Van nobody naar beroemdheid in 10 dagen, les 1
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
04 Oktober 2013 | China, Chengdu
Zes dagen moest ik wachten op het antwoord of ik China in mocht. Net als overal vloog de tijd voorbij. Hongkong oefende een sterke aantrekkingskracht op me uit. Iedere dag werd ik naar buiten getrokken, wilde ik dwalen tussen wolkenkrabbers, in winkelcentra en door parken. En ik pikte nog net het Mid Autumn Fest mee, een traditionele viering waarbij een draak door de straten gevoerd werd en het Victoria Park gevuld was met licht, poppen, zang, dans en een grote menigte.
En toen was daar de dag waarop het vonnis werd uitgesproken. En er was geen vuiltje aan de lucht. Ik kreeg gewoon mijn paspoort, mét een mooie sticker er in. Ik kon China in, voor 30 dagen. Ter plaatse kon ik het visum nog met 30 dagen verlengen. Ik mocht een vlucht gaan boeken. Het had wat hoofdbrekens gekost, maar ik wist waarheen. Er waren zeer goedkope vluchten naar Beijing en Shanghai, maar liever hield ik mijn oorspronkelijke route aan en hield de blik op het westen van China gericht. De meest westelijke plaats waar de oren je niet van het hoofd vriezen door de hoge ligging was Xining, dus werd het Xining. Ik boekte het goedkoopste ticket, maar de aankoop mislukte omdat men de provincie wilde weten waar ik woonachtig was, en Zuid-Holland was geen correcte provincie. Ik boekte een ticket op een wat slimmere site, en betaalde uiteindelijk nog minder. Dan operatie fiets. Hoe kreeg ik mijn nog immer in karton en plastic gehulde metalen compagnon op de luchthaven? Reguliere taxi's waren hiervoor niet geschikt. Even leek het er op dat ik een duur busje moest regelen, maar tot mijn verbazing was er een speciale airportbus waarin de fiets gewoon mee kon. Het kostte de volgende dag wat moeite om fiets en bagage naar de bushalte te tillen, maar hier had ik nog hulp van fietscollega Frédéric. We plaatsten alles in de bus en namen afscheid. Hij zou vandaag zijn fietstocht ter plekke hervatten en binnen een maand aan de grens van Laos staan, ik in anderhalf à twee maanden. Op mijn programma stonden daarna Vietnam en Cambodja, maar die landen ontbraken op het zijne. Normaal gesproken zouden we elkaar niet meer ontmoeten.
En vanaf Hongkong Airport mocht ik alles weer zelf doen. Gelukkig stonden er buiten al trolleys en na een beetje handig stapelen hoefde ik alleen nog maar te duwen. Er was geen bijzonder tarief voor het vervoer van de fiets bij luchtvaartmaatschappij China Eastern, maar wel werd het gewicht van de fiets meegenomen in het totale bagagegewicht. Dit betekende een fors overgewicht. Of ik even 73 euro op wilde hoesten. Het hilarische was dat er een tussenstop was in Xi'an; daar zou ik uit- en in moeten checken, dus opnieuw moeten zeulen met fiets en bagage, en opnieuw moeten betalen voor het overgewicht, terwijl het om dezelfde maatschappjj ging. Gelukkig bleek díe rekening aanzienlijk lager uit te vallen.
Het werd een rommelig dagje. Paar uur wachten, paar uur vliegen, paar uur wachten, uurtje vliegen. Eén ding beviel me wel. In Xi'an was ik de laatste westerse reizigers kwijtgeraakt. Een week lang was ik een volstrekt anonieme toerist geweest tussen al die andere toeristen. Nu was ik weer de enige. Ik was weer uniek. Morgen was ik weer die unieke fietser. Ik zag tijdens de laatste vlucht de bergen onder me liggen en kon niet wachten. Om twaalf uur 's avonds landde ik op de luchthaven van Xining. Ik had gehoopt daar nog wat te kunnen slapen, al was het alleen maar om de tijd te doden, maar de luchthaven sloot en ik werd op straat gezet. Eigenlijk was er geen beter scenario denkbaar want ik zag wat begroeiing verderop, zette er mijn tent op, sliep tot het licht werd en zette daarna in de warme en nog heerlijk rustige aankomsthal mijn fiets weer in elkaar. Bij het monteren van de pedalen moest er even geïmproviseerd worden. Voor deze klus had ik namelijk steeksleutel 15 nodig. En die had ik. Hád ik. Frédéric had op de vlucht naar Hongkong wat bagage van me overgenomen omdat ik overgewicht had en hij nog wat kilo's kwijt kon, en vermoedelijk was steeksleutel 15 in zijn tas blijven zitten. Ik verzon een lied op de melodie van 'Sweet sixteen' van Billy Idol:
I'll do anything
For my key fifteen
And I'll do anything
For little runaway tool
Ach, ik had het hele kreng niet nodig. Ik had nog een bahco en een tang, daarmee lukte het ook prima. Waar dat overgewicht vandaan komt, zegt u? Geen idee.
Eindelijk, ik mocht weer. Ik kon linksaf of rechtsaf. 'Xining' stond er op een bord op de weg naar links. Dat trof, daar wilde ik heen. Goedgehumeurd fietste ik het Chinese land in. Erg ver kwam ik niet. Een vrolijke snuiter in uniform hield me tegen. Ik was bezig een snelweg te naderen. Of ik zo vriendelijk wilde zijn een andere route te nemen. Ik was de beroerdste niet. Ik draaide me om en reed terug naar het vliegveld, en verder. De weg werd steeds minder een weg. Erg ver kwam ik niet. Ik stuitte op een houten, vastgebonden, geïmproviseerde slagboom, bewaakt door een wegwerker. Er waren wegwerkzaamheden en deze weg was niet toegankelijk. Maar meer wegen waren er niet. Nét in China en nu al vast. Een gezin op een brommertje werd eveneens gehinderd door de slagboom. Het gezinshoofd verwoordde vermoedelijk zijn en ook mijn probleem: dit was de enige doorgang naar Xining. Iemand gebaarde dat ik gewoon mijn spullen over de slagboom moest tillen. Geen idee of hij enige autoriteit bezat, maar ik liet het me geen twee keer zeggen. Toen ik aan de andere kant stond toonde de bewaker ook meer begrip voor het brommergezin. De slagboom werd krakend omhooggetrokken en de brommer er onderdoor geduwd. De posities werden weer ingenomen en lachend en met een opgestoken duim in mijn richting reed het gezin verder. Ik reed ook verder. Eerst over de weg, daarna in de berm. Want de weg was niet voor niets afgezet, er werd een verse laag asfalt gelegd. Toen de berm geblokkeerd was stak ik de weg over naar de andere berm. En zo maakte ik al op mijn eerste dag een diepe indruk op China.
Ik wilde naar het centrum van Xining om mij te kunnen bevoorraden voor de volgende dagen. Ik had geen idee hoe dun- of dikbevolkt het gebied was waar ik in zou trekken dus leek het me wijs om voldoende voedsel en water mee te nemen. Ik vond een leuk zaakje waar ik werkelijk mijn ogen uitkeek. Het was het walhalla voor de outdoorliefhebber. Afgelopen met de blikjes doperwten, mais en vis. Dit was een toko vol droogvoer en vacuüm, in plastic verpakte waren. De meest exotische gedroogde vruchten, zakken gedroogd vlees in allerlei formaten, vele soorten noten en pitten, geperste graanontbijtblokken... Ik voelde me als een kind in een speelgoedwinkel en gooide een boodschappenmandje vol. Voor een euro of 15 had ik een voortas vol eten en het woog haast niets door het ontbreken van vocht en blik. De eerste dagen hoefden restaurants niet te rekenen op mijn komst; ik ging al deze exotische verrassingen uitproberen.
Mooi was China niet, daar waar ik mijn tocht hervatte. Er waren veel afgravingen, er werd veel gebouwd. Maar gaandeweg, mede door de selectie van B- en C-wegen, werd de omgeving interessanter. Ik steeg ruim 1000 meter tot op 3400 meter en kwam in een gebied terecht dat mooi aansloot op het gebied dat ik in Kirgizië achtergelaten had. Groene velden, tenten, paarden. Mijn tocht voelde nog steeds als één geheel, er was geen storende continuïteitsfout opgetreden door mijn sprong over West-China. In theorie was dit China, in de praktijk was dit Tibet. De mensen hadden een getaande huid en zwart haar. Er waren tempels met gebedsmolens. Als ik na een beklimming het hoogste punt van een berg naderde was de weg overspannen met gekleurde linten en vlaggen. Eénmaal zag ik twee pelgrims de typische pelgrimsmars uitvoeren: een stap voorwaarts, knielen, languit liggen op de weg, weer opstaan en het proces herhalen.
Even hadden de oren rust gekregen in Kirgizië, maar ik leek opnieuw in een toeterland terecht te zijn gekomen. Claxonneren dient om medeweggebruikers te waarschuwen. In dit deel van China heeft men dat heel goed begrepen. Iedere medeweggebruiker wordt hier gewaarschuwd. Wie men daarmee diskwalificeert is niet geheel duidelijk. Het zou dus kunnen betekenen: 'Kijk uit, ik kan niet rijden', maar ook ' Wees niet de zoveelste kneus die voor mijn wielen duikt'. Soms krijg ik het idee dat men met al dat gewaarschuw zichzelf vrij probeert te pleiten:
Toe Ter Suk Kel: 'Edelachtbare, ik haalde inderdaad in terwijl een tegenligger op mij afkwam, maar ik toeterde, dus iedereen was gewaarschuwd.
Edelachtbare: 'Daar heeft u een punt. U is vrijgepleit.'
Nog één keer moest ik er doorheen. De laatste periode van kou voordat ik voor lange tijd in de tropen zou rijden. Ik vind kou onaangenaam omdat het vriespunt van mijn vingers en tenen hoger ligt dan dat van water. Temperaturen onder de 10 graden zijn reeds voldoende voor een effectieve bevriezing.
Eén nacht vroor het. De comfortgrens van mijn slaapzak werd overschreden. In de ochtend reed ik rond met handschoenen en in plastic zakken gehulde wollen sokken, maar het hielp weinig. Het was koud en ik dacht hetzelfde als een half jaar eerder in Duitsland: zo rap mogelijk zuidwaarts graag, naar de warmte, want dit is alleen maar naar.
Ik reed langs een gebied dat nogal in trek was bij Chinezen. Er stonden tenten, er waren restaurants met traditionele Tibetaanse gerechten en er waren routes uitgezet in de omgeving. Dit was de plek waar Chinezen een dagje Tibet-ervaring op konden doen, net als Amerikanen hun indianenpretparken hebben. Ik werd enthousiast begroet door Chinese toeristen terwijl ik langsreed. Een auto passeerde me langzaam en stopte. Twee dames achterin overhandigden me een blik. Het leek op een blik bier.
'What's that?', vroeg ik.
'Beer. Lao', antwoordde één van de dames.
Ja hoor, lauw bier, daar zat ik op te wachten. Ik zei dat ik niet mocht drinken in het verkeer van de dokter, en gelukkig kon ik het blik ruilen voor een fles water.
Een paar dagen later reed ik langs een wegrestaurant en een supermarkt met een paar kraampjes ervoor. Er stonden enkele bussen op de parkeerplaats. Ik liep de supermarkt in en kocht er wat boodschappen. Ik wilde afrekenen maar de prijs stond me niet aan, ik was gewend twee derde te betalen van wat hier gevraagd werd voor deze boodschappen. De caissière verlaagde de prijs. Een toeriste zei me dat de prijs voor mij al lager was omdat ik op de fiets was aangekomen, en dat de prijzen hier zo hoog zijn omdat dit een geïsoleerd gebied was. Een kulverhaal, want ik naderde juist de beschaving en de dichtstbijzijnde stad lag 9 km verderop. De caissière verlaagde de prijs nogmaals. Ik vond het nog steeds te veel. Ik legde alle spullen terug op een fles cola na en betaalde. Een supermarktmedewerker verzamelde de artikelen die ik had teruggelegd en legde die weer voor mijn neus neer. Ik mocht die artikelen meenemen voor het wisselgeld van de cola. Daarmee was de totaalprijs ineens erg laag. Wat was hier allemaal aan de hand? Ik liep met mijn boodschappen naar buiten en de caissière liep met me mee. Ze ging achter een kraam staan gaf me een kom met pap. Ik at de kom leeg en maakte aanstalten te vertrekken. Maar dat mocht niet. Een andere medewerker kwam aanzetten met een kom rijst met ei en groenten. Er werd mij een zitplaats getoond, achter de kraam. En toen gebeurde er iets merkwaardigs. Toeristen dromden om mijn fiets en begonnen mij te fotograferen. En ze wilden met mij op de foto. Iemand gaf een tasje met eten en anderen volgden het voorbeeld. Enkelen gaven geld. Dit was een krankzinnige ervaring, maar ik vond bet bijzonder vermakelijk. Ik was in een soort signeersessie beland, maar in plaats van uit te delen ontving ik alleen maar. Als dit een graadmeter was van wat komen ging, dan kon het nog wel eens een erg plezierige tijd worden.
Ik reed in de richting van Chengdu. Daar zou mijn volgende stop zijn. Enkele dagen voor de aankomst zette de daling in. Dat had ik nodig, ik had die paardenweiden met die tenten nu wel gezien. Ik kwam onder de boomgrens terecht, en de omgeving werd weelderig. Ik kwam in een gebied dat geteisterd was geweest door een natuurramp; ik zag huizen onder water staan en afgebroken bruggen. Soms moest ik de snelweg op, omdat mijn route weggeslagen was. Dit verkortte de route wat, veelal door het gebruik van tunnels. Soms was ik net de ene tunnel van 6 km uit als de volgende van 5 km begon. De landschappelijke overgang ging hier heel snel, maar die miste ik grotendeels omdat ik last had van tunnelvisie. Vandaar dat ik mijn ogen uitkeek toen ik een dag voor aankomst in Chengdu uitkwam in een schitterend gebied waarin groene bergruggen verdwenen in evenzo groene, koele meren. Het was niet moeilijk voor te stellen dat iets zuidelijker theeplantages en tropen lagen. En dat in zo'n korte tijd.
Een eind voor Chengdu, een kleine 100 km, zette de verstedelijking in. Van wildkamperen kon niet echt sprake meer zijn. Het was een kwestie van doorrijden, op naar een hostel na 11 dagen en nachten buiten. Normaal gesproken ben ik rond een dag of tien wel aan een hostel toe, maar nu lagen de zaken anders. Door kou, verkoudheid, slapeloosheid en een daaruit voortvloeiend gebrek aan energie waren de eerste dagen wat moeizaam geweest, maar nu barstte ik van de energie en wilde fietsen en niet in een stad verblijven. Toch leek het me beter om eens een douche te nemen en een voorraad kleren te wassen.
En ik weet inmiddels ook hoe het gaat. Zodra ik in een hostel zit wil ik er niet meer weg. Je bent van alle gemakken voorzien en je doucht, vreet, internet totdat het allemaal niet bijzonder meer is. Dat is ongeveer op dag vier. Dan komen de twijfels, dan gaat het knagen. 'Moet ik niet weer eens weg? De luxe is zo gewoontjes aan het worden.' Nog even en dag vier komt er weer aan. Dan wordt het tijd om China in te trekken. Het échte China.
-
04 Oktober 2013 - 11:50
Erik:
WOW Fantastisch, Ries! Ik lees je verslag met open mond. Super! -
04 Oktober 2013 - 11:59
CO2:
Ik wist niet dat ze in China ook euro's hebben! -
04 Oktober 2013 - 12:24
Chantal Lansbergen:
Prachtig geschreven weer Richard, wat een heerlijk avontuur heb je en wat fijn dat je ons laat meegenieten :D
-
04 Oktober 2013 - 13:35
Mirjam:
Mooie indruk :)
Heb je een goed adresje in Chengdu?
Ik zou daar over een week of 2 / 3 moeten zijn...
cyclingdutchgirl.com -
04 Oktober 2013 - 20:32
Melanie V B:
Weer een mooi verslag, heb weer genoten van je
Avontuur : ) -
05 Oktober 2013 - 13:55
Rob:
Fijn dat het je zo goed gaat. Veel plezier en een voorspoedige reis! -
25 Oktober 2013 - 05:52
Richard Van Dijke:
Dank voor de reacties.
CO2, ik ga altijd gapen van al die yuans, manats en dirhams in reisboeken. Alsof ik op ga zoeken hoeveel 6000 som is. Daarom vermeld ik zelf alles in euro's. En nu terug naar je draaitafel.
Mirjam, waarschijnlijk ben ik veel te laat, maar het Mix Hostel / Flipflop / Lazybones is een aangename keten. -
24 November 2013 - 09:52
Pascal Arts:
Van Mark Groen vernomen dat je waarschijnlijk in de regio Kanton komt.
Guangzhou op je route, bier staat koud Richard.
Mooie verhalen, we blijven je volgen.
Hoi hoi, Pascal & Charlotte. ( China burgers voor 6 maanden) -
09 December 2013 - 14:20
Anita:
Zo fijn, dat jij en Billy deze ontberingen doorstaan enkel en alleen om ons te entertainen met zang, verhalen en erg mooie foto's!!! Dank jullie wel!!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley