Met mijn zieke karakter naar Fecaliënland
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
09 Juni 2016 | Kyrgizië, Dzjalal-Abad
Dat valt nog niet mee, even Kirgizië oversteken. Wie heeft al die bergen hier neergelegd? Ja ik weet het, ik zou nu eigenlijk in Mongolië zijn. Maar ik heb gewoon niets meer te vertellen over mijn reis. Ik moest op het matje komen bij het Opperfietswezen. Of ik helemaal betoeterd was?
- Jazeker! Met name in Oezbekistan, China en Peru ben ik in ruime mate beclaxonnee....
- Zwijg! Ben je van de ratten besnuffeld?
- Nou en/of! In Chili werd ik....
- Zwijg! Wat lees ik hier? Niet naar de Pamir Highway in Tadzjikistan... te nat, te koud, te gravel.... zijde gij een poesje geworden soms?
- Nee mevrouw.
- Then get your ass up that Pamir Highway! NOW!
- Ja mevrouw.
Wat een raar mens. Hoe dan ook, ik moest mijn plannen weer wat bijsturen. En dus ben ik nu aan het zwoegen.
Waar was ik? Ik was in de Kazachstaanse stad Alma-Ata en ik vertrok na een verblijf van een paar dagen. Ik was aan het pendelen tussen Alma-Ata en de Kirgizische stad Bishkek vlak over de grens omdat ik nog niet naar Mongolië mocht vliegen en maar 15 dagen achtereen in Kazachstan mocht verblijven. Het verblijf in Bishkek wilde ik kort houden, ik was er vaker geweest en had het er wel gezien. Het was beslist geen vervelend stuk tussen deze steden, met heuvels en ruime velden vol klaprozen, en het weer zat vanaf nu mee. Kamperen was geen probleem hier. De eerste nacht lag ik in een vlakke wei, de tweede avond stopte ik vervroegd om te voorkomen dat ik in het donker in Bishkek zou arriveren en liep ik, terwijl een middelgrote, groene slang voor me uit gleed, de heuvels in om mijn tent op te zetten. Ik zou de volgende dag naar het AT House gaan, een particulier onderkomen voor uitsluitend fietsers, met kamers, een keuken, badkamer, en kampeerruimte en een werkplaats in de tuin, en ik was benieuwd hoe het me zou bevallen. Na een lange nacht, een soepele grensovergang en een zoektocht in de stad kwam ik rond het middaguur aan en maakte kennis met de aanwezigen. De meesten wachtten op een Chinees of Russisch visum en waren onderhand de wanhoop nabij. De mannen hadden baarden en één vrouw was hier reeds in 1939 gearriveerd en hoopte nog steeds op een Russisch transitvisum. Blij dat ik deze keer niet aan die kansloze loterij meedoe. Het bleek dat ik hier de eerste officiële betalende bezoeker was, de rest was hier nog als 'warm showers'-gast. Ik wist niet precies of mij daarmee een eer te beurt viel of dat ik een sukkel was. En was het er leuk? Nee. Ik verknalde het. Gretig dronk ik net even teveel koffie en blijkbaar had ik weer zo'n cafeïnegevoelige periode want het ging ineens niet goed met me. Toen ik even boodschappen deed verloor ik bijna het bewustzijn toen ik iets van de onderste plank moest hebben en weer overeind kwam. Ik voelde me instabiel en het leek me beter om in de tuin in mijn tent te gaan liggen. En toen ik me halverwege de avond weer beter voelde was de drempel te groot om mijn tent te verlaten en me verderop in de zachte avondconversatie aan de overdekte eettafel te gaan mengen. Het was niet erg. Ik zou de volgende ochtend toch weer vertrekken. Ik had de smog gevreesd in mijn tentje in deze verontreinigde stad maar blijkbaar zat ik nu in een wat frissere wijk. Desondanks hielden de honden me de halve nacht wakker. In de ochtend mengde ik mij weer in de verkeerschaos van deze stad. De wegen zijn breed en hebben officiëel twee rijbanen, maar ter plekke worden er net zoveel banen gecreëerd als er nodig zijn; de Nederlandse overheid zou daar nog een voorbeeld aan kunnen nemen. Ik passeerde de grens weer en daar was ik weer, in Kazachstan. Bishkek? Richard sip. Kazachstan? Richard blij. Het voelde nu ook echt alsof mijn vakantie bijna begon want gedurende deze periode in Kazachstan zou ik alleen maar in Alma-Ata verblijven, in mijn geliefde hostel. Maar eerst nog even dat prettige ritje. Heuvels, velden met klaprozen, families in de klaprozen om mooie fotoportretten te maken, de bomen langs de weg met al die kraaiennesten erin en dat prachtige kraaienkoor, de bekende kampeerplekken waaronder dat wonderlijke met gras begroeide wallenlandschap, waarvan ik bij mijn vorige verhaal een foto geplaatst heb. Wakker worden met een veeherder bij je tent die net een oude jazz-muzikant lijkt en zijn gouden tanden blootlacht en met zijn über-relaxte hond zijn schapen weer verder volgt. Eten op een geïmproviseerd terras langs de weg en je maaltijd betaald zien worden door een geïnteresseerde passant.
Het regende op de avond voor mijn aankomst in Alma-Ata maar op de dag zelf had ik een krachtig wapen in handen tegen het onheil van boven. Het was 15 mei, en op 15 mei is het áltijd goed weer, al zolang ik mij selectief herinner. Ik bezocht eerst de supermarkt voor een kleine taart en keerde daarna terug in het Amigo Hostel. Vakantie! Maar het was allemaal net iets te mooi.
'De kamer die je de vorige keer had mogen we niet meer verhuren van de baas, die is voor lokale arbeiders. Maar er is ruimte genoeg op de slaapzalen', zo kreeg ik te horen.
Maar dat wilde ik juist niet meer, en dat zei ik ook. En toen werd hen duidelijk dat ik al gereserveerd had voor één nacht. En daarom kreeg ik een redelijk alternatief voor de eerste nacht en na overleg met de baas mocht ik daarna voor een zeer schappelijke prijs een mooie eenpersoonskamer betrekken, met een zithoekje en opbergkastjes. Er waren drie dagen regen voorspeld en dat maakte nu eens geen fluit uit want ik had een studeerkameropdracht: voorbereiding Mongolië. Want ik wilde absoluut grote teleurstellingen voorkomen. Voor het eerst vouwde ik mijn kaart uit en keek ernaar. Waar liggen de wegen? Ah, die paar afgebroken lijntjes vanuit Ulaanbaatar. Ik ging eens lezen over Mongolië. Ik herontdekte de site die ik drie jaar geleden al gebruikt had en die wat weggezakt was in mijn geheugen: crazyguyonabike. Bomvol fietsverhalen, (o.a.) per land te selecteren, bijzonder aan te raden en laat je vooral niet weerhouden de site te gebruiken door de retro vormgeving. Ik las en las en las en raakte vooral gefascineerd door een zeer nuttig en gedetailleerd verslag (ongeveer evenveel tekst als dit verslag maar dan per dag) van een mannelijke solofietser in wie ik mij goed kon verplaatsen. En ik schrok nogal. Mongolië is bepaald niet het land dat ik voor ogen had. Het is weliswaar een zeer dunbevolkt land maar buiten hoofdstad Ulaanbaatar is de bevolking nogal gelijkmatig over het land verdeeld. Je bent nooit alleen. Altijd zijn er ruiters, is er vee, staan er tenten en zijn er honden. Ongezien kamperen bestaat niet. Je zult altijd bezoek krijgen. Het wegennet bestaat vaak uit onduidelijke sporen. Er is niet veel verkeer maar iedere auto remt af, iedere inzittende zal je aanstaren. Motorrijders en ruiters willen je spreken, veel mensen zijn hinderlijk dronken. Criminaliteit. Veel vliegen. De auteur raadde Mongolië absoluut af. En hij was bepaald niet de enige met negatieve verhalen. Daar zat ik dan met mijn fietsplannen. Ik zou de hele zomer in Mongolië gaan fietsen, het was het hart van mijn plan. En waar was het feitelijk op gebaseerd geweest? Op één televisieprogramma. Wow, wat mooi, daar moet ik ooit ook heen. En nu gleed dit ook door mijn vingers. Het leidde tot een lichte crisis. Want wat was er nog over van mijn programma als ik ook Mongolië nog ging schrappen? Zuid-Korea en Japan. Ik zou al na de zomer klaar zijn met een plan dat tot 2017 moest duren. Zullen we nog eens even achter de schermen kijken wat er aan plannen gesneuveld is dit jaar? Israel en Palestijnse gebieden geschrapt vanwege gevaar, een bezoek aan Jordanië alleen was een te mager plan, Roemenië (grotendeels) geschrapt evenals Moldavië en Oekraïne vanwege nat, vlak en saai, grootste deel van Kazachstan geschrapt vanwege onhaalbaarheid en visumperikelen, Tadzjikistan hoog, nat, koud en ongeasfalteerd, en het terug op de agenda gezette Birma (blijkt een rijstveld te zijn), Verenigde Arabische Emiraten (fietsen toch echt grotendeels verboden) en Oman (zonder VAE te mager plan) uiteindelijk toch weer gecancelled. Halleluja. Als ik echt alleen nog Zuid-Korea en Japan zou bezoeken, dan zou het nu al gedaan zijn met het grote avontuur, want naar die twee landen ga je niet voor de spanning. Niet voor de woestijnen, de jungles en de steppes althans. En dat vond ik een onverteerbare gedachte. En toen werd ik op het matje geroepen. En toen stond plots Tadzjikistan weer op het rooster. En had ik plots weer een echte route. Want ik was nu aan het fietsen van de Kazachstaanse hoofdstad Astana naar de Tadzjiekse hoofdstad Dushanbe en ik had onderweg gewoon twee uitstapjes gemaakt, naar Alma-Ata en omstreken. En Mongolië? Ik stel het definitieve oordeel uit. In combinatie met China wil ik het nog overwegen, maar dan heb ik een Chinees visum nodig en dat kan ik het beste oppikken in Seoul. Ik zou dus straks van oost naar west kunnen gaan reizen. Maar het kan ook zo zijn dat Mongolië straks voor altijd een gesneuveld, onzinnig plan zal zijn.
Na de regen ging ik de stad zien. Ik bezocht Fantasy World, een pretpark waar ik voor het eerst meemaakte dat ook ik dan toch uiteindelijk vatbaar ben voor draaierigheid en misselijkheid, iets dat altijd hoorde bij een oudere generatie. Ter compensatie ging ik de volgende dag naar het circus. En ik ging naar rock club Zhest, daar was een metal party. Maar het metalgehalte was aanzienlijk lager dan ik hoopte. Ik zag Russische bands optreden met pruiken en brillen en ze speelden rockversies van foute jaren 80 nummers (Cheri Cheri Lady!). Er waren paaldanseressen en er was een Jägermeister-stand waar aangeschoten, half-ontklede jongeren opdrachten uitvoerden om prijzen te winnen. Après-ski- en costa-lol.
En ik deed inkopen. Dat vond ik lastig, omdat ik me alvast wilde bevoorraden voor de Pamir Highway (want ik had het idee dat op de weg daarnaartoe de supermarkten steeds minder rijk gesorteerd zouden zijn, en de Pamirs zelf zijn een leeg gebergte), maar het zou wel weken duren voordat ik op de Pamir Highway zou zijn (veel onnodig gesleep) én alles moest in Dushanbe op zijn want van daar zou ik gaan vliegen naar Zuid-Korea. Ik kocht voor een dag of tien eten en hoopte dat het goed uitpakte.
Negen dagen Alma-Ata waren zo voorbij. Wat was het hier aangenaam geweest. Van de aan het nabijgelegen park grenzende flatgebouwen waaruit oorstrelende klarinet- en pianogeluiden hoorbaar waren zou ik nu weer terugkeren naar de hooligans van het dierenrijk, de honden van Bishkek. Ik nam afscheid van de lieftallige, nee verrukkelijke receptioniste Zhanna. In mijn dromen rende ik naar de wilgen op het plein om mijn fiets erin te hangen, teneinde eeuwig bij haar te kunnen blijven. Ze had immers 'I love you' tegen me gezegd, al was dat eigenlijk omdat ik geld voor haar kon wisselen. Nee, wat verbeeldde ik me eigenlijk? Dat frêle popje, 21 lentes jong, en ik, die haar uitgezakte vader had kunnen zijn. De gedachte is bijna pervers. 'I need your sick nature', zei ze en mijn hart maakte een sprongetje. Dus wel! Maar het enige wat ze wilde was mijn handtekening, om de betaling af te ronden.
Ik vertrok rond 12 uur en reed desondanks toch nog 132 km, zo zag ik op mijn net aangeschafte fietscomputer, maar de dagen eindigen inmiddels ook wel aangenaam laat. Ik ben nog steeds niet klaar met Kazachstan, ik heb alleen nog maar hoekjes en randjes gezien. Ik wil het hele land doorkruisen, maar ik zal moeten wachten tot ik ooit langer dan 30 dagen achtereen in dit land kan verblijven.
En toen was ik weer in het AT House. De wachtende vrouw was nu dan echt weg maar de Brit Alex was er nog. Nog net. Hij had zijn Chinese visum geregeld door zijn paspoort naar Georgië te sturen, daar ging de aanvraag vlotter. Mijn verblijf was nu aanzienlijk aangenamer. Er werd gezamenlijk gegeten, er werden ervaringen uitgewisseld, ik regelde een Tadzjieks visum en een permit voor het autonome gebied waarin de Pamirs liggen en sleutelde aan de fiets. Er was veel materiaal achtergelaten door andere fietsers en met hulp van gastheer Nathan maakte ik van twee halve standaarden één en verplaatste ik mijn ongelukkig gemonteerde, tegen de achterband aanschurende slot. Ik vond een geschikte reserveband en... hoe was dat mogelijk... daar lag het felstbegeerde object dat ik kon verzinnen! Een Dazer! Zo'n fantastisch apparaat dat geluiden produceert wat door honden spuugirritant wordt gevonden, ongeveer het effect dat geblaf heeft op mijn oren. Eindelijk kon ik die mormels van het lijf houden. Ik had zo'n ding natuurlijk zelf al drie jaar geleden moeten aanschaffen. Ik vermaakte me verder met het Zwitserse stel Jonas en Emma, de flamboyante Brit James, de Bulgaar Timo, de Franse studenten Edouard en Pierre-Antoine en gastvrouw Angie en had kortstondig weer het gevoel dat ik in Baku had toen ik daar lange tijd wachtte op een boot over de Kaspische Zee temidden van al die medereizigers, waaronder veel fietsers.
Het was zowaar mogelijk om een route te rijden die slechts kort zou overlappen met mijn route uit 2013, maar het zou wel een zware, veelal ongeasfalteerde route zijn. Ik haalde Jonas en Emma, die ik 24 uur voorsprong had gegeven, binnen 3 uur weer in. Ze waren op een uitnodiging ingegaan voor een overnachting. Ik spurtte verder en kocht in een winkeltje een brood en wat limonade. Terwijl ik het brood in de fietstas stopte kwam de verkoopster naar buiten met een kopje thee. Voor mij. Ze liep nog een keer heen en weer en gaf me twee koekjes. Ik was nu echt Kirgizië ingereden en kreeg op deze wijze alsnog een hartelijk welkom. Ook enkele honden heetten me welkom toen ik eenmaal weer fietste, maar toen ze mijn rechterkuit naderden en ik onopvallend op een knopje op een apparaatje aan mijn riem drukte veranderde hun 'Waf!' pijlsnel in een 'Wtf?' en blaften ze beduusd nog wat na op hun oorspronkelijke positie. Dit ontwerp verdiende een Nobelprijs. Nu nog iets vinden tegen vliegen.
Ik naderde een kloof en er was een vlaag van herkenning. Kamperen voelde hier veilig en vertrouwd. De volgende dag werd ik geacht van 1300m naar 3500m hoogte te klimmen en dat gebeurde in afwisselend zon en regenbuien, en ik kreeg enkele lekke banden te verwerken. De Zwitsers haalden me weer in maar stopten om 18.00 uur bij een truckstop, terwijl ik nog twee uur doorreed, door regen die hogerop sneeuw werd. Die avond lag ik op een witte weide; de buitenkant van mijn slaapzak was vochtig vanwege condens en de binnenkant vanwege mijn vochtige kleren, die ik aanhield om warm te blijven én om ze weer te drogen met mijn lichaamswarmte. Het comfort van Alma-Ata was plots heel ver weg. Slapen ging moeizaam op deze hoogte, het moet 2 à 3 uur zijn geweest toen ik in slaap viel.
Ik herinnerde me geen tunnel, maar na 1,5 km hoefde ik niet verder te klimmen want er lag er toch echt één voor mijn neus. Die laatste 500m klimmen werden me ontnomen, maar ik besloot niet te klagen. Na de tunnel daalde ik af en nam een afslag. Einde oude traject, vanaf nu is de ervaring weer geheel nieuw. Ik reed een mooie route door de bergen langs een rivier en had even het idee al in het Pamirgebergte te fietsen. Er volgde een route langs diverse dorpjes over asfalt, daarna zouden honderden kilometers over een piste volgen. In Chaek kon ik nog wat brood en limonade aanschaffen, dat zou ook al snel een bijzonderheid worden, zo bleek later. Kleine kindjes staken een handje omhoog en zeiden 'Hello'. Iets oudere jongetjes renden naar de weg en staken hun hand uit voor een 'low five' en daarna rende er een groepje meisjes met me mee. Maar toen was het over. Einde bakstenen huizen. 'Alleen' op een piste in een berglandschap. Weiden, yurts, vee. En de gevolgen van de aanwezigheid van vee. Het is onvoorstelbaar hoeveel stront hier ligt. Als ik ooit aan een kwis meedoe en de kwismaster roept: 'Noem één strontland', dan heeft mijn zoemer al geklonken en zeg ik: 'Kirgizië!'. Het is ondoenlijk om een strontloos kampeerstrookje te vinden, en soms zelfs ondoenlijk om een veld te verlaten zonder stront te betreden. Na veel klimmen en op en neer hobbelen over heuvelwanden, en incidenteel een beekje kruisen, bereikte ik het meer Song Kul. De verschillen met grotere broer Yssyk Kul, waar ik destijds was, konden niet groter zijn. Hier woonde niemand en er was geen enkele voorziening. Song Kul was precies wat ik mij voorstel als ik het op de kaart zie: een bergmeer in de leegte. Na een afdaling zuidwaarts, Song Kul achter me latend, werd het me wat moeilijker gemaakt. Google Maps en Osmand hadden heel verschillende ideeën over hoe de wegen hier liggen. Ik moest vertrouwen op Osmand, dat was de meest gedetailleerde kaart die ik had. Ik sloeg een gebied in dat me sterk deed denken aan de Argentijnse pampa's. Er is echter een groot verschil. Als je hier je tent opzet is de kans aanwezig dat er plots een meneer met een mal hoedje opdoemt. Overal in de Kirgizische bergen zijn mensen (ik zou hier kunnen warmdraaien voor Mongolië) en de nationale hoofddracht is een langwerpige, witte hoed met een geborduurd motief. Ik heb deze hoeden kortstondig 'cool' gevonden, daarna ben ik ze 'mal hoedje' gaan noemen. Lang niet iedere man draagt er één, maar de in het landschap opdoemende mannen zouden een normaal verschijnsel worden. Ondertussen had ik het gehad met mijn twee lekke banden per dag en ik legde mijn reserveband om mijn achterwiel. In het dorp Akkyl kon ik weer wat vocht kopen maar een vuilnisbak kwam ik niet tegen en dus reed ik inmiddels met het indrukwekkende aantal van tien petflessen rond, waaronder één van vijf liter. De route die ik reed was veel langer en zwaarder dan de route die Google Maps me voorgeschoteld had voor vertrek (en waar ik mijn planning op gebaseerd had) en er wachtte me een nieuwe pas op 2800m. Ik had een fantastisch uitzicht op dat wonderlijke stuk Aziatisch Patagonië en werd ook nog eens beloond door een gezin in een auto met melk, brood, vlees en bonbons. Ik rolde naar beneden en sliep die nacht, 900m lager, in (uiteraard) een soort savanne. De volgende ochtend trok ik eens een nieuwe set kleding uit mijn tas en merkte dat er vochtplekken in zaten. Kon mijn eerste set Ortlieb-tassen na 11 maanden niet meer op tegen de Indonesische moessons, deze set is dus reeds na 5 maanden niet waterdicht meer. Lang leve outdoor gear! Ze beginnen het ook nog eens te begeven onder het gewicht van de bagage. Ik hoopte fijn door te rollen maar mocht direct weer fors klimmen. Langzaam begon het ook gemeen heet te worden. Door hitte en inspanning verdween de eetlust en ik begon ook op te raken. Ik trof enkele dorpen maar kon er mijn vochtvoorraad niet aanvullen, althans niet als ik nuchter wilde blijven; wodka is er altijd wel. Ik had kunnen weten dat ik geen Fanta of cola kon vinden want er was geen moskee. De prioriteitenlijst voor wat betreft voorzieningen bij de stichting van een dorp in Kirgizië ziet er namelijk alsvolgt uit:
1. Verkooppunt wodka
2. Moskee
3. Waterput
4. Verkooppunt levensmiddelen
(171. Vuilnisbak)
De afdaling had niet later moeten komen anders had ik die dag het grotere dorp Kazarman niet meer gehaald. Ik kocht er 9 anderhalveliterflessen, leegde er één vrij vlot en dumpte al mijn afval en lege flessen. Niet dat Kazarman een vuilnisbak heeft (wel een vliegveld overigens), maar de winkelier waar ik mijn inkopen deed was zo vriendelijk een kartonnen doos voor me neer te zetten. Ik strandde die dag aan de rand van het dorp in onverwacht, zwaar noodweer en zette de tent op op een strook gras achter wat bomen. De volgende dag was het weerbeeld anders, het was bloedheet en de hellingen waren steil. Mijn fietscomputer gaf 39 graden aan en een zware klim verhoogt de gevoelstemperatuur met pakweg 10 graden. Er stond een briesje in mijn rug dat waaide met 3,4 km/u en dat was precies mijn snelheid dus ervoer ik windstilheid. Dat kwam de vele vliegen om me heen niet slecht uit, die konden me zo prima bijhouden. Ik werd dol van hun gekriebel op mijn ellebogen en de enige bescherming die ik hiertegen kon verzinnen was om mijn sweater aan te trekken. Ik kan u vertellen: ik had het best warm. Maar ik stelde me voor hoe bijvoorbeeld 9 graden voelt en was toen toch tevreden met mijn weersomstandigheden. Met de voedselomstandigheden was het anders. Ik had niet verwacht dat er vrijwel geen eetgelegenheden op de route zouden liggen (de sporadische eetgelegenheden die er waren trof ik steeds op ongelukkige momenten) en mijn overvolle tassen, waar ik eerder toch spijt van had gehad omdat ik me in Bishkek en Osh makkelijk had kunnen bevoorraden, kwamen me lange tijd goed uit. Maar nu had ik nogal last van een selectief gebrek aan eetlust. Dat nuttige voer uit de tas kwam me de neus uit. Die gedroogde vruchten, de pindarepen, de zoetigheid. Ik wilde zout, ik wilde vocht. Een stevige maaltijdsoep. Waar is de lagman gebleven die in Kazachstan een dagelijkse gewoonte was geworden? Ik kreeg last van een weeïg, licht misselijk gevoel. Ik had honger maar vulde het uit gebrek aan eetlust op met vocht. Ik had dorst maar drinken gaf geen voldoening meer. Mijn voorraad flessen dunde snel uit en ik hoopte dat ik overeind kon blijven. Ik ging nu wel even kortstondig liggen in een stuk wei, zorgvuldig tussen de stront in. En ik sliep een uur. En toen ging het regenen en friste ik op en kon ik weer even verder.
De volgende dag reed ik weer in de bloedhitte. Ik ging te snel door mijn vochtvoorraad heen en kocht gefermenteerde paardenmelk bij een yurt. In tegenstelling tot vele fietsers hou ik dat prima binnen (totdat iemand mij gaat vertellen dat er menselijk speeksel wordt gebruikt bij de bereiding, zoals dat in Afrika gebruikelijk is bij bepaalde gefermenteerde dranken). En toen verdwenen onverwacht mijn gevleugelde volgelingen, het moet een zwerm van ruim 100 exemplaren geweest zijn, en de hitte nam af. Er was een helling ingestort maar mijn timing was goed want de graafmachines hadden nog maar een kwartier nodig voordat de weg weer vrijgegeven werd. Ik sliep die avond boven op de laatste pas voordat ik de steden Dzjalal-Abad en Osh zou bereiken. Het werd weer een korte nacht door de hoogte. De omstandigheden waren bij tijd en wijle taai maar dit was wel het avontuur waarnaar ik zocht. Zo zag ik het graag. Ik moest alleen uitkijken voor uitputting en daarom besloot ik in Dzjalal-Abad een pauze in te lassen, en niet pas in Sary-Tash, voor de Tadzjiekse grens.
Ik verwachtte een eenvoudige dag. Lekker rollen naar Dzalal-Abad. En dat was dom natuurlijk. Ik kon hier maar drie dingen verwachten: er is niets te eten, er is niets te drinken en je moet klimmen. Zolang je daar vanuit gaat word je niet teleurgesteld. Ik daalde 1000m en mocht toen weer eindeloos op en neer fietsen. Het werd nu erg zwaar. Ik wilde eten, een echte maaltijd, en niet meer klimmen. Er was nog een laatste flut Fanta in één van de flessen, en ik had nog wat slootwater.
En toen was er leven. Huizen. Restaurants. Tankstations. En asfalt. Ik dook een restaurant in, dronk de lekkerste oploskoffie ooit, at de lekkerste soep ooit en tevens de lekkerste manti ooit (gevulde pastaflapjes), maar dat was niet zo'n kunst want dat had ik misschien nog maar één keer gegeten. Mijn maag voelde direct weer normaal. In een volgend dorp kocht ik een ijskoude Sprite, en ook dat was de lekkerste ooit. En toen lag Dzjalal-Abad nog maar op 8 km afstand. Ik wilde niet in de avond aankomen en sloeg af naar de rivier. Daar zat ik aan de oever tot het donker was. En toen zette ik mijn tent op, in die tropisch aandoende atmosfeer. En ik zat nog even buiten in het donker. En ik realiseerde me dat hoewel straks de échte klim naar 4600m begint, dit aanloopje er best mocht wezen.
-
09 Juni 2016 - 14:14
Mirjam:
Just make sure you can get the Chinese visa in Seoul!
They had stopped issuing them when I was in the area and most people were flying to se-Asia...
(but that's a few years ago now, I know things change quickly)
But I managed to get one in Japan. I think I still have the info somewhere about how/where.
Just in case...
Enjoy the ride!
:) -
10 Juni 2016 - 14:37
CORRIE BEUTE:
fijn te lezen dat je je avontuur weer vol overgave hebt opgepakt. t uitzicht op je fotos maakt t zeker de moeite waard, blijf wel zo goed mogelijk voor je lijf zorgen he.
dan geniet je volop, en wij ook.
goeie voortzetting van je tochten groeten corrie en johan -
14 Juni 2016 - 13:12
Monica:
Ligt het aan mij of worden die verhalen steeds langer? Ik heb net even een ochtend vrij genomen voor deze update. Gaaf om te lezen weer, fiets ze!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley