De magie van het planeetfietsen - Reisverslag uit Noordoewer, Namibië van Richard Dijke - WaarBenJij.nu De magie van het planeetfietsen - Reisverslag uit Noordoewer, Namibië van Richard Dijke - WaarBenJij.nu

De magie van het planeetfietsen

Door: Richard van Dijke

Blijf op de hoogte en volg Richard

22 Oktober 2019 | Namibië, Noordoewer


Mijn banden waren binnen, ik kon ze ophalen in Upington. Na zes dagen op het kampeerterrein van de Kalahari Monate Lodge kon ik weer op pad. Ik rekende af en werd verrast: omdat ik met een tentje reis en bijna niets verbruik kreeg ik korting en werd het 3 euro per nacht in plaats van 8. Voor die korting had ik bijna een band. Ik reed zuidwaarts, haalde de banden op, bevoorraadde me in de supermarkt, had een late lunch en moest toen weer noordwaarts want ik wilde een tour maken door het gebied dat ten noorden van Upington ligt. Met een zware tegenwind begon ik daaraan en pas om 16.00 uur passeerde ik de lodge weer. Ik keek op de kaart. Er zou pas over 30 km een afslag zijn en die afstand kon ik in de resterende tijd niet meer afleggen. Kamperen langs de hoofdweg zag ik niet zitten en zo plakte ik er nog een zevende nacht in de lodge aan vast. De buren die ik in de ochtend vaarwel had gezegd hadden te ruim gekookt en even later had ik een bord warm eten, dat was lang geleden.

Ik legde een nieuwe band om mijn achterwiel, aan de voorkant wilde ik eerst de band die ik in Gaborone kocht verslijten. Dat zou niet lang duren. Ik maakte een nieuwe start en opnieuw stak die zware wind op. Ik passeerde een grote club pauzerende tourrijders: langs de kant van de weg stond een bonte verzameling bijzondere auto's, oude politiewagens, overgeschilderde busjes, racemodellen, etc. en ik werd enthousiast begroet in het voorbijgaan. Toen ik later zelf pauzeerde, bij 16 km, zag ik het gat in mijn voorband. De binnenband kwam nog net niet naar buiten. Ik had geen moment te vroeg nieuwe banden gekocht.

Die avond reed ik langs een zoutvlakte. Ik mocht dat betreden, er zat zowaar eens een stuk natuur niet achter een hek. Maar in het zicht op een vlakte kamperen leek me toch niet zo'n goed idee en dus reed ik de duinen in achter de vlakte, en had toen ook weer hekken om me heen. Ik plaatste de tent tussen hek en pad en dacht alleen te zijn maar hoorde in de avond toch iemand langslopen. Dat verbaasde me want ik had de hele middag geen mens gezien, afstanden zijn groot hier en het was donker, maar het blijft Afrika. Gelukkig bleef het hierbij.

Ik was blij dat ik het besluit had genomen om deze hoek van het land in te fietsen want het landschap werd bijzonder, ik kreeg rode duinen om me heen. Ook waren er veel dieren en een aantal zat net als ik gevangen tussen de hekken. Het waren met name dieren waarvan ik denk dat het grijsbokjes waren die voor me vluchtten en in blinde paniek tegen de hekken aan sprongen. De eerste bleef met zijn kop steken in het gaas en hing zichzelf op. Toen ik 'm wilde redden werkte hij zich met een uiterste krachtsinpanning los en rende met grote sprongen weg. Een tweede exemplaar knalde tegen het hek op en bewoog zich daarna op een spastische manier verder, alsof hij in gevecht was met een onzichtbare opponent. Uiteindelijk lag hij op zijn rug en bewoog nog licht. Ik kon niets voor hem doen. Als-ie kapot was kon ik 'm niet maken en verder zou ik alleen nieuwe paniek veroorzaken. Een derde grijsbok had geluk, er was juist een afslag die hij kon nemen. Het is sneu als dieren zich in paniek verwonden om aan me te ontkomen, terwijl ik geen gevaar ben. Maar dat laatste kunnen ze niet weten, net als ik niet weet of een voorbijganger in de avond een gevaar kan vormen.

Het leek er op dat ik in de avond precies ging stranden in het dorp Askham. Dertig kilometer voor Askham was de laatste afslag en ik had de keuze om deze afslag te nemen en om 16.00 uur al een slaapplaats te zoeken, langs de hoofdweg liggen of de camping nemen in Askham. Het werd het laatste, tegen mijn zin maar het leek de beste optie. Ik had nog lang geen camping nodig na zeven nachten in Upington maar ik lapte een tientje en zette de tent op. De wifi-verbinding was in onderhoud dus daar had ik niets aan maar ik kon dan tenminste nog thee zetten en noodles eten. Dacht ik. Maar alle stopcontacten hier waren omgeven door een kunststof rand en mijn reisstekker met twee ingangen was te groot en paste niet in deze constructie. Ik baalde enorm. Stroom hebben en er dan niet bij kunnen... Ik ging mijn tent in en deed wat ik gedaan zou hebben als ik in de natuur stond: eten, de administratie en lezen. En in de ochtend baalde ik verder. Geen koffie. Maar ik kon dan tenminste nog een douche nemen. Dacht ik. En dat klopte. Al met al een nette, kleine camping waar ik bijna niets kon gebruiken en omdat ik me in een dorp bevond kreeg ik het geblaf en de houtvuurrook er gratis bij.

Ik reed westwaarts in de richting van Rietfontein. Opnieuw lagen er mooie vlaktes op mijn pad. Eerst was er de zgn. Koopan en toen ik die overgestoken had en er enkele tientallen meters hoger weer uit reed was er rond lunchtijd net een picknickplaats op de route en zo at ik met een prachtig uitzicht over de vlakte. Het deed me denken aan de uitgestrekte vlaktes in Argentinië en Marokko. In de middag had ik weer rode duinen om me heen en ook bushland, en weer een nieuwe indrukwekkende vlakte, de Hakskeenpan. In het dorp Klein Mier zag ik huizen met golfplaatdaken en het was duidelijk dat ik weer een ander soort Afrika in reed. Daarom verwachtte ik niet dat het grensplaatsje Rietfontein waar ik in de namiddag aankwam een opgeruimd plaatsje zou zijn met nette straten en winkeltjes en dat klopte. Door de rommelige omgeving reed ik naar een kleine loods die dienst deed als buurtwinkel en vulde mijn voorraad vocht aan. Ik reed niet rechtdoor Namibië in maar sloeg af en zette weer koers naar Askham, nu over een gravelroute. Het wasbord en het zand vielen me zwaar en na tien kilometer was er ook nog het dorp Philandersbron maar daarna had ik de wereld weer voor mezelf. Tenminste... met de kanttekening dat het prikkeldraad, dat kortstondig ontbroken had, weer helemaal terugkeerde en ik weer gevangen zat in een relatief smalle corridor in dit uitgestrekte bushland. Er was wel een camping op de route en die was net haalbaar maar van de laatste negen nachten bracht ik er acht door op een camping en dat vond ik al redelijk buitensporig en dus ging ik die camping mijden. Dat kon, want rechts van me was op een zeker punt het hek platgetrapt en die kans greep ik. Ik liep een kilometer de natuur in en lag weer eens een zeldzame nacht in de natuur. Maar toch lag ik niet helemaal op mijn gemak want ik had koeien en schapen om me heen en ik realiseerde me dat een platgetrapt hek niet betekent dat je naar binnen mag en dat je legaal kampeert.

De camping was maar een sober veldje, zo zag ik toen ik er in de ochtend langsreed. Blij dat ik die vermeden had. Minder blij was ik met die zandbak waar ik doorheen reed en even twijfelde ik of ik nog wel door moest gaan. Maar gelukkig gíng ik door want de route werd erg de moeite waard: ik doorkruiste de Van Zylspan, met rechts van me een zandvlakte met daarachter een luchtweerspiegeling van water en dáárachter rozerode heuvels, en links van me grijze duinen. Wel zat alle natuur weer achter hekken. Via een klim door een duingebied kwam ik weer bij reguliere veegrond terecht, voor zover woestijngrond met struikjes geschikt is om koeien te kunnen houden. Opnieuw zag ik grijsbokken en impala's, maar ook een soort eekhoorns met horizontale staarten, en eenmaal zag ik een wonderlijk dier rommelen in de berm en toen hij het pad hobbelend overstak zag ik dat het een miereneter was. Wederom dreigde ik te stranden in Askham en ik wijzigde de route om dat te voorkomen. Er kwamen nu tientallen kilometers bij maar ik had de tijd. Ik had een vier meter brede berm tot mijn beschikking om me te verstoppen en ik nam genoegen met een struikje om de tent achter te zetten; voor verkeer van de andere kant zou ik zichtbaar zijn maar met één auto per avond nam ik die gok. Leuk vond ik het niet om bijna altijd opgesloten te zitten tussen die hekken, overdag en 's nachts. Dit kon wel eens de reden worden om mijn tijd in Zuid-Afrika te beperken en mijn heil te gaan zoeken in Namibië.

Terug in Askham bevoorraadde ik me voor een tocht oostwaarts, 148 km over gravel naar Van Zylsrus. Aan de rand van het dorp pauzeerde ik nog even onder een boom en keek naar een hek. Aan de bovenkant, op 2,5 meter hoogte, was er een stuk horizontaal hek om klimmen te bemoeilijken. Erachter stond nog een hek, met bovenop rollen concertinadraad ('scheermesjesprikkeldraad'). Daarachter stond een gebouw. Was dit een depot waar het goud van Zuid-Afrika bewaard werd? Nee, dit was de lagere school. Dit is de manier waarop in Zuid-Afrika een lagere school beveiligd wordt. Toen ik weer op weg was zag ik een ander staaltje van beveiliging. Voor een boerderij was een hoog hek opgetrokken, met ook weer bovenin een deel dat in mijn richting wees. Maar nu lag er links en rechts van het hek een pad naar de boerderij. Daar was geen deur, geen poort, geen hek. Je kon zo naar de boerderij lopen. Waarom dat krankzinnige hek? Ik richtte mij op het wegdek. Het begin was zanderig geweest en daarna was er een goed stuk. Dit was een verharde weg geweest en delen waren nog goed. Maar toen ging het hard achteruit. Ik kon niet meer fietsen. Ik stopte op een plek waar ik tussen twee grote struiken in kon staan. Het stond me tegen dat ik ook hier weer opgesloten zat tussen hekken, en vaak nog hoge hekken ook, maar besefte wel dat het voordelen bood. Door die hekken heeft niemand hier iets te zoeken, met als gevolg dat ik in het algemeen relaxed in mijn tent zit, geregeld in volmaakte stilte, en ik kan zoveel licht gebruiken als ik wil. In Botswana was dat anders, daar waren delen zonder hekken, maar dan wonen er ook meteen mensen, verborgen in de natuur. Wat dat betreft leek het Noorwegen wel, waar je overal op bungalows stuit als je de natuur in loopt.

Er brak een pootje van mijn leesbril. Jammer dat dat al het tweede pootje was. Ik had ergens nog een bril met één pootje. Ik moest een nieuwe bril hebben voordat dat laatste pootje brak. Ik moest er niet aan denken dat ik niet meer kon lezen.

Op een nieuwe dag keek ik na een uur en een kwartier zwoegen op de teller en zag dat ik zes kilometer afgelegd had, zelden fietsend, vooral duwend. De bush achter de hekken boeide me niet. Wat was ik hier aan het doen? Ik zette mijn stoel in de berm en ging zitten om na te denken, maar feitelijk was de beslissing al genomen. Liever dan nog ruim 100 km doorploeteren naar Van Zylsrus, met daarna opnieuw honderden gravelkilometers, reed ik ruim 200 km terug naar Upington over dezelfde weg als die waarover ik gekomen was. Ik keerde om en toen ik weer op de plek was waar ik overnachtte was het al weer tijd om te lunchen. Na 26 aanvullende kilometers was ik weer in Ashkam en kon ik verder over asfalt, nu met een stevige wind mee. Bij een zoutvlakte nam ik de afslag voor de nacht. Ik reed door een openstaand hek naar de vlakte en zag dat ook daar een prikkeldraadcorridor was. Hier viel moeilijk te kamperen. Ik keerde terug en er kwam een auto aanrijden. 'We hebben het hek gesloten', zei de bestuurder, 'kun je er overheen?'. Dat leek me geen probleem. Ik vroeg of ik hier kon blijven tot de volgende ochtend, en dat vond hij op zijn beurt geen probleem. En zo lag ik een nachtje veilig en legaal achter een hek, maar ook nog steeds tussen pad en draad.

Mijn linkershifter had ik zelf gesloopt in Lusaka, en dus reed ik nog maar in één voorversnelling. En nu begaf ook de rechtershifter het en had ik achter nog maar één in plaats van negen keuzes, en dat was net de hoogste versnelling. Daar kun je mee fietsen maar lang moet dat niet duren, da's niet goed voor je knieën en voor dat ene tandwieltje. En dus zag ik een nieuw verblijf in Upington opdoemen. Een uur voor zonsondergang bereikte ik de lodge waar ik eerder zeven nachten doorbracht. Het was vrijdag en ik vreesde dat er zaterdag, de dag waarop de fietsenwinkel om 13.00 uur zou sluiten, niet veel meer mogelijk zou zijn. Mijn vrees was gegrond. De bezetting was te matig om me van dienst te kunnen zijn. En dus moest ik minimaal tot en met maandag blijven. Nu ik in Upington was maakte ik gebruik van de mogelijkheden die het bood. Ik kocht een leesbril. Ik kocht een reisstekker met één ingang zodat ik nooit, nóóit meer de dag zonder koffie zou moeten beginnen als er wel elektriciteit is (brr!). Ik kocht een wegenkaart van Namibië want daar kon ik wel eens lang verblijven. Die kaart zou een geweldige, overzichtelijke kaart blijken te zijn, want behalve de weggradaties (hoofdweg, secundaire weg, pad) was er ook een onderscheid aangebracht tussen geasfalteerd en ongeasfalteerd en stonden campings duidelijk aangegeven. Ook stond de hele kaart op één zijde afgedrukt. Ik probeerde ook geld te wisselen, met name dat restje Japanse yens wilde ik wel eens kwijt. 'Dat kan niet, we accepteren alleen dollars, euro's en (Botswaanse) pula's', zei de mevrouw achter de balie. 'Dan wil ik euro's omwisselen', zei ik. 'Dat kan niet, het is zaterdag en het is tien uur geweest', zei ze. Niet alles lukte vandaag. Maar met verse broodjes, een pak bacon en een benijdenswaardige voorraad Indomie noodles reed ik de 13 km terug naar de lodge ten noorden van de stad. Ik was blij dat ik die noodles had gevonden want de andere noodlemerken hier zijn om te huilen, in de meeste verpakkingen zit een zakje met een beetje meel, dat zijn dan je kruiden. Maar nu had ik kwaliteit uit Azië en er was meer eten. Opnieuw had ik buren met een overschot en zo at ik zondag rijst, aardappels, vlees en groente. Op maandag was de vakman aanwezig in de fietsenwinkel en hij keek het eens aan. 'Die moet vervangen worden', zei hij. Hij zocht maar hij vond niets. 'Dat moet besteld worden', vervolgde hij. Het was duidelijk dat ik Upington niet op korte termijn ging verlaten. Terug bij de lodge had ik het kampeerterrein weer voor mezelf. Ik zat hier nog een aantal dagen vast. Hè, wat vervelend nu, haha. Uitgerekend hier, waar het zo zalig vertoeven was voor nog steeds drie euro per dag, had ik oponthoud door materiaalpech. Ik weet niet wat het was, dit was een eenvoudige camping, een platte plak aarde met een sanitair gebouw en een waslokaal, maar ik vond het er heerlijk. Misschien wist ik het wel. Al die dieren om me heen, de vogels in de ochtend en alles wat langshobbelde en kroop, de kippen, de schapen, de eekhoorns, de schildpadden, en buiten de omheining de impala's. De rust, de schone lucht, de zee van tijd voor achterstallige klussen. Een goede internetverbinding. En met die verbinding zag ik dat er weer een mijlpaal bereikt was. Deze keer bent u verantwoordelijk. Mijn pagina is 250.000 maal bekeken. Goedzo! Ik doe het u niet na!

Gaandeweg sloeg de sfeer om. Nieuws bleef uit en ik ging na tweeënhalve dag eens kijken in de fietsenwinkel. Mijn shifters waren toevallig net gearriveerd. Er waren echter klussen met een hogere prioriteit en dus kon ik niet wachten op de reparatie. Ik liet mijn fiets achter en werd naar de lodge teruggereden, wat attent was. Ondertussen had ik geluisterd naar de gesprekken die fietsenmaker Dirk voerde met klanten. Afrikaans lijkt niet zo moeilijk als je het leest, of als het duidelijk tegen je gesproken wordt. Maar als Zuid-Afrikanen het onderling spreken is het nauwelijks beter te begrijpen dan Deens. Af en toe herken je een woord, en dat is het. Hoe dan ook brak er een nieuwe wachttijd aan. Soms verhuisde ik mijn tent. Eerst had ik te weinig beschutting gehad, daarna stond ik in een gebied met vreemde spinachtige mieren, later werd ik weer geteisterd door dunne rupsen. Ik hoorde weer niets. Zelf bellen kon niet, op mail werd niet gereageerd, en de receptie van de lodge was bijna altijd verlaten dus daar kon ik ook weinig uitrichten. Het begon te voelen als mijn tijd in Baku, toen ik wachtte op een boot naar Kazachstan. Er begon opnieuw een weekend te naderen en ik vreesde dat de reparatie daar overheen getild ging worden. En ik zat daar maar, in het washok, omdat je buiten dol werd van de vliegen. Mijn fietsreis leek van me weg te drijven, het was alsof ik thuis zat en het vervolg voorlopig een droom zou blijven. Ik kon geen afleiding meer vinden, ik dacht alleen nog aan die reparatie. En ik hield het niet meer vol. Ik kreeg het gevoel dat er met me gesold werd. Hoe lang kun je dit blijven tolereren? Wanneer haal je iemand van een klus, en wat voor alternatieven heb je? Kwaad begon ik aan een wandeling van 13 km naar het centrum van Upington. Ik kalmeerde toen ik bij aankomst zag dat er aan mijn fiets gewerkt werd. 'Ik heb gistermiddag gebeld, dat is dan niet doorgegeven. Ik wilde je fiets vanmiddag komen brengen', zei Dirk. Het was een combinatie geweest van drukte, tegenslagen en communicatievertraging. Ik kreeg mijn fiets op zaterdag om 13.00 uur bij sluitingstijd mee en plots had ik mijn fietstocht terug en was mijn vertrek heel dichtbij. Bij terugkeer bij de lodge was de receptie zowaar open. 'Ik zocht je', zei de receptioniste, 'de man van de fietsenwinkel heeft gisteren gebeld'.

Op de laatste avond zat ik bij mijn tent, onder die grote sterrenhemel. In totaal had ik 16 dagen doorgebracht in deze lodge. Nergens had ik langer verbleven, het was een evenaring van het totaal van mijn twee verblijven in Boekarest. Nu de zorgen over waren zou ik bijna blijven, zo heerlijk was het er weer. Maar blijven zou raar zijn.

De route voerde langs een rivier, er was veel tuinbouw en bewoning. Op een terugkeer naar het isolement moest ik even wachten. Er waren geen mogelijkheden om wild te kamperen aan het eind van de eerste dag van de hervatting van mijn tocht maar ik vond een bordje bij een afslag met een verwijzing naar een camping. Ik volgde het gravelpad en toen ik aankwam bij een reeks schuin staande schuttingen met een klein verkooppunt ertussen vroeg ik aan de verkoper waar ik de camping kon vinden. Ik bleek er al te zijn. Het was een camping in verval, ik kon kiezen uit het hoofdterrein waar stroom en licht was maar ook doorlopen naar het eind, naar een landtong waar twee rivieren samenkwamen. Ik ging er kijken en ik was gelijk enthousiast over deze mooie natuurstek, en dus kwam daar de tent. Het was alsof ik een verborgen visstek in Europa had gevonden. In de ochtend rekende ik af bij een oudere vrouw. Ze vroeg waar ik heen ging. 'Springbok? Dat is ver! Dat is baaie kilo!' zei ze. 'Maar ik ben sterk', zei ik. Ik verstond haar en zij mij, Afrikaans is soms geen Deens. Ik reed verder, naar Kakamas, een net dorpje met het gebruikelijke hang- en dwaalvolk, en door, nu weer de woestijn in. Of semi-woestijn, want er staan nog best veel pollekes in het zand. In Pofadder wilde ik flessen limonade kopen maar kreeg een paar jongetjes achter me aan die bij aankomst bij de buurtsuper bleven staren naar mijn fiets. Voor de zekerheid reed ik de fiets maar de winkel in, zette 'm bij de ingang en niemand protesteerde. Een paar kilometer buiten Pofadder stond een hek open en dat is vragen om fietskampeerders. En zo stond ik in een bedding die avond en ik keek naar de rode gloed aan de horizon, boven de contouren van de bomen en grote struiken. Het was doodstil. Het kampeerleven begon meer te lijken op hoe ik het graag zag.

Er was een schitterende afdaling een vallei in met in alle richtingen tientallen kilometers zicht, en vooral de geïsoleerd staande bergen en heuvels maakten indruk. Dit uitzicht strookte met de imponerende satellietbeelden die ik op Google Maps had gezien. Die vallei moest ik ook weer uitklimmen, vechtend tegen de wind. En deze dag leidde het enige openstaande hek naar een boerderij, de enige andere overnachtingsoptie was om in mijn slaapzak in een afwateringsbuis te gaan liggen. Zelfs over een hek klimmen was deze dag zinloos want daarachter was geen reliëf meer of een struik om me achter te verstoppen. En dus reed ik naar de boerderij, Boerdery Maasdorp. Ik dacht dat alle boerderijen op deze route blanke eigenaren hadden maar dat had ik mis. Ik bleek er welkom te zijn, er kwamen wel vaker fietsers om te overnachten en het had zelfs een officiëler karakter gekregen met een eenvoudig registratieformulier en een overnachtingstarief. Ik mocht van de voorzieningen gebruik maken, van de badkamer, de keuken en een slaapkamer, maar ik had genoeg aan een plek voor de tent achter de boerderij.

In de ochtend had mijn eigen brood van vier dagen oud een rijker kleurenpalet dan gewenst en daarom was ik des te blijer dat hier het ontbijt inbegrepen bleek te zijn, en zo zat ik onverwacht aan het verse brood met eieren, kaas en tomaat. Bij nader inzien vroeg Hester toch geen vergoeding. Ze gaf me nog een klein appeltje mee en een megasinaasappel en ik ging weer op pad. En weer daalde ik af naar de bodem van een vlakte en kreeg ik het gevoel dat ik echt op een planeet aan het fietsen was. Later werd het bergachtiger, met grote stenen in het landschap, en daarom was Springbok een verrassing, ik had vooraf niet gedacht dat het een bergdorpje zou zijn. Het was tijd om weer eens een blog te plaatsen, maar de camping in dit dorp had geen wifi. Het leek wel een Spaanse camping, met overal steen en genummerde en afgebakende kampeervakken. Ik beleefde een magische avond, gezeten midden in een bergkom, onder de sterren en een bijna volle maan, met in mijn nabijheid stenen als enorme paaseieren, sommige gebroken, sommige nog heel. Minder magisch waren de muggen. Ik had een nieuw muggenwerend middel. 'Citronella' stond erop, en dat leek me goed, maar het bleek te ruiken naar de goedkoopste wc-verfrisser die je je maar voor kunt stellen en voor ik ging slapen waste ik het van de huid want in deze lucht wilde ik niet liggen.

Ik ontbeet ook hier in de wasruimte, beschermd tegen de vliegen. Wanneer wordt op Zuid-Afrikaanse campings de 'camp kitchen' uitgevonden? Dan mogen ze wat mij betreft in één moeite door de bar uitvinden. Ik had deze dag een speciale missie. Eerder noemde ik al de plaats met de meest fantastische naam ter wereld, Nababeep, en die plaats lag nu op een kilometer of 15 fietsen. Daar moest ik natuurlijk even gaan kijken. Met name de 'hoerskool' aldaar had mijn speciale interesse, totdat ik ontdekte dat ik een trema gemist had en dat je in dit land naar de hoërskool gaat als je te oud wordt voor de laerskool. Het was nog best een taai tochtje naar Nababeep en natuurlijk kon het dorp alleen maar tegenvallen. Het was een bergdorpje met palmbomen, een soort Marokkaans dorp inclusief irritante kinderen maar wel mét drank. Het was wederom een dorp met hang- en dwaalvolk, met alcoholisme, en toen er een groep van tientallen kinderen met verbeten blik op me afrende verloor ik alle interesse in dit dorp en reed er snel weer uit. Via een andere route reed ik weer terug naar Springbok. Ik reed naar een andere, afgelegen camping, misschien was daar wifi, maar het was een kampeerterrein in een nationaal park dat al om 16.00 uur was dichtgegaan. En dus bracht ik nog een nacht door in de magische bergkom. Op een nieuwe ochtend sprak ik met een vrouw die de afwas kwam doen in mijn vliegvrije ontbijtruimte. Ze vertelde me dat er een dag voor mijn komst twee Australische fietssters waren geweest. Ik informeerde naar de namen en verdomd, het was het duo dat me in Malawi was gepasseerd. Ik had verwacht ze nog wel te zullen zien op één van de vele toeristische locaties in Malawi, maar dat was niet het geval geweest. En nu hadden ze duizenden kilometers verderop dus één dag voorsprong. Maar we gingen elkaar niet meer treffen, want in tegenstelling tot mij waren zij op weg naar Kaapstad. Want dat doen ze. Fietsers rijden naar Kaapstad. Ze beginnen in Cairo en rijden naar Kaapstad. Of andersom. Ik begrijp daar weinig van. Ja, ik begrijp dat je van Cairo naar Kaapstad wilt fietsen omdat je Afrika van noord naar zuid wilt doorkruisen, maar er moet toch een moment zijn dat je op de kaart gaat kijken en dan zie je dat zowel Cairo als Kaapstad in de verste verte niet de uiteinden van het continent zijn. Kaapstad bungelt enigszins aan de zijkant van Afrika. Cairo ligt niet eens aan zee. Neemt niet weg dat ik veel bewondering heb voor fietsers die zo'n tocht onbegeleid ondernemen. Niet vanwege het fysieke aspect, want eerlijk en onbescheiden gezegd rij ik Cairo - Kaapstad inmiddels ook op mijn sloffen als er geen mensen langs de route zouden wonen. Juist die mensen maken het moeilijk. De stenengooiende, spugende, schreeuwende kinderen in Ethiopië, de Egyptische politie die nog een graad erger is dan de Marokkaanse, en de drukte, de verkeersgekte en het gebedel in Centraal-Afrika. 'Ach, ik heb een helm', zei een fietser in Malawi die op weg was naar de Ethiopische kastijding nonchalant. Ik moest er niet aan denken daarheen te rijden en met plezier reed ik weer de woestijn in. Maar niet voordat ik me bevoorraad had en deze keer had ik twee producten om blij van te worden. Ten eerste was het gedaan met de lange rijen bij de deli-afdeling in de supermarkt en zo kon ik weer eens een varkenslap scoren, in ketjapsaus nog wel. Ten tweede was er een keerpunt. Coca-Cola was altijd mijn favoriete cola geweest maar de laatste tijd was de smaak hard achteruit gegaan. Het smaakte niet beter meer dan B-merken die je voor de helft van de prijs van Coca-Cola kon krijgen, in bepaalde gevallen zelfs slechter. Zelfs in ijskoude staat proefde je dat het zoetjesaan een zoetjesdrank geworden en niet meer dat suikershot van weleer. Dan wordt het tijd om afscheid te nemen. En dus was ik blij met mijn ZIP cola, dat de helft meer suiker bevat dan Coca-Cola. (Nu ik het op kan zoeken blijkt dat Coca-Cola South Africa inderdaad sinds enige tijd 26% minder suiker in de cola stopt.) Na de lunch ging ik na het bereiken van een pas opnieuw afdalen naar een vallei, maar nu lag die vallei 400m lager! Nou, dat levert nogal een spectaculair uitzicht op kan ik je vertellen. Ik zag ver beneden me lange asfalt- en gravelstrepen naar een volgend gebergte leiden. Ik zit echt in een heel bijzondere hoek van de wereld. Jammer dat dit soort vergezichten niet mooi vast te leggen is met de camera van mijn telefoon. Beneden nam ik een afslag, een route naar een nieuwe pas, door een soort Kirgizië maar dan met hekken. Door die hekken werd ik min of meer gedwongen door te rijden en ik strandde deze dag in Komaggas. Bij het politiebureau vroeg ik of ik ergens mijn tent op kon zetten. 'Oh, zet maar neer buiten', klonk het relaxte antwoord.

In de ochtend reed ik het dorp weer uit. Bij een erf stond een bord 'Pasop kwaai hond'. Bijna bereikte ik de zee vóór de lunch. Eerder, op 11 april in Namibië, had ik die zee verlaten, en ik had het vizier gericht op de kust van de Indische Oceaan, in Tanzania. Maar aankomen deed ik daar nooit, ik boog af voor ik er arriveerde. En nu was ik terug aan zee, bij Kleinsee in Zuid-Afrika. Ik liet Kleinsee liggen in de hoop het noordelijker gelegen Port Nolloth nog te halen die dag, maar de gravelweg ernaartoe werd steeds muller en ik stelde mijn aankomst een dag uit. Ik reed niet langs zee, de route lag een eind van de kust af. Toen er een stuk hek ontbrak liep ik het land in en kampeerde in de duinen. Ik had mijn water verloren en kon mijn handen niet meer wassen of mijn tanden poetsen. Er lag wel water op mijn tent de volgende dag en het was te merken dat ik in een kustgebied was, ik bevond me in een mistbank. Dat was een aparte ervaring na zo lang in de droogte gereisd te hebben. Het zweet in mijn kleding was niet opgedroogd en zwarte puntjes in het doek van de binnentent waren tot leven gekomen. Zonder zon als navigatiemiddel gebruikte ik mijn eigen, bij tijden vage spoor om de weg terug te vinden naar het ontbrekende stuk hek en reed de laatste gravelkilometers tot aan het asfalt, waar ik nu weer 15 km naar de kust moest rijden om Port Nolloth te bereiken. Het was tijd om weer eens een blog te plaatsen, maar de camping in dit dorp had geen wifi. En dus beperkte ik mijn activiteiten hier tot bevoorraden en lunchen. Ik ben blij met de supermarkten hier, vooral nu ik in Tanzania ben geweest, maar ik had stiekem meer verwacht van Zuid-Afrikaanse supermarkten. Als ik dan denk aan die overvloed aan producten in Europa... In Nederland kun je Lidl verlaten met een bak salade, grote worsten, slagroom, gevulde koeken, snoep en Franse kazen. Als er hier überhaupt al zoiets is is het al gauw te prijzig. Hier ben ik al blij als ik mijn basisvoedsel kan vinden. En mijn warme varkenslap natuurlijk, die heeft Lidl dan weer niet. Wat ook niet overeenkomt met de verwachtingen is het karakter van Zuid-Afrikaanse dorpen. In Namibië kwam ik door een dorp waar door blanken gebarbecued werd en live muziek werd gemaakt en ik dacht toen dat dat een voorproefje was van wat ik in Zuid-Afrika kon verwachten. Nou, dat was bepaald niet het geval. Blanken zie je hier nauwelijks buiten. Ze rijden met de auto van de ene naar de andere bestemming en lijken hun tijd in de buitenlucht tot een minimum te beperken, behalve als er een hek om die buitenlucht zit, op een golfterrein of caravan park.
Port Nolloth had een alleraardigste kustlijn, met een strand, rotsen en een loopbrug langs het water. Ik gokte het erop en ging op een bankje zitten om te lunchen. Dat ging een kwartier goed, daarna kwam er een oudere man naast me zitten. Hij vertelde dat hij afhankelijk was van het visseizoen, en dat duurde nog een maand. Maar hij was geen bedelaar, zei hij. Had ik misschien wat te eten voor hem?

Met wind mee reed ik in de richting van Alexanderbaai, over asfalt, langs vlakke duinen en nu dichter langs zee. In die duinen kampeerde ik, in een stormachtige nacht. In de ochtend liet ik de hoofdweg voor wat het was en zo ook Alexanderbaai; ik bleef het pad volgen waarlangs ik gekampeerd had en nam zo een korte route naar de weg die me weer oostwaarts ging brengen. Het was een mooie rit, zonder verkeer, zonder hekken, door een glooiend heuvellandschap. Na twintig kilometer kwam ik aan bij die genoemde weg, aan de Oranjerivier die de grens vormt met Namibië. Ik schrok van de grote branden die er woedden langs de rivier, ik dacht dat dat ver achter me lag. Halverwege de middag kwam ik aan bij een camping. Het was tijd om weer eens een blog te plaatsen, maar de camping hier had geen wifi. Ik kon zo langzaamaan wel een kleine pauze gebruiken maar niet in deze (lucht)vervuilde regio. Er was dan wel geen wifi maar wel een klein beetje bereik en ik poogde een sms te verzenden naar huis, maar zelfs dit lukte niet; het signaal was te zwak. Gelukkig kon ik wel water krijgen want ik had weer een fles verloren. Later viel me op dat mijn fleshouder enigszins verbogen was en ik boog 'm recht. Daarna wachtten me enkele uitdagingen. Eerst kreeg ik te maken met behoorlijk steile hellingen, en toen de weg weer vlakker werd en ik de rivier verliet en een echte woestijn betrad stak er een stofstorm op. Ik zag de vlagen stof over de weg jagen, en de wereld om me heen werd verduisterd. In deze omstandigheden moest ik mijn tent op gaan zetten. Eigenlijk was beschutting zoeken al een hele opdracht. Ik volgde een bedding, vond een duin met struik en sleepte mijn fiets er naartoe. Gezeten op de grond zette ik de eerste haringen vast en bouwde langzaam het geheel op. Dit soort avontuur beviel me wel.

Het ging rap met het vocht. Mijn route ging naar Eksteenfontein en op 2 km van mijn startpunt lag de afslag daarnaartoe, maar ik was genoodzaakt eerst 8 km verder naar het dorp Kuboes te rijden om bij te tanken en weer 8 km terug. Dat lijkt op papier te doen, maar die 2 km naar de afslag waren al loodzwaar. Fietsen ging niet meer, het duwen werd zwaar en enkele malen liep ik vooruit om te zien of er verbetering in kwam. Steeds was dat zo, maar steeds strandde ik weer na 20m. Bij de afslag zag ik dat de weg naar Eksteenfontein niet die gedroomde brede piste was, eerder een half dichtgeslibd spoor. En deze weg was 64 km lang. Daarna zou de echte uitdaging volgen, een 62 km lange weg naar Vioolsdrif die voor een aanzienlijk deel een '4WD-track' was met de naam Helskloof. En ik kwam hier al niet meer vooruit. Er was weinig denkwerk nodig. Ik kon deze operatie afblazen.

Ik keerde om, trotseerde weer de loodzware sinusgolfheuvels en sliep weer in het gebied van twee nachten geleden, maar nu onder andere omstandigheden. Ik wilde het te mooi doen, reed te lang door op zoek naar de ideale kampeerplek maar het terrein werd steeds minder geschikt en de weersomstandigheden slechter, met storm, bliksem en regendreiging. Daar stond ik, het was donker en ik wist dat ik de tent niet op kon zetten zonder goede beschutting. Zodra ik de binnentent aan de tentstokken zou hangen zou de wind er mee vandoor gaan. Ik moest terug naar de plek waar ik wat beschutting had gezien. In het donker rolde ik bergafwaarts en vond de plek terug. Tegen negenen stond de tent op de locatie die ik om kwart over zes voorbijreed.

Ik had huiswerk. Ging ik bij Alexanderbaai Namibië in of reed ik helemaal terug naar Port Nolloth om via Steinkopf alsnog in Vioolsdrif aan te komen, om dáár Namibië binnen te rijden? Ik keek naar de eerste variant. Een route die bijna volledig langs een rivier voert (=bewoning en rook) en ook deels door een nationaal park (=mogelijk niet toegankelijk per fiets), en ook deels over gravel. Eigenlijk was ook deze keus niet moeilijk. Ik ging fijn tegen de wind in terug naar Port Nolloth. Ik smeerde de ketting, stelde de remmen beter af en wilde de bouten van de standaard aandraaien omdat ik zag dat er speling was, maar toen brak er een bout. Ook een tweede bout gaf het op en gelukkig had ik van beide een reserve-exemplaar. Toen bleek ook nog de ophanging van mijn rechtervoortas een mankement te hebben, daarvan was een stuk afgebroken zodat de tas steeds van mijn fiets viel. Met een touwtje hield ik 'm op zijn plek. In mist en kou reed ik terug naar Port Nolloth en sloeg af naar Steinkopf. Gele aarde werd rode aarde. Er kwamen bergen in zicht en er volgde een mooie klim van zo'n 300m. Bij Steinkopf kocht ik nieuwe flessen limonade. De landen met het verbod op plastic zakjes liggen ver achter me. 'Sakkie bij?', wordt me steevast gevraagd. Normaal zijn plastic zakjes handig voor hergebruik als afvalzak, maar Zuid-Afrika is een land met veel vuilnisbakken dus sla ik vaak het aanbod af. De weg naar Vioolsdrif ging vooral naar beneden. Mensen toeterden, dat deden ze al sinds ik dit land inreed. Net als in Oezbekistan doen ze dat vooral als zwaaien ongelegen komt, als je urineert, inzoomt voor een foto, water overschenkt, 50 km/u rijdt of net de spiraalopdracht uit Willem Ruis' Sterrenshow doet (https://youtu.be/DotQ9cj0Gmg). Misschien moet ik er niets achter zoeken.

'Maak asseblief hek toe', stond er op een openstaand hek. De omgeving was mild voor me de laatste tijd. Veel hekken stonden open, en het leek me allemaal staatsgrond. Voor de zevende avond op rij had ik een mooie wildkampeerspot, zeven avonden had ik niet langs een hek hoeven slapen. 's Avonds moest ik de tent uit om de scheerlijnen vast te zetten tegen de aanwakkerende storm. Om me heen waren de contouren van bergen. Het was een wolkenloze, maanloze avond zonder lichtvervuiling en dus waren sterren en melkweg helder en krachtig. Weer was ik alleen op een planeet. Een magische laatste avond in Zuid-Afrika.

De Vyfmylspoort, een mooie kloof op weg naar de douane, die kon ook nog wel bij alle eerdere pracht van deze uithoek van het land. En toen kwam ik weer aan bij de Oranjerivier, in Vioolsdrif, hemelsbreed 115 km verwijderd van de monding bij Alexanderbaai. Bij de Zuid-Afrikaanse douane dook ik een toiletgebouw in. Stromend water! Ik waste alsnog wat ketjapsaus uit mijn snor.

Namibië gaf me maar een maand. 'Maar ik heb een vlucht vanuit Windhoek in januari', zei ik. 'Je bent al een maand in Namibië geweest dit jaar, en 90 dagen is het maximum per jaar', zei de beambte. Gelukkig was ze mild. Ik kreeg alsnog drie maanden. En ik reed door naar Noordoewer. Het was tijd om weer eens een blog te plaatsen, en de lodge met kampeertuin in dit dorp had wifi. De eerste de beste camping hier heeft wifi. En een bar. Typisch.

  • 23 Oktober 2019 - 06:00

    Anita:

    Hoi Richard, genoten van je prachtige verhaal en vol bewondering voor je dappere pogingen bepaalde plaatsen te bereiken. Het omkeren en teruggaan langs de weg die je gekomen bent ..... flexibiliteit ..... noodzaak ...... dapper! Mooie plaatjes! Dank je wel! Goede reis, goede voeding en goede ervaringen toegewenst!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Namibië, Noordoewer

Per fiets de wereld rond

Solo per fiets (deels ook te voet) de wereld bereizen: het oorspronkelijke idee was om alle continenten te bereizen van het ene naar het andere uiteinde, maar gaandeweg ontstond het plan om mij vooral te richten op de gebieden die mijn speciale interesse hebben, veelal lege gebieden. De focus van de reis lag dan ook niet zozeer op het kennismaken met andere culturen en het opdoen van sociale contacten, maar op het ondergaan van de grootsheid van de natuur, het aangaan van fysieke uitdagingen en het bestuderen van de psychologische effecten van het reizen.

(2012 Testrit Nederland (9 dgn, 1018 km))
(2012 Testrit Nederland - Spanje (37 dgn, 3511 km))

Deel 1
(2013 - 2014): Nederland – Indonesië, via Alpen, Balkan, Turkije, Georgië, Azerbeidzjan, de Kaspische Zee, Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, China en Zuidoost - Azië
(365 dgn, 23001 km, €12,39 p.d.)

Deel 2
(2014): Australië: Darwin – Port Augusta en “tegen de klok in” naar Perth, afsluiting in Maleisië
(151 dgn, 11444 km, €12,10 p.d.)

Deel 3
(2015): Zuid - Amerika: Ushuaia (AR) – Atacames (EC), deels te voet (276 dgn, 13403 km, €10,23 p.d.)

Deel 4
(2016): Nederland - Japan (Europa, Kazachstan, Kirgizië, Tadzjikistan, Zuid - Korea, Japan met op de 'terugweg' Thailand en Laos) (360 dgn, 22136 km, €10,50 p.d.)

Deel 5
(2017): Nederland - Roemenië, te voet (73 dgn, 2608 km, €10,06 p.d.)

Deel 6
(2017): Noord - Europa (o.a. IJsland, Scandinavië, de Baltische staten en Polen) (130 dgn, 10832 km, €9,63 p.d.)

Deel 7
(2017 - 2018): Zuid - Amerika II (Buenos Aires (AR) - Lima (PE), intermezzo in Mexico, Cuzco (PE) - Albina (SR)) (349 dgn, 21030 km, €12,84 p.d.)

Deel 8
(2018 - 2019): Marokko (Nice (FR) - Dakhla (EH) - Nador (MA)) (104 dgn, 7484 km, €8,63 p.d.)

Deel 9
(2019 - 2020): Afrika (Namibië, Zambia, Tanzania, Malawi, Mozambique, Zimbabwe, Botswana, Zuid - Afrika en opnieuw Namibië) (283 dgn, 17939 km, €11,81 p.d.)

Deel 10
(2020): West - Europa (233 dgn, 11594 km, €11,57 p.d.)

Totaal aantal reisdagen: 2371
Totaal aantal kms: 146.001
Totaal aantal fietsuren: 11651
Totaal aantal nachten wildkamperen: 1198
Totaal aantal overnachtingen in een tent: 1554
Totaal aantal hotels: 342

(Laatste update: 04/10/2020)
_________________

Landen, van meest naar minst favoriet:

1. Argentinië
Als je van fietsen in eindeloze leegtes en prachtige berggebieden houdt en tegen een windvlaag kunt dan is Argentinië wat mij betreft 's werelds beste optie om maandenlang te kunnen genieten van isolement en omgeving.

2. Australië
Wat een strijd was het, tegen vliegen, wind, hitte en immer hellende wegen. Fietsen in de outback doe je niet voor je lol. Maar fietsen hoeft niet altijd leuk te zijn, soms is het de uitdaging die telt. Wat resteert is de herinnering aan dat heroïsche gevecht in die fantastische bak ellende. Mag ik terug?

3. Kazachstan
Aan het steppeavontuur uit 2013 voegde ik drie ervaringen toe: een mooie tocht van Astana naar Bishkek door opnieuw een (grotendeels) leeg stuk Kazachstan, een verregende tocht door een net even te bevolkt hoekje van het land en een aangenaam verblijf van in totaal 12 dagen in Alma - Ata. Kazachstan is voor mij nu niet meer dat onbewoonde land, maar blijft desondanks een van mijn favoriete leegtes.

4. IJsland
Wow, is dit nog dezelfde planeet? Ik zag de meest wonderlijke landschappen en natuurverschijnselen en genoot van het isolement bij het doorkruisen van het eiland. Trotseer wind, kou, regen en vliegen en je wordt rijkelijk beloond.

5. Japan
Drie maanden lang leefde ik buiten, op een weinig gevarieerd dieet, want ik kon er haast niets betalen. Maar dat gaf niet, want Japan staat vol parken met sanitaire voorzieningen en stroom en je mag daar gewoon kamperen. En ook op het strand. Met name de westkust van hoofdeiland Honshu was mooi, van geïsoleerde strandjes tussen zwart gesteente tot kilometerslange zandleegtes met windmolens. Japan is een beschaafd en schoon land dat negativiteit volledig weggeplamuurd heeft. Maar het is ook een verrekt nat land, met al die regen. Of ben ik nu te negatief?

6. Chili
Chili bleek vooral een druilerig land te zijn, maar het heeft een belangrijke troef: de Atacama - woestijn. En dat is de droogste woestijn op aarde, met een gematigde temperatuur; ideaal voor prachtige fietstochten.

7. Namibië
De droge kustregio is fascinerend, met zijn zand - en steenvlaktes en duinen. Andere smaken: rijden tussen de omheiningen van boerenbedrijven, of langs bush met hutten, vee en mensen. Het land heeft ruimte en een uitgebreide infrastructuur, goed voor maandenlang fietsen, en volop voorzieningen zoals supermarkten en campings. Aantrekkelijk fietsland.

8. Kirgizië
Het land van de bergweiden, de valken, de paarden en de yurts. Maar nu ik ook in het zuiden van het land ben geweest, weet ik dat het ook het land is van landbouwgronden, kuddes op de weg en stront, veel stront. Desondanks een zeer interessant fietsland.

9. Tadzjikistan
Komend vanuit Kirgizië was het eerste deel van de Pamir Highway een fantastische ervaring. Highway dient hier niet vertaald te worden met snelweg maar met hoge weg: de hoogste pas lag op 4655m. Nog nooit fietste ik in zo’n hooggelegen woestijn. Toen de daling inzette ging de spanning er wat vanaf en uiteindelijk werd de omgeving alledaags: landbouw, vee, huisjes. Toch werd deze tocht één van de hoogtepunten uit mijn fietsleven.

10. China
Wonderlijk vreemde wereld, totaal verschillend van welk land dan ook. Lelijkheid, lawaai en slechte wegen, maar de mensen, de hooglanden, het eten, de fysieke uitdagingen en de bijzondere ervaringen maken dit alles meer dan goed.

11. Thailand
Spannende badplaatsen, snelle wegen, fraaie tempels en beelden, uitstekende voorzieningen. Thailand heeft het.

12. Maleisië
Mooie spots, goede wegen en voorzieningen, en een aangenaam verblijf in Melaka.

13. Oezbekistan
Warme herinneringen aan hete dagen in het isolement van de steppe. Aan oriëntaalse verblijven met 's werelds meest fantastische ontbijtbuffetten. En aan mijn kortstondige vriendschap met de kinderen van Üchqorgon. Maar ik draaide volledig door in de bewoonde gebieden. Het joelen, het fluiten, het toeteren, fietsende jongens die me opwachtten en traag voor mijn wielen gingen rijden; het maakte me woest. Ik heb kennisgemaakt met de allerzwartste kant van mezelf.

14. Bolivia
Het was een mooie wereld, die Boliviaanse hoogvlakte. Nooit gedacht dat ik me zou begeven in een gebied waar het uiteindelijk - 18 graden zou worden en dat ik daar nog knap probleemloos doorheen zou reizen. Maar halverwege, toen ik van Sucre via Cochabamba naar la Paz reed, werd de wereld om me heen alledaags en zag ik vooral landbouwgebieden.

15. Guyana
Land bij uitstek voor de avonturier. Tussen Lethem en Linden (evenals de overige plaatsen in Guyana tjokvol koloniale historie) liggen honderden kilometers praktisch onbewoond regenwoud met ongeasfalteerde wegen. En met fraaie lodges. Je waant je in het hart van Afrika. De kustroute kan wat claustrofobisch aandoen, iedere 500m rijd je een nieuw dorp binnen.
16. Brazilië
Dit land verraste me, door de variatie in het landschap, zelfs als het om landbouw ging, door het goede ontbijt, door het avontuur op ongeasfalteerde trajecten in de Amazone en in nationale parken. Minpunt: in het droge seizoen wordt veel droge vegetatie verbrand en dat heeft gevolgen voor de luchtkwaliteit.

17. Zuid - Afrika
In een vrij lege uithoek van Zuid - Afrika fietste ik door prachtige landschappen en keek ik 's avonds vaak naar een schitterende hemel. Maar wat staan er extreem veel hekken in dit land!

18. Marokko / Westelijke Sahara
Zeer gevarieerd land, waarin ik vooral woestijn en bergen opzocht. Vriendelijke, behulpzame bevolking. Fraaie architectuur, mystiek en sterrenpracht. Maar... Marokko is een politiestaat en dat kan beklemmende vormen aannemen. Grand frère te regarde. En dat kost Marokko strafpunten.

19. Georgië
Bijzonder mooie trajecten, en bijzonder leuke verblijven in hostels.

20. Vietnam
De vlakke kustroute na die slopende bergen in Noord - Laos, het spontane volk, het Phong Nha Ke Bang National Park en het Easy Tiger hostel, een week in Hoi An... Onverwacht aangenaam land.

21. Laos
Zware trajecten, slechte voorzieningen, uitputting. En bier in Luang Prabang en Vientiane. Dat was tijdens mijn eerste verblijf, in het noorden van Laos. Mijn tweede tocht voerde door de Middeleeuwen in het hart van Laos. Kraampjes, bewoning langs de weg, veel kinderen, vuurtjes. Alleraardigst. Voor een paar weken.

22. Spanje
Mijn eerste grote uitdaging, dwars door het hart van dit land. Bergen, kaal gesteente, meren, uitgestorven dorpjes en een mooi nationaal park. Ook mijn tweede tocht langs de oostkust beviel goed, ondanks de sinaasappelvelden was er genoeg ruimte voor avontuur, m.n. het kamperen bij allerlei soorten ruïnes. Op de derde tocht kriskras door het binnenland had ik gemengde ervaringen: in het zuiden vooral landbouw, in het noorden veel variatie in het landschap.

23. Nederland
Zeer uitgebreid fietsnetwerk en opvallend veel natuur voor zo’n bevolkt land, al zijn provincies als Drenthe, Overijssel en Noord - Brabant geschikter om te fietsen en wildkamperen dan de Randstad.

24. Zuid - Korea
Tot in de puntjes verzorgd land met uitstekende fietsvoorzieningen, en ook nog eens erg aardige mensen. Of: rijstveld met tamme kust, vol werkende en recreërende mensen. Ondanks de zomerse hitte was dit een comfortabel land, maar spanning moet je elders zoeken.

25. Peru
Mijn eerste tocht door Peru die vooral door de Andes liep was een serieuze tegenvaller. Het Andesgebergte bleek ontbost, overbevolkt en beklemmend te zijn; misschien dat slechts 5% van de route door mooie canyons en over lege hoogvlaktes voerde, verder reed ik vooral langs akkers, honden en mensen. Hoe langer ik er fietste, hoe meer Peru een nachtmerrie werd, mede door het zware terrein en de dreiging van beroving. Mijn tweede tocht door de woestijn aan de kust was een geweldige ervaring: een desolate omgeving die tot de verbeelding sprak, goede voorzieningen onderweg en een prettige sfeer. Gemengde gevoelens dus bij dit land.

26. Zweden
Pretentieloos; eindeloze bossen bomvol muggen. En laat ik nou net houden van schier eindeloze stukken natuur met een uitdaginkje.

27. Duitsland
Mijn waardering voor dit land is gegroeid in de loop der jaren. Ik voel me er prettig, de mensen zijn aardig, de voorzieningen zijn goed, er is veel ruimte en veel bos langs de weg om te kamperen.

28. Mexico
Goede voorzieningen op het vasteland, maar de omgeving inspireerde me niet. Bovendien kreeg ik het aan de stok met de luchtvervuiling. Dat was allemaal anders op het prachtige schiereiland Baja California met zijn woestijnen en cactussen. Toch krijgt Mexico net als Cambodja strafpunten vanwege de veiligheidsproblemen waarmee het te kampen heeft.

29. Botswana
Genoeg leegte voor lange ritten in isolement. Zand, struiken en veepoep; met meer variatie in het landschap had dit land hoger geëindigd. Ook nét even te bewoond en teveel prikkeldraad om relaxed te kunnen kamperen.

30. Turkije
Tien meter omhoog, en weer omlaag, omhoog, omlaag, met links en rechts landbouwgrond. Geregeld saai, daar in centraal Turkije. Ik had mijn eerste dip. Maar er waren ook fantastische snelle stukken langs de Zwarte Zee, schitterende berggebieden en vriendelijke mensen.

31. Indonesië
Indonesië pakt je bij je lurven en blijft je door elkaar schudden. Lachend blijft het land prikken met een wijsvinger in je borst: ‘Hello, misteeeeeeeer!’. Na een paar weken dacht ik: ‘Hou daarmee op’. Maar dat kon ik vergeten. Het land dreef me tot op de rand van de waanzin, met name op Java. Maar Indonesië was ook het land waar ik rondfietste alsof ik een popster was, zo vaak wilde de jeugd met mij op de foto. De voorzieningen onderweg waren nergens ter wereld zo goed als hier en ook was er geregeld korting op chique hotelkamers, met een ontbijtbuffet in de ochtend. En op Bali had ik een leuke week in Ubud én in Kuta, tussen de backpackers. Ik kreeg het niet cadeau maar wat resteert is een waardevolle herinnering.

32. Azerbeidzjan
De echte waardering voor dit land kwam pas na een half jaar. De stijgende temperatuur, die lange hete weg naar Baku met links en rechts prairies en spoorlijnen, het verlangen naar de uitdaging in Kazachstan, het verblijf in Baku, wachtend op het moment dat ik de Kaspische Zee kon oversteken. Het drukt de herinnering aan al die aandachttrekkende wegarbeiders naar de achtergrond. Ik denk er met genoegen aan terug.

33. Oostenrijk
Altijd mooi. Maar beide keren dat ik er was, in april en juli, waren zonnige dagen uitzonderingen en regen de norm.

34. Bulgarije
Het was een beetje alsof ik weer in Kazachstan reed. Cyrillisch alfabet, monumenten, pleinen en Sovjetkunst. En: echte natuur. Dat had ik, komend uit olijfgaard Griekenland, gemist.

35. Zwitserland
Mooi, verzorgd land. Wel wat aan de krappe kant, de Zwitserse leefwereld bevindt zich altijd tussen twee bergwanden.

36. Zimbabwe
Prima verblijf in Harare en Bulawayo, ruimte voor rust en cultuur. Soms mooie natuur, met grote stenen in het landschap. Financieel is dit land een uitdaging, met zijn gebrek aan contant geld. Gastvrije mensen, maar ook veel gestaar.

37. Suriname
Tropisch land vol fascinerende herinneringen aan Nederland en ook veel gesprekken met leuke mensen, in het Nederlands. Een serieus probleem echter zijn de vele branden die er woeden, met een desastreuze invloed op de luchtkwaliteit en de leefbaarheid.

38. Zambia
Vier weken fietste ik door dit land, maar heb ik het ook gezien? Mijn zicht werd namelijk nogal beperkt door struiken en bomen langs de weg. Wat wel indruk maakte waren de Victoria Falls, de gastvrijheid van de mensen en de sfeervolle lodges.

39. Kroatië
Schitterende afdaling naar de kust, mooi zicht op de vele eilanden. Leuke avond op een camping in wording, aan een meer. Maar ook veel regen.

40. Montenegro
Lang was ik er niet, maar toch maakte dit bergstaatje indruk. De omgeving maar ook de mensen. Gratis op de camping, aangeboden fruit. Leuk.

41. Noorwegen
De laaggelegen delen van Noorwegen konden me niet zo bekoren omdat Noren overal in de natuur lukraak hun tweede huis neerzetten; ik kreeg het idee dat ik door een eindeloos bungalowpark reed. Maar ik reed ook over hoogvlaktes met resten sneeuw en keek er mijn ogen uit.

42. Slovenië
Imponerende entree in een nationaal park, komend vanuit een hoekje van Italië. Leuke nacht op een camping. Eerste hostel in Ljubljana, veel contact met medereizigers.

43. Cambodja
Mooie ervaringen, met name de overnachtingen bij NGO’s en in een bamboehut. Maar wel steeds die donkere wolk van dreigende onveiligheid.

44. Frankrijk
Lange aaneenschakeling van rotondes. Maar toch ook mooie natuur, stille dorpen en stijlvolle vrouwen.

45. Denemarken
Alleraardigste gratis kampeerstekken met eenvoudige voorzieningen. Verder vlak, winderig en met een tamelijk bewoonde kuststrook (veel woningen in de duinen).

46. België
Wat België zo interessant maakte voor mij was de mogelijkheid om lange stukken rechtuit te fietsen, hetzij op of langs provinciale wegen, hetzij langs kanalen (jaagpaden). Wildkamperen is er ook vrij goed te doen.

47. Portugal
Interessant waren de kust en het Parque Natural da Serra da Estrela. Verder is Portugal toch vooral een verzameling valleitjes vol honden.

48. Tsjechië
Praag blijft een mooie stad. Verder had ik vooral te maken met een glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

49. Slowakije
Glooiend landschap met geregeld bos en soms een dorp. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

50. Polen
Landbouw, bossen waarin het goed kamperen is, en de voorzieningen zijn in orde. Wel veel glas op de weg en dronkenschap.

51. Hongarije
De tocht door een waterrijk natuurgebied bleef hangen, evenals de liederlijke bevolking bij mijn entree in het land. Prima land om doorheen te trekken, maar niet speciaal.

52. Italië
Tuinbouwgebied met honden.

53. Griekenland
Olijfgaard met honden.

54. Mozambique
Doodzonde. Dit had één van de mooiste fietslanden op aarde kunnen zijn. Een Australië zonder overdreven veel vliegen of hitte. Maar Mozabikanen steken graag hun natuur in brand. Dat is hun goed recht, het is hun land. Maar ik hoef die zwartgeblakerde aarde niet te zien. Doei.

55. Malawi
De soms prachtige lodges aan Lake Malawi redden de eer van dit land. Want de routes zijn saai, de lucht is ongezond, het is er druk en nergens kwam ik kinderen tegen die vervelender waren dan in dit armoedige land.

56. Tanzania
Veel accommodatie, vaak in orde. Zeer goedkoop land ook. Vleugje avontuur in bossen vol tseetseevliegen. Wel een land waar bijna niets te krijgen is, waar smakeloos eten geserveerd wordt, waar overal land in brand staat en slechte muziek klinkt en waar ik nergens een oord aantrof met een beetje sfeer. Tanzania is armoedig en zonder enige franje.

57. Ecuador
Enorm gevarieerd land: jungle, duinen, bergen, polders, plantages. Toch slaat de meter door naar de verkeerde kant. Eigenlijk is het gewoon een druk, lawaaiig en onveilig ontwikkelingsland.

58. Finland
In potentie een interessant land met veel bossen en meren. Maarja, het regent er permanent. Mijn tocht veranderde in een vluchtpoging.

59. Roemenië
Mijn verblijf in Boekarest was geweldig en ook andere steden waren aangenaam om te vertoeven. Maar wat ben ik geschrokken van het platteland. Het staren, het bedelen, de valse honden, in een decor met paardenkarren en lijkstoeten. Was dit Europa anno 2017? Of had dit land eigenlijk tussen Armenië en Azerbeidzjan moeten liggen? Er waren ook mooie ervaringen met behulpzame en vrijgevige mensen, maar het beeld van een sterk achtergebleven land bleef hangen.

60. Albanië
Sterk vervuild, achtergebleven, Kaukasus - achtig landje in een anoniem hoekje van Europa. Curieuze nachten op een Nederlandse camping, met een ‘huurmoordenaar’ en ‘maffiabaas’ in een hostel en in mijn tent voor het hotel van een innemend pisventje. Toch een beetje een domper, dit land.

In Bosnië, Hongkong, Singapore, Luxemburg, Monaco, Estland, Letland, Litouwen, Andorra en Liechtenstein fietste ik te kort om een oordeel te kunnen geven.

Grootste dagafstand
01 Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 257,51 km
02 Vittangi (SE) - Grens FI - NO (FI) - 08/08/2017 215,20 km
03 Coober Pedy (AU) - Glendambo (AU) - 08/09/2014 209,15 km
04 Kempele (FI) - Viitasaari (FI) - 26/08/2017 203,77 km
05 Alta (NO) - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 201,30 km
06 Dorotea (SE) - Sorsele (SE) - 02/08/2017 191,15 km
07 Akçakale (TR) - Arhavi (TR) - 12/06/2013 184,71 km
08 Probollingo (ID) - Gilimanuk (ID) - 15/03/2014 182,76 km
09 Hellevoetsluis (NL) - Kluisbergen (BE) - 28/04/2012 179,82 km
10 Noordwolde (NL) - Houten (NL) - 14/08/2020 178,27 km

Grootste dagklim
01 Buena Vista - Canta (PE) - 28/03/2018 2389m
02 Huara (+13km) - Huara (+73km) (CL) - 07/07/2015 2246m
03 Vilar Seco - Covilhã (PT) - 25/03/2020 2212m
04 Baiyangxiang - Baiyangxiang (+70km) (CN) - 07/10/2013 2202m
05 Fiesch - Tavanasa (CH) - 17/07/2020 2140m
06 Valdelosllanos - Los Molinos (ES) - 04/03/2020 2076m
07 El Pla de Sant Tirs (ES) - Vaychis (FR) - 08/07/2020 2012m 0
8 La Poma - Abra del Acay (+13) (AR) - 14/01/2018 1980m
09 Yuanyang (+15km) - Luchun (+5km) (CN) - 16/10/2013 1905m
10 Los Molinos - Navalmoral de la Sierra (ES) - 05/03/2020 1874m

Langste fiets - /loopdag (excl. pauzes)
01 Haccourt (BE) - Hellevoetsluis (NL) - 31/07/2020 15:02:00
02 Alta (NO) - Nordkapp (NO) - 11/08/2017 14:51:23
03 Vittangi (SE) - Grens FI - NO (FI) - 08/08/2017 14:17:17
04 Dorotea (SE) - Sorsele (SE) - 02/08/2017 13:12:08
05 Haurvig (DK) - Svankaer (DK) - 12/07/2017 12:17:35
06 Noordwolde (NL) - Houten (NL) - 14/08/2020 12:01:00
07 Junin ( - 32km) (PE) - Huánuco ( - 82km) (PE) - 31/08/2015 11:46:00
08 Matasaru (RO) - Boekarest (RO) - 15/04/2017 11:45:32
09 Nyjidalur airport (IS) - Thorisvatn (IS) - 26/06/2017 11:43:40
10 Talavera (ES) - Navalvilar (ES) - 22/02/2020 11:35:00

Hoogste pas
01 Abra del Acay (AR) - 14/01/2018 4895m
02 Paso de Jama - San Pedro de Atacama (CL) - 05/02/2018 4831m
03 Abra Pirhuayani (PE) - 15/07/2018 4725m
04 Abra Yanashalla (PE) - 04/09/2015 4720m
05 Ak - Baital pas (TJ) - 17/06/2016 4655m

Langste verblijf land
01 Argentinië - 149 dagen (5x bezocht)
02 Portugal - 127 dagen (2x bezocht)
03 Australië - 123 dagen (1x bezocht)
04 Peru - 115 dagen (3x bezocht)
05 Chili - 112 dagen (4x bezocht)

Langste verblijf stad
01 Nabainhos (PT) - 92 dagen (1x bezocht)
02 Boekarest (RO) - 16 dagen (2x bezocht)
02 Upington (ZA) - 16 dagen (2x bezocht)
04 Bishkek (KG) - 15 dagen (5x bezocht)
05 Paramaribo (SR) - 14 dagen (3x bezocht)

Langste onafgebroken reeks fiets-/loopdagen (halve dag: 1,75 - 5,25 uur, hele dag: 5,25 uur of meer)

01 Málaga (ES) - Douro (PT) - 2020 32,5d (3290 km)
02 Fukuoka (JP) - Miyako ( - 42km) (JP) - 2016 30d (2538 km)
03 Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26,5d (1033 km, te voet)
04 Trelew (AR) - San Rafael (AR) - 2017 25d (2265 km)
05 Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23d (2622 km)
06 Mazatlan (MX) - Mexicali (MX) - 2018 21,5d (1933 km)
07 Sorgues (FR) - Manfredonia (IT) - 2016 20,5d (1757 km)
08 Roda de Bera (ES) - Bouarfa (MA) - 2018 20,5d (1696 km)
09 Manaus (BR) - Georgetown (GY) - 2018 20,5d (1597 km)
10 Bouarfa (MA) - Dakhla (EH) - 2018/2019 19,5d (2257 km)

Langste onafgebroken reeks wildkampeernachten (kamperen op niet-toegewezen plekken en zonder gebruikmaking van douche of elektriciteit)
01 Castro Verde (PT) - Douro (PT) - ‐ - 2020 27x
02 Hellevoetsluis (NL) - Praag (CZ) - 2017 26x
03 Nabainhos (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 23x
04 Praag (CZ) - Debrecen (HU) - 2017 19x
05 San Rafael (AR) - Cafayate (AR) - 2017/2018 19x
06 El Chalten (AR) - Coyhaique (CL) - 2015 18x
07 Buenos Aires (AR) - Trelew (AR) - 2017 18x
08 Puerto Montt (CL) - Malargüe (AR) - 2015 17x
09 Darwin (AU) - Alice Springs (AU) - 2014 16x
09 Hellevoetsluis (NL) - Sorgues (FR) - 2016 16x

Langste onafgebroken reeks tentovernachtingen
01 Darwin (AU) - Perth (AU) - 2014 123x
02 Mutoko (ZW) - Karasburg (NA) - 2019 96x
03 Fukuoka (JP) - Osaka (JP) - 2016 79x
04 Kristiansand (NO) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 74x
05 Igoumenitsa (GR) - Sofia (BG) - 2016 39x
06 Hellevoetsluis (NL) - Manfredonia (IT) - 2016 38x
06 Keflavik (IS) - Keflavik (IS) - 2017 38x
08 Aus (NA) - Opuwo (NA) - 2019 36x
09 Windhoek (NA) - Monze (ZM) - 2019 35x
10 Nabainhos (PT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 35x

Langste onafgebroken reeks dagafstanden >= 100 km
01 Vilariça (PT) - Feldkirch (AT) - 2020 18x (2164 km)
02 Warschau (PL) - Hellevoetsluis (NL) - 2017 11x (1442 km)
03 Hellevoetsluis (NL) - Sorde de l'Abbaye (FR) - 2012 10x (1465 km)
04 Hellevoetsluis (NL) - Nørre Rubjerg (+2km) (DK) - 2017 10x (1243 km)
05 Tumpen (AT) - Hellevoetsluis (NL) - 2020 9x (1165 km)
06 Bouanane ( - 40) (MA) - Assa ( - 17) (MA) - 2018/2019 9x (1010 km)
07 Faset ( - 33km) (NO) - Jokkmokk ( - 15km) (SE) - 2017 8x (984 km)
08 B'xiang (+70km) (CN) - Yuanyang (+15km) (CN) - 2013 8x (970 km)
09 Kununurra (+90km) (AU) - Broome ( - 20) (AU) - 2014 8x (931 km)
10 Kulgara (+85km) (AU) - Afsl. B55 Wilmington (AU) - 2014 7x (895 km)

Recente Reisverslagen:

08 November 2020

De bij voorkeur absurdistische titel

08 Oktober 2020

Een honds verlangen naar kwark

11 September 2020

Groningen leeuwvrij!

16 Augustus 2020

De uiige zeeëend

21 Juli 2020

Europees kampioen motorwerpen
Richard

Actief sinds 16 Feb. 2013
Verslag gelezen: 669
Totaal aantal bezoekers 298310

Voorgaande reizen:

03 April 2013 - 22 September 2020

Per fiets de wereld rond

31 Oktober 2020 - 30 November -0001

Wederwaardigheden in een klein bestaan

Landen bezocht: