Polonaise des doods
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
03 Maart 2016 | Griekenland, Amaliáda
Op mijn eerste tocht naar het oosten ben ik nogal vlot door Griekenland heengejakkerd. Als ik mijn verblijf in Thessaloniki even buiten beschouwing laat kom ik op zes dagen, daarna reed ik alweer de Turkse grens over. Daar zat een gedachte achter: als ik opschoot was ik de kou in West-China voor (uiteindelijk nooit geweest) en ook de kou in Nieuw-Zeeland (uiteindelijk nooit geweest). Maar eigenlijk vond ik die snelheid toen ook wel zo prettig. Anno 2016 heb ik minder haast en daarom gaat Griekenland in de herkansing. Was het echt zo saai als ik het me herinnerde? Daar op die Italiaanse camping besloot ik de overtocht naar Griekenland zo kort mogelijk te houden, en dus het te fietsen traject zo lang mogelijk. En dus koos ik voor een boot van Brindisi naar Igoumenitsa. Brindisi was nog een kleine drie dagen fietsen en daar wilde ik na drie dagen rust aan beginnen, maar terwijl ik zat te ontbijten aan de overdekte tafel keek ik zo eens naar die regen en zag ik op mijn fietscomputer dat het nog geen 10 graden was. Het idee dat ik een half uur na vertrek met natte sokken en blauwe vingers rond zou rijden vervulde me met veel weerzin en ik besloot in mijn tent te gaan liggen en er de hele dag niet meer uit te komen. Dat liggen in de tent had een funeste uitwerking op mijn rug; de volgende dag liep ik als een oud mannetje naar mijn tafel, keek de regen weer aan en besloot in mijn tent te gaan liggen en er de hele dag niet meer uit te komen. Dat liggen in de tent had een funeste uitwerking op mijn rug; de volgende dag liep ik als een oud mannetje naar mijn tafel, keek de regen weer aan en... vond dat het tijd werd om uit deze cyclus te stappen. Er waren opklaringen voorspeld en fietsen is een uitstekende remedie tegen rugklachten. En dus vertrok ik.
Het leven bestaande uit fietsen en wildkamperen begon weer. Hoe lang zou deze periode duren? Waar in Griekenland zou ik smachtend naar koffie neervallen? Hoe warm zou het daar zijn? Hoe ruim? Voorlopig zat ik nog in een wereld waar tuinen tot tegen de spoorbanen reikten en waar huizen bijna in zee stonden wegens ruimtegebrek. Na de eerste dag fietsen moest ik het doen met een perceel te koop staande grond, dat was het enige stuk natuur dat ik kon vinden. Op alle in gebruik zijnde percelen om me heen waakten honden, tamelijk luidkeels, en ik hoopte vurig dat ik in Griekenland verlost zou zijn van die mormels. In de ochtend daarop ontvluchtte ik de kennel en ontbeet op de rotsen aan het water. Diverse waren in mijn voedseltas hadden een bruine aanslag en dat vond ik wel een onderzoek waard. Een kartonnen bus bouillon met plastic deksel was zonder enig verzoek mijnerzijds opengegaan en een deel van de inhoud had zich vermengd met regenwater, dat na de val van enkele weken terug door de gaten in de tas wat makkelijker zijn weg naar binnen vond. Ik zorgde er ter plaatse voor dat ik weer een tijd met de tas uit de voeten kon; het grondig reinigen en drogen moest ooit maar eens gebeuren op een warme, droge camping. Die dag werd de omgeving interessanter. Er werd steeds meer van de kust zichtbaar: rotskusten en strandjes. En die avond eindigde ik in een duingebied met fantastische kampeerplekken en ik hoopte dat dat een voorbode zou zijn van wat me in Griekenland te wachten stond: meer natuur, weg uit die volgebouwde wereld. Maar was een overtocht wel nodig? Want de volgende dag werd het er nog beter op. Steeds meer groen, zelfs een natuurpark, en het was ook nog eens 24 graden. Ik twijfelde. Moest ik Brindisi voor nu gewoon even laten liggen en verder zuidelijk rijden? Nee. De verandering was te laat ingezet, ik had geen enkel bewijs dat deze verbetering structureel was. Italië was gewoon niet het land geweest waarnaar ik op zoek was. Te vol, te druk, te fris in dit jaargetijde. En dus reed ik Brindisi in. Ik was er wat vroeg, het was halverwege de middag en de boot zou om 21.00 uur vertrekken, en dus werden er door het lot wat trucs uitgehaald om de tijd op te vullen. Ik kreeg mijn eerste lekke band van deze trip. En mijn GPS-signaal viel weg zodat ik aangewezen was op bewegwijzering. Heel Italië staat vol bordjes. Om de 50 meter wordt herhaald dat je langs een nationaal park niet mag jagen. Om de 25 meter wordt herhaald dat een fietspad een fietspad is. Maar ergens, ooit, was het budget opgeraakt. Nu is Brindisi vooral bekend als oversteekpunt naar Griekenland. Maar eenieder die hier naar Griekenland wil kan mooi zijn eigen plan trekken. Zoek het maar uit. Gelukkig keerde mijn signaal terug en vond ik mijn weg. Ik ben uiteindelijk twee borden tegengekomen waarop 'Grecia' stond. Ze helpen de reiziger 20 meter verder, tot de eerstvolgende t-splitsing.
Het was benauwd op de boot. Ik vluchtte naar buiten, het dek op. Ik vond een mooie plek waar ik even kon zitten, weg van alle mensen, en ik werkte mijn aantekeningen bij. Maar er is een vreemde natuurwet werkzaam als ik mij in zitruimtes, wachtruimtes, op luchthavens of scheepsdekken bevind. Ik zoek altijd de meest geïsoleerde hoek op, en daarna word ik onweerstaanbaar voor anderen. Iedereen wil plots bij mij zijn, overige geïsoleerde hoeken worden straal genegeerd. Een groep zigeuners vond me en spreidde allerlei voedsel naast mij uit waar al snel een onaangename walm vanaf kwam. Eén voor één deden de leden een snelle graai in het voedsel en deinsden daarna terug, als roofdieren die elkaars klauwen en tanden meden en hun buit beschermden. Ik veinsde mijn aantekeningen voltooid te hebben, verliet de plek en vond een tv-zaal. Ik installeerde me in een stil hoekje. Vijf minuten later was er in een straal van vijf meter geen zetel meer vrij. De warmte bleef, zelfs 's nachts op het dek was het goed uit te houden, al waaide het flink. Ik vond rond tweeën een bijna leeg zaaltje met luxere stoelen en wist daar een aantal minuten half te dommelen. Veel te vroeg was ik weer op de been, mede omdat me eigenlijk niet duidelijk was of de aankomsttijd van 5.30 uur Italiaanse of Griekse tijd was. In Griekenland is het een uur later, goddank, en eindelijk zou ik verlost zijn van die bakkerswektijd en die kinderbedtijd. De opgegeven aankomsttijd was de Italiaanse tijd, en dus zwierf ik nog een uurtje over de boot. Ik ontbeet in de aankomsthal en toen het rond 7.15 uur lokale tijd licht was vertrok ik.
Het eerste waar ik op stuitte was een roedel zwerfhonden. Op dat vlak hoefde ik me dus geen illusies te maken, op een blafvrij bestaan zal ik nog even moeten wachten. Wat wel veranderd was was de omgeving. Geen vlakke regio meer maar hoge rotsen met uitlopers in zee. Er moest gewerkt worden, fors klimmen en diep dalen. Ondertussen kon de geest zich vermaken met de Griekse taal om me heen. De vervreemding ging door. Ik begon in januari met de overgang van mijn eigen taal naar een andere taal die ik ook begreep. Daarna kwam een taal waar ik niets van begreep, maar die ik tenminste nog kon lezen. In Griekenland begrijp ik niets en is ook ieder geschreven woord een puzzel. Ik hoop te fietsen totdat over een half jaar de letters kronkels zullen zijn waar ik niets meer mee kan. Behalve de overgang in taal is er de overgang in wetten. Ik was eindelijk in een land terechtgekomen waar wildkamperen weliswaar verboden is, maar waar het wel gedoogd wordt. De eerste avond nam ik een gok én de proef op de som. De gok bestond eruit om 100 hoogtemeters af te dalen over een zeer steile weg (tot 17%, zo bleek), in de hoop op een strandje uit te komen waar het aangenaam kamperen was. De gok pakte goed uit, er was een strandje met een platform erboven met voldoende ruimte voor een tent. De proef op de som nam ik door in het zicht te staan. De proef slaagde doordat er 's avonds een auto met zwaailicht arriveerde. Er werd kortstondig halt gehouden, en daarna verdween de auto weer. Hoera, ik was gedoogd! De volgende ochtend ontbeet ik op de rand van het platform, uitkijkend over de baai. Eigenlijk wilde ik wel blijven, hier op mijn strandje. Een hut bouwen, vis vangen, vuur maken. Maar dat zou voor later zijn. Ik vulde mijn bucket list aan en duwde mijn fiets terug naar de hoofdweg. De wegen zijn een vooruitgang hier, ze hebben vluchtstroken. Wat wel jammer is is dat langzaam verkeer de vluchtstrook beschouwt als rechterrijbaan. En dat snelverkeer ook echt snel verkeer is. De getuigen lagen langs de weg. Honden, veel dassen, een paard. Ik reed verder zuidwaarts langs de kust en wilde dat blijven doen, maar ik kwam aan bij de plaats Preveza en daar was een tunnel. En daar mocht ik niet in. Overal hingen waarschuwingen en camera's dus het leek me verstandig om me bij mijn lot neer te leggen en mijn koers te verleggen naar het binnenland. Ook Griekenland kan bij tijden behoorlijk vol en druk zijn, met auto's, huizen en olijf- en sinaasappelboomgaarden, maar het heeft veel vaker dan Italië stukjes groen: struiken, veldjes met paadjes, verwaarloosde hoekjes. Niet alle ruimte is in beslag genomen. En daarom rij ik hier niet gestresst rond als er drie kwartier voor de zon ondergaat nog een stadje op mijn pad ligt. Vlak daarbuiten is wel weer een plek voor mij. En ook lig ik tegenwoordig een stuk relaxter in mijn tent wanneer ik een hond hoor blaffen. Ik maak me er geen zorgen meer over dat het beest mijn positie verraad. Ik sta niet op privé-terrein en ik word toch gedoogd. Oordoppen in, licht aan en lezen maar. Het voelt ook veilig om hier te wildkamperen. Mensen zetten hun bijenkasten gewoon in de natuur neer. Als mensen hun privébezit onbeheerd op openbaar terrein zetten, en het wordt niet gesloopt of meegenomen, dan zegt dat wel iets, lijkt mij. Ondertussen bleef ik wel tobben met mijn rug. Ik experimenteerde met extra lagen onder mijn mat, met lichaamshoudingen, maar vrees toch dat er een structurele verbetering van mijn slaapcomfort nodig is. Ik word te oud voor een matje. Ook wat kleding betreft werd het tijd voor veranderingen. Het was ongebruikelijk warm voor de tijd van het jaar en dus gingen muts en handschoenen diep de tas in. Mijn regenkleding deed ik weer netjes in de daarvoor bestemde hoezen, en ik zette voor het eerst sinds Australië weer een hoed op. Zomer 2016 is begonnen! Dom natuurlijk. In de stromende regen zette ik die dag mijn tent op in een blubberige omgeving. De donder deed pijn aan mijn oren. Ik zat in mijn tent en baalde van die vieze, natte bende om me heen.
De Franse kaas was nu echt van het menu verdwenen en had plaats gemaakt voor gedroogde tomaten en olijven met knoflook in zonnebloemolie. Het leven is nog steeds beter dan dat de inspanningen zwaar zijn. Ik denk niet dat ik ook maar een gram afgevallen ben. Integendeel.
'Hou je middenrif laag', zei Kees, 'en ik wil meer vibratie horen'. Ik deed wat ik kon. En ik stelde ook veel vragen. Zangles van Kees Jansma was niet goedkoop, en ik wilde alles eruithalen. Maar Kees was plots wat afwezig, het leek hem niet meer zoveel te interesseren. 'Ik moet zo weg, ik heb nu geen tijd meer', zei hij, 'vermaak je maar wat met de meisjes hier.' Plots liep er een heel leuk meisje voorbij. Was Kees Jansma nu ook al bordeelhouder? Ik wilde reageren op zijn woorden maar hij was al weg. Ja verdomme zeg, wat was dat nu? Er kwam een kortharige dame in een volledig blauwe outfit naar me toe. Ze leek op de zangeres Pink. Ze vroeg of ik meeging boodschappen doen. 'Nee! Nee! Ik kom hier voor zangles, niet voor deze flauwekul', zei ik. Maar de twijfel was gezaaid. Moest het altijd zo serieus? Moet je niet wat flexibeler zijn, en aangrijpen wat op je pad komt?
Goed, tot zover wat voer voor droomanalytici, ik kan er verder niets mee. Patras lag voor me, aan de andere kant van de brug. Een brug die ik per fiets niet over mocht. Ik had een boot kunnen nemen, maar ik had geen haast. Ik besloot een stukje om te fietsen, via Korinthe. Het stukje bedroeg 580 km. Het was druk op dit punt maar die drukte liet ik achter me, het verkeer, de boomgaarden, de bewoning. Het was een mooie bergachtige kust met blauw water naast me en de kampeerplekken werden er niet slechter op: ik vond een mooie, stille vallei die ik helemaal voor mezelf had. Na de baaien volgde een route landinwaarts en dat zag er zo goed uit dat ik de hoofdweg liet liggen, me bevoorraadde en over B-wegen mijn route voortzette door de bergen, langs groene weiden en naaldbossen. Bij een afdaling merkte ik dat ik ergens overheen reed. Ik stopte, keerde om en ging op onderzoek uit. Het bleek te gaan om een polonaise gevormd door rupsen. Ik had over één rups heengereden en die had zichtbaar wat jus d'orange geknoeid. Ik bestudeerde het gedrag van deze rupsen en ga daar ooit een boek over schrijven. Ik zou nog zeer veel van zulke polonaises zien, maar die bestonden bijna allemaal uit dode rupsen. Ik was hier duidelijk niet de enige verkeersdeelnemer die wel eens een polonaise verstoorde. Het kwam me wat treurig voor om in een pluizige bol hangend aan een naaldboom geboren te worden, je na een val op de grond aan te sluiten bij de aanwezige manschappen en dan aan zo'n dodelijke polonaise te beginnen.
Mooie natuur en saaie boomgaarden wisselden elkaar af maar de overnachtingen bleven comfortabel. Bijna zonder uitzondering stond ik op mooie locaties, al zijn de honden zelden ver weg. Soms heb ik het idee dat Grieken zo van hondengezang houden dat er microfoons en speakers tevoorschijn worden gehaald, zo luid klinkt het. Of zou er getraind worden op volume?
Het kanaal van Korinthe zag er teleurstellend eenvoudig uit, maar dat was waarschijnlijk omdat ik veroordeeld was tot de simpele brug waar fietsverkeer toegestaan was. Hier geen diepe, smalle strook water tussen enorme wanden, waar met precisie een groot schip doorheen manoeuvreert. Neuh, gewoon een flinke sloot met een lage brug. De weg voerde hierna langs de kust en daar was het me net wat te druk en dus vatte ik het plan op om weer het binnenland in te duiken. Terwijl ik daar mee bezig was werd ik enthousiast begroet door een Griek. Voor ik het goed en wel doorhad had hij me een heel riant aanbod gedaan. Zijn vriendin had twee huizen en zat nu in haar huis in Athene. Als ik wilde mocht ik die andere wel gebruiken. Alles was er, alles werkte, het was vlakbij... Ik vertrouwde het wel, dat was het punt niet, maar ik kon de knop weer niet vinden. Ik had net mijn zinnen gezet op een laatste tocht door de bergen voordat ik weer een paar dagen rust nam, en dat ging ik doen ook. Ik bedankte beleefd en reed verder, maar ik zou nog geregeld aan het aanbod terugdenken. Vrij snel al, toen bleek dat ik direct 850 meter omhoog moest, en de omgeving werkelijk geen moment interessant werd. Ik zag alleen maar landbouw en vond met moeite een plek voor mijn tent. De volgende ochtend was even saai en op een zeker moment zag ik een groot veld met bruin, deels dood riet, delen modder en aangrenzend een grote akker. 'En dit is dan zeker dat schitterende meer op mijn kaart waar ik door aangetrokken werd', dacht ik cynisch. Maar de werkelijkheid was vandaag even cynisch als ik. Dit was het schitterende meer. Ik zette weer koers naar de kust en maakte zowaar nog een mooie tocht door de bergen.
De volgende ochtend daalde ik af langs vele akkers en bereikte de kust. Ik was er nu wel weer even klaar mee, ik keek uit naar het campingleven, naar koffie, een douche, internet. Er stond een hele reeks campings aangegeven op mijn landkaart, maar de eerste was gesloten, de tweede bestond niet en de derde was onbereikbaar door een wegblokkade. Camping 4 en 5 lagen niet langs de hoofdweg en waren ook niet aangegeven langs de hoofdweg en ik had geen zin in vruchteloze speurtochten. Camping 6 was open, maar het was 17.00 uur en ik twijfelde. Ging ik nog geld betalen voor deze dag? Ik werd verwelkomd door twee nogal agressief blaffende honden. Op zo'n moment krijg ik last van principes. Als mensen denken zo hun gasten te kunnen verwelkomen ben ik weg. Een uur later vond ik aan de rand van een bos een fantastische stek met een privé-strandje. De volgende dag ging de zoektocht voort. Camping 7 was piepklein en lag vol bouwtroep en de voorjaarsschoonmaak moest duidelijk nog uitgevoerd worden. Geen idee of het open was, maar ik had geen interesse. Camping 8 (ik was inmiddels in Patras en had mijn omweg voltooid) was onvindbaar. Ik vond een hostel en dacht: 'Doe in godsnaam dat maar', maar werd ter plekke zo depressief van het sobere kamertje met twee stapelbedden zonder enige andere ruimte waar ik kon vertoeven dat ik snel weer vertrok. En toen viel er een gat. Zestig km geen campings meer op de kaart. Maar dat kwam me eigenlijk wel goed uit want ik was dat gezoek en getreuzel zat. Ik nam een shot cola, deed muziek op, nam de hoofdweg en vlamde dat het een aard had, 25 à 30 km/u, een paar uur achtereen. Ik geef toe dat de wind mij gunstig gezind was. Camping 11 was dicht. Camping 12 was dicht. Camping 13 was dichtbij maar die liet ik even liggen en ik dook een bos in langs het strand voor een gratis overnachting. Ik zag op mijn kaart dat de spoeling nu ernstig dunner werd. Ik dacht terug aan het aanbod. Een bed, een douche, een keuken, een wasmachine, internet. Gratis. Wat ging het in plaats daarvan worden? Een hotel, met de helft van die voorzieningen? Nee. Want camping 13 was open, zo bleek de volgende dag. Twee dagen na aanvang van mijn zoektocht zat ik aan de koffie, aan een tafel naast mijn tent, aan zee.
En nu regent het. Al best lang eigenlijk. Het idee dat ik een half uur na vertrek met natte sokken en blauwe vingers rond zal rijden vervult me met veel weerzin en ik denk dat ik besluit in mijn tent te gaan liggen en er de hele dag niet meer uit te komen. Dat liggen in de tent zal een funeste uitwerking hebben op mijn rug; de volgende dag zal ik als een oud mannetje naar mijn tafel lopen, de regen weer aankijken en besluiten in mijn tent te gaan liggen en er de hele dag niet meer uit te komen. Dat liggen in de tent zal een funeste uitwerking hebben op mijn rug, wist u dat? Nee wacht, zie ik daar een zonnetje? Jawel! Alles gaat goedkomen.
-
03 Maart 2016 - 11:56
Monica :
Meh .... meestal ben ik wel jaloers, maar dit klinkt toch wel een beetje meh. Hopelijk wordt het snel leuker! -
09 Maart 2016 - 14:16
CORRIE BEUTE:
ELKE ERVARING IS ER EEN MOET JE MAAR DENKEN, ZELFS REGEN
GENIET ERVAN
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley