Wat zou Frank van Rijn doen?
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
20 Februari 2015 | Chili, Punta Arenas
Als u mijn Australische avontuur gevolgd heeft, dan bent u van alles op de hoogte wat ik daar meemaakte, meer was er niet. Mijn huidige avontuur in Zuid-Amerika lijkt van een heel ander karakter te zijn; ik zal een selectie moeten maken uit de gebeurtenissen en die bondig moeten beschrijven anders is de hoeveelheid leesstof niet meer te overzien. De dolle kermis waarin ik terecht ben gekomen begon al op de heenreis. Ik vloog naar Rome, had daar een wachttijd van ongeveer zes uur, vervolgens vloog ik naar Buenos Aires, waarna ik opnieuw een pauze van een uurtje of zes had, en uiteindelijk was er de vlucht naar de zuidelijkste stad ter wereld, Ushuaia, op de Argentijnse helft van Vuurland. Die tweede pauze werd een memorabele pauze. Buenos Aires had een verrassing voor mij in petto, zo'n verrassing waar je iedere fietser blij mee kunt maken: de fiets moest door de scanner voordat ik verder kon vliegen. En een fiets past zo goed als nooit in een scanner, zeker niet als hij verpakt is in een doos, en dus ook nu niet. Ik nam een afwachtende houding aan. Hun apparatuur was niet geschikt om hun regels ten uitvoer te brengen dus dit was hun probleem. Bij de scanner stonden beveiligingsbeambten, de baliemedewerkster bij wie ik mijn overige bagage ingecheckt had begeleidde me en trad op als tolk. Ze stelde wat vragen. Kon mijn fiets uiteen genomen worden? 'Nee', zei ik. De fiets moest degelijk verpakt zijn en daar had ik voor gezorgd. Ik had geen trek om voor een scan het hele pakket weer uit te pakken. En wilde ik per se tegelijk met mijn fiets reizen? Automatisch zei ik ja. De mevrouw ging voor me na of het mogelijk was de doos door de (grotere) cargo-scan te halen. Ze kwam terug en zei dat het nog wat meer tijd ging kosten. Mogelijk moest mijn fiets met een aparte cargovlucht mee; mijn vlucht kon in dat geval wel verplaatst worden. En weg was ze weer voor verder onderzoek. Wacht even, welke kant ging dit verhaal op? Cargovlucht, vlucht verplaatsen? Wilde ik een oponthoud hebben in Buenos Aires? Nee, ik wilde direct naar Ushuaia, desnoods even zonder fiets. Maar ik realiseerde me dat ik totaal immobiel zou zijn zonder fiets, ik kon zelf mijn bagage helemaal niet tillen. Dus ik moest hoe dan ook tegelijk met mijn fiets reizen. Wat was dit een naar verhaal aan het worden. Hun probleem was nu mijn probleem geworden en ik besloot nu hard mee te gaan werken. Ik moest snel denken voordat dingen uit de hand liepen. De mevrouw kwam terug en zei dat er over drie kwartier mogelijk tijd was in de cargohal om mijn fiets te scannen. Dat scenario ging sowieso veel te veel tijd kosten. Ik vroeg nog eens voor de duidelijkheid of er nog een probleem was als de fiets door de gewone scanner kon. Nee, dan konden mijn fiets en ik gewoon met de oorspronkelijke vlucht mee, zo luidde het antwoord. Ik stelde voor dat als de mevrouw een mes kon regelen, ik de dichtgetapete doos kon openen en de wielen van de fiets zou halen. Op die manier zou het scannen moeten lukken. Als we een manier zouden vinden om de doos weer te sluiten zou het probleem opgelost zijn. Er werd een mes geregeld, ik opende de doos, tilde de fiets eruit en verwijderde de wielen. Met moeite ging de wielloze fiets door de scanner, ik pakte de boel weer in en er werd wat personeel opgetrommeld om de doos in plastic folie te hullen. Einde controle, mijn fiets werd ingeladen en ik mocht hetzelfde vliegtuig in. Pfew. Mijn overige ruimbagage mocht overigens zonder ook maar één controle mee.
In de aankomsthal van Ushuaia werd ik opgewacht. Het was een Nederlander met een bed & breakfast die twee Nederlandse fietsers op kwam halen, en hij veronderstelde dat ik één van die fietsers was. Ik vertelde hem dat er een Nederlands sprekend duo in mijn buurt had gezeten in het vliegtuig en dat hij die waarschijnlijk moest hebben. Ondertussen kon hij me mooi wat informatie geven. Hij vertelde me dat er twee campings waren in Ushuaia en legde uit waar ik het beste geld kon wisselen (pinnen is door de ongunstige officiële koers niet echt een optie). Bovendien werd me duidelijk aan wat voor ellendig scenario ik ontsnapt was: ook hij was eens met een fiets naar hier gevlogen en zijn fiets werd in Buenos Aires geweigerd. Hij had 250 euro moeten bijbetalen voor vervoer van de fiets per cargovlucht.
Ik monteerde en bepakte de fiets en reed naar Ushuaia dat al vanuit de fraaie terminal, die leek op een Noorse schaatshal, zichtbaar was. Een stadje aan zee vol kleurrijke huizen en omringd door besneeuwde bergen. Het zag er prachtig uit. Ik wisselde geld, deed wat boodschappen en reed over een stoffig pad vijf kilometer de stad uit naar een camping die gratis bleek te zijn, een openbare voorziening onderhouden door de gemeente. Netjes. Het probleem is wel dat Jan en alleman hier het terrein op kon komen voor wat vertier dus ieder uurtje dat je rust krijgt 's nachts is een geschenk. Ik deed wat kalmer aan dan bij mijn start in Australië destijds. Ik nam tijd om te acclimatiseren om een vroegtijdige uitputting te voorkomen. Ik trok er een dag voor uit om Ushuaia te zien. Het was niet dat slaperige stadje aan het eind van de wereld dat ik voor ogen had, dit plaatsje was 'booming' en dat kon eigenlijk ook niet anders als er op één ochtend, de ochtend dat ik arriveerde, al twee vliegtuigladingen toeristen uitgebraakt werden. Het plaatsje puilde uit van de outdoorzaken, toeristenbureaus en hostels. Ik trof het met het weer, het was uitzonderlijk warm voor deze regio, soms zelfs tegen de dertig graden. Spoedig daarna zou ik het wekenlang met hooguit de helft moeten doen.
Ik wilde er nog een dagje in het nabijgelegen nationale park aan vastplakken maar schrok van de entreeprijs en besloot om na twee nachten op de camping te vertrekken. Officiëel van start, het avontuur kon beginnen! De wegen waren aan de smalle kant maar de berm was uitermate goed berijdbaar dus reed ik daar. Helemaal fit was ik nog niet. Door de stoffige weg tussen Ushuaia en de camping had ik veel moeten hoesten en door de verminderde weerstand door slaapgebrek had dit geresulteerd in een verkoudheid. Die avond nam ik ook wat vroege griepsymptomen waar. Op dag twee reed ik de bergen uit. Om me heen zag ik nu weiden, heide en wederom die vloek voor iedere wildkampeerder: overal links en rechts prikkeldraad. In dit vlakke gebied had de wind vrij spel en deze wind werd een belangrijke factor in het fietsend bestaan. Ik had die avond grote moeite om mijn tent op te zetten. En die nacht ging het mis. Mijn huid voelde warm aan in mijn slaapzak maar toch lag ik uren te klappertanden. Ik was nu echt ziek aan het worden. De volgende dag had ik de energie niet om overeind te komen en bleef de hele dag liggen. Ik was voldoende bevoorraad dus ik kon het me veroorloven. Ik gebruikte mijn tijd nuttig door Spaans te leren. Het grootste deel van deze reis zal ik mij in Spaanstalig gebied bevinden dus loont het om energie te steken in het leren van de taal. Het werd een onderdeel van mijn dagelijkse routine, even een uurtje Spaanse les.
Na een dag kon ik weer verder. Ik reed door een nauwelijks bewoond gebied. Er waren zeer veel fietsers: in een tijdsbestek van anderhalf uur trof ik twee maal een fietsend duo en twee solofietsers, en dat was meer dan in vier maanden Australië. Het was al lang gedaan met het goede weer, ik reed door natte kou. Ook nam de westenwind sterk toe, ik werd een speelballetje dat naar links en rechts geslingerd werd. Fietsen op de weg zou zelfmoord geweest zijn. Als ik tijdens een pauze een mok limonade vasthield klotste het er aan één zijde uit. Ik zat in een gebied waarin de wind niet langer gestuit werd door bergen ten westen van me. Hoe stond ik hier eigenlijk tegenover? Ik had mijn taaie beproevingen in Australië wel gehad, ik kwam hier vooral om voor mijn plezier te fietsen. Wat als ik structureel moest vechten tegen de wind en per dag niet verder zou komen dan 40 km? Weken achtereen? Zou ik doorgaan? Of zou ik liften naar een regio met mildere omstandigheden? Een Amerikaan vertelde me dat ik vanaf hier vijf dagen zou moeten vechten tegen de wind om in Porvenir aan te komen, de plaats waar ik een boot zou nemen naar het vasteland. Voorlopig ging ik door. Ik bevoorraadde me in Rio Grande voor een week en trok westwaarts. De berm werd lastiger te berijden, er waren meer en meer kiezels en ik gleed steeds vaker weg. De volgende dag reed ik van 11 tot 4 en keek toen op mijn teller: ik had 20 km afgelegd. Dit was waanzin. Ik stopte en ging over op een plan dat ik die ochtend bedacht had. Na tienen 's avonds neemt de wind voor de helft in kracht af en dus zou ik 's nachts gaan fietsen. Ik zette mijn tent op, ging een paar uur plat en vertrok die avond rond tienen voor een nachtelijke rit. Het was een bijzondere rit onder de sterrenhemel en ik kon goed doorrijden, ik had nu het asfalt voor mezelf. Rond vieren passeerde ik de Argentijnse grenspost en toen het om zes uur licht was stopte ik en zette mijn tent op, op vijf km van de Chileense grens. Ik stond op een vlak terrein en keek uit over een dieper gelegen vlakte. Er stond inmiddels weer een afschuwelijk sterke wind en ik was blij dat ik een degelijke tent had met een zeer solide constructie: twee sterke stokken die elkaar tweemaal kruisen.
Fietsen kon overdag niet, maar slapen ook niet. De wind zorgde voor een oorverdovend lawaai en steeds was er toch die lichte vrees dat de tent die keiharde klappen niet blijvend aankon. Alleen al die venijnige luchtverplaatsingen in mijn tent die op mijn slaapzak beukten waren voldoende om me wakker te houden. Dan maar niet slapen. Ik zou wel zien wanneer ik instortte. Ik pakte mijn boel weer in en duwde mijn fiets naar de grens. Daar moest ik mijn fiets laten registreren, ik moest al mijn fruit (acht exemplaren, waaronder gelukkig geen meloenen) ter plaatse opeten en toen mocht ik verder. In een tochtige hal wachtte ik op de avond en leerde weer wat Spaans bij. Rond negenen vertrok ik voor mijn tweede nachtelijke rit. Maar deze nacht ging de wind nauwelijks liggen. Het asfalt was gestopt bij de Argentijnse grens en kwam niet meer terug. Ik worstelde in het donker over een stenige piste. Er was veel verkeer. Vaak moest ik stoppen voor passerende vrachtwagens, vaak gleed ik weg. Wederom was dit waanzin. Dit plan werkte niet. Ik kon beter stoppen en gaan slapen. En morgen? Dan toch maar liften. Fietsen ging gewoon niet en dan houdt het gewoon op. Ik kroop mijn tent in en viel als een blok in slaap. Dit bleek het einde te zijn van een periode van waardeloze nachten, vanaf nu sliep ik als het moest de klok rond.
De wind gierde weer om me heen. Maar ik was wakker geworden met een hele interessante vraag. Wat zou Frank van Rijn doen? Wat zou Frank van Rijn, de nestor van het hedendaagse vaderlandse wereldfietsersgilde, in de omstandigheden doen waarin ik nu verkeerde? Frank zou als het moest zijn fiets 500 km omhoogduwen tegen een taaie modderstroom in. Hij zou lachen om dit winderige stukje van 135 km naar Porvenir dat mij nog restte. Als hem een lift aangeboden zou worden, dan zouden er priemende, helse ogen zichtbaar worden boven een woeste baard: 'Een lift? EEN LIFT? Uit mijn ogen, dwaas! Uilskuiken! Mierikswortel! Arabist! Koolhydraat! Vort, naar je moeders bonensoep, kwajongen!'. Het was een onvoorstelbare gedachte dat Frank zijn fiets achter in een laadbak zou zetten omdat de omstandigheden hem te zwaar werden.
Ik wist wat mij te doen stond. Desnoods legde ik het restant lopend af, alles zou op eigen kracht gebeuren. Het werd ijzeren regel die ging dienen als leidraad.
Ik ging rijden. En de wind nam af. En de wind nam nog verder af. En toen was het windstil. En de natuur werd mooier en mooier. De weg ging nu langs zee en er waren prachtige heidevelden met guanaco's (wilde lama's). Het was puur genieten, alles was perfect. En toen brak mijn achtervork. Zomaar.
Daar sta je dan. Verder fietsen kon niet. Maar gelukkig vond ik snel een tijdelijke oplossing. Ik demonteerde mijn standaard aan de linkerkant en monteerde hem, met nuttige instructies van een hulpvaardige Duitser, op zijn kop aan de rechterkant. De buizen waren nu muurvast met elkaar verbonden en ik kon verder fietsen tot aan de eerstvolgende fietszaak. Dacht ik.
Maar er was speling in mijn pedalen. Eerst een beetje, en de volgende dag al hinderlijk veel. En na twintig km leek het me wijzer te stoppen voordat ik alles aan gort zou rijden: de rechterpedaal hing ruim een centimeter uit zijn voegen of, om in fietstermen te blijven, uit de bracket, de ruimte waar de trapas doorheen loopt.
De resterende 58 km naar Porvenir heb ik gelopen.
En dat lopen was helemaal niet onaangenaam. Veel trager ging ik niet, ik ging terug van gemiddeld 7 naar 5 km/u, en de fiets was me niet tot last, integendeel, het was een prima pakezel. De wind had minder vat op me, ik bewoog me veel stabieler voort en het lopen voelde goed. Ik kon langdurig om me heen kijken, eenvoudiger even stoppen voor wat dan ook en de ervaring van het voortbewegen werd intenser. Ik begon me een pelgrim te voelen en niet geheel onterecht want tenslotte was ik onderweg naar Santiago, al was het geen Santiago de Compostela.
In Porvenir wachtte ik een dag op de boot naar Punta Arenas en trof stomtoevallig de fietsers weer uit het vliegtuig. Na de tocht op een schip met een zaal vol comfortabele zithoeken reden zij Punta Arenas in, en ik liep. Tot mijn grote vreugde had ik deze dag wat Spaanse zinnetjes geformuleerd in het dagelijks verkeer en zelfs de reacties begrepen; mijn arbeid begon vruchten af te werpen. Ik vond een leuk, levendig hostel, nam mijn eerste douche in twee weken en sliep in een stapelbed. En toen volgde de dag des oordeels. En de keiharde diagnose in de fietszaak. Die achtervork was het grootste probleem niet. Nee, het probleem zat in de trapafdeling. In de bracket zat geen schroefdraad meer, daardoor kwam de trapas naar buiten. Onherstelbare schade. Einde fiets.
En toen?
Wat ga je doen?
Wat ga je doen???
Wat een schitterende cliffhanger.
-
27 Februari 2015 - 10:36
Monica:
Eindelijk je verhaal uitgelezen, maar inmiddels heb ik het vervolg al gelezen, damn ...
Ik ben weer benieuwd naar het verdere vervolg, zo zonder fiets.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley