Genieten van een urinevrij gezicht
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
15 Maart 2015 | Argentinië, El Chaltén
Er kwam goed nieuws uit Nederland: op mijn gebroken frame zat nog garantie dus er werd mij een nieuw frame toegezegd. Er waren echter twee problemen: het zou al gauw een maand gaan duren voordat ik dat frame daadwerkelijk in mijn bezit zou hebben en de verzendkosten en invoerrechten zouden wel eens hoog op kunnen lopen. Maar eigenlijk waren dat geen problemen, want ik had een beter idee. Het lopen was me zo goed bevallen dat ik dit eigenlijk een mooie gelegenheid vond om eens een lange voettocht te maken. Wij zijn flexibel, nietwaar? De fiets kon mijn bagage blijven dragen en het voortduwen van de fiets was goed te doen; het was niet te zwaar en vertraagde me nauwelijks, onder normale omstandigheden. Ik zocht uit of het plan reëel was, of de afstanden te voet te overbruggen waren en of het niet te koud zou worden de komende maanden, maar ik kon niets vinden dat me tegenhield. Ik wilde een voettocht gaan maken die vele maanden zou duren, dan terugkeren naar Nederland en de fiets weer rijklaar laten maken, en dan alsnog een jaartje fietsen in Zuid-Amerika.
Die twee dagen lopen op Vuurland waren probleemloos geweest, maar nadat ik Punta Arenas had verlaten veranderde de situatie snel. Binnen tien km had ik blaren op mijn voeten. En de fiets was met die nieuwe voorraad voedsel en water veel zwaarder geworden. De spieren konden dat wel aan maar ik kreeg problemen met de bloedvaten. Ik loop links van de fiets en mijn rechterhand kreeg niet voldoende bloed en raakte gevoelloos. Dat probleem heb ik eerder gehad toen ik begon met het fietsen over lange afstanden en ik wist dat dit een serieus te nemen probleem was. Destijds reed ik er te lang mee door en het heeft een half jaar geduurd voordat ik het gevoel in mijn vingers weer volledig terug had.
Maar de blaren hielden maar twee dagen aan en het probleem met de hand loste ik uiteindelijk op door het verplaatsen van gewicht van de rechter- naar de linkerkant.
En dan was er nog de omgeving, die was nu een stuk saaier dan toen ik langs de kust liep. Ik liep nu langs de hoofdweg, er was vrij veel verkeer en het terrein was vlak en monotoon. Gelukkig diende er zich een alternatieve route aan, een gravelweg die weliswaar 17 km langer was, maar waarop ik twee dagen in alle rust zou kunnen lopen. Ik nam dit pad en het lopen werd direct aangenamer. Wel begonnen er weer wat nieuwe lichaamsdelen aandacht te vragen: mijn nek en rug gingen zeuren. Ook liet mijn grootste tegenstander zich weer voelen: de wind. Ongeveer om de dag is er een zware storm die meestal zo'n 12 tot 18 uur aanhoudt. Overdag vertraagt hij me, 's nachts houdt hij me wakker.
In het dorpje Rio Verde waren niet echt voorzieningen voor de reiziger, maar ik kon een huisje in de speeltuin goed gebruiken om even, verlost van de wind, te kunnen lunchen. Ik kreeg nog wat meer fietspech: van een bout waarmee de bagagedrager rechtsvoor vast zit brak de kop af en het restant van de bout bleef vastzitten in het frame; ik kon er dus geen nieuwe bout indraaien. Met een tie-wrap hield ik de drager op zijn plek.
Het was een mooie route maar na die twee dagen was de pret over en liep ik weer langs de hoofdweg en er waren voorlopig geen alternatieven meer. Er lagen enkele kleine dorpjes op de route maar voor de reiziger was hier hooguit het cafetaria aan de weg interessant.
Lopen is iets heel anders dan fietsen en dat merk je aan je lijf. Op een avond ontdekte ik bloed in mijn broek, tussen mijn benen. Ik dacht even goed na. Was ik een plusminus 13-jarig meisje? Totaal niet. In dat geval waren mijn dijen door de wrijving kapot gegaan. Ik bekeek een en ander nader en jawel, tot bloedens toe opengewreven schaafplekken. Op mijn rechterbeen was er zelfs zichtbaar een lapje huid verdwenen. Ik liet de wonden helen en zou de volgende dag dan eindelijk echt gebruik maken van mijn EHBO-kit, waar ik tot dan toe alleen maar heel af en toe een pleister of aspirine uit had gehaald. Nu werden de kompressen die ik als backpackende twintiger al meenam naar Afrika eindelijk daadwerkelijk gebruikt.
Na al die kinderziektes kwam de mentale omslag, ik begon het lopen echt leuk te vinden. Er kwam een patroon in de dag: vertrekken tussen 9 en 10 uur, pauze bij 10 km, lunch bij 17,5 km, pauze bij 27,5 km en de finish bij 35 à 40 km, rond een uur of 7. Lopen vergt minder concentratie dan fietsen dus is er meer ruimte om weg te dromen. De hersenen gaan volop werken en bieden allerlei onderwerpen aan. Er worden nieuwe plannen gemaakt, problemen opgelost, ervaringen herbeleefd. Het is niet voor niets dat mensen een pelgrimage aangrijpen om orde aan te brengen in hun leven, dingen recht te zetten, te verwerken, nieuwe wegen in te slaan. Als je goed in je vel zit kan een voetreis wat dat betreft heel effectief zijn. Zit je niet goed in je vel dan wordt zo'n reis te confronterend, je zit dan de hele tijd opgescheept met jezelf, je gedachten en je problemen.
Door de waardering voor het lopende bestaan was ik beter gewapend tegen tegenslagen of gewoon wat minder aangename situaties. Bijna altijd vlak langs de weg moeten kamperen vanwege prikkeldraad. Om de nacht circa vier uur wakker liggen vanwege de storm. Je fiets tegen een absurde windkracht in duwen, door gruis, over hellingen. Soms zag ik mijn snelheid dalen naar een schamele 2 km/u. Een andere keer word je weer blij gemaakt. Door het lopen langs een stukje bos dat de wind breekt. Of door een autobestuurder die stopt en je een pakket met broodjes gerookte zalm overhandigt. Saaie en mooie omgevingen wisselen elkaar af, maar in zijn algemeenheid is dit een indrukwekkende hoek van de wereld en zeer geschikt om vertraagd in rond te reizen als je de wind voor lief neemt. Ik zie veel zwaarbepakte motorrijders voorbijrijden, en terwijl me dat vroeger fantastisch leek, lijkt het me nu helemaal niets meer om met een dergelijke snelheid dit landschap aan je netvlies voorbij te zien trekken. Eén dagje rijden en je zit alweer pakweg 600 km verder. In een paar weken kun je heel het continent over reizen. Het komt op mij over als het voorgeschoteld krijgen van een rijsttafel die je in vijf minuten weg moet werken, omdat daarna de tafel wordt afgeruimd. Pijlsnel geconcentreerd genieten en dan is het voorbij.
Met al die wind vergeet je wel eens dat het best warm kan zijn soms. Eenmaal voelde ik me niet zo goed meer en realiseerde me dat ik al uren in de volle zon aan het lopen was en beter een helm kon gaan dragen om een zonnesteek te vermijden.
En toen, na een week lopen, bereikte ik Puerto Natales, een alleraardigst plaatsje dat gelegen is aan het water en van waaruit je een schitterend uitzicht hebt over de besneeuwde bergpieken aan de andere kant van het water. In Puerto Natales zou ik mezelf moeten herbevoorraden want op het vervolgtraject, dat een tocht van om en nabij de twaalf dagen zou worden, lagen geen dorpen. Alle namen op de landkaart waren feitelijk boerderijen. Ik bezocht de supermarkt, deed in outdoorzaken tevergeefs een poging degelijke leren wandelschoenen te vinden, leende een nijptang om de kapotte bout te verwijderen en te vervangen, pikte 's avonds nog een stukje mee van een openluchtconcert van een jazzcombo, liep over de boulevard en sliep een nachtje in een prima hostel. En toen ging ik weer op pad voor een nieuw wandelingetje van 428 km naar het bergdorp El Chaltén, de volgende bevoorradingspost. Met moeite had ik een voorraad voedsel voor twee weken in mijn tassen gepropt gekregen en met vijftien liter water kon ik een week vooruit, alleen op dagen dat de temperatuur boven de twintig graden uitkomt heb ik iets meer nodig dan de twee liter die ik dagelijks drink.
Toeristenfuik Torres del Paine, een nationaal park, liet ik met genoegen links liggen. Het lag te ver uit de route voor een wandelaar en het schijnt er even druk te zijn als in de Efteling op een mooie warme zaterdag in augustus. Ik waagde mij weer in de wereld van weer en wind en om de tocht aangenaam te houden voor de langeafstandloper heeft men veel fraaie huisjes langs de weg gezet. Eigenlijk zijn het bushokjes. En net als in Nederland worden ze gesloopt, beklad en gebruikt als toilet. Maar soms zijn de ruitjes nog heel en is de stank te harden en kun je even uit de wind pauzeren. Wat me opvalt aan de verhalen van andere fietsers, die ik nog steeds dagelijks tref, is dat zij bijna altijd pogen andere mensen op te zoeken wanneer het tijd is om te slapen. Ze bellen aan bij boerderijen, slapen bij tankstations, klitten samen in leegstaande woningen. Waar zou dat uit voortkomen? Een gevoel van veiligheid? Is het een sociale drang? Ik probeer juist zoveel mogelijk om mensen om me heen te mijden als het bedtijd wordt. De aanwezigheid van mensen betekent vaak de aanwezigheid van honden en windmolens die klinken als generatoren. Muziek, gepraat, draaiende motoren. En ik lig al genoeg wakker. Nee, ik voel me vanaf nacht één volkomen veilig hier en lig graag in isolement in mijn tent. Maar soms ligt er toch nét een boerderij op de route wanneer het tijd is om te stoppen en lig ik net niet ver genoeg om gevrijwaard te zijn van het permanente geblaf van de plaatselijke kuthond.
Omdat mijn fietscomputer een afwijking had van 2% had ik, zoals eerder gemeld, voor het begin van de reis op dit continent de ingevoerde wielomtrek met 2% teruggebracht, maar nu is de afwijking 1% in de andere richting; hij geeft te weinig kilometers aan. Waarschijnlijk heb ik te simpel gedacht en had ik iets met pi moeten doen, maar ik heb vroeger niet opgelet bij wiskunde. Ik tel die ene procent er voorlopig zelf wel bij.
Ik liep een mooi stuk door de bergen en bereikte de grens met Argentinië; op deze breedte ligt een stuk ontoegankelijk Chili, de doorgaande weg slalomt over de grens. Wederom kwam ik de Nederlanders uit het vliegtuig tegen, ze waren door een blessure vertraagd. Ze waren de enige fietsers die me tot dan toe inhaalden, alle overige fietsers reden van noord naar zuid. Strikt genomen is het slimmer om van zuid naar noord te rijden want de route loopt dan buiten noordwaarts heel licht oostwaarts en dus heb je minder last van de westenwind dan wanneer je uit het noorden komt. Maar in de praktijk heb ik vooral veel hinder van de wind en zie ik fietsende tegenliggers meestal aan komen vliegen. Vreemd. Er was nu weer zo'n heftige storm gaande dat ik zelfs een omgewaaide motor zag bij het douanegebouw. Maar die avond genoot ik toch weer erg toen ik op een bergweide kampeerde; langs dit stukje piste was geen prikkeldraad. Was ik ooit gelukkiger geweest dan hier in Patagonië? Ik voel me helemaal thuis in deze leegte. Het is net of ik veel intenser leef als reiziger, ik vraag me af of ik ooit nog zonder kan. Toch mocht die wind wel weg. Je tent afbreken en zorgen dat alles weer op de fiets terechtkomt valt niet mee bij windkracht.... acht?.... negen? Je tent wil er vandoor, je fiets valt steeds om, alles wat te licht is moet je vasthouden of verzwaren, want anders mag je achter je helm, plastic zakken, een tenthoes of papieren aanhollen. Mijn onderlip was inmidels een groep harde schubben die openscheurde en bloedde tijdens maaltijden. Urineren is ook zo fijn in deze omstandigheden. Ik weet dat ik met de wind mee moet wateren, maar je moet tevens je gezicht afwenden want de straal verstuift, waait alle kanten op en voor je het weet krijg je een nevel van je eigen brouwsel in het gelaat. Je moet dat soort dingen dan ook gewoon in een bushokje doen. Na het stukje grenspiste was er weer asfalt en had ik zowaar wind mee, maar zelfs dat is niet fijn als je loopt; de fiets is soms nauwelijks te beteugelen. Ik zat nu op een traject waar nauwelijks bescherming is tegen de wind en dat kan lastig zijn bij het kamperen maar ik werd gered door een oude vriend: de afwateringsbuis onder de weg. In Centraal-Azië en Australië had hij me beschermd tegen zon en vliegen, en nu kon hij me helpen in mijn strijd tegen de wind. Alleen kroop ik er nu niet in maar maakte ik gebruik van de bermwallen bij de uiteinden, daar paste vaak mooi de tent tussen. De kracht van de wind die door de buis komt is verwaarloosbaar.
Ik kreeg een echt probleem. Mijn voeten waren weer in uitstekende staat, mijn handen kregen weer voldoende bloed, mijn dijen waren genezen, met mijn lip en mijn chronisch verbrande neus kon ik leven, nekklachten kon ik door een wat ontspannendere houding aanvaardbaar houden, maar mijn rug werd pijnlijker en pijnlijker. Op een zekere dag moest ik om de twee km pauzeren omdat de pijn ondraaglijk werd. Ik sprak met mezelf af dat ik met deze onderneming zou stoppen als ik ook buiten het lopen last zou houden, maar afspraken met mezelf zijn soms waardeloos want toen ik 's avonds in de tent nog steeds pijn voelde liep ik de volgende dag toch gewoon door. Je moet luisteren naar je lichaam maar ik ben soms ook graag oostindisch doof. Ik liep een paar kilometers, en toen moest ik alweer stoppen. Nee, deze voettocht was ten dode opgeschreven. Ergonomisch deugde dit plan niet. Er moest een nieuw plan komen. Maar voor nu werd ik gered. Ik bereikte een afslag en kwam op een zeer rustige weg terecht. Het gebied was vlak en ik kon veilig op het asfalt gaan lopen, en dat pakte goed uit voor mijn rug. Ik kon weer even verder zonder een lift te moeten aanvaarden; ik wilde per se alles op eigen kracht blijven doen, zolang het kon.
Ik vulde mijn watervoorraad aan bij een boerderij en keek naar de fauna om me heen toen ik weer verder liep. De guanaco's waren lange tijd weggeweest maar nu weer terug in beeld. Ze brengen een heel eigenaardig geluid voort. Het is een soort gehinnik, maar het is net of het afkomstig is uit de keel van een verkouden raaf. Ik zag ook loopvogels, roofvogels, een gordeldier en incidenteel een vosje. De weg ging stijgen, maar dit ging heel geleidelijk en mijn rug hield zich koest. En op een bepaald moment werd ik beloond voor die stijging: ik keek uit op een adembenemend mooi, weids panorama. Misschien heeft u wel eens in zo'n speciale bioscoop gezeten met een enorm scherm om u heen, met zo'n film die opgenomen is in helicopters en sportvliegtuigjes en die prachtige stukken aarde in beeld brengt. Welnu, voor het eerst in mijn leven had ik het gevoel dat ik echt midden in zo'n film zat. Dat wat saaiige glooiende landschap waar ik normaal mijn fiets doorheen duw was nu een wonderlijk mooie geplooide deken. En ik kon er lang van genieten want de afdaling was lang. Nog weer later liep ik door een landschap zoals je dat soms op posters van de Verenigde Staten ziet: één lange streep asfalt met links en rechts niets tot aan de horizon, waar zich dan een gebergte bevindt.
De pijn bleef draaglijk. Drie dagen voor El Chaltén wist ik het. Ik zou het gaan halen. Op eigen kracht.
Toen ik me door weer een nieuwe storm had gevochten bereikte ik Lago Viedma. De route zou nu langs dit meer blijven lopen en in de verte zag ik besneeuwde bergtoppen en een gletsjer. Daar ergens lag El Chaltén. En op de ochtend van dag twaalf na mijn vertrek uit Puerto Natales legde ik de laatste 15 km af. Alles werd uit de kast gehaald om de laatste loodjes het zwaarst te maken. Zelfs met dichtgeknepen remmen werd mijn fiets soms achteruit geblazen. In striemende regen vocht ik me een weg omboog. En na een strijd van vier uur lag El Chaltén pal voor me. Ik vond een heel ruim hostel met lange gangen met zithoeken, een grote lobby en eetzaal en dronk veel koffie, en later een stevige neut. Dat had ik wel verdiend.
Mijn rug heeft het niet begeven, maar zal in de Andes absoluut een einde maken aan dit avontuur. Een nieuw plan blijft nodig. En dat plan heb ik: ik ga weer fietsen. Wat ik nodig heb is een goede fietsenzaak, en die vind ik in Coyhaique, en om daar te komen zal ik nog 650 km moeten lopen. Het is een mooie maar complexe Chileense route met een grensovergang en drie over te steken meren. De ferry die op het tweede meer vaart gaat eens per week en vaart nog drie keer, daarna is de route dicht tot januari en ben je aangewezen op een veel langere route door Argentinië. Ik heb twee keuzes. Óf ik laat nu het toegezegde frame verzenden naar Coyhaique, waar ik zelf over een week of vier aankom. Dan kan de fietsenmaker alle onderdelen overzetten. Een nadeel zijn de twee onzekere factoren: de inklaringstijd bij de douane en de hoogte van de verzendkosten en invoerrechten. Óf ik schaf bij aankomst in Coyhaique zelf een frame aan. Van een Nieuw-Zeelands echtpaar hoorde ik dat er Surly-frames verkrijgbaar zijn, dit zijn de frames waar Amerikaanse wereldfietsers mee rijden, maar de absolute zekerheid van de verkrijgbaarheid van een degelijk frame heb ik niet. Ik mag er nog drie dagen over nadenken, daarna moet ik El Chaltén verlaten anders mis ik de boot. Tot die tijd geniet ik ook nog even van de windstille zithoeken, de windstille eetzaal en de windstille lobby. En van mijn urinevrije gezicht.
P.S. El Chaltén heeft waarschijnlijk het traagste internet ter wereld. Als u dit leest is plaatsing zowaar gelukt. Plaatsing van foto's gaat zolang ik hier ben waarschijnlijk een onmogelijke opgave worden.
-
15 Maart 2015 - 19:19
Mirjam:
Met zo'n geweldige beschrijving heb je haast geen foto's meer nodig :) Ik zie het allemaal zo voor me... Heb zelf tot nog toe weinig problemen met in m'n gezicht plassen gehad, maar goed om te weten wat me te wachten staat... Groeten uit het Noorden! -
15 Maart 2015 - 19:19
Mirjam:
Met zo'n geweldige beschrijving heb je haast geen foto's meer nodig :) Ik zie het allemaal zo voor me... Heb zelf tot nog toe weinig problemen met in m'n gezicht plassen gehad, maar goed om te weten wat me te wachten staat... Groeten uit het Noorden! -
15 Maart 2015 - 20:28
Wow:
wow -
18 Maart 2015 - 17:53
Erwin:
Held!!! weer met verbazing zitten lezen. Wat een expeditie is het geworden. Mooi om te lezen. -
23 Maart 2015 - 10:17
Corrie Beute:
wat weer een mooi verslag, blijf wel goed op je lijf passen he, dat is onvervangbaar.
groetjes van ons allen xx
-
06 April 2015 - 16:04
Monica:
Met vertraging alsnog je verhaal gelezen. Poeh he! Het valt niet mee. Ik geloof dat ik op dit moment niet zo heel erg jaloers ben :D. Succes en veel plezier daar! -
11 April 2015 - 17:06
Rob:
Hoi Richard, waarom ruil je je fiets niet in voor een ezeltje? Kun je lekker blijven lopen? Of duurd het dan allemaal toch te lang?
Groetjes en goede reis!
-
18 April 2015 - 23:52
Richard Van Dijke:
Da's een boel extra zorgen, Rob. Zo'n beest heeft ook water en voedsel nodig, en misschien een degelijke slaapplaats. En is vatbaar voor verwondingen en ziektes. En kom je er de grens mee over... Nee, doet mij maar mijn aluminium ezel.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley