Kinderen en dronken mensen stelen je Fanta - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Richard Dijke - WaarBenJij.nu Kinderen en dronken mensen stelen je Fanta - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Richard Dijke - WaarBenJij.nu

Kinderen en dronken mensen stelen je Fanta

Door: Richard van Dijke

Blijf op de hoogte en volg Richard

07 Januari 2020 | Namibië, Windhoek


Rehoboth, Lake Oanob resort, zes uur 's morgens. Vlakbij mijn tent maakten honden plots een enorm kabaal. Geïrriteerd opende ik de tent. Ik zag een fox terrier en een husky-achtige hond en twee witte puppies, en de husky speelde wild met een van de puppies. De scène kreeg een ander karakter toen ook de fox terrier zijn tanden in de puppy zette en het werd ronduit macaber toen het kleine beestje uiteengereten dreigde te worden. Ik kwam mijn tent uit en drie honden renden weg. De onaangeraakte puppy bleek een kleine volwassen hond te zijn geweest die keffend toekeek, de andere puppy was een stervende of inmiddels al dode kat. Ik droeg het beestje naar de receptie, waar buiten een man van de security onder een dekentje lag. Ik maakte hem wakker, droeg de verdere afhandeling aan hem over en probeerde een normale dag te beginnen.

Mijn mooie stek met ruim terras aan het stuwmeer was deze dag gereserveerd maar gelukkig was er elders een reservering gecanceld. Die plaats lag aan de andere kant van het park en ik ging er eens kijken. Maar... er was hier geen kampeerplaats, alleen een grote bungalow. Ik liep er omheen en zag dat de 'bungalow' aan twee zijden open was, met een vuurplaats, wasbakken en veel ruimte. Dit was wel degelijk een kampeerplaats, weer zo'n prachtige plek boven het stuwmeer. Wat een luxe is er soms te vinden op dit continent voor low budget reizigers.

Er moest een plan voor een slotrit komen, een laatste tour door Namibië voor mijn laatste 3,5 week in Afrika. Ik fietste al maanden tussen hekken en dacht met weemoed terug aan mijn eerste weken in Noordwest-Namibië in april vorig jaar. Toen had ik toch zeker in de vrije natuur gefietst en gewildkampeerd? Toen waren er toch hooguit hekken naast asfaltwegen? Ik wilde terug naar die regio. Ik trok nieuwe lijnen op de kaart, lijnen die zo min mogelijk overlapten met de lijnen die ik eerder maakte, maar ik moest er wel versneld naartoe omdat tijd een factor werd om rekening mee te houden. En dus moest ik op de kiezen bijten en die hoofdweg zonder vluchtstrook nemen naar hoofdstad Windhoek en dan opnieuw 134 km rijden op het traject Windhoek - Swakopmund. Daarna zou er een afslag zijn en dat was mijn beginpunt van een nieuwe route door Noordwest-Namibië. 800 km naar Opuwo, nabij Angola, en via een andere route terug naar Windhoek.

Als je het ergste verwacht valt het uiteindelijk mee. De rit naar Windhoek was te doen, dit was geen Bangkok of Ankara. Ik plande het zo dat ik de laatste afslag voor Windhoek nam om te overnachten en de volgende ochtend de stad kon doorkruisen. Die gravelweg waarlangs ik kampeerde was bijzonder omdat ik hier volop apen om me heen had. Gelukkig waren ze schuw en hoefde ik niet veel inspanningen te verrichten om mijn spullen te beschermen. In de ochtend reed ik de laatste kilometers naar Windhoek door een droog, bergachtig landschap dat een Spaans karakter had, alsof ik naar Valencia reed. Mooie stad dat Valencia, goed voetbal ook. De plaatselijke FC aldaar had afgerekend met een team uit een niet nader te noemen hoofdstad uit Nederland en zou overwinteren in de Champions League, zo vernam ik van het thuisfront. Wat een fraaie prestatie.

In Windhoek stond ik voor een rood licht bij een kruising. Hier kon je naar rechts, naar luchthaven Hosea Kutako. Ooit kwam ik daar vandaan fietsen en reed ik rechtdoor Windhoek in. De cirkel was rond. Ik was terug waar ik was en had iedere meter tot bijna bij Burundi en terug op eigen kracht afgelegd. Het was geen volmaakte cirkel geworden, eerder de contouren van een gebruikt condoom. Eén met prikkeldraad, door al die wegen waarop ik noodgedwongen om moest keren. Binnenkort kan ik achter mijn pc dit prikkeldraadcondoom op het kaartje linksboven tekenen.

Over een bekende route reed ik verder. Ik zag weer de verkopers langs de weg. Creatieve lieden hadden blik en draad gerecycled en modelauto's gemaakt, minder creatieve lieden boden bijeengebonden riet en takjes aan. Ik was blij dat ik weer een vluchtstrook had. In Okahandja, destijds mijn spannende eerste dorp op de route en nu een gat als zovele, deed ik boodschappen en reed snel verder, nu westwaarts. In de namiddag zwoegde ik om een afslag te halen voor het donker werd want ik wilde niet langs de hoofdweg kamperen. Het had eenvoudig geleken maar de weg ging hevig golven en vertraagde me. Ik werd voortijdig gered door een grote ruimte onder de weg. Heel veel zwaluwen bleken hier hun nest te hebben bovenaan de wanden van de afwateringsruimtes en ik koos het compartiment met de minste nesten om de natuur zo weinig mogelijk te verstoren. Ik wilde niet op mijn geweten hebben dat tientallen kuikens geen wurmen krijgen omdat de ouders niet meer naar hun nest durven te vliegen.

En in de ochtend verliet ik het asfalt toen ik de voornoemde afslag bereikte. Ruim 600 km gravel lagen voor me. Ik ben blij dat ik dat pas achteraf berekende. Ik ging voortvarend van start maar toen er rond vijven 90 km op de teller stond was ik redelijk op. De dagen werden echt te lang in deze hitte, ik moest de komende tijd echt mijn best gaan doen om pauzes in te lassen in de schaduw. Bij een kleine afwateringsruimte vond ik wat schaduw en nam wat rust en mijn pauze werd verlengd doordat ik bij vertrek met een lekke band geconfronteerd werd en ik nog even een band mocht plakken, of, in mijn eigen woorden (weet u nog?), een plant mocht bakken. Vlak voor Omaruru meende ik vrije natuur aan mijn zijde te hebben maar toen ik de natuur in liep voor een overnachting zag ik draad op de grond en liggende palen. Ik liep verder door, dan maar semi-illegaal overnachten. Het werd bemoeilijkt door de begroeiing, vaak stonden de struiken net niet ver genoeg uiteen om er tussendoor te lopen en zodra ik een struik raakte werd ik gegrepen door de kleine weerhaakjes aan de takken. Het was, gezeten in mijn tent, een vreemde gewaarwording dat ik me op 100m van de weg feitelijk onveiliger voelde dan normaal op pakweg zes meter van de weg. Als je je zonder beperking ver weg kunt verschuilen voor de buitenwereld sta je voor je gevoel zelden ver genoeg.

In de Shoprite in Omaruru kocht ik weer eens een blik chakalaka, de groente in saus die ik op mijn allereerste avond in Namibië at. In Zuidoost-Azië leerde ik om geen voedsel te kopen dat 'spicy' is, dat is me te heet, en daarom raakte ik hier in verwarring toen ik de keuze had uit chakalaka die 'mild & spicy' was en 'hot & spicy'. Maar feitelijk is gekruid eten in Afrika geen uitdaging. Specerijen zijn niet zo besteed aan het Afrika bezuiden de Arabische invloedssfeer. Ik kocht ook negen tweeliterflessen limonade en een zak nectarines. Ik wilde buiten direct een paar van die vruchten eten maar ze waren koud en hard. Omaruru was een relaxed plaatsje waar ik in alle rust doorheen kon fietsen en een klein deel van het traject bestond even uit asfalt, maar al vlot had ik weer een krakende ondergrond toen ik op weg ging naar Omatjete. U leest het goed, heel wat plaatsen hier zijn vernoemd naar inspirerende grootmoeders. Het begin was goed maar verderop werd het een vervelende stuiterweg, met een harde ondergrond die toch was veranderd in een wasbordweg. Af en toe moest ik mijn bagage opnieuw vastbinden en mijn zak fruit dreigde een massa warme nectarinepap te worden. En toen... toen bereikte ik een belangrijke grens. Het was de hekgrens. Er was een veerooster, nog even ging het hek door en... hield toen op. Vrije natuur. Eindelijk. En dat zou de norm blijven. Na 60 km gravel kwam ik aan in Omatjete. De beschaving zoals ik die kende lag nu achter me, ik was nu een nieuw stuk Afrika ingereden. Aan een toonbank kocht ik koude limonade. Er stonden stoelen op een beschaduwde binnenplaats en er werd een tafel voor me gehaald. Vandaag had ik mijn ingelaste pauze. Bij vertrek kocht ik er nog eens drie flessen bij en zo kon het gebeuren dat ik met 13 tweeliterflessen, waarvan vier aangebroken, weer op pad ging. Omdat dit de eindfase van de reis was en de uitrusting uitgedund was had ik volop ruimte in de tassen. De laatste uren van de dag reed ik door een wonderlijk stuk natuur. Het was net een park, met bomen op ruime afstand van elkaar en schaarse stukjes gras, en ik kampeerde in een bedding. Het was fijn om weer echt in de natuur te kamperen en niet langs de weg, al was ik wel onzeker over bewoning om me heen, zoals ik dat ook vaak in Botswana was.

De volgende dag lunchte ik bij een bergje waarop keien lagen zo groot als olifanten. Ik liep om de berg heen. Omdat het kon. Omdat de natuur eindelijk niet meer afgeschermd was. In de middag overlapte mijn route een stukje met de route van april, en dat was een memorabel stuk route. Het was die ellenlange lichte klim voorbij Herrero Onverwag Village, het gehucht met de handwerkkramen. De klim was nu beter te doen want de wind stond gunstiger en hield de vliegen bij me vandaan. Toen ik weer op onbekend terrein was viel het me op dat er zoveel bomen in het landschap te zien waren en dat de struiken verdwenen. Ik reed langs een camping maar richtte me op wildkamperen. Een kilometer of vijf verder naderde ik een dorp en besloot vóór het dorp de natuur in te lopen om de tent op te zetten. Een aanvullende reden om nu niet verder te gaan was dat de weg zo zanderig werd dat ik nog slechts met moeite vooruit kwam en ik twijfelde of ik verder moest gaan. Ik zag ineens bewoning staan en reed een stukje terug. Ik verliet de weg maar zag na 100m lopen ook daar een huis en ik verlegde de koers iets, en ik merkte dat ik intussen de camping vrij dicht genaderd was. Het werd donker, bij het huis begon een hond te blaffen, vanaf de camping scheen licht en achter me hoorde ik stemmen. Ik gaf mijn plan op en keerde om. De stemmen waren van enkele luidruchtige jongemannen. Ze kwamen op me af toen ze me zagen, het leek even dreigend, maar de toon veranderde toen ik zei op weg te zijn naar de camping. Zij werkten daar en hun dag zat erop. Ik hoefde slechts door het land op het licht af te gaan en kon beter niet via de weg gaan. 'Because elephant and leeu cross the road', zei één van hen.

Madisa Camp was een prachtig kamp. Het lag tegen een muur van enorme stenen. Bij de sfeervolle bar zat een bebaarde man te eten. Zijn naam was Wijnand en dit was zijn kamp. Hij liet me voor een paar euro overnachten. Er was geen stroom maar er stond nog wel een ketel heet water en dus kon ik thee zetten en ik keek om me heen in dat magische avonturendecor waarin ik terecht was gekomen; ik hoefde er alleen zelf nog maar fakkels en filmmuziek van Hans Zimmer bij te denken.

In de ochtend was de magie weg. Een rokerige lucht maakte een einde aan mijn dromen. Ik stond op en wilde douchen maar kon nauwelijks ademen in het douchehokje. Ik vluchtte terug naar mijn tent, keek om en zag grote rookwolken uit het sanitaire gebouw komen. Oh ironie, men verwarmde het water met een houtvuur opdat mensen zouden kunnen douchen, maar het resultaat was dat je het douchehokje uitgerookt werd, en waarvoor? Zelfs het koude water uit de kraan was al 30°C. Ik pakte mijn spullen in want ik wilde eigenlijk zo snel mogelijk weg maar het leek me beter om toch nog even te eten. Op een stenen platform dat diende als vuurplaats at ik, onbeschut tegen zon en vliegen. Omdat er geen stroom was had ik geen koffie en dus bestond mijn ontbijt uit water en brood, maar het was dan tenminste lekker water, als magere melk, zoals ik dat ooit eerder dronk in deze hoek van het land. Ik wist niet waar ik heen wilde, vooruit door het zand of terug en via een omweg verder, maar ik wilde hier weg. Toen ik aan de weg stond besloot ik, ook al was het nog 62 km, om vooruit te gaan en dat was een goede beslissing. Dit was misschien wel de slechtste weg die ik had in Zuid-Afrika en Namibië, er lagen zelfs aan beide kanten van de weg alternatieve paden, maar de situatie was nu anders. Ik had een zachte achterband en daarmee viel redelijk te rijden door het zand. Nou kende ik die truc al langer maar had ook ervaren dat je op deze wijze je banden bij de velgen kapot rijdt. Dat was nu niet anders maar... dat maakte nu geen fluit meer uit. Dit waren de laatste weken, alles mocht op, en in geval van nood had ik nog een oude buitenband. Ik zette mijn tent op langs de weg om vrij van vliegen te kunnen lunchen en reed verder, en aan het eind van de middag was ik aan het eind van mijn laatste secundaire weg op de route naar Opuwo, vanaf dan waren er alleen nog hoofdwegen, echter wel nog steeds gravel. Er was een kleine nederzetting bij de kruising. Winkels waren er niet meer op mijn route, wel drankbalies. Er was hier niets van mijn gading maar ik kon er tenminste een fles water laten vullen. Het vervolg verraste me, ik kwam terecht in een duinlandschap met bomen en er was een stevige storm opgestoken waardoor er vlagen zand over de weg waaiden. In die storm zette ik de tent op. Ik was blij dat ik doorgezet had, de omweg zou me een dag langer gekost hebben. Ik had nog voor twee dagen vocht, reed zo'n 75 km/d en had nog 300 km te gaan. Ik hoopte dus op meer drankbalies onderweg anders ging het een lastig verhaal worden.

De volgende dag was er plots een klimmetje vlak na de start. En het klimmetje zou de hele dag niet meer ophouden. Het was bloedheet, de vliegen hadden vrij spel en de hellingen konden extreem steil zijn. In Bergsig was er zowaar een dranklokaal met cola en Fanta in de koeling. Buiten dronk ik koude cola in de schaduw en kreeg een vreemd verzoek. Een jongen kwam uit het dranklokaal en vroeg of de verkoopster iets van mijn cola mocht want ze had dorst. Ik nam een strijdlustige houding aan en zei: 'Het is van MIJ!'. Ik kocht daarna nog vier Fanta en tankte vijf liter water en reed weer verder. Ik had weer 22 liter vocht in totaal en het was zwaarbewolkt geraakt dus veranderden mijn perspectieven snel; ik ging voorlopig niet uitdrogen. Duinen waren ingeruild voor een landschap vol steen. Ik mocht weer puinruimen voor ik de tent kon opzetten. Veel vorderingen had ik niet gemaakt deze dag door de lange klim maar de volgende ochtend was er een lange daling. Bij Palmwag was er een hek over de weg. Hier waren controles op het bezit van verse producten om verspreiding van ziektes tegen te gaan, maar bij mij werd het vooral een fotosessie want ik was een bijzondere verschijning. Voor mij was er ook een bijzondere verschijning want een jongetje dat er rondliep had een lendendoek om. Had ik het Namibië van de natuurvolkeren bereikt? De middag werd zwaar want steeds waren er wateroversteekplaatsen. Nu was er geen water maar de beddingen lagen diep en zo was ik de hele middag aan het beddingdippen. Soms was er bewoning en werden er stenen langs de weg verkocht. Bij één kraam kon je een 'blue stone knecles' kopen. En op een zeker moment zag ik leden van een natuurvolk en ik herkende ze, dit waren Himba, ik had ze eerder gezien in het programma 'Belgen in de rimboe', toen een Vlaamse familie bij deze stam verbleef. De natuur toonde me niet alleen mensen maar ook kleine baobabs en springbokken. De volgende ochtend had ik veel te stellen met minder welkome dieren: fruitvliegjes. In Khowarib was er een saloon waar ik koude cola kon krijgen en ik lunchte op de veranda. De middag bracht meer Himba, springbokken en nu ook groene dwergpapegaaien. In de vroege avond was er een kloof. Ik wilde niet in het dorp stranden aan het eind van de kloof en besloot in de kloof te kamperen, in een bedding. Ik bespeurde echter olifantenpoep en ernstig beschadigde bomen. Ik twijfelde, maar zette toch de tent op in het veiligste hoekje dat ik kon vinden en hoopte er het beste van.

Op de ochtend die volgde werd duidelijk dat ik de kloof de vorige dag niet meer uit had kunnen rijden; over loodzware hellingen moest ik dit gebergte verlaten. Was ik boven dan volgde er een even steile helling naar beneden en mocht ik weer opnieuw omhoog. In deze achtbaan ging veel tijd zitten. Eén helling was geasfalteerd en prompt waren er twee picknickplaatsen. Ik nam van de gelegenheid gebruik en dronk lauwe cola. Het smaakte me goed want dorst maakt lauwe cola zoet. De dorst verdween toen er een loden hemel opdoemde en er een milde bui viel. Het viel me op dat mijn ervaringen hier zo anders waren dan in de eerste weken van deze reis, op mijn huidige route was meer bewoning en het was zoveel groener.

De nacht voor ik Opuwo bereikte sloot de tent niet volledig meer, maar ik verwachtte dat er niet meer dan mieren door de open delen van de ritsen zouden komen, en zelfs die bleken weinig interesse te hebben om me te vergezellen. Opuwo was een rommelige plaats, een dorp dat ook in Tanzania had kunnen liggen als er geen Spar en nog wat andere grote winkels hadden gestaan. Dit was weer volop Afrika en ik vond het leuk om hier te zijn. Een groot verschil met eerdere plaatsen was dat hier veel Himbavrouwen rondliepen. Mijn fascinatie groeide, deze vrouwen hechten veel belang aan hun uiterlijk en hun inspanningen zijn niet tevergeefs. Ze zien er indrukwekkend uit met hun okerkleurige dreadlockachtige haar, hun leren riemen, hun pols- en enkelbanden, schelpen en koorden. Borsten lijken geen sexuele connotatie te hebben en blijven onbedekt. Zat ik echt op hetzelfde continent als begin 2019, toen sluiers, thee en minaretten het straatbeeld bepaalden?

Het was tijd voor een kleine onderbreking. De campings vielen tegen en ik waagde een poging bij een guesthouse dat er betaalbaar uitzag. De prijs voor een kamer lag boven mijn budget maar toen er wat van af ging niet meer, en zo had ik mijn eerste kamer met wifi in bijna vijf maanden, want zo lang was het geleden dat ik die kamer had in die rumoerige omgeving op mijn eerste avond in Zimbabwe.

Voor ik weer op pad ging bevoorraadde ik me in de supermarkt en ook hier liepen volop Himbavrouwen rond. Eén van hen toonde me een fles slaolie. 'Nee, dank u', zei ik. 'You buy this for me?', vroeg ze. Een andere Himbavrouw stond voor me bij de kassa. Ze had een baby op haar rug. Die had een kleine hanenkam, polsbandjes en midden op de rug een horizontale, wijduitstaande vleugel van golvend leer. Een baby met een spoiler. Dit was zonder twijfel de coolste baby ooit. Even kreeg ik het gevoel dat de buitenwereld de set was van een Afrikaanse remake van Mad Max II. Waren er eigenlijk ook Himbamannen? Die moeten dan absoluut onopvallender zijn.

Ik liet de Himbawereld achter me en lunchte aan de kant van de weg onder een boom. Ik had een bijzonder gerecht, een uitgehold brood gevuld met een vleespastei. Dit was goed voer. In de middag kreeg ik te maken met de nieuwe realiteit. Het regenseizoen in het tot dusver overwegend kurkdroge Namibië was nu toch echt aangebroken. Voor het eerst was er een modderige doorwading, de hele middag was er regendreiging en in de vroege avond moest ik toch echt de natuur in vluchten om snel mijn tent op te zetten. Er volgde een indrukwekkend noodweer. Vrij snel had ik het gevoel op een waterbed te liggen, en ik was erg blij dat de bodem van mijn tent nog steeds waterdicht was. Mijn jaren geleden ingevoerde beleid om mijn stugge fietshoes als extra grondzeil te gebruiken wierp zijn vruchten af.

Na de Himbavrouwen volgden vrouwen in wijde, kleurrijke jurken en ze hadden hoeden op die aan weerszijden in een punt uiteen liepen. Ik liet de modderige shortcut achter me en reed op asfalt verder zuidwaarts in de richting van Kamanjab. De weg was krap, er was geregeld bewoning om me heen en halverwege de middag kleurde de lucht aan diverse kanten weer grijs. Er was weer een controlepost. Wederom werd de voedselinspectie achterwege gelaten, in plaats daarvan controleerde men mijn voorgenomen slaapplaats. 'We kunnen je niet laten kamperen in het gebied dat voor je ligt, dat is te gevaarlijk vanwege de aanwezigheid van leeuwen. Je mag kiezen: achterin die auto daar meerijden, die mensen gaan naar een camping verderop, of je overnacht hier ter plaatse of je rijdt weer terug', zei een agent. 'Dus voor me is het gevaarlijk en achter me niet?', vroeg ik, met bewondering voor al dat gevaarlijke wild dat deze denkbeeldige grens respecteerde. 'Precies', was het antwoord. Aan liften deed ik niet en ter plekke overnachten in de nabijheid van een rokerige nederzetting wilde ik niet. 'Ik rij wel een stukje terug, dan slaap ik daar wel in de bush', zei ik. 'Dat is gevaarlijk, daar zijn leeuwen', was de reactie. Ik werd soms wat moe van de obsessie met leeuwen die mensen in dit deel van de wereld hebben.

Meer dan ezels heb ik niet gezien en de volgende dag reed ik op eerste kerstdag door een mooi landschap, heuvelachtig en groen, over een rustige weg. Links was het Etosha National Park. Ik zag apen. En een antilope, aan de verkeerde kant van een hek van 2,5 meter hoog. Het dier begon in de berm voor me uit te rennen. Er stonden er meer in de berm en ze sloten zich aan en al snel had ik een kudde van twintig rennende en springende antilopen voor me. Na zo'n drie km waagde de helft van de groep de oversteek naar de andere kant van de weg. Aan die kant was een hek van slechts een meter hoog. Waar 2,5 meter duidelijk te hoog was, was één meter een hoogte die ze als het moest geblinddoekt achteruit konden springen. De uitbraak lukte, de halve kudde was ontsnapt. De andere helft koos een andere taktiek, draaide plots om, liep in mijn richting en passeerde me. Maar met één antilope ging iets mis, die stortte ter aarde, kronkelde op de rug en schopte met de poten in de lucht. Ik had zoiets eerder gezien. Deze keer won mijn nieuwsgierigheid het van mijn verstand en ik ging kijken. Het beestje was gekalmeerd en lag op de linkerzij, met de kop naar achteren geklapt en de bek omhoog. Met een krachtsinspanning kwam de kop weer in een normale positie te liggen. Er was nog een soort hik en toen zag ik geen beweging meer. Wat was dit? Was dit dier dood? Had ík het de dood ingejaagd? Ik keek naar het dier, naar die grote ogen. De neus was licht bebloed. Ik kon hier niets meer doen. Verderop op een bankje overdacht ik de situatie. Had ik dit kunnen voorkomen? Had ik de kudde rust moeten geven tijdens hun vlucht? Maar... aan de andere kant van het hek hebben ze te maken met leeuwen en rennen ze misschien wel 80 km/u, en veel langer dan nu het geval was. Ik had in ieder geval niet naar het dier toe moeten lopen, dat is natuurlijk zeer beangstigend. Het heeft me nog een dag dwars gezeten, daarna herinnerde ik me de kale plekken op de huid en zei ik tegen mezelf dat dit een zwak oud exemplaar was dat anders ook geen twee weken meer geleefd had. Het was een troost dat ik later op de dag een schildpad van zo'n 8 cm van de weg kon halen, die ik pas vrij laat een paar meter voor mijn wiel zag. Toen ik het neerzette in het groen raasde er achter me een auto voorbij. Ik had dan in ieder geval ook een dier gered. Het was niet het laatste dier op de weg: ineens zag ik een enorme giraf vijftig meter voor me. Geen enkel hek was een probleem voor dit dier en moeiteloos verdween hij. Etosha week van mij vandaan en de route werd alledaagser. En ik kreeg twijfels. Ik bereikte de gravelweg die ik wilde nemen en testte de eerste kilometer. Links en rechts hekken. Wasbord. Daar was de grijze bewolking weer. Ik ging deze gravelroute niet doen. In de regen bleef ik de hoofdweg naar Kamanjab volgen, langs teveel bewoning naar mijn zin, en ik wijzigde mijn koers. Ik wilde deze reis niet eindigen in regen, tussen hekken en rokerige gehuchten. Ik wilde dat het was zoals het eerder was, in april. En dus ging ik naar het gebied waar ik eerder was. Via niet eerder gereden routes ging ik weer naar Uis, en naar Hentiesbaai aan zee. In Kamanjab leek alleen het Shell-station geopend te zijn. Ze hadden één fles cola en één fles Fanta en ik vulde twee lege flessen met water, en ik reed verder.

Mijn koerswijziging had vrij snel effect. Eerst verdween de regen, later ook de hekken en ook dunde de bewoning uit. En toen ik in een bedding kampeerde was het onvermijdelijke moment daar, de laatste ritssluiting van mijn binnentent was definitief niet meer bruikbaar. Met knijpers maakte ik de tent dicht en omdat het knijpers in diverse kleuren waren was het net of ik kerstversiering had aangebracht. Ik zat niet ruim meer in mijn vochtvoorraad en dus was ik de volgende dag blij met een camping langs de weg die 'refreshments' aanbood, maar die belofte kon niet ingelost worden. 'No drinks', zei de man bij de receptie die een voetbalwedstrijd volgde. Water dan? Nee, dat was er ook niet. Ja, het was er wel maar dat was geen drinkwater, het was water dat je een 'bad stomach' gaf. 'En hoe blijf je zelf in leven?', vroeg ik. 'Ik drink dat water, ik ben eraan gewend', zei hij. Misschien was ik onderhand ook wel gewend aan dat water hier. Ik vulde een paar flessen uit een oude container die met een kannetje gevuld was met water van elders en dronk meteen drie bekers. Lekker, prima water. Ik heb bepaald geen ijzeren organen maar dit water hier bleek ik prima te kunnen hebben. Voor de derde keer dreigde de lange helling bij Herrero Onverwag Village op mijn route te liggen maar nu koos ik voor een alternatieve route, korter en slechter. Toen de weg wel érg slecht werd bleek dat ik niet meer op de secundaire route zat volgens Osmand, maar op een 'track'. Ik had een afslag gemist. Door een mooi, lieflijk landschap puzzelde ik mijn weg terug naar de route die ik moest hebben en kwam aan in het gehucht Anixab. Bij een counter kon ik zowaar een ijskoude cola krijgen en die was welkom. De verkoper toonde veel interesse en enthousiast belde hij een vriend die radiopresentator was. Voor ik het wist gaf ik een interview over de telefoon. De presentator stelde voor dat ik later live in een uitzending zou komen, maar ik had een ander streven deze dag en dus beperkte ik me tot dit gesprek. Hierna bleven de verkoper en een dronken klant volop vragen stellen tot er rumoer was van buiten. We gingen kijken en daar stond een stomdronken man met een volop schuimende fles Fanta in zijn handen. 'Was die van jou?', vroeg de verkoper aan mij en ik knikte. De dronken man kreeg een klap in zijn gezicht en liet de fles vallen. Twee liter kostbare Fanta, grotendeels verdwenen in de droge aarde. De verkoper zette een nieuwe fles voor me neer maar ik nam 'm uiteindelijk niet aan. Dit was niet zijn fout, ik had die fles moeten verstoppen voor ik naar binnen ging. Het spreekwoord luidt niet voor niets: 'Kinderen en dronken mensen stelen je Fanta'.

Ik wilde terug naar die mooie camping waar ik in april was in Uis, waar een lookalike van 'The Dude' uit de film 'The Big Lebowski' eigenaar was. Ik had vier uur om 35 km af te leggen en ik had juist een koud cafeïneshot van twee liter gehad en dus gaf ik mezelf een goede kans om deze avond nog terug in de luxe te zijn maar er was een zware wind opgestoken en ik kwam maar 18 km ver. En dus werd het een avond later voor ik met een pul bier langs het zwembad zat, onder een palmboom, terwijl een kleurenspektakel de kamers rond het zwembad verlichtte. The Dude had het maar zwaar met zijn personeel. 'Die ete is fokking koud', riep hij verontwaardigd vanachter zijn stamtafel tegen de ober die hem net bediend had. Koud of niet, het terras zat hier altijd vol aan het begin van de avond. En voor de derde keer was ik veruit de laatste die hier om tien uur nog steeds genoot van de sfeer om me heen en de sterren boven me.

Over een voor mij nieuwe route reed ik de woestijn in, naar de kust. Er zat een nadeel aan deze route, en de route die me later van Hentiesbaai weer naar de hoofdweg bracht, en dat was dat er veel toeristen reden. Dat vond ik op zich niet erg, ware het niet dat iedereen zich ervan wil vergewissen dat alles oké met mij is, niemand wil die bruut zijn die gewetenloos een fietsende man passeert in de woestijn. Als er al een bestuurder was die me ongemoeid wilde passeren, dan zat er wel een partner naast met wroeging. Maar deze toeristen realiseerden zich niet dat ze in een onzichtbare kolonne reden. Ik mocht voor hen een unieke verschijning zijn, zij waren het bepaald niet voor mij en ik deed mijn best correct te blijven omdat ze het goed bedoelden, maar ik voelde me als een tieneridool dat anoniem wil blijven op een schoolplein.

En toch was ik in mijn element. Want verder was er niets meer. Hier woonde niemand, hier was niets dan zand en spaarzame vegetatie. Omdat ik de kust naderde werd het ook steeds kouder, bewolkter en kwam er meer vocht in de lucht al lag de regen achter me. In grote vrijheid kampeerde ik in de woestijn. Ik was duidelijk de goede kant opgefietst in deze eindfase van de reis.

Een paar specifieke ervaringen en waarnemingen kunnen je indruk van een plaats volledig bepalen. Hentiesbaai was dat rustige, nette, blanke dorp aan de kust toen ik destijds in de vroege ochtend in een kwaliteitssupermarkt in een klein winkelcentrum boodschappen deed. Nu kwam ik van de andere kant en lag er een andere supermarkt als eerste op mijn pad. Hier zaten ze, voor de supermarkt, de Mensen Zonder Leven, zoals je ze zo vaak ziet in Afrika. Ze zaten te drinken en te wachten op de dood, denk ik. Ik vond niet alles wat ik zocht en reed alsnog naar die supermarkt van toen. En buiten, in dat kleine winkelcentrum, at ik in alle rust op een bankje een kaas/uibrood zo groot als een pizza. Dit was net Nederland, 500m verderop had Afrika gelegen. Het werd nog Nederlandser toen ik bij het verlaten van Hentiesbaai langs een patatkraam reed. Een patatkraam in Afrika. Broodjes worst, patat, ijs; ik had een andere lunch kunnen hebben maar ik was tevreden met mijn brood. En ik reed weer de woestijn in. En de natuur was die avond weer van mij alleen, toen ik in een glooiende woestijn lag.

Ik deed mijn laatste lik jam op brood, zo was mijn plastic jampot leeg en had ik weer een drinkbeker, want mijn emaille mok was lek. Die mokken zijn het fijnst voor onderweg maar ze hebben niet het eeuwige leven. Er volgde een plezierige dag in het niets en de dag eindigde in een bedding waar ik tussen de bomen een mooie plek vond die, als hij aan zee had gelegen, goed in een commercial zou passen. Er klonk een melodie in mijn hoofd: 'Tia Maria golden brown, drink it when the sun goes down'. Tia Maria werd het niet, wel whisky; dit ging mijn viering van oud en nieuw worden, met whisky uit een jampot en muziek op mijn hoofd. De viering van mijn avontuur, met herinneringen aan eerdere avonturen en oudejaarsavonden, en een vooruitblik op mijn laatste fietsjaar, dat voorlopig symbolisch op 3 oktober 2020 zal eindigen, na 7,5 jaar fietsen. Vooraf moest wel de vraag beantwoord worden waar de viering ging plaatsvinden, binnen of buiten. Het was zwaarbewolkt en ik zag geen fluit buiten. Ik wist ook niet welke dieren op mijn feestje zouden afkomen en in hoeverre ik me daartegen moest beschermen. Laatst kwamen tijdens een lunch twee mestkevers mij een mestballetje aanbieden, dat vond ik sympathiek, maar voor hetzelfde geld heb je een ineens een troep luidruchtige hyena's bij je tent. Ik hield de buitentent dicht en liet het dichtknijperen van de binnentent achterwege. En dus kon ik om twaalf uur gemakkelijk even buiten kijken. Boven de horizon was het verspreide licht van onzichtbaar vuurwerk te zien en het geluid was te horen. 2019 was ten einde, en nooit fietste ik meer dan in dit jaar. 22358 km, nog meer dan in 2016 toen ik slechts één week thuis was.

In de ochtend zag ik dat ik geluk had gehad met mijn openstaande tent in de avond. Een geelgroene schorpioen lag onder mijn tent. Hij leek nog het meest op de vijfstreepschorpioen (Engels: deathstalker), één van de giftigste schorpioenen ter wereld, maar die komt zo zuidelijk in Afrika niet voor dus weet ik niet goed wie mijn gast was. Hoe dan ook, mijn privéfeest was over en ik moest weer aan het werk. Windstil, vliegen en extreem veel wasbordweg. Ik zwabberde van links naar rechts en weer terug om de minst ellendige stukken te vinden. En toen was ik terug op het asfalt, op dezelfde weg die me in april naar Swakopmund aan de kust had geleid maar nu ging ik de andere kant op. Ik had niet veel voedsel meer in de tassen met het oog op het eind van deze Afrikareis en ik had eigenlijk ook geen rekening gehouden met feestdagen. Ik zwijnde toen ik op nieuwjaarsdag in Usakos aankwam om 13.43 uur en de supermarkt open was tot 14.00 uur. Iets later had ik voldoende eten en drinken tot aan Windhoek en als extra nog twee liter cola om ter plekke te consumeren. Na Karibib had ik weer een vluchtstrook tot mijn beschikking en in de avond was ik aangewezen op ruimtes onder de weg voor mijn nachtrust, die best ideaal zijn omdat je ongezien blijft en licht en warmte in de ochtend wat langer geweerd worden als je correct gepositioneerd staat.

En zo was ik in de gelegenheid om helder te denken in de ochtend. Ik wilde nog één taaie tocht maken, een route binnendoor naar Windhoek over gravel. Maar toen herinnerde ik me dat ik uiterlijk 48 uur voor mijn terugvlucht naar Nederland de maten van de fietsdoos aan de vliegmaatschappij moest doorgeven, en die doos moest ik nog vinden. Het leek me niet verstandig meer om die lange, onbekende gravelweg te nemen, beter kon ik het asfalt aanhouden. En dat was een goed besluit, al was het alleen maar omdat de motivatie om uitdagingen aan te gaan snel verdampt aan het einde van de reis, je wilt gewoon finishen. Ik redde nog een schildpad, sprak op de valreep twee Russische fietsers, de eerste fietsers sinds augustus, en eenmaal voorbij Okahandja zette ik de tent neer op exact dezelfde plek als eerder op 5 april vorig jaar, in een stuk natuur tussen spoorweg en de drukke autoweg. Ik was terug in regenland en een vreselijk noodweer brak los, uren bleef het stortregenen, flitsen en donderen en weer dobberden de lichtere uiteinden van mijn lichaam op enkele centimeters van de grond, met gelukkig een nog steeds intacte beschermingslaag tussen mij en het water. Me concentreren op iets anders dan het geweld om me heen was onmogelijk en ik onderging deze voorstelling tot het na elven rustiger werd.

De volgende ochtend reed ik de laatste 65 km naar Windhoek. De laatste apen, de laatste struisvogels, daar waren de verkopers weer van zelfgemaakte auto's en van takkenbossen. Ik zag de verwijzingen naar de volgende stad, Rehoboth, waar dit verhaal begon, en zonder dat ik weerstand kon bieden weerklonk in mijn hoofd weer het lied 'Rehobothje ging uit varen met zijn scheepje naar Zuidlaren'. Maar ik ging niet meer verder naar Rehoboth. Ik was in Windhoek. Ik was er.

Ik leek alle pech van de wereld te hebben bij het zoeken naar accommodatie. Maar ik kreeg alle geluk van de wereld. Bij de laatste lodge die ik vond, de Arebbusch Lodge, was een acceptabele kampeerplek voor een tientje. Een boom die wat schaduw bood, stroom, wifi en verderop een toiletgebouw. Ik had de plek bekeken en wilde gaan betalen maar een medewerker passeerde me met de auto. 'Je wilt hier verblijven? En is de boeking al rond? Ik wil je ook wel een kamer geven voor dezelfde prijs'.

Ik vergat te vragen waaraan ik het verdiend heb maar ik zit nu in een luxe huisje met terras en iedere morgen ga ik naar het restaurant waar een sjiek, uitgebreid buffet is, want dat is inbegrepen. En morgen ga ik voor het eerst pogen met een opgevouwen fietsdoos achterop de fiets naar een luchthaven te rijden, de 47 km naar Hosea Kutako International Airport, om uiteindelijk in een vertrouwder luxe huisje terecht te komen. Even pauze, voordat mijn plan voor 2020 omgezet wordt in een echte ervaring.

  • 15 Juni 2021 - 20:08

    Belle:

    Hoe informeerde je je over de flora/fauna in een land? Dus evt. gevaar van dieren en/of planten? Een bepaalde site?

  • 16 Juni 2021 - 19:39

    Richard Van Dijke:

    Alleen in Australië had ik vooraf wat kennis opgedaan over slangen, spinnen en krokodillen. Verder informeerde ik me vooral achteraf, na een confrontatie. Ik gebruikte geen specifieke site, gewoon internet in het algemeen.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Namibië, Windhoek

Per fiets de wereld rond

Solo per fiets (deels ook te voet) de wereld bereizen: het oorspronkelijke idee was om alle continenten te bereizen van het ene naar het andere uiteinde, maar gaandeweg ontstond het plan om mij vooral te richten op de gebieden die mijn speciale interesse hebben, veelal lege gebieden. De focus van de reis lag dan ook niet zozeer op het kennismaken met andere culturen en het opdoen van sociale contacten, maar op het ondergaan van de grootsheid van de natuur, het aangaan van fysieke uitdagingen en het bestuderen van de psychologische effecten van het reizen.

(2012 Testrit Nederland (9 dgn, 1018 km))
(2012 Testrit Nederland - Spanje (37 dgn, 3511 km))

Deel 1
(2013 - 2014): Nederland – Indonesië, via Alpen, Balkan, Turkije, Georgië, Azerbeidzjan, de Kaspische Zee, Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, China en Zuidoost - Azië
(365 dgn, 23001 km, €12,39 p.d.)

Deel 2
(2014): Australië: Darwin – Port Augusta en “tegen de klok in” naar Perth, afsluiting in Maleisië
(151 dgn, 11444 km, €12,10 p.d.)

Deel 3
(2015): Zuid - Amerika: Ushuaia (AR) – Atacames (EC), deels te voet (276 dgn, 13403 km, €10,23 p.d.)

Deel 4
(2016): Nederland - Japan (Europa, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Zuid - Korea, Japan met op de 'terugweg' Thailand en Laos) (360 dgn, 22136 km, €10,50 p.d.)

Deel 5
(2017): Nederland - Roemenië, te voet (73 dgn, 2608 km, €10,06 p.d.)

Deel 6
(2017): Noord - Europa (o.a. IJsland, Scandinavië, de Baltische staten en Polen) (130 dgn, 10832 km, €9,63 p.d.)

Deel 7
(2017 - 2018): Zuid - Amerika II (Buenos Aires (AR) - Lima (PE), intermezzo in Mexico, Cuzco (PE) - Albina (SR)) (349 dgn, 21030 km, €12,84 p.d.)

Deel 8
(2018 - 2019): Marokko (Nice (FR) - Dakhla (EH) - Nador (MA)) (104 dgn, 7484 km, €8,63 p.d.)

Deel 9
(2019 - 2020): Afrika (Namibië, Zambia, Tanzania, Malawi, Mozambique, Zimbabwe, Botswana, Zuid - Afrika en opnieuw Namibië) (283 dgn, 17939 km, €11,81 p.d.)

Deel 10
(2020): West - Europa (233 dgn, 11594 km, €11,57 p.d.)

Totaal aantal reisdagen: 2371
Totaal aantal kms: 146.001
Totaal aantal fietsuren: 11651
Totaal aantal nachten wildkamperen: 1198
Totaal aantal overnachtingen in een tent: 1554
Totaal aantal hotels: 342

(Laatste update: 04/10/2020)
_________________

Landen, van meest naar minst favoriet:

1. Argentinië
Als je van fietsen in eindeloze leegtes en prachtige berggebieden houdt en tegen een windvlaag kunt dan is Argentinië wat mij betreft 's werelds beste optie om maandenlang te kunnen genieten van isolement en omgeving.

2. Australië
Wat een strijd was het, tegen vliegen, wind, hitte en immer hellende wegen. Fietsen in de outback doe je niet voor je lol. Maar fietsen hoeft niet altijd leuk te zijn, soms is het de uitdaging die telt. Wat resteert is de herinnering aan dat heroïsche gevecht in die fantastische bak ellende. Mag ik terug?

3. Kazachstan
Aan het steppeavontuur uit 2013 voegde ik drie ervaringen toe: een mooie tocht van Astana naar Bishkek door opnieuw een (grotendeels) leeg stuk Kazachstan, een verregende tocht door een net even te bevolkt hoekje van het land en een aangenaam verblijf van in totaal 12 dagen in Alma - Ata. Kazachstan is voor mij nu niet meer dat onbewoonde land, maar blijft desondanks een van mijn favoriete leegtes.

4. IJsland
Wow, is dit nog dezelfde planeet? Ik zag de meest wonderlijke landschappen en natuurverschijnselen en genoot van het isolement bij het doorkruisen van het eiland. Trotseer wind, kou, regen en vliegen en je wordt rijkelijk beloond.

5. Japan
Drie maanden lang leefde ik buiten, op een weinig gevarieerd dieet, want ik kon er haast niets betalen. Maar dat gaf niet, want Japan staat vol parken met sanitaire voorzieningen en stroom en je mag daar gewoon kamperen. En ook op het strand. Met name de westkust van hoofdeiland Honshu was mooi, van geïsoleerde strandjes tussen zwart gesteente tot kilometerslange zandleegtes met windmolens. Japan is een beschaafd en schoon land dat negativiteit volledig weggeplamuurd heeft. Maar het is ook een verrekt nat land, met al die regen. Of ben ik nu te negatief?

6. Chili
Chili bleek vooral een druilerig land te zijn, maar het heeft een belangrijke troef: de Atacama - woestijn. En dat is de droogste woestijn op aarde, met een gematigde temperatuur; ideaal voor prachtige fietstochten.

7. Namibië
De droge kustregio is fascinerend, met zijn zand - en steenvlaktes en duinen. Andere smaken: rijden tussen de omheiningen van boerenbedrijven, of langs bush met hutten, vee en mensen. Het land heeft ruimte en een uitgebreide infrastructuur, goed voor maandenlang fietsen, en volop voorzieningen zoals supermarkten en campings. Aantrekkelijk fietsland.

8. Kirgizië
Het land van de bergweiden, de valken, de paarden en de yurts. Maar nu ik ook in het zuiden van het land ben geweest, weet ik dat het ook het land is van landbouwgronden, kuddes op de weg en stront, veel stront. Desondanks een zeer interessant fietsland.

9. Tadzjikistan
Komend vanuit Kirgizië was het eerste deel van de Pamir Highway een fantastische ervaring. Highway dient hier niet vertaald te worden met snelweg maar met hoge weg: de hoogste pas lag op 4655m. Nog nooit fietste ik in zo’n hooggelegen woestijn. Toen de daling inzette ging de spanning er wat vanaf en uiteindelijk werd de omgeving alledaags: landbouw, vee, huisjes. Toch werd deze tocht één van de hoogtepunten uit mijn fietsleven.

10. China
Wonderlijk vreemde wereld, totaal verschillend van welk land dan ook. Lelijkheid, lawaai en slechte wegen, maar de mensen, de hooglanden, het eten, de fysieke uitdagingen en de bijzondere ervaringen maken dit alles meer dan goed.

11. Thailand
Spannende badplaatsen, snelle wegen, fraaie tempels en beelden, uitstekende voorzieningen. Thailand heeft het.

12. Maleisië
Mooie spots, goede wegen en voorzieningen, en een aangenaam verblijf in Melaka.

13. Oezbekistan
Warme herinneringen aan hete dagen in het isolement van de steppe. Aan oriëntaalse verblijven met 's werelds meest fantastische ontbijtbuffetten. En aan mijn kortstondige vriendschap met de kinderen van Üchqorgon. Maar ik draaide volledig door in de bewoonde gebieden. Het joelen, het fluiten, het toeteren, fietsende jongens die me opwachtten en traag voor mijn wielen gingen rijden; het maakte me woest. Ik heb kennisgemaakt met de allerzwartste kant van mezelf.

14. Bolivia
Het was een mooie wereld, die Boliviaanse hoogvlakte. Nooit gedacht dat ik me zou begeven in een gebied waar het uiteindelijk - 18 graden zou worden en dat ik daar nog knap probleemloos doorheen zou reizen. Maar halverwege, toen ik van Sucre via Cochabamba naar la Paz reed, werd de wereld om me heen alledaags en zag ik vooral landbouwgebieden.

15. Guyana
Land bij uitstek voor de avonturier. Tussen Lethem en Linden (evenals de overige plaatsen in Guyana tjokvol koloniale historie) liggen honderden kilometers praktisch onbewoond regenwoud met ongeasfalteerde wegen. En met fraaie lodges. Je waant je in het hart van Afrika. De kustroute kan wat claustrofobisch aandoen, iedere 500m rijd je een nieuw dorp binnen.
16. Brazilië
Dit land verraste me, door de variatie in het landschap, zelfs als het om landbouw ging, door het goede ontbijt, door het avontuur op ongeasfalteerde trajecten in de Amazone en in nationale parken. Minpunt: in het droge seizoen wordt veel droge vegetatie verbrand en dat heeft gevolgen voor de luchtkwaliteit.

17. Zuid - Afrika
In een vrij lege uithoek van Zuid - Afrika fietste ik door prachtige landschappen en keek ik 's avonds vaak naar een schitterende hemel. Maar wat staan er extreem veel hekken in dit land!

18. Marokko / Westelijke Sahara
Zeer gevarieerd land, waarin ik vooral woestijn en bergen opzocht. Vriendelijke, behulpzame bevolking. Fraaie architectuur, mystiek en sterrenpracht. Maar... Marokko is een politiestaat en dat kan beklemmende vormen aannemen. Grand frère te regarde. En dat kost Marokko strafpunten.

19. Georgië
Bijzonder mooie trajecten, en bijzonder leuke verblijven in hostels.

20. Vietnam
De vlakke kustroute na die slopende bergen in Noord - Laos, het spontane volk, het Phong Nha Ke Bang National Park en het Easy Tiger hostel, een week in Hoi An... Onverwacht aangenaam land.

21. Laos
Zware trajecten, slechte voorzieningen, uitputting. En bier in Luang Prabang en Vientiane. Dat was tijdens mijn eerste verblijf, in het noorden van Laos. Mijn tweede tocht voerde door de Middeleeuwen in het hart van Laos. Kraampjes, bewoning langs de weg, veel kinderen, vuurtjes. Alleraardigst. Voor een paar weken.

22. Spanje
Mijn eerste grote uitdaging, dwars door het hart van dit land. Bergen, kaal gesteente, meren, uitgestorven dorpjes en een mooi nationaal park. Ook mijn tweede tocht langs de oostkust beviel goed, ondanks de sinaasappelvelden was er genoeg ruimte voor avontuur, m.n. het kamperen bij allerlei soorten ruïnes. Op de derde tocht kriskras door het binnenland had ik gemengde ervaringen: in het zuiden vooral landbouw, in het noorden veel variatie in het landschap.

23. Nederland
Zeer uitgebreid fietsnetwerk en opvallend veel natuur voor zo’n bevolkt land, al zijn provincies als Drenthe, Overijssel en Noord - Brabant geschikter om te fietsen en wildkamperen dan de Randstad.

24. Zuid - Korea
Tot in de puntjes verzorgd land met uitstekende fietsvoorzieningen, en ook nog eens erg aardige mensen. Of: rijstveld met tamme kust, vol werkende en recreërende mensen. Ondanks de zomerse hitte was dit een comfortabel land, maar spanning moet je elders zoeken.

25. Peru
Mijn eerste tocht door Peru die vooral door de Andes liep was een serieuze tegenvaller. Het Andesgebergte bleek ontbost, overbevolkt en beklemmend te zijn; misschien dat slechts 5% van de route door mooie canyons en over lege hoogvlaktes voerde, verder reed ik vooral langs akkers, honden en mensen. Hoe langer ik er fietste, hoe meer Peru een nachtmerrie werd, mede door het zware terrein en de dreiging van beroving. Mijn tweede tocht door de woestijn aan de kust was een geweldige ervaring: een desolate omgeving die tot de verbeelding sprak, goede voorzieningen onderweg en een prettige sfeer. Gemengde gevoelens dus bij dit land.

26. Zweden
Pretentieloos; eindeloze bossen bomvol muggen. En laat ik nou net houden van schier eindeloze stukken natuur met een uitdaginkje.

27. Duitsland
Mijn waardering voor dit land is gegroeid in de loop der jaren. Ik voel me er prettig, de mensen zijn aardig, de voorzieningen zijn goed, er is veel ruimte en veel bos langs de weg om te kamperen.

28. Mexico
Goede voorzieningen op het vasteland, maar de omgeving inspireerde me niet. Bovendien kreeg ik het aan de stok met de luchtvervuiling. Dat was allemaal anders op het prachtige schiereiland Baja California met zijn woestijnen en cactussen. Toch krijgt Mexico net als Cambodja strafpunten vanwege de veiligheidsproblemen waarmee het te kampen heeft.

29. Botswana
Genoeg leegte voor lange ritten in isolement. Zand, struiken en veepoep; met meer variatie in het landschap had dit land hoger geëindigd. Ook nét even te bewoond en teveel prikkeldraad om relaxed te kunnen kamperen.

30. Turkije
Tien meter omhoog, en weer omlaag, omhoog, omlaag, met links en rechts landbouwgrond. Geregeld saai, daar in centraal Turkije. Ik had mijn eerste dip. Maar er waren ook fantastische snelle stukken langs de Zwarte Zee, schitterende berggebieden en vriendelijke mensen.

31. Indonesië
Indonesië pakt je bij je lurven en blijft je door elkaar schudden. Lachend blijft het land prikken met een wijsvinger in je borst: ‘Hello, misteeeeeeeer!’. Na een paar weken dacht ik: ‘Hou daarmee op’. Maar dat kon ik vergeten. Het land dreef me tot op de rand van de waanzin, met name op Java. Maar Indonesië was ook het land waar ik rondfietste alsof ik een popster was, zo vaak wilde de jeugd met mij op de foto. De voorzieningen onderweg waren nergens ter wereld zo goed als hier en ook was er geregeld korting op chique hotelkamers, met een ontbijtbuffet in de ochtend. En op Bali had ik een leuke week in Ubud én in Kuta, tussen de backpackers. Ik kreeg het niet cadeau maar wat resteert is een waardevolle herinnering.

32. Azerbeidzjan
De echte waardering voor dit land kwam pas na een half jaar. De stijgende temperatuur, die lange hete weg naar Baku met links en rechts prairies en spoorlijnen, het verlangen naar de uitdaging in Kazachstan, het verblijf in Baku, wachtend op het moment dat ik de Kaspische Zee kon oversteken. Het drukt de herinnering aan al die aandachttrekkende wegarbeiders naar de achtergrond. Ik denk er met genoegen aan terug.

33. Oostenrijk
Altijd mooi. Maar beide keren dat ik er was, in april en juli, waren zonnige dagen uitzonderingen en regen de norm.

34. Bulgarije
Het was een beetje alsof ik weer in Kazachstan reed. Cyrillisch alfabet, monumenten, pleinen en Sovjetkunst. En: echte natuur. Dat had ik, komend uit olijfgaard Griekenland, gemist.

35. Zwitserland
Mooi, verzorgd land. Wel wat aan de krappe kant, de Zwitserse leefwereld bevindt zich altijd tussen twee bergwanden.

36. Zimbabwe
Prima verblijf in Harare en Bulawayo, ruimte voor rust en cultuur. Soms mooie natuur, met grote stenen in het landschap. Financieel is dit land een uitdaging, met zijn gebrek aan contant geld. Gastvrije mensen, maar ook veel gestaar.

37. Suriname
Tropisch land vol fascinerende herinneringen aan Nederland en ook veel gesprekken met leuke mensen, in het Nederlands. Een serieus probleem echter zijn de vele branden die er woeden, met een desastreuze invloed op de luchtkwaliteit en de leefbaarheid.

38. Zambia
Vier weken fietste ik door dit land, maar heb ik het ook gezien? Mijn zicht werd namelijk nogal beperkt door struiken en bomen langs de weg. Wat wel indruk maakte waren de Victoria Falls, de gastvrijheid van de mensen en de sfeervolle lodges.

39. Kroatië
Schitterende afdaling naar de kust, mooi zicht op de vele eilanden. Leuke avond op een camping in wording, aan een meer. Maar ook veel regen.

40. Montenegro
Lang was ik er niet, maar toch maakte dit bergstaatje indruk. De omgeving maar ook de mensen. Gratis op de camping, aangeboden fruit. Leuk.

41. Noorwegen
De laaggelegen delen van Noorwegen konden me niet zo bekoren omdat Noren overal in de natuur lukraak hun tweede huis neerzetten; ik kreeg het idee dat ik door een eindeloos bungalowpark reed. Maar ik reed ook over hoogvlaktes met resten sneeuw en keek er mijn ogen uit.

42. Slovenië
Imponerende entree in een nationaal park, komend vanuit een hoekje van Italië. Leuke nacht op een camping. Eerste hostel in Ljubljana, veel contact met medereizigers.

43. Cambodja
Mooie ervaringen, met name de overnachtingen bij NGO’s en in een bamboehut. Maar wel steeds die donkere wolk van dreigende onveiligheid.

44. Frankrijk
Lange aaneenschakeling van rotondes. Maar toch ook mooie natuur, stille dorpen en stijlvolle vrouwen.

45. Denemarken
Alleraardigste gratis kampeerstekken met eenvoudige voorzieningen. Verder vlak, winderig en met een tamelijk bewoonde kuststrook (veel woningen in de duinen).

46. België
Wat België zo interessant maakte voor mij was de mogelijkheid om lange stukken rechtuit te fietsen, hetzij op of langs provinciale wegen, hetzij langs kanalen (jaagpaden). Wildkamperen is er ook vrij goed te doen.

47. Portugal
Interessant waren de kust en het Parque Natural da Serra da Estrela. Verder is Portugal toch vooral een verzameling valleitjes vol honden.

48. Tsjechië
Praag blijft een mooie stad. Verder had ik vooral te maken met een glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

49. Slowakije
Glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

50. Polen
Landbouw, bossen waarin het goed kamperen is, en de voorzieningen zijn in orde. Wel veel glas op de weg en dronkenschap.

51. Hongarije
De tocht door een waterrijk natuurgebied bleef hangen, evenals de liederlijke bevolking bij mijn entree in het land. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

52. Italië
Tuinbouwgebied met honden.

53. Griekenland
Olijfgaard met honden.

54. Mozambique
Doodzonde. Dit had één van de mooiste fietslanden op aarde kunnen zijn. Een Australië zonder overdreven veel vliegen of hitte. Maar Mozabikanen steken graag hun natuur in brand. Dat is hun goed recht, het is hun land. Maar ik hoef die zwartgeblakerde aarde niet te zien. Doei.

55. Malawi
De soms prachtige lodges aan Lake Malawi redden de eer van dit land. Want de routes zijn saai, de lucht is ongezond, het is er druk en nergens kwam ik kinderen tegen die vervelender waren dan in dit armoedige land.

56. Tanzania
Veel accommodatie, vaak in orde. Zeer goedkoop land ook. Vleugje avontuur in bossen vol tseetseevliegen. Wel een land waar bijna niets te krijgen is, waar smakeloos eten geserveerd wordt, waar overal land in brand staat en slechte muziek klinkt en waar ik nergens een oord aantrof met een beetje sfeer. Tanzania is armoedig en zonder enige franje.

57. Ecuador
Enorm gevarieerd land: jungle, duinen, bergen, polders, plantages. Toch slaat de meter door naar de verkeerde kant. Eigenlijk is het gewoon een druk, lawaaiig en onveilig ontwikkelingsland.

58. Finland
In potentie een interessant land met veel bossen en meren. Maarja, het regent er permanent. Mijn tocht veranderde in een vluchtpoging.

59. Roemenië
Mijn verblijf in Boekarest was geweldig en ook andere steden waren aangenaam om te vertoeven. Maar wat ben ik geschrokken van het platteland. Het staren, het bedelen, de valse honden, in een decor met paardenkarren en lijkstoeten. Was dit Europa anno 2017? Of had dit land eigenlijk tussen Armenië en Azerbeidzjan moeten liggen? Er waren ook mooie ervaringen met behulpzame en vrijgevige mensen, maar het beeld van een sterk achtergebleven land bleef hangen.

60. Albanië
Sterk vervuild, achtergebleven, Kaukasus - achtig landje in een anoniem hoekje van Europa. Curieuze nachten op een Nederlandse camping, met een ‘huurmoordenaar’ en ‘maffiabaas’ in een hostel en in mijn tent voor het hotel van een innemend pisventje. Toch een beetje een domper, dit land.

In Bosnië, Hongkong, Singapore, Luxemburg, Monaco, Estland, Letland, Litouwen, Andorra en Liechtenstein fietste ik te kort om een oordeel te kunnen geven.

Grootste dagafstand
01 Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 257,51 km
02 Vittangi (SE) - Grens FI - NO (FI) - 08/08/2017 215,20 km
03 Coober Pedy (AU) - Glendambo (AU) - 08/09/2014 209,15 km
04 Kempele (FI) - Viitasaari (FI) - 26/08/2017 203,77 km
05 Alta (NO) - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 201,30 km
06 Dorotea (SE) - Sorsele (SE) - 02/08/2017 191,15 km
07 Akçakale (TR) - Arhavi (TR) - 12/06/2013 184,71 km
08 Probollingo (ID) - Gilimanuk (ID) - 15/03/2014 182,76 km
09 Hellevoetsluis (NL) - Kluisbergen (BE) - 28/04/2012 179,82 km
10 Noordwolde (NL) - Houten (NL) - 14/08/2020 178,27 km

Grootste dagklim
01 Buena Vista - Canta (PE) - 28/03/2018 2389m
02 Huara (+13km) - Huara (+73km) (CL) - 07/07/2015 2246m
03 Vilar Seco - Covilhã (PT) - 25/03/2020 2212m
04 Baiyangxiang - Baiyangxiang (+70km) (CN) - 07/10/2013 2202m
05 Fiesch - Tavanasa (CH) - 17/07/2020 2140m
06 Valdelosllanos - Los Molinos (ES) - 04/03/2020 2076m
07 El Pla de Sant Tirs (ES) - Vaychis (FR) - 08/07/2020 2012m 0
8 La Poma - Abra del Acay (+13) (AR) - 14/01/2018 1980m
09 Yuanyang (+15km) - Luchun (+5km) (CN) - 16/10/2013 1905m
10 Los Molinos - Navalmoral de la Sierra (ES) - 05/03/2020 1874m

Langste fiets - /loopdag (excl. pauzes)
01 Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 15:02:00
02 Alta (NO) - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 14:51:23
03 Vittangi (SE) - Grens FI - NO (FI) - 08/08/2017 14:17:17
04 Dorotea (SE) - Sorsele (SE) - 02/08/2017 13:12:08
05 Haurvig (DK) - Svankaer (DK) - 12/07/2017 12:17:35
06 Noordwolde (NL) - Houten (NL) - 14/08/2020 12:01:00
07 Junin ( - 32km) (PE) - Huánuco ( - 82km) (PE) - 31/08/2015 11:46:00
08 Matasaru (RO) - Boekarest (RO) - 15/04/2017 11:45:32
09 Nyjidalur airport (IS) - Thorisvatn (IS) - 26/06/2017 11:43:40
10 Talavera (ES) - Navalvilar (ES) - 22/02/2020 11:35:00

Hoogste pas
01 Abra del Acay (AR) - 14/01/2018 4895m
02 Paso de Jama - San Pedro de Atacama (CL) - 05/02/2018 4831m
03 Abra Pirhuayani (PE) - 15/07/2018 4725m
04 Abra Yanashalla (PE) - 04/09/2015 4720m
05 Ak - Baital pas (TJ) - 17/06/2016 4655m

Langste verblijf land
01 Argentinië - 149 dagen (5x bezocht)
02 Portugal - 127 dagen (2x bezocht)
03 Australië - 123 dagen (1x bezocht)
04 Peru - 115 dagen (3x bezocht)
05 Chili - 112 dagen (4x bezocht)

Langste verblijf stad
01 Nabainhos (PT) - 92 dagen (1x bezocht)
02 Boekarest (RO) - 16 dagen (2x bezocht)
02 Upington (ZA) - 16 dagen (2x bezocht)
04 Bishkek (KG) - 15 dagen (5x bezocht)
05 Paramaribo (SR) - 14 dagen (3x bezocht)

Langste onafgebroken reeks fiets-/loopdagen (halve dag: 1,75 - 5,25 uur, hele dag: 5,25 uur of meer)

01 Málaga (ES) - Douro (PT) - 2020 32,5d (3290 km)
02 Fukuoka (JP) - Miyako ( - 42km) (JP) - 2016 30d (2538 km)
03 Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26,5d (1033 km, te voet)
04 Trelew (AR) - San Rafael (AR) - 2017 25d (2265 km)
05 Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23d (2622 km)
06 Mazatlan (MX) - Mexicali (MX) - 2018 21,5d (1933 km)
07 Sorgues (FR) - Manfredonia (IT) - 2016 20,5d (1757 km)
08 Roda de Bera (ES) - Bouarfa (MA) - 2018 20,5d (1696 km)
09 Manaus (BR) - Georgetown (GY) - 2018 20,5d (1597 km)
10 Bouarfa (MA) - Dakhla (EH) - 2018/2019 19,5d (2257 km)

Langste onafgebroken reeks wildkampeernachten (kamperen op niet-toegewezen plekken en zonder gebruikmaking van douche of elektriciteit)
01 Castro Verde (PT) - Douro (PT) - ‐ - 2020 27x
02 Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26x
03 Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23x
04 Praag (CZ) - Debrecen (HU) - 2017 19x
05 San Rafael (AR) - Cafayate (AR) - 2017/2018 19x
06 El Chalten (AR) - Coyhaique (CL) - 2015 18x
07 Buenos Aires (AR) - Trelew (AR) - 2017 18x
08 Puerto Montt (CL) - Malargüe (AR) - 2015 17x
09 Darwin (AU) - Alice Springs (AU) - 2014 16x
09 Hellevoetsluis (NL) - Sorgues (FR) - 2016 16x

Langste onafgebroken reeks tentovernachtingen
01 Darwin (AU) - Perth (AU) - 2014 123x
02 Mutoko (ZW) - Karasburg (NA) - 2019 96x
03 Fukuoka (JP) - Osaka (JP) - 2016 79x
04 Kristiansand (NO) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 74x
05 Igoumenitsa (GR) - Sofia (BG) - 2016 39x
06 Hellevoetsluis (NL) - Manfredonia (IT) - 2016 38x
06 Keflavik (IS) - Keflavik (IS) - 2017 38x
08 Aus (NA) - Opuwo (NA) - 2019 36x
09 Windhoek (NA) - Monze (ZM) - 2019 35x
10 Nabainhos (PT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 35x

Langste onafgebroken reeks dagafstanden >= 100 km
01 Vilariça (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 18x (2164 km)
02 Warschau (PL) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 11x (1442 km)
03 Hellevoetsluis (NL) - Sorde de l'Abbaye (FR) - 2012 10x (1465 km)
04 Hellevoetsluis (NL) - Nørre Rubjerg (+2km) (DK) - 2017 10x (1243 km)
05 Tumpen (AT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 9x (1165 km)
06 Bouanane ( - 40) (MA) - Assa ( - 17) (MA) - 2018/2019 9x (1010 km)
07 Faset ( - 33km) (NO) - Jokkmokk ( - 15km) (SE) - 2017 8x (984 km)
08 B'xiang (+70km) (CN) - Yuanyang (+15km) (CN) - 2013 8x (970 km)
09 Kununurra (+90km) (AU) - Broome ( - 20) (AU) - 2014 8x (931 km)
10 Kulgara (+85km) (AU) - Afsl. B55 Wilmington (AU) - 2014 7x (895 km)

Recente Reisverslagen:

08 November 2020

De bij voorkeur absurdistische titel

08 Oktober 2020

Een honds verlangen naar kwark

11 September 2020

Groningen leeuwvrij!

16 Augustus 2020

De uiige zeeëend

21 Juli 2020

Europees kampioen motorwerpen
Richard

Actief sinds 16 Feb. 2013
Verslag gelezen: 885
Totaal aantal bezoekers 298763

Voorgaande reizen:

03 April 2013 - 22 September 2020

Per fiets de wereld rond

31 Oktober 2020 - 30 November -0001

Wederwaardigheden in een klein bestaan

Landen bezocht: