Eén mega-hotdog voor mijn rug, graag
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
10 April 2015 | Chili, Coihaique
Mijn besluit was genomen: ik ging het nieuwe frame niet vanuit Nederland laten verzenden. Het risico op ellenlange wachttijden en torenhoge kosten wilde ik gewoonweg niet nemen. En dus zou ik gaan proberen om in Coyhaique, mijn volgende stop, een frame te regelen; in Coyhaique waren weer degelijke fietsenwinkels. Ik zou er naartoe lopen over de Carretera Austral, een route die volgens velen zeer de moeite waard was en die ik sowieso zelf ook al lange tijd op het oog had. Zes dagen moest ik in El Chaltén wachten op de boot naar het Chileense dorp Villa O'Higgins, het zuidelijkste punt van de Carretera Austral. Maar op de ochtend van dag zes was ik vroeg wakker en dacht diep na. Wat was ik eigenlijk voor krankzinnigs van plan? De Carretera Austral was bergachtig en veelal ongeplaveid. Als ik nu al zoveel problemen had met mijn rug, hoe dacht ik dan deze route te gaan lopen? Het was alsof ik spontaan bij zinnen kwam. Waarom had ik dit niet kunnen verzinnen vóórdat ik hier aankwam? Bij het ontbijt keek ik naar het alternatief, de omweg door Argentinië. Ruim 800 km door de pampa's, een mogelijk dodelijk saaie route, vrijwel geheel zonder voorzieningen. Ik zou voor 18 dagen voedsel mee moeten nemen, op het hele Argentijnse deel was er mogelijk geen supermarkt meer. Het was een slecht plan, maar het was het minst slechte plan. Ik moest eraan geloven. Negentig km terug naar de hoofdroute en vervolgens noordwaarts, om daarna alsnog westwaarts Chili binnen te komen. In diverse winkeltjes in El Chaltén scharrelde ik mijn voedselvoorraad bijeen, alles zo compact mogelijk, en wederom lukte het me alles in de tassen te krijgen: o.a. 5 kg havermoutvlokken, 1,5 kg suiker, 4 kg koekjes, 18 blikken groente, blikken paté, corned beef en vis, 8 zakken pinda's. En 15 liter water. Moest ik de hele afstand lopen? Dat was een hele aardige vraag. Ik sloeg het Handboek voor Diegenen die Alles op Eigen Kracht Willen Doen open en las tot mijn vreugde:
- Reeds eerder op eigen kracht afgelegde trajecten hoeven, ongeacht de richting, niet nogmaals op eigen kracht afgelegd te worden.
- Trajecten die geen deel uitmaken van de doorlopende route kunnen beschouwd worden als uitstapje en kunnen op eender welke wijze afgelegd worden.
Ah! Ik had dit stuk al gelopen. En dat was bij nader inzien niet eens nodig geweest want door het wijzigen van de route lag El Chaltén niet meer op de doorlopende route. Ik mocht om twee redenen terugliften naar de hoofdroute.
Ik deed er geen speciale moeite voor maar werd al na 7 km opgepikt door een Duits gezin in een camper. In een uurtje was ik twee dagen verder en zat ik meteen iets ruimer in mijn voedsel. Ik liep terug naar het punt waar ik ruim acht dagen eerder de afslag genomen had en vervolgde daar mjjn route. Ik loop iedere meter, vanaf Punta Arenas heb ik ook alle afdalingen gelopen, terwijl ik vaak zo op mijn zadel naar beneden had kunnen glijden. Het had zeer zwaar gestormd de afgelopen dagen in El Chaltén (soms vroeg ik me af of de ruiten van het hostel het gingen houden) en dat was nu nauwelijks anders, maar op deze eerste dag had ik de wind in de rug. En aan het eind van de dag stuitte ik op een afwateringsruimte onder de weg die zo groot was dat mijn hele tent er met gemak in paste; een perfecte beschutting. Prima eerste dag maar de tweede begon slecht. Ik vervolgde de route en vroeg me na enige tijd af waar toch ergens die ongeplaveide afslag was die ik moest hebben. Ik pakte er wat navigatiemiddelen bij en schrok: ik was er al drie km voorbij. Verdomme, die moest ik tegen de wind in teruglopen. Anderhalf uur verprutste energie! Waarom had ik gisteravond mjjn huiswerk niet beter gedaan? Ik liep terug, was blij toen ik op de goede weg zat maar die blijdschap verdween snel. Felle wind, een nare weg vol dikke keien en een rug die direct opspeelde. En deze weg was 120 km lang. De moed en de motivatie zonken me in de schoenen. Wat was dit voor waanzin? Maar ik duwde door, wat kon ik anders? Maar toen zag ik allemaal verkeer rijden, voor me. Het leek wel een asfaltweg, haaks op mijn gravelweg. En plots stuitte ik op een hek met een gat erin. Einde piste. Ik liep door het gat en stond op het asfalt. Ik checkte waar ik was en jawel, ik bevond mij op de goede weg. Nieuw asfalt. Ja, daar moest ik toch wel even van juichen. Niet al te lang want de weg ging omhoog en mijn rug begon weer te mekkeren. Maar de wind nam af, de zon brak door en de omgeving werd mooier. En 's avonds gebeurde er iets wonderbaarlijks. Er gebeurde iets heel vervelends met fantastische gevolgen. Alle belangrijke stukken uitrusting hadden het in de afgelopen twee jaar begeven, zelfs mijn fiets, maar twee dingen bleven volharden: mijn fietscomputer, met al zijn kuren, maar vooral die geweldige slaapmat die mijn bed had doen vergeten, de Thermarest Prolite Plus. En die laatste ging het nu opgeven. Onder- en bovenlaag stuurden aan op een scheiding. Inwendig begon hij te ontbinden. Ter hoogte van mijn schouders ontstond er een bal die steeds groter werd. De meeste lucht ging naar de bal, er kwam niet meer voldoende lucht in de rest van de mat waardoor ik, als ik erop lag, de grond raakte. Hierop kon ik niet meer slapen. Maar op de koude grond liggen was ook geen optie. En ik moest nog ruim twee weken buiten liggen. Wat zou dat met mijn rug doen als ik alleen op wat uitgespreide kleren zou liggen? Ik besloot de ontwikkelingen een handje te helpen: als ik nu eens die bal veel groter maakte? Meer lucht, veel duwen, lagen uit elkaar trekken? Zou ik dan op die bal kunnen liggen? Ik ging het gewoon doen. Het ging nog vrij makkelijk, onder- en bovenlaag werden bijna geheel gescheiden en uiteindelijk had ik een soort waterbed maar dan gevuld met lucht. Een soort, tsja..... luchtbed. Een monsterlijke hotdog. Ik ging erop liggen en kukelde eraf. Ik liet er wat lucht uitlopen en zette al mijn tassen aan één kant, zodat ik tenminste aan één zijde opgevangen werd en.... het lag fantastisch! Ik zakte heerlijk weg, de tassen links hielden me op mijn plek en het enige dat ik miste was een cocktail in mijn rechterhand. Dit lag beter dan ooit! Waarom worden ze niet direct zo op de markt gebracht? Ik wilde niets anders meer. Ik kon nu heel comfortabel op mijn rug een boek lezen. En over die rug gesproken: die was ook zeer blij met deze ontwikkeling. Deze mega-hotdog was dermate heilzaam voor mijn rug dat ik, op hier en daar een momentje na, tot op heden niets meer van hem vernomen heb.
Na een goede nacht wachtte mij een zonnige, wolkenloze en windvrije ochtend. En die wind zou nog langer wegblijven. Maar ook het asfalt verdween weer na 40 km, de resterende 80 km zou ik over gravel moeten lopen, maar in deze omstandigheden vond ik het niet zo erg meer. De route was onverwacht mooi en voerde door een gebergte en langs een meer. Waren dit die saaie pampa's? Doe mij daar nog maar wat van. Het werd warm, zo'n 25 graden en ook dat zou dagenlang aanhouden. Het is overigens wonderlijk hoe fysieke ongemakken elkaar moeiteloos afwisselen. Ik was van mijn rugpijn af en prompt raakt de buitenste kruisband in mijn linkerbeen geïrriteerd. Maar ook al verdween dat ongemak tot op heden niet, ernstig werd het nooit. Het uiterlijk van mijn benen veranderde. Mijn bovenbenen waren door de wrijving met mijn korte broek inmiddels bijna volledig onthaard. Mijn schenen en kuiten waren uitgedroogd, mjjn knieën waren wit, alsof ze bepoederd waren. En mijn schoenen sleten in hard tempo. Zou dat niet lullig zijn, dat ik alsnog een lift moet aanvaarden, niet omdat mijn lijf niet meer wil maar omdat uiteindelijk mijn schoenen kapot zijn?
De omstandigheden waarin ik liep waren gunstig maar toch werd het lopen steeds vermoeiender. Ik nam me voor om voortaan in plaats van bij 40 km uiterlijk bij 35 km te stoppen maar op het moment dat het erop aankwam kon ik het niet, de geest was sterker dan het lichaam en wilde door, naar de 40, naar de 45. Na zo'n drie dagen zonder wind zocht ik niet langer naar beschutting en plaatste ik mijn tent op een open vlakte. Als er toch plots weer een storm op zou steken dan zou mij een nare nacht wachten maar ik nam de gok. En deze dagen keek ik steeds uit naar weer een nieuwe avond op mijn mega-hotdog.
En toen begon ik te stinken. Gelukkig lag er die dag een rivier op mijn route en voor het eerst in twee jaar reizen betrad ik water in de natuur om te gaan zwemmen. Maar ik was op het verkeerde been gezet door het mooie weer: het water was zo koud dat het pijn deed en de harde kiezels waar ik overheen liep maakten het er niet beter op. Ik beperkte me tot het wassen van mijn onderlijf, keerde snel terug, begon me af te drogen en realiseerde me dat ik weer het water in moest om mijn waterzak te vullen; het was door de warmte hard gegaan met de watervoorraad.
En na zo'n twee dagen was het gedaan met de gravelzone. Tot aan Coyhaique zou er asfalt zijn. Het lopen gaat gemakkelijk maar zonder weerstand wordt het ook saaier. Lopen wordt kilometers maken. Af en toe is er wat afleiding. Twee à drie keer per dag krijg ik hulp aangeboden. Soms beginnen ze zelfs de laadbak al voor me te ontruimen maar ben ik nog te ver weg om mijn standaardzinnetjes 'Nee, dank u. Alles oké. Ik wil graag lopen' te roepen. En soms bieden gordeldieren wat vermaak. Het zijn bijzonder leuke dieren en doen denken aan egeltjes. Het duurt lang voordat ze je waarnemen, ik denk dat hun ogen niet zo best zijn. Zodra ze je zien kunnen er een paar dingen gebeuren. Of ze beschouwen je niet als gevaar en komen aan je schoenen snuffelen. Of ze bevriezen, in de hoop dat ze niet gespot worden. Of ze kruipen achter een doorzichtig struikje en kijken soms even om de hoek om te zien of je al weg bent. Of ze hobbelen gewoon zo ver mogelijk weg. Ik krijg altijd medelijden met al die dieren die gevangen zitten tussen de rijen prikkeldraad links en rechts van de weg. Loopvogels, schapen en jonge guanaco's die ooit ergens door een gat in een hek zijn gekropen maar nergens meer een nieuw gat kunnen vinden naar de open vlakte. En als ik eraan kom raken ze al helemaal in paniek en hobbelen soms wel een half uur voor me uit, steeds omkijkend of ze al veilig zijn, voordat ze doorkrijgen dat het slimmer is om juist in de andere richting te gaan lopen.
Verlaat de gangbare routes en je ontmoet nauwelijks fietsers meer. Maar nu waren er weer twee, uit Polen. Ze waren in Coyhaique geweest en verzekerden me dat het me nooit ging lukken daar een Surly frame aan te schaffen, de fietsenzaakjes daar waren maar heel eenvoudige dorpswinkeltjes. Mooi, hoop doet leven. Ik vervolgde mijn route. Ik liep die dag 45,5 km, net als de dag ervoor. Een dag later zat de helft van het traject erop en dat had een psychologisch gevolg, het was net alsof het er al bijna op zat; en in de tweede helft zou meer variatie zitten: dorpen, gebergtes en een tocht met een ferryboot.
Ruim een week was-ie weggeweest, maar hij was weer terug: de wind. Ik moest weer een beetje meer vechten en prompt werd het lopen wat leuker en eenvoudiger. Ik bereikte het gat Bajo Caracoles. Het had in Australië kunnen liggen en bijvoorbeeld Glendambo kunnen heten: een hotel, een benzinestation en wat huisjes. Ik vulde mijn watervoorraad aan met de tuinslang bij het benzinestation. Het enige winkeltje was dicht. Ik had er verder niets meer te zoeken en liep door. Een fietsend stel reed me tegemoet en we wisselden wat ervaringen uit. En zou ik een Surly frame kunnen kopen in Coyhaique? Tenslotte had een Nieuw-Zeelander ze gezien in een fietsenzaak daar. 'Kansloze missie', was het antwoord. Alle hoop was nu wel zo'n beetje verdwenen.
De herfst was ingetreden en de dagen waren inmiddels flink korter dan bij mijn aankomst in Zuid-Amerika: van 8 tot 8 was het nu donker. En de stormen waren weer helemaal terug. Ik bereikte op dag 13 na mijn vertrek uit El Chaltén het eerste plaatsje van betekenis op mijn route, Perito Moreno (Bruine deskundige?). En daar maakte ik iets mee dat het moreel een forse knauw gaf. Terwijl het zo onbenullig was. Ik had nog zo'n 13 euro aan pesos en die moesten op want Perito Moreno was het laatste plaatsje van betekenis voordat ik Argentinië verliet en Argentijnse pesos zijn buiten Argentinië niet bijster gewild. Ik liep het hele plaatsje door en vond een paar simpele buurtsupers. Er was er maar één open. Het aanbod was niet om te juichen maar hier moest ik mijn kapitaal stuksmijten. Van niets werd ik hier enthousiast, en dus ik kocht wat nuttige dingen (weer een blik doperwten) en wat net-niet dingen (flauwe bacon/kaaskoekjes). Alle pesos op, spullen in de tas, dorp uit en weer vechten tegen een inmiddels wel héél zware storm. En toen kwam het. Een kilometer buiten Perito Moreno stond daar, aan de andere kant van de weg.... een joekel van een supermarkt. Die fantastische La Anonima met dat geweldige aanbod, voor het laatst gesignaleerd op Vuurland. Stel je nu eens voor dat je al 13 dagen loopt met je fiets aan de hand en dat je je ruwweg in leven gehouden hebt met havermoutvlokken, doperwten en blikjes paté. En dan geef je je laatste pesos uit aan dingen waar je niet vrolijk van wordt en dan verschijnt plots La Anonima. Ik had vers brood kunnen kopen, kaas, fruit, droge worst, een grote zak pinda's. Eigenlijk was ik geen moment ontevreden geweest over mijn voedselvoorraad, maar nu ik zag wat ik misgelopen was... Echt, ik baalde meer dan toen mijn frame brak. 'Stel je niet aan lul', zei ik tegen mezelf, maar het liet me de hele avond niet meer los en ook de eerste uren van de volgende ochtend niet. Op die genoemde avond en ochtenduren kampeerde ik in een soort kloof waar de weg doorheen liep. Het was de enige beschurting tegen de storm maar geen beste. Toen ik de tent opzette rukte de wind moeiteloos de haringen uit de zanderige grond en ik zag mijn tent naar de weg vliegen. Gelukkig ving ik hem op tijd en wist hem alsnog stevig vast te nagelen. De grond liep wat schuin en was hobbelig maar dat maakte tegenwoordig niet meer uit want mjjn mega-hotdog deed iedere oneffenheid verdwijnen. In de hektiek van het opzetten van de tent was ik een haring kwijtgeraakt maar ik maakte de volgende ochtend handig gebruik van een fietskampeerwet: Na het sluiten van een tas vind je altijd iets dat nog in die tas hoort. Ik stopte de tent, de stokken en de haringen in de tentzak, gespte alles goed dicht en jawel, twee meter van mij vandaan zag ik plots een haring liggen.
In de sterke wind liep ik langs een groot meer, in de richting van de besneeuwde bergen verderop. Daar was Chili. En hier was het vooral groen, veel gras, veel bomen en intensievere veeteelt dan voorheen. Ik trof opnieuw één van de Polen van een week geleden. Na een bezoek aan een nationaal park reed zijn tijdelijke metgezel zuidwaarts en hij weer noordwaarts.
'Jij wilt helemaal niet fietsen, hè?, zei hij.
'Jawel, maar ik heb nog geen haast'
'Hou op. Jij vindt dit veel te leuk. Verkoop de nog bruikbare onderdelen en ga zonder fiets verder'
'En wie gaat die bagage dragen?'
'Koop een trailer'
Ik voel inderdaad dat hier meer inzit. Ondanks fysieke ongemakken en de soms zware omstandigheden gaat dit me goed af. Maar ook al komen mjjn rugklachten, die me deden besluiten op zoek te gaan naar een nieuw frame, niet meer terug, toch wil ik deze loopervaring voorlopig laten voor wat het is. Dit zou een fietsreis zijn en dat blijft het bij nader inzien ook. Eventuele nieuwe plannen volgen na mijn fietsleven.
Ik kampeerde die avond in een soort duingebied en kreeg te maken met zware regenval. En daar bleek mjjn tent niet meer helemaal tegen bestand te zijn. Door de naden in het dak sijpelde water, niet zorgwekkend veel maar toch was ik er de hele nacht niet helemaal gerust op. Wordt het erger? Wordt mjjn slaapzak nat? Tentnaden kun je dichten net een speciale vloeistof en dit was ook meegeleverd toen ik de tent per post ontving, maar ik had het beschouwd als onnodige, goedbedoelde rommel en had het thuisgelaten. Zie het hier maar eens te vinden.
Blijft er dan niets heel? Nee, er blijft niets heel. Die ochtend overleed mijn fietscomputer. Geen informatie meer over de afgelegde afstanden, de verbruikte tijd, de hoogte, de geklommen meters, de temperatuur. Het kon me zo motiveren. 'Weer een kilometer voltooid.' 'Weer 100 meter geklommen.' 'Probeer nog twee kilometer te lopen voordat je de tent opzet.' En ik verloor een belangrijk navigatiemiddel. Ik wist niet meer hoeveel ik liep, hoe ver het nog was. Ik kon ruwweg zien waar ik was met behulp van een app, verder moest ik schattingen maken op basis van de tijd en mijn gemiddelde snelheid.
Ik bereikte het grensdorpje Los Antiguos en liet me Argentinië uitstempelen. De weg door het stukje niemandsland maakte een hele rare kronkel waardoor de route veel langer was dan hij op de landkaart leek. Bovendien was de Chileense grenspost halverwege de dag enkele uren gesloten en moest, toen alles weer draaide, alle bagage gescand worden. Dit alles had tot gevolg dat ik die middag in Chile Chico de ferry miste naar Puerto Ibanez. Gelukkig ging er de volgende ochtend weer één maar dat betekende wel dat ik in alle vroegte in het donker mijn spullen moest pakken om op tijd in de haven te zijn. Toen ik eenmaal aan de overkant op de kade van Puerto Ibanez stond werd ik niet vrolijk. Het was steenkoud, het miezerde, het waaide en ik moest omhoog, de bergen in. Het was geen ruig gebergte. Het was een braaf gebergte. Zo één met weiden, boerderijen, schapen. Het was gedaan met de grote leegtes. Ik werd er zowaar melancholisch van. Vooraf leek het me niets, die route door Argentinië, en soms was het ook saai. Maar vaak was het ook verrassend mooi. Het was weids, het was leeg, het was van mij, althans dat strookje tussen de rijen prikkeldraad. Ik miste het nu al een beetje, nu ik langs de ene na de andere boerderij liep. Na 31 km was er een afslag en zat ik uiteindelijk, na een lange omweg, alsnog op de Carretera Austral. De temperaturen waren hier anders. Hier was nachtvorst. Eigenlijk was het hier van 18.00 uur tot 11.00 uur onaangenaam koud. 's Avonds in de tent las ik met steenkoude handen een boek, overdag liep ik met een shirt, twee sweaters en een wind/regenjas aan. Lange broek aan, en meer winterkleding heb ik niet. Er wachtte mij een plezierig dagje door een nationaal park. Ik liep door een prachtige bergwereld, de zon scheen, het was windstil en er was geen wolkje aan de lucht. Het was drie april. Exact twee jaar nadat ik fietsend Hellevoetsluis verliet. En ik was ook alweer twee maanden in Zuid-Amerika. Na de dag in het park wachtte mij weer boerenland. Veel honden, veel verkeer. Er lagen allemaal witte geplastificeerde balen hooi op de akkers, dat zag er dan wel weer feestelijk uit. Maar was dit de door velen bejubelde Carretera Austral? Ik verwachtte één en al ruige natuur, niet dit volledig gecultiveerde land. Misschien was dit deel een uitzondering. In één van mijn vorige verhalen noteerde ik dat ik vanaf een zeker moment na mijn aankomst in Zuid-Amerika weer uitstekend sliep. Die tijd lijkt lang geleden. In mjjn tent lig ik tegenwoordig ruwweg van twee tot zes wakker. In een hostel is het andersom, daar slááp ik van twee tot zes. Na een laatste koude moeizame nacht wachtte mij op dag 19 na mijn vertrek uit El Chaltén een makkelijk dagje: nog 9 km naar Coyhaique. Na het ontbijt was er van mijn monstervoorraad alleen nog suiker, enkele blikjes paté, een zakje gedroogde kiwi's en een rol koekjes over. Eenmaal op weg ontmoette ik Dirk uit Maastricht. Gestart in Alaska, 19 maanden geleden, en nu bijna klaar. Hij kon me veel vertellen over wat me te wachten stond en werd bijna jaloers dat ik het allemaal nog voor me had. Hij had zojuist een hostel verlaten waar hij een eigen kamer had, waar een keuken was, en pijlsnel internet voor een prijs die ik normaal betaalde voor een bed in een slaapzaal. Ik begon bijna te kwijlen.
Van dit vooruitzicht, en van al die winkels die ik even later om me heen had werd ik erg vrolijk. Ik was plots in een wereld beland waarin alles weer kon: inkopen doen, douchen, internetten, koken en.... uiteindelijk wegfietsen? Meer voor de vorm bezocht ik de fietsenzaken, de hoop op een Surly frame had ik eigenlijk al opgegeven. Maar tot mijn stomme verbazing stonden er in één van beide zaken twee Surly's. Mijn snel gegroeide vreugde werd spoedig om zeep geholpen. Deze fietsen waren van de eigenaar, ze waren niet te koop. Uiteindelijk hadden dus alle fietsers onderweg gelijk gehad: de Nieuw-Zeelander die Surly's had gezien in een fietsenzaak en de Polen en de Engelsman die zeiden dat ik met geen mogelijkheid een Surly zou kunnen aanschaffen. De hulpvaardige fietsenmaker Maurice ('Momo') belde met de hoofdvestiging om te vragen of zij een Surly-frame hadden. Het antwoord liet een dag op zich wachten. Ja, zij hadden één Surly-frame, en dat was zojuist verkocht. De al even hulpvaardige vriend Claudio ('Kno') die een fietspagina op Facebook had plaatste een oproep om na te gaan of er bij particulieren een goed frame te koop was. Het leverde geen reacties op.
Ondertussen geniet ik van een eigen kamer met internet en een keuken die ik bijna altijd voor mezelf heb. Minder geniet ik van de straathonden. Overdag liggen ze als geslagen Aboriginals in parken en bermen, maar 's nachts heersen zij in de straten en blaffen naar alles dat in strijd is met het Wetboek van Blafrecht. Als ik hier in Coyhaique op korte termijn geen resultaat boek dan loop ik nog twee weken door naar de eerstvolgende grote stad Puerto Montt om definitief tot een oplossing te komen. Ik heb nu 1488 km gelopen. Altijd gedacht dat ik voor zoiets als de vierdaagse van Nijmegen wel flink moest trainen maar ik heb er nu pakweg vier achter elkaar gelopen en na een veel te lange pauze van zes dagen nog vier. Dus enerzijds kunnen die 600 km naar Puerto Montt er ook nog wel bij. Maar anderzijds is het zo verrekte k-k-koud.
PS1 Snel internet hier, dus alsnog de foto's bij het vorige verhaal, én een filmpje met een nachtelijke sfeerimpressie.
PS2 Op mijn reis door Azië ontmoette ik diverse malen de Franse fietser Frédéric. Hij is teruggegaan naar Frankrijk, heeft daar alle lopende zaken afgehandeld, is gaan fietsen in Birma met als insteek om er uiteindelijk iets op poten te zetten, belandde uiteindelijk op de Filippijnen en opende op 4 april jl. zijn restaurant 'The Mixed Food Restaurant' in Sipalay.
-
10 April 2015 - 08:23
Lies Firing:
OMG wat een reis verslag,1500 km lopen is toch crazy.
Hoe gaat het met je benen en je heupen,moet je toch gaan voelen na die afstand.
Moet je nageven dat je keihard bent voor jezelf,ook nog in die kou.
Maar je verhaal is weer schitteren,je voelt de ontberingen hier die je hebt doorstaan,dan wel in de huiskamer met een cv aan.
Wees zuinig op jezelf en nog heel veel plezier en geluk tijdens je tocht.
Luister naar je lichaam is mijn tip ;) -
10 April 2015 - 08:43
Richard Van Dijke:
Dank je, Lies. En ik had de laatste dagen inderdaad het idee dat ik de beenderen in mijn bovenbenen en heupen begon te voelen. -
10 April 2015 - 09:45
Erik De Boer:
WOW Ries, wat een verhaal weer. Het schijnt mij toe dat het hier nog meer afzien is voor je dan in OZ met z'n vliegen of is dit niet te vergelijken?
Ik wens je alle succes en ik hoop dat je snel een geschikt frame vindt om verder te kunnen fietsen, want anders moet ik je Forest Gump gaan noemen.
Allerbeste groetjes!
Erik
PS het Wetboek van Blafrecht LMAO :))
-
10 April 2015 - 14:31
Richard Van Dijke:
Deze tocht is veel belastender voor mijn lijf dan die in Australië maar desondanks stukken aangenamer zonder die gevleugelde pelotons om me heen. -
13 April 2015 - 12:52
Corrie:
wat weer een mega onderneming dit stuk van je reis. blijf bij je eigen gevoel dan kun je alles aan. groetjes van ons allen
-
13 April 2015 - 20:08
Martijn Meijer:
Het is jouw feestje natuurlijk, maar ik zou die hotdog wel gaan inruilen nu je de wellicht de mogelijkheid hebt. Als dat ding ontploft tijdens je slaap, ben je gelijk 10 jaar ouder :-)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley