Het dode, krijsende meisje
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
11 Februari 2020 | Portugal, Castro Verde
Kinderen en dronken mensen stelen dan wel je Fanta, maar eigenlijk was Afrika veel veiliger dan ik dacht. Ik vreesde vooraf dat ik zeer op mijn hoede moest zijn om diefstallen te voorkomen maar ook in Afrika is er een algemeen moreel besef dat je van andermans spullen afblijft. Natuurlijk zijn er zones in Afrika waar geen wetten lijken te gelden maar die heb ik gemeden. Slechts één keer kwam ik verkeerde figuren tegen, in Nkhata Bay in Malawi, maar verder waren de mensen me over het algemeen gunstig gezind. Mensen waren gastvrij en hulpvaardig. Open, positief en makkelijk benaderbaar. Ik vond het vaak schrijnend om te zien hoe mensen moeten sappelen om te overleven. Hoe ze dag in dag uit smakeloze pap eten of knagen aan stokken. Hoe ze zeulen met grote lasten die mogelijk een paar centen gaan opleveren. Wat eigenlijk nog schrijnender is is die aangeleerde hulpeloosheid. Die afhankelijkheid van hulp, dat tragische vertrouwen in een hogere macht, die vlucht in alcohol. Nergens lijken mensen de handen ineen te slaan om hun lot te verbeteren, iedereen blijft individueel doorploeteren. Misschien wel omdat bij een samenwerking teveel mensen zich zouden onttrekken aan hun plichten maar wel vooraan zouden staan om te oogsten. Waarom probeerden ze niet om een leven te leiden, dat dacht ik vaak als ik geconfronteerd werd met apathie en de woorden ‘we suffer’, wij lijden. Blank en zwart, dat is niet slechts een kleurverschil, zeker niet in Afrika waar het vooral een verschil in levensinstelling is. Denken aan je toekomst of leven bij de dag, je voorzieningen onderhouden of toch vooral je sociale contacten, je lot in eigen hand nemen of blind vertrouwen op wat komen gaat. Maar hoe ik ook oordeel, nooit mag ik vergeten dat ik door de mensen op dit continent welkom ben geheten en goed behandeld ben.
Mijn tijd in Afrika is voorbij. Onder Reisdetails zijn zoals gebruikelijk alle statistieken en rangschikkingen terug te vinden.
~
Terug in Nederland viel het me op hoe lang het donker was. Ik landde om vijf uur ’s nachts en daarna bleef het nog uren donker, en het daglicht was al weer verdwenen voor het avond was. Het was zogezegd bizar vaak donker, want zo heet dat tegenwoordig. Taal verandert ook terwijl je weg bent, er ontstaan nieuwe woorden, woorden wijzigen en bestaande woorden kunnen ineens heel populair worden. Het woord ‘bizar’ is het inmiddels nagenoeg betekenisloze modewoord ‘letterlijk’ in populariteit voorbijgestreefd, en alles wat een beetje vreemd is, opvallend of ronduit geweldig is tegenwoordig bizar. Hoe gaat het? Bizar! Verder heeft het werkwoord ‘willen’ er in de derde persoon enkelvoud een t bijgekregen, al is het nog niet officieel. Feyenoord wilt een spits en iedere deelnemer wilt naar de finale van Expeditie Robinson. Het is een logische wijziging, in lijn met de standaardvervoeging van werkwoorden, en het klinkt nog Rotterdams ook. Ja toch? Ik wilt maar zeggen.
~
Toen ik in het najaar van 2018 terugkeerde uit Zuid-Amerika deed ik thuis een ontdekking. Birma, ook bekend als Myanmar, had een nieuwe deur geopend voor toeristen. Het was al jaren zo dat je er naartoe kon vliegen en door het land kon reizen, maar de buitengrenzen waren gesloten. Als ik het me juist herinner ging in 2013 de grens met India open, en nu was in 2018 ook de grens met Thailand niet langer gesloten. En dat bood nieuwe mogelijkheden. Ik kon nu vanaf de Vietnamese kust helemaal tot in de Himalaya rijden in Noord-India. En omdat het in Zuidoost-Azië een stuk eenvoudiger is om een Chinees visum te verkrijgen dan waar dan ook zou ik mogelijk én dat stuk in zuidelijk China van ruim 300 km dat ik in 2013 moest overslaan alsnog kunnen rijden én aansluitend op de Himalaya alsnog dat andere gat in mijn route kunnen dichtrijden, dat van Sary-Tash in Kirgizië naar Xining in China. Dat laatste zou ik dan kunnen combineren met (alsnog) een tocht door Mongolië. Ik vond het een fantastisch plan en dat vind ik nog steeds. Ik moest er wel vóór oktober mee klaar zijn want dan zou het te koud worden in Noord-China en Mongolië en dat betekende dat ik op z’n laatst begin februari moest beginnen met deze tocht. Dat kwam in 2019 niet goed uit en dus vervroegde ik mijn idee om in Afrika te fietsen naar 2019 en zette het Azië-plan in de agenda van 2020.
Op 9 juni 2019 voelde ik me genoodzaakt te stoppen met de route die ik volgde naar Uganda. De luchtvervuiling had dusdanige vormen aangenomen dat het me verstandig leek om niet dieper rokerig Afrika in te rijden. Toen wist ik dat er ook een streep kon door mijn Azië-plan. Mijn route zou door een groot deel van India gaan en India is één van de vuilste landen ter wereld, in vele opzichten, qua afval, qua waterkwaliteit en, pech voor mij, qua luchtkwaliteit. Ik verwachtte niet dat Nepal veel beter zou zijn en wist dat ik in Zuidoost-Azië opnieuw afvalverbranding, muggenspiralen en wierook kon verwachten. En als het tropische deel van de reis niet doorging, ging er ook een streep door het Chinese visum en dus door China en Mongolië. Misschien dat ik ooit nog dit plan uit kan voeren, als mijn longen voldoende hersteld zijn van mijn verblijf in Mexico, Brazilië, Suriname en Centraal-Afrika, maar voor 2020 moest er een ander plan komen.
Ondertussen was mijn reis door Afrika wel afgestemd op het Azië-plan. Ik was al in januari 2020 terug in Nederland om in februari aan het plan te kunnen beginnen dat nu niet meer doorging. In het oprekken van mijn Afrikareis had ik weinig heil gezien en dus stond ik uiteindelijk toch echt weer in de Nederlandse kou, al was het wel met nieuwe ideeën. Het hoofdidee was een tocht met een opdracht: door zoveel mogelijk Europese landen fietsen waar ik nog nooit gefietst had. Op een tocht door de VS en Canada na, wat ik ooit nog eens in een lange zomer wil doen, was een tocht door onbekend Europa het enige wat ik nog kon doen als ik niet opnieuw in de rook (tropen) of op bekend terrein (Argentinië, Australië, Centraal-Azië) wilde fietsen. Maar fietsen in Europa kon eigenlijk pas met goed fatsoen vanaf april; zoals u misschien weet bevries ik bij temperaturen lager dan 10°C. De vraag was daarom waar ik tot april ging overwinteren. Dat meende ik ook te weten, dat was in Israël en Jordanië. Maar ik heb me daar in Afrika totaal vergist in de grootte van deze landen; het stuk woestijn dat ik in die landen wilde bereizen was feitelijk niet groter dan Nederland, en dan is twee maanden knap lang. Ik heb lang gepuzzeld maar aan de spaarzame andere opties kleefden te grote nadelen. Saoedi-Arabië, dat nu definitief toegankelijk is voor toeristen, was een interessante optie, maar dit land heeft de hoogste concentratie fijnstof ter wereld, niet door rook maar door woestijnstof, en is dus voor mij geen verstandige bestemming. Oman, een land dat ook al lang in mijn plannen voorkomt, verstrekt slechts visums voor 30 dagen en een verlenging van dat visum komt routetechnisch niet uit. En Taiwan bleek ook niet groter dan Nederland te zijn. Eigenlijk resteerde mij maar één mogelijkheid: mijn Europa-plan rekken. Ik kon ergens in het uiterste zuiden van Europa beginnen en naar gelang de temperatuur het toe zou staan opschuiven naar andere regio’s. En zo werd dit mijn plan voor 2020. Een plan dat wat sprongen en intermezzo’s zal hebben en dat zal duren tot 3 oktober, de dag dat ik de 7,5 jaar voltooi, en dan hoop ik in totaal minimaal 75 landen bezocht te hebben.
Een nadeel van mijn plan was dat ik om nieuwe landen te zien onvermijdelijk door landen moet waar ik eerder was, maar een groot nadeel was dat niet want het is geen straf om door Spanje of Frankrijk te rijden. Ik was eigenlijk wel toe aan het comfort van Europa na mijn tocht door Afrika. Alles zou weer verkrijgbaar zijn, vaak voor weinig geld. Het zou veiliger zijn. Ik zou vaker door bevolkte gebieden rijden maar ik zou anoniemer rondrijden; in Afrika had ik toch vaak het refrein van het lied Freaks van Marillion in mijn hoofd: ‘All the best freaks are here, please stop staring at me’. Het was een comfortabele gedachte dat ik in Europa ging fietsen. Bijna altijd hikte ik aan tegen een nieuwe fietsreis, nu niet. Soms knaagde het, dan verlangde ik naar een groot nieuw avontuur in een onbekend gebied. Maar om uiteenlopende redenen kon dat nu gewoon niet, of het nu Siberië was of Tibet, of de Sahara in Libië en Algerije, of Alaska. Het zou voor later zijn, als het kan, ooit. Nú zou ik afsluiten in Europa. Terug naar waar het ooit begon.
Ooit reed ik van Nederland naar Málaga in Spanje, via Tarifa, de zuidelijkste punt van het Europese vasteland. Dat was op een testrit in 2012. In 2018 was Málaga opnieuw het eindpunt van een route door Europa; van daaruit nam ik de boot naar Afrika. Nu ik klaar was in Afrika ging ik in Málaga weer verder. Alsof het allemaal zo gepland was.
~
Bij dezelfde Lidl als waar ik destijds mijn tassen volpropte vlak voor de overtocht naar Marokko sloeg ik nu een beperkte voorraad in voor een paar dagen. En ik lunchte op hetzelfde bankje voor de supermarkt als toen. Brie en Freeway cola, mijn fietsleven was weer begonnen. Ik startte in de vroege middag aan mijn tocht en reed westwaarts door de heuvels en in de avond zette ik op één van die heuvels onder de bomen mijn tent neer, vlakbij enkele vervallen bijenkasten. Hier had ik naar verlangd, naar het buitenleven, naar slapen in de frisse lucht. Überhaupt naar slapen, na een nacht op de luchthaven. Nu kon het, want nu was het weer vroeg bedtijd en waren de nachten lang.
Ik was blij dat ik weer in Europa reed. Ik reed veel door dorpjes en hier was dat weer leuk. Ik zag pleinen en parkjes, en overal stonden bankjes met naast ieder bankje een vuilnisbak. Ik kon gaan zitten en lunchen, onopvallend, ongestoord. Dat kon ik goed gebruiken na alle aandacht in Afrika. Al was dat toen goed bedoeld, toch was ik liever de toeschouwer.
Ik verbaasde me over de kracht die ik had in de heuvels. Ik reeg de hoogtemeters aaneen tot ver boven de duizend, terwijl ik dat voor het laatst in oktober deed. Normaal moet ik wennen aan het klimmen op een nieuwe tocht. Om me heen had ik vooral akkers en windmolens. De temperatuur lag boven de 20°C en dat was ruim meer dan het statistisch gemiddelde van 15°C waar ik rekening mee gehouden had. Door de uitstekende voorzieningen, mijn krachtige fysieke gestel en het goede weer keek ik plots vreemd aan tegen het feit dat ik een week eerder nog verkondigde dat een start in Spanje de 'minst slechte optie' was. Integendeel, dit was een fantastisch idee.
Ik leek vanuit Málaga net ten zuiden van Sevilla terecht te komen maar dan zou ik op een rivier stuiten zonder brug. In een veerpont had ik geen trek dus ik verlegde de koers iets naar het noorden, naar Sevilla zelf. Toen ik zag dat deze stad nogal een puzzeltocht ging worden reed ik er gelijk maar helemaal omheen. In de avond had ik moeite een kampeerplek te vinden en was gedwongen in het donker verder te zoeken, maar ik werd beloond. Ik was weer getuige van die fijne Spaanse gewoonte. Misschien weet u nog dat ik eerder schreef over huizen en soms ook kleine dorpen die aan het eind van hun levensduur gewoon in het Spaanse landschap mogen vervallen en dat het op deze locaties vaak prima kamperen is. Welnu, dat geldt ook voor wegen, die blijven na gebruik vaak gewoon liggen en worden aldus teruggegeven aan de natuur (ook die fantastische oude bruggen blijven na hun pensionering vaak staan). Ik zag zo'n weg liggen en begon hem te volgen totdat ik op het punt kwam dat de weg verzwolgen werd door de natuur. Tussen geurige wilde planten zette ik de tent op langs het gescheurde asfalt, in een gebied waar niemand was. Ik zocht deze avond een bescheiden, enigszins beschut stukje grond en kreeg op de valreep de hoofdprijs.
In de ochtend, ik was net enkele kilometers op weg, hoorde ik plotseling een leeuw. Dat vond ik wat vreemd, hier in het Spaanse landschap, maar ik was in Botswana geweest en ik herken een leeuw als ik er één hoor. Het bleef niet lang een mysterie. Links van me lagen akkers maar rechts van me lag dichte bebossing en in die bebossing waren soms delen van dierenverblijven zichtbaar. Verderop was er een ingang, met grote afbeeldingen van leeuwen. Dit was een pretpark met dierentuin, en ik had mijn Afrika-kennistestje met glans doorstaan.
De grote akkers en windmolens maakten plaats voor weiden met vee. Ik kampeerde op een idyllisch bergweitje bij een beekje. En later was ik zowaar al de Portugese grens gepasseerd. Bij een ontbijt bij een rivier keek ik eens naar de lijstjes met eerdere prestaties, de lijstjes die ook terug te vinden zijn onder Reisdetails. Ik vermoedde dat er dit jaar nieuwe mogelijkheden zouden zijn om aansprekende prestaties neer te zetten op het gebied van klimmen, zeker met de grote gebergtes die op mijn route liggen. Ik zou toch nog graag eens 2500m op één dag willen klimmen. Ik keek naar het lijstje met langste fietsdagen en zag dat ik in 2012 dagen van bijna 11 uur had gemaakt in Spanje. Misschien heb ik die 2500m al lang gereden zonder het te weten. Het was zonde dat ik pas in de loop van 2013 mijn statistieken m.b.t. hoogte ben gaan vastleggen, nu mis ik gegevens over m.n. de Alpen en de Pyreneeën. Hoe dan ook, de gebergtes en nieuwe mogelijkheden liggen weer voor me, ik kan mijn borst bevochtigen.
Het was tijd voor wat fietsonderhoud. Ik verwisselde een ketting, zette de losgeraakte standaard vast en stelde de verstellingen opnieuw af. Eén ding kon ik niet verhelpen, mede omdat ik niet wist wat er aan de hand was. Er kwamen onregelmatige, venijnige tikken uit mijn fiets, ergens bij mijn achternaaf. Langzaam kwam er meer en meer gerammel bij. Ik kon geen goede verklaring vinden voor het lawaai, er was wel wat speling in het wiel maar de lagers waren pas gesmeerd. De hele verdere dag was ik afgeleid door die rammelbak waarop ik me voortbewoog en ik besloot dat dit zo niet langer kon, ik zou de volgende dag hulp zoeken. De avond bracht ik door op een bijzondere plek. Ik had een oud huis gevonden, of eigenlijk een terrein met een vervallen boerderij en evenzo vervallen stallen en schuren en ik kampeerde er in de tuin. En plots hoorde ik een korte ijzingwekkende gil. En later weer. Eerst nog als onderdeel van het achtergrondrumoer maar later was de buitenwereld stil en klonk het heel dichtbij. Op een zeker moment was het vlak bij mijn tent, mijn tent werd zelfs geraakt. Ik nam aan dat het een meisje was dat hier ruim een eeuw geleden stierf in deze boerderij en nog steeds iedere avond ronddoolde. Ik vond dit uiteraard beregaaf en vroeg me af of ik niet even in de boerderij moest gaan kijken, maar ik nam aan dat geesten mijn tent wel wisten te vinden en zich niet lieten weerhouden door een tentdoek. Maar het bleef hierbij. Wel volgde er een nachtmerrie waarin ik tijdens een rit in mijn nieuwe auto (meer een oude locomotief) merkte dat mijn brandstofslangen waren doorgesneden. Er lag ook een drol op het dak. Kutzooi.
Mijn route veranderde licht. Ik week uit naar Castro Verde want daar was een fietsenmaker en ook nog een supermarkt en een camping.
De fietsenmaker haalde de naaf uiteen, zette alles weer in elkaar, draaide alles aan en dat moest het zijn. Geen bijzonderheden waargenomen. Ik reed terug naar de camping. Het lawaai was afgenomen maar ik vreesde dat ik binnen een week weer met hetzelfde probleem zou zitten. Misschien gaat op deze reis mijn fiets de grote uitdaging worden.
-
18 Februari 2020 - 17:49
Els Vlielander:
Richard het was weer een spannende belevenis heb er weer van genoten.
Wens jou veel succes en een mooie tijd.
Groetjes -
15 Juni 2021 - 23:11
Belle:
Ben je met je longen wel eens bij een longarts geweest? Hyperreactieve longen zijn rustig(er) te houden met inhalatie corticosteroïden. Ik heb hetzelfde. Niet allergisch voor pollen of huisstofmijtuitwerpselen maar overgevoelig voor sigaretterook, barbecues, houtkachels, sommige parfums en de drukinkt van de Telegraaf. Ook met een pufje is het een beste deze provoserende zaken zoveel mogelijk te vermijden maar de longen blijven wel langer schoon. -
16 Juni 2021 - 20:00
Richard Van Dijke:
Dik tien jaar geleden wel eens naar een ziekenhuis geweest voor longfoto's, maar er zijn geen bijzonderheden aangetroffen. Klachten verdwijnen ook altijd als ik me weer structureel in een omgeving met gezonde lucht bevind. Voorlopig beperk ik me tot het vermijden van rokerige omgevingen, maar ik zal je advies in het achterhoofd houden, misschien komt het nog van pas. Bedankt! -
16 Juni 2021 - 20:50
Belle:
Alleen een longfoto? Geen histamine-provocatietest, geen longfunctie-onderzoek? Maar goed, als je er verder geen last van hebt, dan prima. Maar als verkoudheden steevast zorgen voor vastzittende hoest e.d. dan moet er verder gekeken worden. Of als je merkt dat je vaak kortademig bent.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley