eenmaal in het donker stond de teller op 1996 hoogtemeters en ik wilde per se de 2000 volmaken, maar de klim was na een steeds flauwere helling tot stilstand gekomen en ging daarna de andere kant op hellen. Met andere woorden: ik had de pas bereikt. Ik reed nog honderd meter heen en weer over de vluchtstrook, maar de opbrengst was slechts één hoogtemeter. Ik rolde zijwaarts het lager gelegen land in en duwde de fiets weer omhoog. Opbrengst: één hoogtemeter. Ik gaf het op. Het werd gevaarlijk en ik liep in de kijker: twee voertuigen waren al gestopt om hulp aan te bieden. Met 1998 hoogtemeters had ik evengoed een notering in de lijst. Het vinden van een kampeerplek werd me deze dag erg makkelijk gemaakt. In het landschap stonden schermen, evenwijdig aan de weg, met af en toe onderbrekingen. Ik kon er simpelweg achter gaan staan. Het was koud hier boven. Voor het eerst in tijden sliep ik ín mijn slaapzak.

Ik ging vroeg weer op pad. Ik had de vorige avond overigens geen idee gehad dat ik behalve die twee hoogtemeters om de 2000 meter te vervolmaken ook slechts vier minuten tekortkwam voor een notering in de lijst ‘Langste fietsdag’. Ik rolde naar Kars. Kars was anders, eerder Oost-Europees dan Turks. Ik zag straten met hoge gebouwen, statiger ook, en mijn omgeving was minder chaotisch, minder rommelig. In de namiddag werd ik verrast. Er kwamen weer bomen in het landschap. Later zag ik volledig beboste heuvelwanden. Wat een verademing nu ik weer een middag lang vooral kuddes, poep, nederzettingen en omgeploegde bergweides had gezien. Tot mijn grote vreugde leidde mijn route recht naar een groot bos. Het was een zware klim maar mijn vooruitzicht motiveerde me. Uiteindelijk stond ik keurig rond zonsondergang in het bos. Enerzijds was het onwerkelijk, anderzijds was het logisch want ik was niet ver meer verwijderd van het uitbundig beboste Georgië. In mijn laatste nacht in Turkije stond ik tussen de dennen.

Vanuit de wereld van de (vaak naamloze) nederzettingen en de kuddes - bossen bleven uitzonderingen - reed ik naar nog met flarden besneeuwde hoogten; het was een mooie maar taaie klim met gemene hellingen, in mooi weer. Ik klom zo’n 550 meter tot de top, waar ik eerder kleine vrachtwagens had zien rijden, op ruim 2500 meter. Boven was het nog steeds warm. Tijdens een lunch van brood met schapenkaas bekeek ik de sneeuwresten, het korte gras, de poelen. Meerdere westerse motorrijders passeerden me. Er volgde een enorme afdaling van zo’n 1100 meter en ik kwam in een groene wereld terecht. Ik zag veel gras en een variatie aan bomen en kleuren, alsof ik siertuinen om me heen had. Achter me ontstond ook een aparte kleur: de hemel werd zwart. Toen ik de grens met Georgië bereikte had de Turkse douane een eetpauze. Het kwam me goed uit want precies nu brak er een noodweer los, en ik stond droog. Iets later kreeg ik mijn stempel en toen de bui voorbij was ging ik verder. In Georgië werd niet gepauzeerd en kreeg ik mijn stempel iets vlotter. Ik was eindelijk in dat land waarvan ik sinds de dennenbomen al het gevoel had dat ik er reed. Tussen het dorp Vale, waar statige, half vervallen huizen stonden, en de stad Akhaltsikhe vond ik een plek op een heuvelweide achter enkele struiken om de nacht door te brengen.

Het was interessant om weer terug te zijn in een soort Oost-Europa (Kars was een voorproefje geweest). Ik reed van Akhaltsikhe naar Borjomi door een dal langs een rivier. In Borjomi had ik een kleine onderbreking gepland, omdat de rit naar mijn volgende pleisterplaats, Yerevan, nog lang was. Ik vond wifi in het centrum van Borjomi, maar mijn online speurtocht naar een onderkomen werd verstoord door een moessonregen met onweer. Ik schuilde onder een boom. Iets later rondde ik mijn onderzoek af en kwam terecht in een authentiek, sfeervol Georgisch verblijf met eigen keuken en badkamer. Toen ik later in mijn eerste Georgische supermarkt stond moest ik wennen aan het aanbod. Essentiële onderdelen van mijn fietsersdieet vond ik hier niet meer (houdbare melk, schapenkaas); ik moest gaandeweg een nieuw dieet gaan samenstellen. Ik kon hier in ieder geval eieren koken. Ik had in Borjomi willen beoordelen of touren in Georgië qua weersomstandigheden zinnig was, maar vreesde dat een blik op de weersvoorspellingen de doodsteek zou zijn voor mijn ambities hier. Ik zou gewoon gaan fietsen: eerst naar Kutaisi voor nieuwe remblokken, en dan noordwaarts, naar het gebergte tussen Abchazië en Zuid-Ossetië. Was het niet te doen dan kon ik weer afbuigen naar het oosten. Later was er weer een zware bui en nog later weer onweer. Dit kon weleens een lastige onderneming worden.

Ik hield me bezig met fietsonderhoud. Een van de punten was het onderzoeken van een probleem met de achterdrager. Die was op vier punten bevestigd aan het frame, maar linksonder, bij de achteras, draaide de bout dol. De schroefdraad in het frame was beschadigd. Ik had nog een reservebevestigingspunt, maar de kwestie baarde me wel zorgen. Dit was nog een licht ritje; ooit ga ik weer met een echte lading fietsen, met vele liters water en kilo’s voer. Ik ben gehecht aan mijn drager; ik wil dat bagagegewicht niet op mijn rug nemen. Voor nu bond ik er een tiewrap om. Ik bekeek Borjomi, een langgerekt dorp met een even langgerekt smal park langs een rivier. Verder: wisselkantoren, een kleine markt, een busstation.

Door het nauwe dal reed ik naar Khashuri, dat aan de buitenrand rommelig en druk was als een Afrikaanse stad. Meer dan die buitenrand zag ik niet, want ik nam de afslag naar het noordwesten en moest een alternatieve route nemen, want de weg naar Kutaisi zou verderop een snelweg worden. Het asfalt op mijn route verdween en de weg werd alsmaar slechter. Het hielp ook niet dat er werkzaamheden waren. Werkverkeer, met name voertuigen met rupsbanden, hadden de weg aan gort gereden, een soort glad modderbeslag. Dit was een lange route en ik vreesde het ergste voor mijn voortgang. Toch vreesde ik nog niet genoeg. Er volgde nieuwe rampspoed. Er klonk een tik vanuit mijn achterwiel. Toen ik wat droge ruimte vond in deze baggerwereld ging ik het probleem onderzoeken. Ik verwijderde de tandwielcassette. Ik kon niets vreemds vinden, maar er was wel speling tussen de cassette en de naaf. Toen viel mijn oog op een veel urgenter probleem. Mijn achterband was versleten en dreigde te scheuren bij de velg. Ik verplaatste hem naar voren om de druk te verminderen. Behoedzaam reed ik verder. Later liet ik lucht uit de band lopen, nog later bond ik tiewraps om de band om verder uitscheuren te vertragen. Ik kwam weer op asfalt terecht en wist uiteindelijk 92 kilometer op de teller te zetten. Ik sukkelde al vanaf kilometer 45 met de band en moest nog tot 141. Ik daalde af naar de rivier en vond een strandje van enkele vierkante meters. Perfect voor de nacht.

Nog 49 kilometer te gaan. Ik kon nog fietsen, maar ik zou de situatie steeds moeten herbeoordelen. Definitief uitscheuren moest ik vermijden, want dan zou ik niet meer op eigen kracht verder kunnen (al heb ik ooit mijn band genaaid). Als het niet meer verantwoord was, moest ik lopen. Dat moment kwam na 10 kilometer. Ik mocht 39 kilometer lopen. Er was inmiddels geen normaal alternatief meer voor de snelweg; ik was aangewezen op een aaneenschakeling van plattelandswegen en paden. Gelukkig konden mijn voeten deze dagmars goed aan. Rond 17.00 uur nam ik mijn intrek in onderkomen nummer 350 in mijn fietsbestaan. Het was duidelijk dat ik in Kutaisi iets meer moest gaan regelen dan remblokken. Maar dat bewaarde ik voor de volgende dag. Eerst ging ik een nieuwe uitdaging aan: yoghurt met een vetgehalte van 25%. De grens van wat nog draaglijk was werd nu bereikt, maar de 800 grammen gingen wel op.

Zura’s Bike Shop stond zeer goed aangeschreven. Zura bekeek mijn fiets en zei dat de situatie er niet goed uitzag. Hij zou de fiets helemaal nakijken en ik kon ‘m om 20.00 uur ophalen. Ik had plots ruim de tijd voor een sightseeing. Hier viel beduidend meer te zien dan in Borjomi en Akhaltsikhe - parken, bruggen, kroegjes en een centraal gelegen fontein met goudkleurige dieren, omringd door historische gebouwen - maar ook hier volstond een enkel uur slenteren. Bij terugkeer in mijn guesthouse haalde ik wat slaap in en besteedde de rest van de middag aan een leuke puzzel: hoe kreeg ik Kazachstan, Siberië, de Taklamakan-woestijn, het Altaj-gebergte, Mongolië, de Gobi-woestijn, de stad Xining en de Himalaya in één reisschema, rekening houdend met klimaten, voor fietsers geopende grensposten en visumgerelateerde beperkingen. Ik kwam een heel eind. In de avond bezocht ik Zura. De achternaaf was kapot, na slechts 83 dagen op weg te zijn geweest. ‘Met Shimano kun je eigenlijk niet meer op reis. De onderdelen worden steeds goedkoper gefabriceerd en daarmee steeds zwakker’, zei Zura. Ik groef eens in mijn geheugen. Dit was al minimaal mijn vijfde kapotte naaf sinds 2018. Hoe dan ook: ik kon er weer even tegen, al was mijn nieuwe naaf waarschijnlijk niet krachtiger dan een Shimano-naaf. Mijn drager was ook weer stevig vastgezet - maar wel op het reservebevestigingspunt - en ik had een degelijke nieuwe band: een Schwalbe Big Apple. Ik sprak een Franse fietser. Hij had de route in Noord-Georgië gedaan die ik nu wilde gaan doen. ‘Je kunt niet de volledige tour doen. Halverwege is de route nog dichtgesneeuwd.’ Dat was een tegenvaller. Het zou een mooie ronde geweest zijn. Nu kon ik óf de westelijke halve ronde doen, tot Mestia, en dezelfde weg terugrijden, óf de oostelijke kant nemen en zien hoe ver ik kwam, en dan deels terug en aansluitend oostwaarts rijden. Ik koos voor de laatste optie. Al met al had ik hier een welbesteed verblijf. Mijn fiets was weer in orde, mijn reisplan eindelijk in hoofdlijnen rond en ik had nuttige informatie gekregen over mijn aanstaande tour.

Tsageri was klein, maar de supermarkt had me iets interessants te bieden. Hier was weer puree van tomaten, aubergines, wortelen en ui, wat ik sinds Bulgarije niet meer gezien had. Ik wilde daarna een aangeschaft bakje yoghurt leeglepelen in een mooi, schaduwrijk park, maar moest helaas vertrekken vanwege te vriendelijke honden. Eén wilde spelen en besprong me steeds. Vier kwispelende soortgenoten kwamen erbij staan. Ik verliet het park en ging op een muurtje zitten. Later nam ik de doorgaande route naar Lentekhi en verder. Ergens zou ik vastlopen vanwege sneeuw; ik zou wel zien waar. ’s Avonds kampeerde ik langs een rivier en bekeek de verdere route. Ik moest 2927 meter omhoog naar de Zagaro-pas (of: Zagar(i)-pas), die 71 kilometer verderop lag. Met wat extra meters kon ik 3000 hoogtemeters op de teller zetten, als ik aan deze kant van de pas niet geweerd werd door sneeuw. Mijn hart ging sneller kloppen. Op 26 maart 2020 was ik in Portugal bezig voor het eerst die 3000-metergrens te slechten. Ik lag ruim op schema, maar werd door de politie van de weg gehaald en zat vervolgens drie maanden opgesloten op een camping vanwege een fictieve pandemie met een obscure, inmiddels doorzichtige achterliggende agenda. Kreeg ik nu mijn herkansing?

De lucht was grijs en het begon te miezeren. Vlak buiten Lentekhi - een langgerekt dorp, net als Tsageri - stond op een bord ‘127 km - 151 km movement forbidden’. Ik wist niet waar het nulpunt lag, maar zou later kilometerpalen zien die 98, 99 en 100 kilometer aangaven. Kon ik nog maar 27 kilometer fietsen? Dat was geen goed nieuws. De regen werd serieuzer. Ik deed regenkleding aan en later schuilde ik in een bushok. Ik zag wolken het dal in drijven. Ik wist het even niet meer. In doorgaan zag ik niets meer. In omkeren en afdalen in die regen en kou - de temperatuur was onder de 10°C gezakt - ook niet. Ik wilde niet vervroegd een hotel nemen na vier recente overnachtingen in een guesthouse. Ik wilde ook niet mijn tent weer opzetten voor de rest van de dag om te schuilen, want dan duurde de dag nog zó lang. Blijven zitten kon ook niet; ik begon te verkleumen.

Ik ging afdalen. Hoe verder ik daalde, hoe meer de regen afnam en hoe warmer het werd. Later was het zonnig; achter me zag ik nog steeds bewolking boven de bergen. Vlak voor Tsageri nam ik de afslag naar het oosten, naar Ambrolauri. Ik kreeg alsnog een zware klim met haarspeldbochten en mooie uitzichten. Ik was vroeg moe en vond in de namiddag een verborgen plek bij een kikkerpoel om bij te slapen.

De volgende middag stonden er 645 hoogtemeters op de teller en daar moesten er nog 1355 bij komen wilde ik de Khikhati-pas deze dag nog bereiken. Het was al 15.00 uur, maar ik rook weer een kans op een lijstnotering. Ik maakte echter een inschattingsfoutje. Enkele stijgingen lagen voorbij de pas, op de ‘afdaling’. Toen ik boven stond had ik nog maar 1800 hoogtemeters verzameld. Ik had nog een uur licht. Ik liet mij geen lijstnotering afpakken doordat de klim ophield. Ik reed terug en weer naar de top, steeds zo’n 50 hoogtemeters, net zo lang tot het donker werd en er 2100 hoogtemeters op de teller stonden. Ik was tevreden. Vier meter hoger zette ik tussen de bomen mijn tent op.

De afdaling voerde door de bossen. Er volgde een klim met volop verkeer; het was windstil en 33°C. Zonnig weer leek de norm te worden. Er waren veel hinderlijke honden: één hapte in mijn bagage en een ander wist in mijn schoen te bijten. Het viel me op dat vee in dit land vrij rondliep. Hekken waren zeldzaam. Vee bestond hier uit koeien en varkens, al zag je die laatste niet veel. Koeien liepen overal, geoormerkt en met bel. Soms lagen ze op de weg. Wat ook opviel was de overdadige aanwezigheid van politie, net als in Turkije.

Ik kwam weer uit in Khashuri, waar ik bijna een week eerder ook was. Ik ging nu weer terugrijden naar Borjomi. In een reepje bos naast een spoorweg overnachtte ik.

Vlak voor Borjomi sloeg ik af en (neem rustig de tijd voor het vervolg van deze zin) nam de weg naar Akhalkalaki, die over de Tskhratskaro-pas zou voeren. Het werd een mooie tocht door bossen. In Bakuriani sloeg ik extra limonade in voor de zware klim die zou volgen, maar verderop las ik op een bord ‘Tskhratskaro pass is closed’. Ik werd veroordeeld tot een lange omweg. Maar al snel was er op die omweg een politiepost. Daar hoorde ik dat de pas sinds twee dagen open was. Ik keerde om en nam alsnog de geplande bergroute. Een paar uur reed ik door een bergbos. Het begon te regenen. Ik kwam boven de boomgrens; het werd al laat en ik zag nergens meer een mogelijke kampeerplek. De enige vlakke grond was de steenslagweg. Ik werd gedwongen de klim af te maken door drie kwartier verder te rijden in het donker bij regen en onweer. Nat kwam ik boven aan. Nu was er vlakke grond, maar daarop stond een politiebureau. De agenten die me opwachtten lieten me niet verder gaan en dwongen me in een andere richting, naar een dorp op 14 kilometer afstand waar ik geacht werd een hotel te nemen. Ik ging nog anderhalve kilometer door en daalde toen af over de helling rechts van me. Ik hoopte daar niet zichtbaar te zijn. Ik zette de tent op en deed snel mijn avondprogramna. Ik zag dat ik 2193 meter had geklommen. Een zwaarbevochten lijstnotering. Ook zag ik dat ik me in een ‘managed reserve’ bevond. Ik moest de volgende ochtend maar snel hier weg zijn.

Ik heb nauwelijks geslapen. Om 5.41 uur reed ik weg, in een wereld met sneeuwresten en weinig vegetatie. Ook via het dorp Tabatskuri waarnaar ik verbannen was zou ik uiteindelijk weer op de hoofdroute terecht kunnen komen. Tabatskuri lag aan een meer. In de ochtendzon had ik een mooi uitzicht over dat meer en op de besneeuwde bergen erachter. Het asfalt keerde terug. Verderop ontbeet ik in een Kirgizisch aandoend graslandschap, op grote stenen. In een park in Akhalkalaki lunchte ik en Ninotsminda was de laatste (kleine) stad op mijn route door Georgië. Ik had de Armeense grens nog willen passeren, maar regen die aanvoelde als hagel werd zijwaarts in mijn gezicht gesmeten en de weg was een eindeloze helling. Liever stopte ik vervroegd om de volgende ochtend met dubbele snelheid verder te gaan. Ik vond een heuvel met wat bos en zette er de tent op.

Een zuinig zonnetje door een bewolkte hemel lokte me uit mijn tent. Het was natuurlijk een instinker. Toen ik eenmaal reed waren de weersomstandigheden een kopie van de vorige namiddag: krachtige wind, nu schuin van voren, en regen. Het was nog een best eind naar de grens, mede door de klim. De grensovergang ging vlot en ik reed Armenië in. Land 74. In het eerste dorp maakte ik een foto van een kerk tegen een grijszwarte hemel, met de Armeense vlag op een gebouw rechtsvoor me. Uit de poort van dat gebouw kwamen even later jonge geüniformeerden. Eén schudde me de hand en vroeg me te wachten. Er kwam iemand die hoger in rang was vanuit het gebouw naar de poort lopen. Hij salueerde, schudde me de hand en wees mij erop dat hier de grenspolitie gevestigd was. Dit gebouw mocht niet gefotografeerd worden. Ik moest mijn foto verwijderen, uit de fotogalerij en uit de prullenbak. ‘Welcome in Armenia’, zei hij vervolgens.

Mijn route slingerde langs heuvels met gras, langs stroompjes. Het regende of het ging regenen, meer smaken waren er niet. Opklaringen duurden steeds enkele minuten. De stad Gyumri lag in een dal dat baadde in zonlicht, maar toen ik er was sloeg het weer om. Ik had onderweg weer schaapherders gezien en was blij in een supermarkt weer schapenkaas te zien. Ik bleef in de supermarkt schuilen want buiten was het inmiddels noodweer. Toen het venijn eruit was bekeek ik zo goed en zo kwaad als het ging de stad. Gyumri zag er interessant uit, vooral door allerlei bijzondere details (lettertypes uit de jaren 70, verlichte bomen, ongemaaide wandelparken). Ik had hier wel willen blijven, maar wilde over anderhalve dag, op mijn verjaardag, aankomen in hoofdstad Yerevan. Ik reed verder. Regen werd afgewisseld met regen. Je zou er een Schot mee kunnen imponeren. Mijn god, wat een drama was het Armeense weer. Ik sliep in een bos op een heuvel.

Het hagelde. Toch werd het een mooie klim door glooiende groene heuvels. Op een volgende klim was er onweer en regen. Toen ik de top naderde via haarspeldbochten kreeg ik hier en daar te maken met windkracht 8 en was fietsen niet verantwoord meer met het vrij drukke verkeer. En dus duwde ik de fiets enige tijd. Ik reed op de afdaling met shirt, sweater, regenjas en wanten aan. Het was 4,7°C. Het was half mei en slechter weer dan bij mijn vertrek uit Nederland in februari. Ik kwam tot op minder dan twintig kilometer van Yerevan. De wereld was hier beduidend dichter bewoond, maar ik vond een afslag naar een rustig gebied met modderige paden, gras, puin en kleine boomgaarden met schuurtjes. Tussen bergen stenen vond ik een geschikt lapje kampeergrond. Behalve de stenen boden struiken enige beschutting.

Ik daalde tien kilometer en kwam in de stadsdrukte terecht. Het duurde lang voor ik in het centrum was. Ik vond een buitenkansje op booking.com. Iets later had ik een kamer met balkon en zicht op een zwembad. Binnen had ik een hanglamp met opstaande kelken, een antiek dressoir en dito stoel. Daar houden mensen van die al wat ouder worden. De hemel kleurde blauw. Ik ging taart halen.

----------

Tijdens mijn vierjarig verblijf in Nederland is overigens (in 2021) een zeer lezenswaardig artikel verschenen op kampeerwijzer.com waar ik op deze plek nog niet naar had verwezen:

https://kampeerwijzer.com/2021/07/16/metal-en-de-kunst-van-het-fietsreizen

----------

Mijn boek ‘Vinnig meppen met een bos tulpen’, over de eerste twee jaar van mijn fietsleven, is bij de boekhandels verkrijgbaar, of tegen gereduceerd tarief bij:

https://www.boekenbestellen.nl/boek/vinnigmeppen


  • 18 Mei 2025 - 10:32

    Audrey:

    Weer met veel plezier je verslag gelezen. Je bent een bikkel. Jammer dat je nu al pech heb met je fiets. Maar niks houd jou tegen. Geniet van je vrijheid.


  • 22 Mei 2025 - 08:40

    Anita:

    Hoi Richard,

    Wat leuk om - in m'n hoofd - weer n stukje met je mee te kunnen reizen. Dat heen en weer rijden op n helling om een nieuw record te vestigen : daar snap ik niks van. Maar .... misschien is het net zoiets als elk jaar mijn 1 km borstcrawl sneller te willen zwemmen, dan de genoteerde tijd vh jaar ervoor. Hoe dan ook - t is goed om soms iets wonderlijks te hebben om jezelf te motiveren.

    Leuk dat je door de mensen om je heen verrast werd met chocolade cake. Hier kregen we vd buren ook een papieren bordje met lekkernijen toen ze de ramadan hadden volbracht. Zo lief! En .... beter dan poep naar je hoofd gesmeten krijgen. Toch .... ook in dat laatste gaat n compliment schuil. Die jongens vonden je blijkbaar te schoon. En ..... na zoveel km's vind ik dat best n knappe prestatie. Over die km's vooral die omhoog en zeker die met slecht weer en het altijd vroege opstaan nog maar niet te praten. [e-1f44d]

    Fijne dag!

    Enjoy the ride and de omgeving.

    Grtz,

    Anita

    P.S.1 Leuk, dat 2021 artikel. Knap hoe de schrijver zijn helikopterview over jouw fietsleven tot die tijd weet te verwoorden. Mooie foto's ook!

    P.S.2 Gisteren parende ijsvogels gefotografeerd. Ik moest daarvoor iets verder fietsen, dan ik normaal dagelijks doe (18 a 20 km - om lekker buiten te zwemmen), maar .... dan hebbie ook wat. ;-)

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Armenië, Jerevan

Een wereldfietser heeft negen levens (deel 2)

Solo per fiets de wereld bereizen: na deel 1 (2013-2020) nu deel 2.

Te beginnen met een reis naar Mongolië met aansluitend een Himalaya-tocht. Ook nu zal ik mij vooral richten op lege gebieden en de focus ligt op het ondergaan van de grootsheid van de natuur, het aangaan van fysieke uitdagingen en het bestuderen van de psychologische effecten van het reizen. Ooit hoop ik nog een echte Sahara-tocht te maken, Afrika in de lengte en breedte te doorkruisen, en Tibet en Noord-Amerika te zien. En Salar de Uyuni. En Colombia. En Papoea-Nieuw-Guinea. En Oman. En Iran. Oh, en ik hoop nog wat boeken te schrijven.

Dan nu de statistieken. Voor de volledigheid zal ik ze vanaf het prille begin vermelden.

(2011 Testrit Nederland (2 dgn, 160 km))
(2012 Testrit Nederland (9 dgn, 1018 km))
(2012 Testrit Nederland - Spanje (37 dgn, 3511 km))

Deel 1
(2013 - 2014): Nederland - Indonesië, via Alpen, Balkan, Turkije, Georgië, Azerbeidzjan, de Kaspische Zee, Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, China en Zuidoost-Azië (366 dgn, 22961 km, €12,39 p.d.)

Deel 2
(2014): Australië: Darwin - Port Augusta en “tegen de klok in” naar Perth, afsluiting in Maleisië (151 dgn, 11444 km, €12,10 p.d.)

Deel 3
(2015): Zuid-Amerika: Ushuaia (AR) - Atacames (EC), deels te voet (276 dgn, 13403 km, €10,23 p.d.)

Deel 4
(2016): Nederland - Japan (Europa, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Zuid-Korea, Japan met op de 'terugweg' Thailand en Laos) (360 dgn, 22136 km, €10,50 p.d.)

Deel 5
(2017): Nederland - Roemenië, te voet (73 dgn, 2608 km, €10,06 p.d.)

Deel 6
(2017): Noord-Europa (o.a. IJsland, Scandinavië, de Baltische staten en Polen) (130 dgn, 10832 km, €9,63 p.d.)

Deel 7
(2017 - 2018): Zuid-Amerika II (Buenos Aires (AR) - Lima (PE), intermezzo in Mexico, Cuzco (PE) - Albina (SR)) (349 dgn, 21030 km, €12,84 p.d.)

Deel 8
(2018 - 2019): Marokko (Nice (FR) - Dakhla (EH) - Nador (MA)) (104 dgn, 7560 km, €8,63 p.d.)

Deel 9
(2019 - 2020): Afrika (Namibië, Zambia, Tanzania, Malawi, Mozambique, Zimbabwe, Botswana, Zuid-Afrika en opnieuw Namibië) (283 dgn, 17939 km, €11,81 p.d.)

Deel 10
(2020): West-Europa (233 dgn, 11594 km, €11,57 p.d.)

Intermezzo
(2020-2024): Benelux (30 dgn, 3313 km)

Deel 11
(2025): Nederland - Mongolië met aansluitend Himalaya (stand: 94 dgn, 7644 km, €11,68 p.d.)

Totaal aantal reisdagen: 2496
Totaal aantal kms: 157.153
Totaal aantal fietsuren: 12533
Totaal aantal nachten wildkamperen: 1289
Totaal aantal overnachtingen in een tent: 1646
Totaal aantal hotels: 351

(Laatste update: 15/05/2025)
_________________

Landen, van meest naar minst favoriet:

1. Argentinië
Als je van fietsen in eindeloze leegtes en prachtige berggebieden houdt en tegen een windvlaag kunt dan is Argentinië wat mij betreft 's werelds beste optie om maandenlang te kunnen genieten van isolement en omgeving.

2. Australië
Wat een strijd was het, tegen vliegen, wind, hitte en immer hellende wegen. Fietsen in de outback doe je niet voor je lol. Maar fietsen hoeft niet altijd leuk te zijn, soms is het de uitdaging die telt. Wat resteert is de herinnering aan dat heroïsche gevecht in die fantastische bak ellende. Mag ik terug?

3. Kazachstan
Aan het steppeavontuur uit 2013 voegde ik drie ervaringen toe: een mooie tocht van Astana naar Bishkek door opnieuw een (grotendeels) leeg stuk Kazachstan, een verregende tocht door een net even te bevolkt hoekje van het land en een aangenaam verblijf van in totaal 12 dagen in Alma-Ata. Kazachstan is voor mij nu niet meer dat onbewoonde land, maar blijft desondanks een van mijn favoriete leegtes.

4. IJsland
Wow, is dit nog dezelfde planeet? Ik zag de meest wonderlijke landschappen en natuurverschijnselen en genoot van het isolement bij het doorkruisen van het eiland. Trotseer wind, kou, regen en vliegen en je wordt rijkelijk beloond.

5. Japan
Drie maanden lang leefde ik buiten, op een weinig gevarieerd dieet, want ik kon er haast niets betalen. Maar dat gaf niet, want Japan staat vol parken met sanitaire voorzieningen en stroom en je mag daar gewoon kamperen. En ook op het strand. Met name de westkust van hoofdeiland Honshu was mooi, van geïsoleerde strandjes tussen zwart gesteente tot kilometerslange zandleegtes met windmolens. Japan is een beschaafd en schoon land dat negativiteit volledig weggeplamuurd heeft. Maar het is ook een verrekt nat land, met al die regen. Of ben ik nu te negatief?

6. Chili
Chili bleek vooral een druilerig land te zijn, maar het heeft een belangrijke troef: de Atacama-woestijn. En dat is de droogste woestijn op aarde, met een gematigde temperatuur; ideaal voor prachtige fietstochten.

7. Namibië
De droge kustregio is fascinerend, met zijn zand- en steenvlaktes en duinen. Andere smaken: rijden tussen de omheiningen van boerenbedrijven, of langs bush met hutten, vee en mensen. Het land heeft ruimte en een uitgebreide infrastructuur, goed voor maandenlang fietsen, en volop voorzieningen zoals supermarkten en campings. Aantrekkelijk fietsland.

8. Kirgizië
Het land van de bergweiden, de valken, de paarden en de yurts. Maar nu ik ook in het zuiden van het land ben geweest, weet ik dat het ook het land is van landbouwgronden, kuddes op de weg en stront, veel stront. Desondanks een zeer interessant fietsland.

9. Tadzjikistan
Komend vanuit Kirgizië was het eerste deel van de Pamir Highway een fantastische ervaring. Highway dient hier niet vertaald te worden met snelweg maar met hoge weg: de hoogste pas lag op 4655m. Nog nooit fietste ik in zo’n hooggelegen woestijn. Toen de daling inzette ging de spanning er wat vanaf en uiteindelijk werd de omgeving alledaags: landbouw, vee, huisjes. Toch werd deze tocht één van de hoogtepunten uit mijn fietsleven.

10. China
Wonderlijk vreemde wereld, totaal verschillend van welk land dan ook. Lelijkheid, lawaai en slechte wegen, maar de mensen, de hooglanden, het eten, de fysieke uitdagingen en de bijzondere ervaringen maken dit alles meer dan goed.

11. Thailand
Spannende badplaatsen, snelle wegen, fraaie tempels en beelden, uitstekende voorzieningen. Thailand heeft het.

12. Maleisië
Mooie spots, goede wegen en voorzieningen, en een aangenaam verblijf in Melaka.

13. Oezbekistan
Warme herinneringen aan hete dagen in het isolement van de steppe. Aan oriëntaalse verblijven met 's werelds meest fantastische ontbijtbuffetten. En aan mijn kortstondige vriendschap met de kinderen van Üchqorgon. Maar ik draaide volledig door in de bewoonde gebieden. Het joelen, het fluiten, het toeteren, fietsende jongens die me opwachtten en traag voor mijn wielen gingen rijden; het maakte me woest. Ik heb kennisgemaakt met de allerzwartste kant van mezelf.

14. Bolivia
Het was een mooie wereld, die Boliviaanse hoogvlakte. Nooit gedacht dat ik me zou begeven in een gebied waar het uiteindelijk -18°C zou worden en dat ik daar nog knap probleemloos doorheen zou reizen. Maar halverwege, toen ik van Sucre via Cochabamba naar la Paz reed, werd de wereld om me heen alledaags en zag ik vooral landbouwgebieden.

15. Guyana
Land bij uitstek voor de avonturier. Tussen Lethem en Linden (evenals de overige plaatsen in Guyana tjokvol koloniale historie) liggen honderden kilometers praktisch onbewoond regenwoud met ongeasfalteerde wegen. En met fraaie lodges. Je waant je in het hart van Afrika. De kustroute kan wat claustrofobisch aandoen, iedere 500m rijd je een nieuw dorp binnen.

16. Brazilië
Dit land verraste me, door de variatie in het landschap, zelfs als het om landbouw ging, door het goede ontbijt, door het avontuur op ongeasfalteerde trajecten in de Amazone en in nationale parken. Minpunt: in het droge seizoen wordt veel droge vegetatie verbrand en dat heeft gevolgen voor de luchtkwaliteit.

17. Zuid-Afrika
In een vrij lege uithoek van Zuid-Afrika fietste ik door prachtige landschappen en keek ik 's avonds vaak naar een schitterende hemel. Maar wat staan er extreem veel hekken in dit land!

18. Marokko / Westelijke Sahara
Zeer gevarieerd land, waarin ik vooral woestijn en bergen opzocht. Vriendelijke, behulpzame bevolking. Fraaie architectuur, mystiek en sterrenpracht. Maar... Marokko is een politiestaat en dat kan beklemmende vormen aannemen. Grand frère te regarde. En dat kost Marokko strafpunten.

19. Georgië
Bijzonder mooie trajecten, en bijzonder leuke verblijven in hostels.

20. Vietnam
De vlakke kustroute na die slopende bergen in Noord-Laos, het spontane volk, het Phong Nha Ke Bang National Park en het Easy Tiger hostel, een week in Hoi An... Onverwacht aangenaam land.

21. Laos
Zware trajecten, slechte voorzieningen, uitputting. En bier in Luang Prabang en Vientiane. Dat was tijdens mijn eerste verblijf, in het noorden van Laos. Mijn tweede tocht voerde door de Middeleeuwen in het hart van Laos. Kraampjes, bewoning langs de weg, veel kinderen, vuurtjes. Alleraardigst. Voor een paar weken.

22. Spanje
Mijn eerste grote uitdaging, dwars door het hart van dit land. Bergen, kaal gesteente, meren, uitgestorven dorpjes en een mooi nationaal park. Ook mijn tweede tocht langs de oostkust beviel goed, ondanks de sinaasappelvelden was er genoeg ruimte voor avontuur, m.n. het kamperen bij allerlei soorten ruïnes. Op de derde tocht kriskras door het binnenland had ik gemengde ervaringen: in het zuiden vooral landbouw, in het noorden veel variatie in het landschap.

23. Nederland
Zeer uitgebreid fietsnetwerk en opvallend veel natuur voor zo’n bevolkt land, al zijn provincies als Drenthe, Overijssel en Noord-Brabant geschikter om te fietsen en wildkamperen dan de Randstad.

24. Zuid-Korea
Tot in de puntjes verzorgd land met uitstekende fietsvoorzieningen, en ook nog eens erg aardige mensen. Of: rijstveld met tamme kust, vol werkende en recreërende mensen. Ondanks de zomerse hitte was dit een comfortabel land, maar spanning moet je elders zoeken.

25. Peru
Mijn eerste tocht door Peru die vooral door de Andes liep was een serieuze tegenvaller. Het Andesgebergte bleek ontbost, overbevolkt en beklemmend te zijn; misschien dat slechts 5% van de route door mooie canyons en over lege hoogvlaktes voerde, verder reed ik vooral langs akkers, honden en mensen. Hoe langer ik er fietste, hoe meer Peru een nachtmerrie werd, mede door het zware terrein en de dreiging van beroving. Mijn tweede tocht door de woestijn aan de kust was een geweldige ervaring: een desolate omgeving die tot de verbeelding sprak, goede voorzieningen onderweg en een prettige sfeer. Gemengde gevoelens dus bij dit land.

26. Zweden
Pretentieloos; eindeloze bossen bomvol muggen. En laat ik nou net houden van schier eindeloze stukken natuur met een uitdaginkje.

27. Duitsland
Mijn waardering voor dit land is gegroeid in de loop der jaren. Ik voel me er prettig, de mensen zijn aardig, de voorzieningen zijn goed, er is veel ruimte en veel bos langs de weg om te kamperen.

28. Mexico
Goede voorzieningen op het vasteland, maar de omgeving inspireerde me niet. Bovendien kreeg ik het aan de stok met de luchtvervuiling. Dat was allemaal anders op het prachtige schiereiland Baja California met zijn woestijnen en cactussen. Toch krijgt Mexico net als Cambodja strafpunten vanwege de veiligheidsproblemen waarmee het te kampen heeft.

29. Botswana
Genoeg leegte voor lange ritten in isolement. Zand, struiken en veepoep; met meer variatie in het landschap had dit land hoger geëindigd. Ook nét even te bewoond en teveel prikkeldraad om relaxed te kunnen kamperen.

30. Turkije
Tien meter omhoog, en weer omlaag, omhoog, omlaag, met links en rechts landbouwgrond. Geregeld saai, daar in centraal Turkije. Ik had mijn eerste dip. Maar er waren ook fantastische snelle stukken langs de Zwarte Zee, schitterende berggebieden en vriendelijke mensen.

31. Indonesië
Indonesië pakt je bij je lurven en blijft je door elkaar schudden. Lachend blijft het land prikken met een wijsvinger in je borst: ‘Hello, misteeeeeeeer!’. Na een paar weken dacht ik: ‘Hou daarmee op’. Maar dat kon ik vergeten. Het land dreef me tot op de rand van de waanzin, met name op Java. Maar Indonesië was ook het land waar ik rondfietste alsof ik een popster was, zo vaak wilde de jeugd met mij op de foto. De voorzieningen onderweg waren nergens ter wereld zo goed als hier en ook was er geregeld korting op chique hotelkamers, met een ontbijtbuffet in de ochtend. En op Bali had ik een leuke week in Ubud én in Kuta, tussen de backpackers. Ik kreeg het niet cadeau maar wat resteert is een waardevolle herinnering.

32. Azerbeidzjan
De echte waardering voor dit land kwam pas na een half jaar. De stijgende temperatuur, die lange hete weg naar Baku met links en rechts prairies en spoorlijnen, het verlangen naar de uitdaging in Kazachstan, het verblijf in Baku, wachtend op het moment dat ik de Kaspische Zee kon oversteken. Het drukt de herinnering aan al die aandachttrekkende wegarbeiders naar de achtergrond. Ik denk er met genoegen aan terug.

33. Oostenrijk
Altijd mooi. Maar de keren dat ik er was waren zonnige dagen uitzonderingen en regen en kou de norm.

34. Bulgarije
Het was een beetje alsof ik weer in Kazachstan reed. Cyrillisch alfabet, monumenten, pleinen en Sovjetkunst. En: echte natuur. Dat had ik, komend uit olijfgaard Griekenland, gemist. Bij mijn tweede bezoek viel me het verval van het land op. Toch gaf Bulgarije me wederom een goed gevoel.

35. Zwitserland
Mooi, verzorgd land. Wel wat aan de krappe kant; de Zwitserse leefwereld bevindt zich altijd tussen twee bergwanden.

36. Zimbabwe
Prima verblijf in Harare en Bulawayo, ruimte voor rust en cultuur. Soms mooie natuur, met grote stenen in het landschap. Financieel is dit land een uitdaging, met zijn gebrek aan contant geld. Gastvrije mensen, maar ook veel gestaar.

37. Suriname
Tropisch land vol fascinerende herinneringen aan Nederland en ook veel gesprekken met leuke mensen, in het Nederlands. Een serieus probleem echter zijn de vele branden die er woeden, met een desastreuze invloed op de luchtkwaliteit en de leefbaarheid.

38. Zambia
Vier weken fietste ik door dit land, maar heb ik het ook gezien? Mijn zicht werd namelijk nogal beperkt door struiken en bomen langs de weg. Wat wel indruk maakte waren de Victoria Falls, de gastvrijheid van de mensen en de sfeervolle lodges.

39. Kroatië
Schitterende afdaling naar de kust, mooi zicht op de vele eilanden. Leuke avond op een camping in wording, aan een meer. Maar ook veel regen.

40. Montenegro
Dit bergstaatje maakte indruk. De omgeving maar ook de mensen. Gratis op de camping, aangeboden fruit. Leuk. Bij mijn tweede bezoek reed ik o.a. door een mooie kloof, maar al vlot joeg de overvloedige regen me het land uit. Net als elders in de regio veel honden, zwerfvuil en verbrande grond.

41. Noorwegen
De laaggelegen delen van Noorwegen konden me niet zo bekoren omdat Noren overal in de natuur lukraak hun tweede huis neerzetten; ik kreeg het idee dat ik door een eindeloos bungalowpark reed. Maar ik reed ook over hoogvlaktes met resten sneeuw en keek er mijn ogen uit.

42. Hongarije
Een tocht door een waterrijk natuurgebied, verder kerken en kastelen, huizen in pasteltinten, ruime bossen, goed volk. Prima indruk.

43. Slovenië
Imponerende entree in een nationaal park, komend vanuit een hoekje van Italië. Leuke nacht op een camping. Eerste hostel in Ljubljana, veel contact met medereizigers.

44. Kosovo
Verrassend land. Eigenlijk valt er niet veel te zien in dit agrarische land. Vooral de mensen maakten het verschil. Verder zat de charme veelal in de details, met name het jaren 70-gevoel dat het pretentieloze Pristina opriep.

45. Cambodja
Mooie ervaringen, met name de overnachtingen bij NGO’s en in een bamboehut. Maar wel steeds die donkere wolk van dreigende onveiligheid.

46. Bosnië en Herzegovina
Eerste bezoek: mooie natuur, en kamperen langs een meer. Tweede bezoek: boeiende tochten door de bossen, maar ook hinderlijke honden, zwerfafval en verbrande bermen.

47. Frankrijk
Lange aaneenschakeling van rotondes. Maar toch ook mooie natuur, stille dorpen en stijlvolle vrouwen.

48. Denemarken
Alleraardigste gratis kampeerstekken met eenvoudige voorzieningen. Verder vlak, winderig en met een tamelijk bewoonde kuststrook (veel woningen in de duinen).

49. België
Wat België zo interessant maakte voor mij was de mogelijkheid om lange stukken rechtuit te fietsen, hetzij op of langs provinciale wegen, hetzij langs kanalen (jaagpaden). Wildkamperen is er ook vrij goed te doen.

50. Portugal
Interessant waren de kust en het Parque Natural da Serra da Estrela. Verder is Portugal toch vooral een verzameling valleitjes vol honden.

51. Tsjechië
Praag blijft een mooie stad. Verder had ik vooral te maken met een glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, wel een beetje saai.

52. Noord-Macedonië
Skopje is een mooie stad. Verder was dit land uiteindelijk een soort samenvatting van alle andere stukken ex-Joegoslavië: bergen en landbouw, moskeeën, honden, zwerfvuil en verbrande bermen.

53. Slowakije
Glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

54. Polen
Landbouw, bossen waarin het goed kamperen is, en de voorzieningen zijn in orde. Wel veel glas op de weg en dronkenschap.

55. Italië
Tuinbouwgebied met honden.

56. Griekenland
Olijfgaard met honden.

57. Mozambique
Doodzonde. Dit had één van de mooiste fietslanden op aarde kunnen zijn. Een Australië zonder overdreven veel vliegen of hitte. Maar Mozambikanen steken graag hun natuur in brand. Dat is hun goed recht, het is hun land. Maar ik hoef die zwartgeblakerde aarde niet te zien. Doei.

58. Malawi
De soms prachtige lodges aan Lake Malawi redden de eer van dit land. Want de routes zijn saai, de lucht is ongezond, het is er druk en nergens kwam ik kinderen tegen die vervelender waren dan in dit armoedige land.

59. Tanzania
Veel accommodatie, vaak in orde. Zeer goedkoop land ook. Vleugje avontuur in bossen vol tseetseevliegen. Wel een land waar bijna niets te krijgen is, waar smakeloos eten geserveerd wordt, waar overal land in brand staat en slechte muziek klinkt en waar ik nergens een oord aantrof met een beetje sfeer. Tanzania is armoedig en zonder enige franje.

60. Ecuador
Enorm gevarieerd land: jungle, duinen, bergen, polders, plantages. Toch slaat de meter door naar de verkeerde kant. Eigenlijk is het gewoon een druk, lawaaiig en onveilig ontwikkelingsland.

61. Finland
In potentie een interessant land met veel bossen en meren. Maarja, het regent er permanent. Mijn tocht veranderde in een vluchtpoging.

62. Servië
Ik zag de noordelijke helft van het land, en dat was weinig meer dan een landbouwgebied. Belgrado heeft een mooi centrum. Verder zag ik honden, veel afval en overal grafstenen.

63. Roemenië
Mijn verblijf in Boekarest was geweldig en ook andere steden waren aangenaam om te vertoeven. Maar wat ben ik geschrokken van het platteland. Het staren, het bedelen, de valse honden, in een decor met paardenkarren en lijkstoeten. Was dit Europa anno 2017? Of had dit land eigenlijk tussen Armenië en Azerbeidzjan moeten liggen? Er waren ook mooie ervaringen met behulpzame en vrijgevige mensen, maar het beeld van een sterk achtergebleven land bleef hangen.

64. Albanië
Sterk vervuild, achtergebleven, Kaukasus-achtig landje in een anoniem hoekje van Europa. Curieuze nachten op een Nederlandse camping, met een ‘huurmoordenaar’ en ‘maffiabaas’ in een hostel en in mijn tent voor het hotel van een innemend pisventje. Toch een beetje een domper, dit land.

In Hongkong, Singapore, Luxemburg, Monaco, Estland, Letland, Litouwen, Andorra en Liechtenstein fietste ik te kort om een oordeel te kunnen geven.

Grootste dagafstand
⁰¹ Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 257,51 km
⁰² Vittangi (SE) - Grens FI-NO (FI) - 08/08/2017 215,20 km
⁰³ Coober Pedy - Glendambo (AU) - 08/09/2014 209,15 km
⁰⁴ Kempele - Viitasaari (FI) - 26/08/2017 203,77 km
⁰⁵ Alta - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 201,30 km
⁰⁶ Dorotea - Sorsele (SE) - 02/08/2017 191,15 km
⁰⁷ Akçakale - Arhavi (TR) - 12/06/2013 184,71 km
⁰⁸ Probollingo - Gilimanuk (ID) - 15/03/2014 182,76 km
⁰⁹ Hellevoetsluis (NL) - Kluisbergen (BE) - 28/04/2012 179,82 km
¹⁰ Noordwolde - Houten (NL) - 14/08/2020 178,27 km

Grootste dagklim
⁰¹ Buena Vista - Canta (PE) - 28/03/2018 2389m
⁰² Huara (+13km) - Huara (+73km) (CL) - 07/07/2015 2246m
⁰³ Vilar Seco - Covilhã (PT) - 25/03/2020 2212m
⁰⁴ Baiyangxiang - Baiyangxiang (+70km) (CN) - 07/10/2013 2202m
⁰⁵ Khashuri - Tskhratskaro-pas (GE) - 11/05/2025 2193m
⁰⁶ Fiesch - Tavanasa (CH) - 17/07/2020 2140m
⁰⁷ Tsageri - Khikhati-pas (GE) - 09/05/2025 2104m
⁰⁸ Valdelosllanos - Los Molinos (ES) - 04/03/2020 2076m
⁰⁹ El Pla de Sant Tirs (ES) - Vaychis (FR) - 08/07/2020 2012m
¹⁰ Iğdır - Kars (TR) - 29/04/2025 1998m

Langste fiets-/loopdag (excl. pauzes)
⁰¹ Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 15:02:00
⁰² Alta - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 14:51:23
⁰³ Vittangi (SE) - Grens FI-NO (FI) - 08/08/2017 14:17:17
⁰⁴ Dorotea - Sorsele (SE) - 02/08/2017 13:12:08
⁰⁵ Haurvig - Svankaer (DK) - 12/07/2017 12:17:35
⁰⁶ Noordwolde - Houten (NL) - 14/08/2020 12:01:00
⁰⁷ Junin (-32km) - Huánuco (-82km) (PE) - 31/08/2015 11:46:00
⁰⁸ Matasaru - Boekarest (RO) - 15/04/2017 11:45:32
⁰⁹ Nyjidalur airport - Thorisvatn (IS) - 26/06/2017 11:43:40
¹⁰ Talavera - Navalvilar (ES) - 22/02/2020 11:35:00

Hoogste pas
⁰¹ Abra del Acay (AR) - 14/01/2018 4895m
⁰² Paso de Jama - San Pedro de Atacama (CL) - 05/02/2018 4831m
⁰³ Abra Pirhuayani (PE) - 15/07/2018 4725m
⁰⁴ Abra Yanashalla (PE) - 04/09/2015 4720m
⁰⁵ Ak-Baital pas (TJ) - 17/06/2016 4655m

Langste verblijf land (aantal keer bezocht)
⁰¹ Argentinië - 149 dagen (5x)
⁰² Portugal - 127 dagen (2x)
⁰³ Australië - 123 dagen (1x)
⁰⁴ Peru - 115 dagen (3x)
⁰⁵ Chili - 112 dagen (4x)

Langste verblijf stad (aantal keer bezocht)
⁰¹ Nabainhos (PT) - 92 dagen (1x - lockdown)
⁰² Boekarest (RO) - 16 dagen (2x)
⁰² Upington (ZA) - 16 dagen (2x)
⁰⁴ Bishkek (KG) - 15 dagen (5x)
⁰⁵ Paramaribo (SR) - 14 dagen (3x)

Langste onafgebroken reeks fiets-/loopdagen (halve dag: 1,75 - 5,25 uur, hele dag: 5,25 uur of meer)
⁰¹ Málaga (ES) - Douro (PT) - 2020 32,5d (3290 km)
⁰² Fukuoka - Miyako (-42km) (JP) - 2016 30d (2538 km)
⁰³ Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26,5d (1033 km, te voet)
⁰⁴ Trelew - San Rafael (AR) - 2017 25d (2265 km)
⁰⁵ Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23d (2622 km)
⁰⁶ Mazatlan - Mexicali (MX) - 2018 21,5d (1933 km)
⁰⁷Hellevoetsluis (NL) - Belgrado (RS) - 2025 21d (2037 km)
⁰⁸ Sorgues (FR) - Manfredonia (IT) - 2016 20,5d (1757 km)
⁰⁹ Roda de Bera (ES) - Bouarfa (MA) - 2018 20,5d (1696 km)
¹⁰ Manaus (BR) - Georgetown (GY) - 2018 20,5d (1597 km)

Langste onafgebroken reeks wildkampeernachten (kamperen op niet-toegewezen plekken en zonder gebruikmaking van douche of elektriciteit)
⁰¹ Castro Verde - Douro (PT) - 2020 27x
⁰² Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26x
⁰³ Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23x
⁰⁴ Hellevoetsluis (NL) - Belgrado (RS) - 2025 20x
⁰⁴ Edirne - Diyarbakır (TR) - 2025 20x
⁰⁶ Praag (CZ) - Debrecen (HU) - 2017 19x
⁰⁶ San Rafael - Cafayate (AR) - 2017/2018 19x
⁰⁸ El Chalten (AR) - Coyhaique (CL) - 2015 18x
⁰⁸ Buenos Aires - Trelew (AR) - 2017 18x
¹⁰ Puerto Montt (CL) - Malargüe (AR) - 2015 17x

Langste onafgebroken reeks tentovernachtingen
⁰¹ Darwin - Perth (AU) - 2014 123x
⁰² Mutoko (ZW) - Karasburg (NA) - 2019 96x
⁰³ Fukuoka - Osaka (JP) - 2016 79x
⁰⁴ Kristiansand (NO) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 74x
⁰⁵ Igoumenitsa (GR) - Sofia (BG) - 2016 39x
⁰⁶ Hellevoetsluis (NL) - Manfredonia (IT) - 2016 38x
⁰⁶ Keflavik - Keflavik (IS) - 2017 38x
⁰⁸ Aus - Opuwo (NA) - 2019 36x
⁰⁹ Windhoek (NA) - Monze (ZM) - 2019 35x
⁰⁹ Nabainhos (PT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 35x

Langste onafgebroken reeks dagafstanden >= 100 km
⁰¹ Vilariça (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 18x (2164 km)
⁰² Warschau (PL) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 11x (1442 km)
⁰³ Hellevoetsluis (NL) - Sorde de l'Abbaye (FR) - 2012 10x (1465 km)
⁰⁴ Hellevoetsluis (NL) - Nørre Rubjerg (+2km) (DK) - 2017 10x (1243 km)
⁰⁵ Tumpen (AT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 9x (1165 km)
⁰⁶ Bouanane (-40km) - Assa (-17km) (MA) - 2018/2019 9x (1010 km)
⁰⁷ Faset (-33km) (NO) - Jokkmokk (-15km) (SE) - 2017 8x (984 km)
⁰⁸ B'xiang (+70km) - Yuanyang (+15km) (CN) - 2013 8x (970 km)
⁰⁹ Kununurra (+90km) - Broome (-20km) (AU) - 2014 8x (931 km)
¹⁰ Kulgara (+85km) - Afsl. B55 Wilmington (AU) - 2014 7x (895 km)

Recente Reisverslagen:

18 Mei 2025

Bittere herdersoorlogen

21 April 2025

Kamperen in de aardkorst

29 Maart 2025

Huilbaby's met een vertraagd autoalarm

06 Maart 2025

Krokante wegen naar Europa’s bezongen steden
Richard

Actief sinds 16 Feb. 2013
Verslag gelezen: 157
Totaal aantal bezoekers 324141

Voorgaande reizen:

11 Februari 2025 - 31 December 9999

Een wereldfietser heeft negen levens (deel 2)

31 Oktober 2020 - 31 December 2024

Wederwaardigheden in een klein bestaan

03 April 2013 - 22 September 2020

Per fiets de wereld rond

Landen bezocht: