Kamperen in de aardkorst - Reisverslag uit Diyarbakır, Turkije van Richard Dijke - WaarBenJij.nu Kamperen in de aardkorst - Reisverslag uit Diyarbakır, Turkije van Richard Dijke - WaarBenJij.nu

Kamperen in de aardkorst

Door: Richard van Dijke

Blijf op de hoogte en volg Richard

21 April 2025 | Turkije, Diyarbakır

In Edirne boog ik me over de financiën: ik deed mijn belastingaangifte en bekeek bij- en afschrijvingen. Thai Airways had een deel van de ticketprijs terugbetaald. Netjes. Zo pakte mijn beslissing om in februari af te zien van de vlucht naar Thailand financieel niet al te nadelig uit. Op mijn laatste vrije middag bekeek ik de stad. Er was een lange bazaar en er waren indrukwekkende moskeeën en levendige straten met fruitverkopers en gevulde restaurantterrassen.

Slapen deed ik meestal weinig in ho(s)tels, door de aanwezigheid van koffie, internet en rumoer; wat dat betreft was het goed dat ik weer buiten ging slapen. Ik reed Edirne uit. Op deze eerste fietsdag werd ik geconfronteerd met dat wat ik als onvermijdelijk had beschouwd. Ik reed al anderhalve maand zonder ook maar één lekke band, maar nu was ik in Turkije. Dat land heeft heerlijk brede vluchtstroken om te fietsen, maar er sneuvelt nogal eens een vrachtwagenband en de restanten ervan, inclusief ijzerdraadjes, liggen op die vluchtstroken. Ik had mijn eerste lekke band en drie kwartier na de hervatting van de tocht de tweede. ’s Avonds, tegen half acht, was er een klein natuurgebied langs de weg en ik greep mijn kans; veel beschutting was er niet in deze regio om ongezien te kamperen.

Ik zou de volgende dag het traject Keșan - Gelibolu rijden en daar overlapte mijn route met die van 2013, toen ik vanuit Griekenland kwam. Toen nam ik, om de chaos van Istanbul te mijden, de ferry van Gelibolu naar het Aziatische deel van Turkije. Nu zou ik dat verderop doen. Voor de aardigheid keek ik in mijn statistieken waar ik me destijds bevond na evenzoveel (48) dagen. Ik kampeerde toen op het genoemde traject, 44 kilometer verder dan waar ik nu was. Ik was toen nog een snelle rekel, ziet u. Doordat het door het verschuiven van de tijd langer licht was, moest ik mijn avondroutine aanpassen. Ik had mezelf aangewend een uur te rusten na het eten, maar dat uur moest ik gaan schrappen nu ik langer doorfietste. Het lezen in de avond werd een gevecht tegen de slaap, een gevecht dat ik deze avond verloor. Het pakte niet slecht uit want voor het eerst in lange tijd lukte het me om weer eens een lange nacht te maken, een van tienenhalf uur.

Er leek een patroon te zijn in het weer in deze regio. De ochtenden waren zwaarbewolkt, als ik geluk had klaarde het in de middag op en in de namiddag was er grijszwarte ellende die vaak gepaard ging met regen. Deze dag was geen uitzondering. Ik bevoorraadde me bij een hypermarkt in Keșan. Ik probeerde ook opnieuw geld te pinnen, maar alle banken kondigden aan ongeveer 8% van het bedrag te zullen graaien, naast een (facultatieve) conversie naar euro’s met een bedenkelijke koers. Ik stelde het pinnen nog even uit. In een aangenaam park vol picknicktafels lunchte ik, al kwam er wel enkele minuten een vaag figuur bij me aan tafel zitten. In regen en grijze mist maakte ik de dag vol en de volgende ochtend zag ik, niet voor het eerst, een laag troep op mijn tent en fiets liggen. ‘Dat is Saharazand’, zei de nationale weerman, terwijl je de interesse van televisiekijkers voor weerberichten dramatisch zag afnemen. Ik pakte mijn leesbril er eens bij en bestudeerde het stof. Als ik het niet dacht. Barium, strontium, aluminium. Dat blijft natuurlijk niet eeuwig in vlagen in de lucht hangen. Vroeg of laat zit dat op je fiets. En in je longen. En in je brood. De zon brak door en ik zag de laatste grijsheid in de verte wegdrijven. Dacht ik. Maar dat was een misvatting. De grijsheid dreef naar me toe. Ik ging een lange tunnel in en toen ik eruit kwam hoosde het, maar gelukkig ging ik snel een volgende tunnel in. Aan het eind ervan schuilde ik, en een klein half uur later reed ik naar Kilitbahir. Ik nam er de ferry naar Çanakkale. Voor het eerst sinds december 2016 was ik terug in Azië. Ik pinde geld voor de komende weken en kocht vers brood. Dat werd al vlot een handige werkwijze: rond lunchtijd vers brood, worst of schapenkaas en cola kopen. Op een plein lunchte ik onder de dreigende hemel. Daarna volgde een mooie klim langs dennenbossen en een meer. En voor het eerst luisterde ik onderweg weer naar muziek, nu het veilig kon op die ruime vluchtstroken. Ik was mijn reisplaylist blijven updaten de afgelopen jaren; het werd mijn werkplaylist. Toen ik in mei vorig jaar stopte met werken voerde ik nog één update uit, maar had geen reis of werk meer om die laatste versie af te spelen. Wat ik wel deed was doorgaan met zoeken naar mogelijke nieuwe aanwinsten. Nu ik weer op reis was had ik daarom een nog verse playlist van 1000 songs liggen plus zo’n 300 potentiële verrijkingen. Ik smachtte ernaar mijn collectie te leren kennen.

Er volgde nieuwe regen. Nieuwe lekke banden. En mijn klomp brak. Want toen ik na het plakken van twee gaten in één band de band routineus terugplaatste en oppompte, gebeurde het onmogelijke. Ik gebruik een simpel handpompje van een paar euro; daarmee krijg je een band niet strak opgepompt omdat de weerstand op een bepaald moment te krachtig wordt. En toch… ontplofte de binnenband. Mijn Schwalbe-kwaliteitsbinnenband. Mijn eerste band kon in deze fase van de reis al in de vuilcontainer. Later schuilde ik in een bushokje en dacht na over vorige reizen. Plots herinnerde ik me veel verregende reisfases in Europa. Griekenland, maart 2016. IJsland, Noorwegen, Finland en het druipende slot in Nederland, in de zomer van 2017. Portugal, Oostenrijk en opnieuw Nederland, in 2020. Nu strekte de misère zich uit buiten Europa. Turkije zou mijn redding zijn, zo had ik gedacht. Bij mijn vertrek in februari was het er aan de zuidkust al 17°C. Nu waren we bijna twee maanden verder en was het in het binnenland nog steeds ellendig. En dat terwijl ik van mijn volgende landen, Georgië en Armenië, weinig verwachtingen had als het ging om droogte en warmte. Wel van Azerbeidzjan, maar dat land had de sluiting van zijn landgrenzen nogmaals verlengd, nu tot 1 juli. Wat als het altijd bleef regenen tot ik deze regio per vliegtuig verliet?

Op een nieuwe grijze ochtend met nieuwe druppels zei ik: ‘Ja, maak het me gemakkelijk. Nog één dag verregenen en ik neem een hotel, en ik kom er niet meer uit voor het fatsoenlijk weer is.’ Maar er wachtte me een aangename middag met af en toe zon. Ik meed de stadsdrukte van Balıkesir en moest daarvoor een pad nemen tussen twee hoofdwegen in. Ik reed langs een kleine rivier en kreeg te maken met poelen over de volle breedte van het pad, poelen die lastig te vermijden waren. Ik hoorde een plons in de rivier en was nieuwsgierig wie of wat er in het water viel. Ik keek opzij en zag twee schildpadden op een boomtak boven het water. Ook zij lieten zich vallen toen ik naderde. Het weer bleef erg wisselvallig. Hoe zonnig het soms ook was, altijd was er dreiging. Onverwacht kon er achter je een donkergrijze wolkenmassa of mist aan komen denderen.

In Ușak was er een bos op een heuvel. Er was daar een universiteit en een deel van het bos behoorde tot het omheinde universiteitsterrein. Maar eromheen was meer bos, en dat bos was voor mij (en vele honden). Een avond later had ik met succes vóór de duisternis de stad Afyonkarahisar achter me gelaten, maar in de schemering slaagde ik er niet in een plek te vinden. Uiteindelijk sloeg ik een afgesloten weg in naar een spoorweg die in onderhoud was en volgde een pad langs het spoor. De tent kwam te staan in de berm tussen het pad en een akker. Ik stond open en bloot in het landschap, maar hier was niemand. Het waren vooral de kampeerplekken die de dag een bijzonder karakter gaven, voor het overige regeerde de regelmaat. Iedere dag bedrijven langs de weg en landbouw. Iedere dag bewolking. Iedere dag naar de Șok voor brood en cola als lunch, en brood als ontbijt voor de volgende dag. Om de dag deed ik tevens inkopen voor de overige momenten. Op weer een volgende avond ontdekte ik een gat in de grond aan de overkant van de weg. Het was iets dat ik vaker zou aantreffen: een stuk ongebruikte grond waarin een valleitje blijkt te liggen van ongeveer een hectare groot. Het zijn fantastische kampeerplaatsen, want je kan meestal volledig uit het zicht verdwijnen. Ik stond deze avond op droge aarde met karige begroeiing en enkele duinen om me heen, op vier meter diepte.

Met de dag werd het kouder. Ik droeg nu weer handschoenen in de ochtend en de hele dag een sweater over mijn longsleeve. Ik hikte aan tegen Konya. Het was de op vijf na grootste stad van Turkije en ik wilde niet door die drukte rijden, maar de stad lag op mijn weg. Ik kon er niet omheen. Of toch? Mogelijk kon het wel, maar die weg was nieuw en op de kaart leek er nog een deel te ontbreken. Ik nam de gok en ging Konya ontwijken. Het viel meteen op dat ik na de afslag vrijwel alleen was; dat was veelzeggend. De omgeving was ook nog nauwelijks ingericht en werd wijder en leger. Het was fantastisch om hier te rijden. Na een tijd was er een afslag naar Aksaray. Met pionnen werd het verkeer naar die afslag gedirigeerd. Rechtdoor was verboden. Ik ging rechtdoor. Dat ging een paar kilometer goed. Daarna hield de weg gewoon op, een meter of vier boven de aarde. Het was me opgevallen dat er aan weerszijden paden liepen. Ik daalde af en volgde het pad links van de weg. De wereld was hier bijna identiek aan die in de steppes van Kazachstan, het was zelfs zonnig. Slechts de spoorlijn en dromedarissen ontbraken. Ik had het erg naar mijn zin. Er wachtten me vijftien kilometer Kazachstan; ik was even terug in die wereld. Later veranderde mijn pad van koers. Heel de tijd waren er reeds geplaatste wegonderdelen te zien, maar nu was er niets meer dat naar een nieuwe weg verwees. Het pad liep tot aan een rivier. Ik kon niet rechtdoor, alleen links of rechts. Rechts stuitte ik al snel op een haaks gelegen rivier. Het linkerpad leek verderop ook dood te lopen op een rivier die ik op mijn kaart zag. Toch ging ik het proberen. Er was een auto die ook zoekende was en die ging me voor. Later zag ik ‘m aan de overkant van het water. Er was dus een brug. Toen ik die gevonden en overgestoken had kon ik rechtdoor naar de hoofdweg, over een pad langs de rivier die ik op de kaart had gezien. Rivieren werden hier leeggepompt voor de aanleg van de weg en het stinkende water werd via kanalen naar elders geleid. Ik reed vijf kilometer naar de hoofdweg en na deze verrassende omzwerving lag Konya achter me. Het kostte me de grootste moeite om in het landbouwgebied waar ik nu was beland een slaapplaats te vinden, maar werd al dwalende over paden en sporadische onbenutte grond weer gered door een onopvallend valleitje dat van een afstand volkomen onzichtbaar was. Opnieuw verdween ik in de aarde, en de boerderijhond op een kilometer afstand stopte abrupt met blaffen. Ik had de afgelopen dagen veel te maken gehad met agressieve honden maar momenteel niet meer. De meeste waren hier dood, dat kon een verklaring zijn. Voorheen zag ik drie dode honden per dag, maar op de dag die volgde zag ik er drie per uur. Pauzerend in een recreatieparkje zag ik tevens iets vertrouwds, maar ik werd misleid. Er naderde een grijze massa, maar nu over de grond. Dit was geen mist maar een stofstorm. Met deze storm draaide de wind. Uren had ik zijwind gehad en me verheugd op een naderende afslag naar links. In plaats van meewind kreeg ik nu tegenwind. Om me heen zag dat veel stukken steppe omgeploegd, bezaaid en geïrrigeerd waren. Toch had ik inmiddels weer een slaapplaats nodig. Gelukkig vond ik een klein valleitje, toen ik in eerste instantie achter gestort puin wilde gaan liggen. Ik zag gebarsten aarde en fantaseerde er al cactussen bij. In mijn gedachten was ik bijna in Baja California, in Mexico.

Bijna. Er was een klein verschil. Ik werd om zes uur wakker en zag meteen wat er aan de hand was. Er lag een laag sneeuw op de tent. Binnen was het 4°C, buiten vroor het. Met een mengeling van ongeloof en frustratie draaide ik me om en sliep verder. Om half acht sneeuwde het nog steeds. Ik zat hemelsbreed op 230 kilometer van Syrië, in april, en het sneeuwde en vroor goddomme. Ik was in twee maanden niets opgeschoten. De sneeuw maakte de gebarsten aarde nat en veranderde deze in klei. Het hoopte zich razendsnel op onder mijn schoenen waardoor ik ging glijden. Met moeite verliet ik het gebied. Ik had alleen de muts nog in de tas, voor het overige reed ik weer in winterverpakking. Ik kwam in een vreemde verkeerssituatie terecht. Ik had het al op de kaart gezien, maar ik geloofde het niet. De weg werd anderhalve kilometer voor een knooppunt plots een snelweg. Voetgangers, fietsers, tractoren en paardenkarren werd de toegang verboden. Er was hier geen alternatief, er was maar één legale optie: omkeren. Ik reed door in de hoop dat ik op die anderhalve kilometer geen politie zou treffen. Een politieauto passeerde me en ging honderd meter voor me rijden op de vluchtstrook. Maar de auto voegde ook weer in en verdween uit het zicht. Ik nam de afslag die ik moest hebben. Het werd er niet eenvoudiger op. Ik moest honderden meters omhoog zonder echte vluchtstrook. Het beetje ruimte dat er soms was, rechts van de lijn, was modderig, en zo kwam er een laag zwarte modder over de bruine klei op mijn fiets. Mijn aandrijving trok het niet meer. Ik kon schakelen wat ik wilde maar bijna alle versnellingen weigerden dienst. De boel zat verstopt. Bij een tankstation reinigde ik provisorisch de derailleurwieltjes. Er viel weer mee te werken.

Mijn onderlip begon te barsten en de vellen hingen erbij. Ik moest er weer aan geloven. Ik moest weer een buff gaan dragen voor mijn mond. De weerzin daartegen was groot, mede omdat het me herinnerde aan het meest grootschalige bedrog dat ik ooit meemaakte. Er was ook een andere ontwikkeling. Eerder schrapte ik Albanië omdat ik weg wilde uit de regen; nu ging ik mijn route uitbreiden omdat ik verwachtte dat de Turkse zuidkust me van de regen ging redden. Door bij Tarsus door te stomen naar Karataş aan de kust en die kust te blijven volgen tot aan Syrië zou ik tevens Turkije’s op zes na grootste stad Adana ontwijken.

Er was een blauwe hemel met schapenwolken. De zon scheen bij het afbreken van de tent. Plots leek het toch echt lente, een dag na de sneeuw en vorst. Ik rolde van 1342 meter naar zeeniveau. De bewolking was ondertussen toegenomen maar bleef achter me, in de bergen. Voor me was het blauw, met vage, onschuldige wolkjes in de verte. Via een randje van Tarsus reed ik door een tuinbouwgebied met betonnen waterkanalen, op weg naar Karataș aan zee. Ik zag een tentenkamp en zou er nog veel meer zien, en ik vroeg me af of het ging om een voorziening voor seizoensarbeiders of voor vluchtelingen. Een man die ik later sprak zei dat het hier ging om seizoensarbeiders, om arme bevolking uit buitenwijken van grote steden. Er zaten ook Syriërs tussen, maar ook die waren hier vooral om te werken. In mijn eigen tentenkamp, op twaalf kilometer van de kust, bedacht ik die avond een programma voor de volgende dag. Ik zou vroeg opstaan en Karataş bezichtigen. De rest van de ochtend zou ik gebruiken om badplaats Yumurtalık te bereiken, waar meerdere pensions waren. Daar zou ik een halve dag rust nemen.

Karataş was een aangenaam plaatsje. Het was heerlijk om even aan zee te zijn, in de zon. Deze plaats was over zijn hoogtepunt heen, maar had nog steeds charme. Ik keek uit over het strand, reed langs het recreatiepark, bezocht de haven en keek naar de eenvoudige, karaktervolle terrassen met hobbyistisch geverfde houten stoelen en tafels.

Yumurtalık was duidelijk moderner. Ik was er keurig aan het begin van de middag. Ik zocht een pension op en vroeg er naar de prijs. Een kamer zou me 25 euro kosten. Een tweede pension vroeg hetzelfde. Ik vond een aftands pension en waagde daar een poging. Hier was de prijs 37,50 euro. Het was me duidelijk. Ik zou hier niets vinden dat in mijn budget paste. Hoe kon dat toch, dat ik in heel Oost-Europa met gemak onder de 15 euro kon blijven en dat dat niet anders zou zijn in de landen die nog zouden volgen, maar dat Turkije zo’n uitzondering was geworden? Met weemoed dacht ik terug aan het jaar 1994, toen ik hier ruim drie maanden rondreisde met tien gulden per dag. Voor twee tot vijf gulden had ik onderdak, vaak met een goed ontbijt. Wat ik overhield was genoeg om een goed avondmaal te nemen, snacks en pakken sap te kopen, een stad verder te reizen per bus, te roken en bier te drinken. Ik keek rond in Yumurtalık, maar nu niet meer met enthousiasme. Ik kon beter gaan. Knop om, verder. Het was zonnig maar nog niet zomers en ik reed het tuinbouwgebied uit. Iedere dag werd het eerder donker door mijn grote verplaatsingen naar het oosten zonder dat de tijd aangepast werd. In het noordelijker gelegen Georgië zou de klok weer vooruitgezet worden.

Aan de kant van de weg verving ik de batterij van mijn fietscomputer. Ik mocht meteen mijn band plakken. Ik realiseerde me dat niet alle lekke banden op het conto van scherpe objecten op Turkse vluchtstroken geschreven mochten worden. Ik keek naar mijn totaal aan afgelegde kilometers en zag dat mijn achterband normaal gesproken al op twee derde van zijn levensduur zat. Voor mijn gevoel was ik nog maar net op pad, met nieuwe uitrusting, maar ik was al beland in de provincie Hatay. Als je naar de kaart van Turkije kijkt, zie je dat het land een buikvin heeft, tussen Syrië en de Middellandse Zee. Dat is Hatay. Ik reed nu langs de oostkant van de Middellandse Zee waar naast Turkije en Syrië ook Libanon en Palestina liggen. Er kwam een wijziging in mijn eetpatroon. Mijn lijf kan niet goed meer tegen granen, maar zo lang graanproducten niet te vezelig zijn, zoals bij wit brood, gaat het goed. Echter, wit brood vult mijn maag niet. Het kost me twintig minuten om zo’n Turks brood te eten en daarna krijg ik honger. Ik ruilde mijn dagelijkse brood in voor een bak Turkse yoghurt, en ging gaandeweg bonen als ontbijt nemen. Na de yoghurt in Payas bezocht ik Iskenderun. Het was een bouwput. De boulevard was afgezet met schermen. Vrolijker werd ik van het stadspark, waar op deze zondag honderden families recreëerden en jongeren in het gras zaten. Langs de zee reed ik verder en zag ook daar gezinnen recreëren, picknicken vooral. Er waren grote pieren in T-vorm, gemaakt van vlakke rotsen waarover je kon lopen. Er volgde een loodzwaar stukje route door het op een uitloper van een berg gebouwde dorp Konacık. Daarna waren er haast geen mensen meer en reed ik boven zee, met een ondergaande zon. In een bergbocht vond ik een kloofje en zette er de tent op. Het was er volmaakt stil. Ik bedacht een nieuw plan. Morgen lag de stad Hatay op de route. Er was een wijk met meerdere hotels en ook een hostel. Als ik vroeg opstond kon ik er rond het middaguur zijn en alsnog een halve dag vrij nemen. De stad leek de moeite van een bezoek en sightseeing waard.

Over een blauw fietspad volgde ik een prachtige route langs en boven de zee. Links van me lag een gebergte, en ook voor me, in het verlengde ervan. Een deel van dat gebergte lag in Syrië. Na tientallen kilometers naderde ik Samandağ. Het toerisme was hier nog in ontwikkeling. De omgeving was nog deels ongerept, het was er uitgestrekt, op een aantrekkelijke manier rommelig, met zand en riet tussen de betegelde zones en restaurants. Ik bereikte de zuidelijkste punt van mijn route hier. Op twintig kilometer lag Syrië en ik bevond me eigenlijk al in die arbitraire vette rode streep die het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken in het reisadvies voor Turkije langs de grens had getrokken. Ik hoefde niet om te keren; de weg boog zelf af naar het noorden. Prompt was er dreigende bewolking. Al snel was de hemel grijs. Bij het naderen van de stad Hatay was er zware regen en onweer. Het was niet de enige verrassing. De wijk met de hotels lag in puin. Gebouwen leken wel gebombardeerd. Nu, op het moment van schrijven, lees ik dat er in 2023 aardbevingen zijn geweest. Mijn tocht zou met deze verbrokkelde accommodaties om me heen nog even voortduren; een kamer vereiste iets meer geduld. Ik keek een half uur rond op de grote bazaar en vond daarna met wat moeite een buurtsuper zodat ik toch nog iets kon eten, zij het schuilend onder een smal afdak. Terwijl ik at kwam er een man voorbij. Hij bleef staan en staarde naar me. Zijn uiterlijk was eerder Indiaas dan Turks en hij leek het prototype van een gestoorde man uit een Kuifje-album. Hij schilde fruit met een mes en liep op me af. Al mijn alarmbellen gingen af. Ik ging voor mijn bezittingen staan en hield de man op afstand. Ik gebood hem weg te gaan. Hij praatte en bleef dat doen, maar borg uiteindelijk zijn mesje op en stak zijn hand uit. Hij vertrok en ik kon verder eten. Later reed ik weer, langs bedrijven en olijfbomen. Iedere meter grond was in gebruik. Bijna. In de vroege avond was er een reepje grond voor mijn tent.

Er was een nieuwe, welkome ervaring: in de ochtend werd het te warm in de tent. Dit ging de goede kant op. Ik kon via Kilis naar Gaziantep, maar de weg naar Kilis lag op een zeker punt op slechts driehonderd meter van de ‘border road’. Ik wilde het lot niet te zeer tarten. Ik koos ervoor om via Nurdağı te rijden, eerst noord- en dan pas oostwaarts. Ook Nurdağı was deels ingestort en er werd net als in Hatay weer volop gebouwd. De weg oostwaarts naar Gaziantep was druk, vluchtstrookloos, had een slecht wegdek en ging alleen maar omhoog. Ik veranderde van route; ik wilde überhaupt niet in het drukke Gaziantep belanden. Ik ging nu via de kleinere stad Adıyaman oostwaarts. In de vroege avond zag ik alleen akkers om me heen. Met licht aan reed ik verder. Zelfs op reepjes grond van twintig meter breed tussen spoor en weg lag een akker. Nog tien jaar en heel Turkije is een akker met hier en daar een olijfgaard. In een droge greppel tussen een irrigatiekanaal en een akker vond ik met moeite een plek voor de tent. Ik verlangde naar natuur.

Het was mooi weer bij vertrek en dat veranderde niet meer. Het werd zomers weer. Ik ging zweten en kreeg zoutpatronen in mijn shirt. De omgeving werd bergachtiger. Ik werd genoodzaakt nu al mijn laatste set remblokken te gebruiken. De avond en nacht bracht ik door bij een vervallen huis, voorbij een grote brug over een uitloper van een reservoir. Ook een deel van de ochtend bracht ik er door. Deels omdat het planmatig zo uitkwam – ik wilde pas de volgende ochtend in mijn beoogde pleisterplaats Diyarbakır aankomen – maar ook omdat het beviel bleef ik een uur lezen. Daarna fietste ik tot mijn verrassing over een fantastische hoogvlakte, met gras, stenen en herders met hun kuddes; de bijbehorende honden waren bakens van fatsoen vergeleken met de mormels waar ik weken eerder mee te maken had. Het was warm, het beetje wind wat er was waaide in mijn rug, ik zweette en ik klom. Fietsen was weer zoals ik het graag zag. Bij het naderen van Diyarbakır zag ik gaandeweg meer en meer initiatieven om natuur om te zetten in landbouwgrond en later was er bijna alléén nog maar landbouwgrond. Maar ik zwijnde nog één keer. Twintig kilometer voor Diyarbakır zat er opnieuw een gat in Moeder Aarde. Ik verdween. Ik zette mijn tent op, las tot de zon onderging en las verder in de ochtend. Ik had er iets meer vertrouwen in dat ik deze dag een kamer ging vinden voor een meerdaags verblijf, want één hotel op mijn Osmand-app had de naam ‘Kent hotel (from €10)’. In de stadsdrukte legde ik de laatste kilometers af en was om half elf in het ommuurde centrum waar de meeste hotels lagen. Het Kent hotel zat in een verbouwing en vroeg iets meer dan Osmand beloofde, maar ik had daarvoor een kamer met eigen sanitair, een airco en… een koelkast, wat erg praktisch is voor iemand die het liefst grote hoeveelheden schapenkaas, ayran en yoghurt-waarin-je-lepel-blijft-staan in huis haalt. Diyarbakır zag eruit als een stad die een verkenning waard is. Maar toch hè… als ik hier niets had gevonden was ik net zo makkelijk fit en krachtig doorgestoomd naar Georgië.

----------

Mijn boek ‘Vinnig meppen met een bos tulpen’, over de eerste twee jaar van mijn fietsleven, is bij de boekhandels verkrijgbaar, of tegen gereduceerd tarief bij:

https://www.boekenbestellen.nl/boek/vinnigmeppen


  • 21 April 2025 - 11:53

    Jilles:

    Wat een verhaal, Richard! Had je nog een droge draad aan je lijf?


  • 21 April 2025 - 18:32

    Richard Van Dijke:

    Niet altijd, Jilles. Maar door een verstandig beleid werd het drama niet te groot.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Turkije, Diyarbakır

Een wereldfietser heeft negen levens (deel 2)

Solo per fiets de wereld bereizen: na deel 1 (2013-2020) nu deel 2.

Te beginnen met een reis naar Mongolië met aansluitend een Himalaya-tocht. Ook nu zal ik mij vooral richten op lege gebieden en de focus ligt op het ondergaan van de grootsheid van de natuur, het aangaan van fysieke uitdagingen en het bestuderen van de psychologische effecten van het reizen. Ooit hoop ik nog een echte Sahara-tocht te maken, Afrika in de lengte en breedte te doorkruisen, en Tibet en Noord-Amerika te zien. En Salar de Uyuni. En Colombia. En Papoea-Nieuw-Guinea. En Oman. En Iran. Oh, en ik hoop nog wat boeken te schrijven.

Dan nu de statistieken. Voor de volledigheid zal ik ze vanaf het prille begin vermelden.

(2011 Testrit Nederland (2 dgn, 160 km))
(2012 Testrit Nederland (9 dgn, 1018 km))
(2012 Testrit Nederland - Spanje (37 dgn, 3511 km))

Deel 1
(2013 - 2014): Nederland - Indonesië, via Alpen, Balkan, Turkije, Georgië, Azerbeidzjan, de Kaspische Zee, Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, China en Zuidoost-Azië (366 dgn, 22961 km, €12,39 p.d.)

Deel 2
(2014): Australië: Darwin - Port Augusta en “tegen de klok in” naar Perth, afsluiting in Maleisië (151 dgn, 11444 km, €12,10 p.d.)

Deel 3
(2015): Zuid-Amerika: Ushuaia (AR) - Atacames (EC), deels te voet (276 dgn, 13403 km, €10,23 p.d.)

Deel 4
(2016): Nederland - Japan (Europa, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Zuid-Korea, Japan met op de 'terugweg' Thailand en Laos) (360 dgn, 22136 km, €10,50 p.d.)

Deel 5
(2017): Nederland - Roemenië, te voet (73 dgn, 2608 km, €10,06 p.d.)

Deel 6
(2017): Noord-Europa (o.a. IJsland, Scandinavië, de Baltische staten en Polen) (130 dgn, 10832 km, €9,63 p.d.)

Deel 7
(2017 - 2018): Zuid-Amerika II (Buenos Aires (AR) - Lima (PE), intermezzo in Mexico, Cuzco (PE) - Albina (SR)) (349 dgn, 21030 km, €12,84 p.d.)

Deel 8
(2018 - 2019): Marokko (Nice (FR) - Dakhla (EH) - Nador (MA)) (104 dgn, 7560 km, €8,63 p.d.)

Deel 9
(2019 - 2020): Afrika (Namibië, Zambia, Tanzania, Malawi, Mozambique, Zimbabwe, Botswana, Zuid-Afrika en opnieuw Namibië) (283 dgn, 17939 km, €11,81 p.d.)

Deel 10
(2020): West-Europa (233 dgn, 11594 km, €11,57 p.d.)

Intermezzo
(2020-2024): Benelux (30 dgn, 3313 km)

Deel 11
(2025): Nederland - Mongolië met aansluitend Himalaya (stand: 121 dgn, 9499 km, €11,42 p.d.)

Totaal aantal reisdagen: 2523
Totaal aantal kms: 159.008
Totaal aantal fietsuren: 12674
Totaal aantal nachten wildkamperen: 1307
Totaal aantal overnachtingen in een tent: 1664
Totaal aantal hotels: 354

(Laatste update: 11/06/2025)
_________________

Landen, van meest naar minst favoriet:

1. Argentinië
Als je van fietsen in eindeloze leegtes en prachtige berggebieden houdt en tegen een windvlaag kunt dan is Argentinië wat mij betreft 's werelds beste optie om maandenlang te kunnen genieten van isolement en omgeving.

2. Australië
Wat een strijd was het, tegen vliegen, wind, hitte en immer hellende wegen. Fietsen in de outback doe je niet voor je lol. Maar fietsen hoeft niet altijd leuk te zijn, soms is het de uitdaging die telt. Wat resteert is de herinnering aan dat heroïsche gevecht in die fantastische bak ellende. Mag ik terug?

3. Kazachstan
Aan het steppeavontuur uit 2013 voegde ik drie ervaringen toe: een mooie tocht van Astana naar Bishkek door opnieuw een (grotendeels) leeg stuk Kazachstan, een verregende tocht door een net even te bevolkt hoekje van het land en een aangenaam verblijf van in totaal 12 dagen in Alma-Ata. Kazachstan is voor mij nu niet meer dat onbewoonde land, maar blijft desondanks een van mijn favoriete leegtes.

4. IJsland
Wow, is dit nog dezelfde planeet? Ik zag de meest wonderlijke landschappen en natuurverschijnselen en genoot van het isolement bij het doorkruisen van het eiland. Trotseer wind, kou, regen en vliegen en je wordt rijkelijk beloond.

5. Japan
Drie maanden lang leefde ik buiten, op een weinig gevarieerd dieet, want ik kon er haast niets betalen. Maar dat gaf niet, want Japan staat vol parken met sanitaire voorzieningen en stroom en je mag daar gewoon kamperen. En ook op het strand. Met name de westkust van hoofdeiland Honshu was mooi, van geïsoleerde strandjes tussen zwart gesteente tot kilometerslange zandleegtes met windmolens. Japan is een beschaafd en schoon land dat negativiteit volledig weggeplamuurd heeft. Maar het is ook een verrekt nat land, met al die regen. Of ben ik nu te negatief?

6. Chili
Chili bleek vooral een druilerig land te zijn, maar het heeft een belangrijke troef: de Atacama-woestijn. En dat is de droogste woestijn op aarde, met een gematigde temperatuur; ideaal voor prachtige fietstochten.

7. Namibië
De droge kustregio is fascinerend, met zijn zand- en steenvlaktes en duinen. Andere smaken: rijden tussen de omheiningen van boerenbedrijven, of langs bush met hutten, vee en mensen. Het land heeft ruimte en een uitgebreide infrastructuur, goed voor maandenlang fietsen, en volop voorzieningen zoals supermarkten en campings. Aantrekkelijk fietsland.

8. Kirgizië
Het land van de bergweiden, de valken, de paarden en de yurts. Maar nu ik ook in het zuiden van het land ben geweest, weet ik dat het ook het land is van landbouwgronden, kuddes op de weg en stront, veel stront. Desondanks een zeer interessant fietsland.

9. Tadzjikistan
Komend vanuit Kirgizië was het eerste deel van de Pamir Highway een fantastische ervaring. Highway dient hier niet vertaald te worden met snelweg maar met hoge weg: de hoogste pas lag op 4655m. Nog nooit fietste ik in zo’n hooggelegen woestijn. Toen de daling inzette ging de spanning er wat vanaf en uiteindelijk werd de omgeving alledaags: landbouw, vee, huisjes. Toch werd deze tocht één van de hoogtepunten uit mijn fietsleven.

10. China
Wonderlijk vreemde wereld, totaal verschillend van welk land dan ook. Lelijkheid, lawaai en slechte wegen, maar de mensen, de hooglanden, het eten, de fysieke uitdagingen en de bijzondere ervaringen maken dit alles meer dan goed.

11. Thailand
Spannende badplaatsen, snelle wegen, fraaie tempels en beelden, uitstekende voorzieningen. Thailand heeft het.

12. Maleisië
Mooie spots, goede wegen en voorzieningen, en een aangenaam verblijf in Melaka.

13. Oezbekistan
Warme herinneringen aan hete dagen in het isolement van de steppe. Aan oriëntaalse verblijven met 's werelds meest fantastische ontbijtbuffetten. En aan mijn kortstondige vriendschap met de kinderen van Üchqorgon. Maar ik draaide volledig door in de bewoonde gebieden. Het joelen, het fluiten, het toeteren, fietsende jongens die me opwachtten en traag voor mijn wielen gingen rijden; het maakte me woest. Ik heb kennisgemaakt met de allerzwartste kant van mezelf.

14. Bolivia
Het was een mooie wereld, die Boliviaanse hoogvlakte. Nooit gedacht dat ik me zou begeven in een gebied waar het uiteindelijk -18°C zou worden en dat ik daar nog knap probleemloos doorheen zou reizen. Maar halverwege, toen ik van Sucre via Cochabamba naar la Paz reed, werd de wereld om me heen alledaags en zag ik vooral landbouwgebieden.

15. Guyana
Land bij uitstek voor de avonturier. Tussen Lethem en Linden (evenals de overige plaatsen in Guyana tjokvol koloniale historie) liggen honderden kilometers praktisch onbewoond regenwoud met ongeasfalteerde wegen. En met fraaie lodges. Je waant je in het hart van Afrika. De kustroute kan wat claustrofobisch aandoen, iedere 500m rijd je een nieuw dorp binnen.

16. Brazilië
Dit land verraste me, door de variatie in het landschap, zelfs als het om landbouw ging, door het goede ontbijt, door het avontuur op ongeasfalteerde trajecten in de Amazone en in nationale parken. Minpunt: in het droge seizoen wordt veel droge vegetatie verbrand en dat heeft gevolgen voor de luchtkwaliteit.

17. Zuid-Afrika
In een vrij lege uithoek van Zuid-Afrika fietste ik door prachtige landschappen en keek ik 's avonds vaak naar een schitterende hemel. Maar wat staan er extreem veel hekken in dit land!

18. Marokko / Westelijke Sahara
Zeer gevarieerd land, waarin ik vooral woestijn en bergen opzocht. Vriendelijke, behulpzame bevolking. Fraaie architectuur, mystiek en sterrenpracht. Maar... Marokko is een politiestaat en dat kan beklemmende vormen aannemen. Grand frère te regarde. En dat kost Marokko strafpunten.

19. Georgië
Bijzonder mooie trajecten, en bijzonder leuke verblijven in hostels.

20. Vietnam
De vlakke kustroute na die slopende bergen in Noord-Laos, het spontane volk, het Phong Nha Ke Bang National Park en het Easy Tiger hostel, een week in Hoi An... Onverwacht aangenaam land.

21. Laos
Zware trajecten, slechte voorzieningen, uitputting. En bier in Luang Prabang en Vientiane. Dat was tijdens mijn eerste verblijf, in het noorden van Laos. Mijn tweede tocht voerde door de Middeleeuwen in het hart van Laos. Kraampjes, bewoning langs de weg, veel kinderen, vuurtjes. Alleraardigst. Voor een paar weken.

22. Spanje
Mijn eerste grote uitdaging, dwars door het hart van dit land. Bergen, kaal gesteente, meren, uitgestorven dorpjes en een mooi nationaal park. Ook mijn tweede tocht langs de oostkust beviel goed, ondanks de sinaasappelvelden was er genoeg ruimte voor avontuur, m.n. het kamperen bij allerlei soorten ruïnes. Op de derde tocht kriskras door het binnenland had ik gemengde ervaringen: in het zuiden vooral landbouw, in het noorden veel variatie in het landschap.

23. Nederland
Zeer uitgebreid fietsnetwerk en opvallend veel natuur voor zo’n bevolkt land, al zijn provincies als Drenthe, Overijssel en Noord-Brabant geschikter om te fietsen en wildkamperen dan de Randstad.

24. Zuid-Korea
Tot in de puntjes verzorgd land met uitstekende fietsvoorzieningen, en ook nog eens erg aardige mensen. Of: rijstveld met tamme kust, vol werkende en recreërende mensen. Ondanks de zomerse hitte was dit een comfortabel land, maar spanning moet je elders zoeken.

25. Peru
Mijn eerste tocht door Peru die vooral door de Andes liep was een serieuze tegenvaller. Het Andesgebergte bleek ontbost, overbevolkt en beklemmend te zijn; misschien dat slechts 5% van de route door mooie canyons en over lege hoogvlaktes voerde, verder reed ik vooral langs akkers, honden en mensen. Hoe langer ik er fietste, hoe meer Peru een nachtmerrie werd, mede door het zware terrein en de dreiging van beroving. Mijn tweede tocht door de woestijn aan de kust was een geweldige ervaring: een desolate omgeving die tot de verbeelding sprak, goede voorzieningen onderweg en een prettige sfeer. Gemengde gevoelens dus bij dit land.

26. Zweden
Pretentieloos; eindeloze bossen bomvol muggen. En laat ik nou net houden van schier eindeloze stukken natuur met een uitdaginkje.

27. Duitsland
Mijn waardering voor dit land is gegroeid in de loop der jaren. Ik voel me er prettig, de mensen zijn aardig, de voorzieningen zijn goed, er is veel ruimte en veel bos langs de weg om te kamperen.

28. Mexico
Goede voorzieningen op het vasteland, maar de omgeving inspireerde me niet. Bovendien kreeg ik het aan de stok met de luchtvervuiling. Dat was allemaal anders op het prachtige schiereiland Baja California met zijn woestijnen en cactussen. Toch krijgt Mexico net als Cambodja strafpunten vanwege de veiligheidsproblemen waarmee het te kampen heeft.

29. Botswana
Genoeg leegte voor lange ritten in isolement. Zand, struiken en veepoep; met meer variatie in het landschap had dit land hoger geëindigd. Ook nét even te bewoond en teveel prikkeldraad om relaxed te kunnen kamperen.

30. Turkije
Tien meter omhoog, en weer omlaag, omhoog, omlaag, met links en rechts landbouwgrond. Geregeld saai, daar in centraal Turkije. Ik had mijn eerste dip. Maar er waren ook fantastische snelle stukken langs de Zwarte Zee, schitterende berggebieden en vriendelijke mensen.

31. Indonesië
Indonesië pakt je bij je lurven en blijft je door elkaar schudden. Lachend blijft het land prikken met een wijsvinger in je borst: ‘Hello, misteeeeeeeer!’. Na een paar weken dacht ik: ‘Hou daarmee op’. Maar dat kon ik vergeten. Het land dreef me tot op de rand van de waanzin, met name op Java. Maar Indonesië was ook het land waar ik rondfietste alsof ik een popster was, zo vaak wilde de jeugd met mij op de foto. De voorzieningen onderweg waren nergens ter wereld zo goed als hier en ook was er geregeld korting op chique hotelkamers, met een ontbijtbuffet in de ochtend. En op Bali had ik een leuke week in Ubud én in Kuta, tussen de backpackers. Ik kreeg het niet cadeau maar wat resteert is een waardevolle herinnering.

32. Azerbeidzjan
De echte waardering voor dit land kwam pas na een half jaar. De stijgende temperatuur, die lange hete weg naar Baku met links en rechts prairies en spoorlijnen, het verlangen naar de uitdaging in Kazachstan, het verblijf in Baku, wachtend op het moment dat ik de Kaspische Zee kon oversteken. Het drukt de herinnering aan al die aandachttrekkende wegarbeiders naar de achtergrond. Ik denk er met genoegen aan terug.

33. Oostenrijk
Altijd mooi. Maar de keren dat ik er was waren zonnige dagen uitzonderingen en regen en kou de norm.

34. Bulgarije
Het was een beetje alsof ik weer in Kazachstan reed. Cyrillisch alfabet, monumenten, pleinen en Sovjetkunst. En: echte natuur. Dat had ik, komend uit olijfgaard Griekenland, gemist. Bij mijn tweede bezoek viel me het verval van het land op. Toch gaf Bulgarije me wederom een goed gevoel.

35. Zwitserland
Mooi, verzorgd land. Wel wat aan de krappe kant; de Zwitserse leefwereld bevindt zich altijd tussen twee bergwanden.

36. Zimbabwe
Prima verblijf in Harare en Bulawayo, ruimte voor rust en cultuur. Soms mooie natuur, met grote stenen in het landschap. Financieel is dit land een uitdaging, met zijn gebrek aan contant geld. Gastvrije mensen, maar ook veel gestaar.

37. Suriname
Tropisch land vol fascinerende herinneringen aan Nederland en ook veel gesprekken met leuke mensen, in het Nederlands. Een serieus probleem echter zijn de vele branden die er woeden, met een desastreuze invloed op de luchtkwaliteit en de leefbaarheid.

38. Zambia
Vier weken fietste ik door dit land, maar heb ik het ook gezien? Mijn zicht werd namelijk nogal beperkt door struiken en bomen langs de weg. Wat wel indruk maakte waren de Victoria Falls, de gastvrijheid van de mensen en de sfeervolle lodges.

39. Kroatië
Schitterende afdaling naar de kust, mooi zicht op de vele eilanden. Leuke avond op een camping in wording, aan een meer. Maar ook veel regen.

40. Montenegro
Dit bergstaatje maakte indruk. De omgeving maar ook de mensen. Gratis op de camping, aangeboden fruit. Leuk. Bij mijn tweede bezoek reed ik o.a. door een mooie kloof, maar al vlot joeg de overvloedige regen me het land uit. Net als elders in de regio veel honden, zwerfvuil en verbrande grond.

41. Noorwegen
De laaggelegen delen van Noorwegen konden me niet zo bekoren omdat Noren overal in de natuur lukraak hun tweede huis neerzetten; ik kreeg het idee dat ik door een eindeloos bungalowpark reed. Maar ik reed ook over hoogvlaktes met resten sneeuw en keek er mijn ogen uit.

42. Hongarije
Een tocht door een waterrijk natuurgebied, verder kerken en kastelen, huizen in pasteltinten, ruime bossen, goed volk. Prima indruk.

43. Slovenië
Imponerende entree in een nationaal park, komend vanuit een hoekje van Italië. Leuke nacht op een camping. Eerste hostel in Ljubljana, veel contact met medereizigers.

44. Kosovo
Verrassend land. Eigenlijk valt er niet veel te zien in dit agrarische land. Vooral de mensen maakten het verschil. Verder zat de charme veelal in de details, met name het jaren 70-gevoel dat het pretentieloze Pristina opriep.

45. Cambodja
Mooie ervaringen, met name de overnachtingen bij NGO’s en in een bamboehut. Maar wel steeds die donkere wolk van dreigende onveiligheid.

46. Bosnië en Herzegovina
Eerste bezoek: mooie natuur, en kamperen langs een meer. Tweede bezoek: boeiende tochten door de bossen, maar ook hinderlijke honden, zwerfafval en verbrande bermen.

47. Frankrijk
Lange aaneenschakeling van rotondes. Maar toch ook mooie natuur, stille dorpen en stijlvolle vrouwen.

48. Denemarken
Alleraardigste gratis kampeerstekken met eenvoudige voorzieningen. Verder vlak, winderig en met een tamelijk bewoonde kuststrook (veel woningen in de duinen).

49. België
Wat België zo interessant maakte voor mij was de mogelijkheid om lange stukken rechtuit te fietsen, hetzij op of langs provinciale wegen, hetzij langs kanalen (jaagpaden). Wildkamperen is er ook vrij goed te doen.

50. Portugal
Interessant waren de kust en het Parque Natural da Serra da Estrela. Verder is Portugal toch vooral een verzameling valleitjes vol honden.

51. Tsjechië
Praag blijft een mooie stad. Verder had ik vooral te maken met een glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, wel een beetje saai.

52. Noord-Macedonië
Skopje is een mooie stad. Verder was dit land uiteindelijk een soort samenvatting van alle andere stukken ex-Joegoslavië: bergen en landbouw, moskeeën, honden, zwerfvuil en verbrande bermen.

53. Slowakije
Glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

54. Polen
Landbouw, bossen waarin het goed kamperen is, en de voorzieningen zijn in orde. Wel veel glas op de weg en dronkenschap.

55. Italië
Tuinbouwgebied met honden.

56. Griekenland
Olijfgaard met honden.

57. Mozambique
Doodzonde. Dit had één van de mooiste fietslanden op aarde kunnen zijn. Een Australië zonder overdreven veel vliegen of hitte. Maar Mozambikanen steken graag hun natuur in brand. Dat is hun goed recht, het is hun land. Maar ik hoef die zwartgeblakerde aarde niet te zien. Doei.

58. Malawi
De soms prachtige lodges aan Lake Malawi redden de eer van dit land. Want de routes zijn saai, de lucht is ongezond, het is er druk en nergens kwam ik kinderen tegen die vervelender waren dan in dit armoedige land.

59. Tanzania
Veel accommodatie, vaak in orde. Zeer goedkoop land ook. Vleugje avontuur in bossen vol tseetseevliegen. Wel een land waar bijna niets te krijgen is, waar smakeloos eten geserveerd wordt, waar overal land in brand staat en slechte muziek klinkt en waar ik nergens een oord aantrof met een beetje sfeer. Tanzania is armoedig en zonder enige franje.

60. Ecuador
Enorm gevarieerd land: jungle, duinen, bergen, polders, plantages. Toch slaat de meter door naar de verkeerde kant. Eigenlijk is het gewoon een druk, lawaaiig en onveilig ontwikkelingsland.

61. Finland
In potentie een interessant land met veel bossen en meren. Maarja, het regent er permanent. Mijn tocht veranderde in een vluchtpoging.

62. Servië
Ik zag de noordelijke helft van het land, en dat was weinig meer dan een landbouwgebied. Belgrado heeft een mooi centrum. Verder zag ik honden, veel afval en overal grafstenen.

63. Roemenië
Mijn verblijf in Boekarest was geweldig en ook andere steden waren aangenaam om te vertoeven. Maar wat ben ik geschrokken van het platteland. Het staren, het bedelen, de valse honden, in een decor met paardenkarren en lijkstoeten. Was dit Europa anno 2017? Of had dit land eigenlijk tussen Armenië en Azerbeidzjan moeten liggen? Er waren ook mooie ervaringen met behulpzame en vrijgevige mensen, maar het beeld van een sterk achtergebleven land bleef hangen.

64. Albanië
Sterk vervuild, achtergebleven, Kaukasus-achtig landje in een anoniem hoekje van Europa. Curieuze nachten op een Nederlandse camping, met een ‘huurmoordenaar’ en ‘maffiabaas’ in een hostel en in mijn tent voor het hotel van een innemend pisventje. Toch een beetje een domper, dit land.

In Hongkong, Singapore, Luxemburg, Monaco, Estland, Letland, Litouwen, Andorra en Liechtenstein fietste ik te kort om een oordeel te kunnen geven.

Grootste dagafstand
⁰¹ Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 257,51 km
⁰² Vittangi (SE) - Grens FI-NO (FI) - 08/08/2017 215,20 km
⁰³ Coober Pedy - Glendambo (AU) - 08/09/2014 209,15 km
⁰⁴ Kempele - Viitasaari (FI) - 26/08/2017 203,77 km
⁰⁵ Alta - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 201,30 km
⁰⁶ Dorotea - Sorsele (SE) - 02/08/2017 191,15 km
⁰⁷ Akçakale - Arhavi (TR) - 12/06/2013 184,71 km
⁰⁸ Probollingo - Gilimanuk (ID) - 15/03/2014 182,76 km
⁰⁹ Hellevoetsluis (NL) - Kluisbergen (BE) - 28/04/2012 179,82 km
¹⁰ Noordwolde - Houten (NL) - 14/08/2020 178,27 km

Grootste dagklim
⁰¹ Buena Vista - Canta (PE) - 28/03/2018 2389m
⁰² Huara (+13km) - Huara (+73km) (CL) - 07/07/2015 2246m
⁰³ Vilar Seco - Covilhã (PT) - 25/03/2020 2212m
⁰⁴ Baiyangxiang - Baiyangxiang (+70km) (CN) - 07/10/2013 2202m
⁰⁵ Khashuri - Tskhratskaro-pas (GE) - 11/05/2025 2193m
⁰⁶ Fiesch - Tavanasa (CH) - 17/07/2020 2140m
⁰⁷ Tsageri - Khikhati-pas (GE) - 09/05/2025 2104m
⁰⁸ Valdelosllanos - Los Molinos (ES) - 04/03/2020 2076m
⁰⁹ El Pla de Sant Tirs (ES) - Vaychis (FR) - 08/07/2020 2012m
¹⁰ Iğdır - Kars (TR) - 29/04/2025 1998m

Langste fiets-/loopdag (excl. pauzes)
⁰¹ Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 15:02:00
⁰² Alta - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 14:51:23
⁰³ Vittangi (SE) - Grens FI-NO (FI) - 08/08/2017 14:17:17
⁰⁴ Dorotea - Sorsele (SE) - 02/08/2017 13:12:08
⁰⁵ Haurvig - Svankaer (DK) - 12/07/2017 12:17:35
⁰⁶ Noordwolde - Houten (NL) - 14/08/2020 12:01:00
⁰⁷ Junin (-32km) - Huánuco (-82km) (PE) - 31/08/2015 11:46:00
⁰⁸ Matasaru - Boekarest (RO) - 15/04/2017 11:45:32
⁰⁹ Nyjidalur airport - Thorisvatn (IS) - 26/06/2017 11:43:40
¹⁰ Talavera - Navalvilar (ES) - 22/02/2020 11:35:00

Hoogste pas
⁰¹ Abra del Acay (AR) - 14/01/2018 4895m
⁰² Paso de Jama - San Pedro de Atacama (CL) - 05/02/2018 4831m
⁰³ Abra Pirhuayani (PE) - 15/07/2018 4725m
⁰⁴ Abra Yanashalla (PE) - 04/09/2015 4720m
⁰⁵ Ak-Baital pas (TJ) - 17/06/2016 4655m

Langste verblijf land (aantal keer bezocht)
⁰¹ Argentinië - 149 dagen (5x)
⁰² Portugal - 127 dagen (2x)
⁰³ Australië - 123 dagen (1x)
⁰⁴ Peru - 115 dagen (3x)
⁰⁵ Chili - 112 dagen (4x)

Langste verblijf stad (aantal keer bezocht)
⁰¹ Nabainhos (PT) - 92 dagen (1x - lockdown)
⁰² Boekarest (RO) - 16 dagen (2x)
⁰² Upington (ZA) - 16 dagen (2x)
⁰⁴ Bishkek (KG) - 15 dagen (5x)
⁰⁵ Paramaribo (SR) - 14 dagen (3x)

Langste onafgebroken reeks fiets-/loopdagen (halve dag: 1,75 - 5,25 uur, hele dag: 5,25 uur of meer)
⁰¹ Málaga (ES) - Douro (PT) - 2020 32,5d (3290 km)
⁰² Fukuoka - Miyako (-42km) (JP) - 2016 30d (2538 km)
⁰³ Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26,5d (1033 km, te voet)
⁰⁴ Trelew - San Rafael (AR) - 2017 25d (2265 km)
⁰⁵ Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23d (2622 km)
⁰⁶ Mazatlan - Mexicali (MX) - 2018 21,5d (1933 km)
⁰⁷Hellevoetsluis (NL) - Belgrado (RS) - 2025 21d (2037 km)
⁰⁸ Sorgues (FR) - Manfredonia (IT) - 2016 20,5d (1757 km)
⁰⁹ Roda de Bera (ES) - Bouarfa (MA) - 2018 20,5d (1696 km)
¹⁰ Manaus (BR) - Georgetown (GY) - 2018 20,5d (1597 km)

Langste onafgebroken reeks wildkampeernachten (kamperen op niet-toegewezen plekken en zonder gebruikmaking van douche of elektriciteit)
⁰¹ Castro Verde - Douro (PT) - 2020 27x
⁰² Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26x
⁰³ Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23x
⁰⁴ Hellevoetsluis (NL) - Belgrado (RS) - 2025 20x
⁰⁴ Edirne - Diyarbakır (TR) - 2025 20x
⁰⁶ Praag (CZ) - Debrecen (HU) - 2017 19x
⁰⁶ San Rafael - Cafayate (AR) - 2017/2018 19x
⁰⁸ El Chalten (AR) - Coyhaique (CL) - 2015 18x
⁰⁸ Buenos Aires - Trelew (AR) - 2017 18x
¹⁰ Puerto Montt (CL) - Malargüe (AR) - 2015 17x

Langste onafgebroken reeks tentovernachtingen
⁰¹ Darwin - Perth (AU) - 2014 123x
⁰² Mutoko (ZW) - Karasburg (NA) - 2019 96x
⁰³ Fukuoka - Osaka (JP) - 2016 79x
⁰⁴ Kristiansand (NO) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 74x
⁰⁵ Igoumenitsa (GR) - Sofia (BG) - 2016 39x
⁰⁶ Hellevoetsluis (NL) - Manfredonia (IT) - 2016 38x
⁰⁶ Keflavik - Keflavik (IS) - 2017 38x
⁰⁸ Aus - Opuwo (NA) - 2019 36x
⁰⁹ Windhoek (NA) - Monze (ZM) - 2019 35x
⁰⁹ Nabainhos (PT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 35x

Langste onafgebroken reeks dagafstanden >= 100 km
⁰¹ Vilariça (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 18x (2164 km)
⁰² Warschau (PL) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 11x (1442 km)
⁰³ Hellevoetsluis (NL) - Sorde de l'Abbaye (FR) - 2012 10x (1465 km)
⁰⁴ Hellevoetsluis (NL) - Nørre Rubjerg (+2km) (DK) - 2017 10x (1243 km)
⁰⁵ Tumpen (AT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 9x (1165 km)
⁰⁶ Bouanane (-40km) - Assa (-17km) (MA) - 2018/2019 9x (1010 km)
⁰⁷ Faset (-33km) (NO) - Jokkmokk (-15km) (SE) - 2017 8x (984 km)
⁰⁸ B'xiang (+70km) - Yuanyang (+15km) (CN) - 2013 8x (970 km)
⁰⁹ Kununurra (+90km) - Broome (-20km) (AU) - 2014 8x (931 km)
¹⁰ Kulgara (+85km) - Afsl. B55 Wilmington (AU) - 2014 7x (895 km)

Recente Reisverslagen:

18 Mei 2025

Bittere herdersoorlogen

21 April 2025

Kamperen in de aardkorst

29 Maart 2025

Huilbaby's met een vertraagd autoalarm

06 Maart 2025

Krokante wegen naar Europa’s bezongen steden
Richard

Actief sinds 16 Feb. 2013
Verslag gelezen: 355
Totaal aantal bezoekers 325809

Voorgaande reizen:

11 Februari 2025 - 31 December 9999

Een wereldfietser heeft negen levens (deel 2)

31 Oktober 2020 - 31 December 2024

Wederwaardigheden in een klein bestaan

03 April 2013 - 22 September 2020

Per fiets de wereld rond

Landen bezocht: