Door het lint in een sleurrijk avontuur
Door: Richard van Dijke
Blijf op de hoogte en volg Richard
31 December 2016 | Nederland, Hellevoetsluis
Soms zag ik ze nog wel eens. Andere wereldfietsers. Vaak hadden ze een kleurrijke uitrusting, mascottes, bijzondere kleding. Eén fietser reed in een Batman-pak. Ze waren met iets speciaals bezig, de uitvoering van een langgekoesterde droom. Ze leken heel erg op de fietsers uit de video’s die ik in 2012 bekeek voordat mijn lange avontuur begon. Misschien vonden anderen dat ik ook heel erg op een wereldfietser leek. Maar de manier waarop ik mezelf bezag en dat waar ik mee bezig was veranderde in de loop der jaren en zag er nu heel anders uit. In 2016 deed ik bijzondere dingen; ik zocht weer een stuk leegte op in Kazachstan en fietsen in Tadzjikistan bleek een onverwacht interessant avontuur. En Zuid-Korea, Japan en Thailand vormden een lang, mooi slot van het jaar. Maar ik realiseerde me dat dit de krenten in de fietspap waren, want ik had ook andere tijden gekend. In zijn algemeenheid was fietsen gewoon werk geworden. Ik had mijn eigen manier gevonden om de wereld te bereizen en die manier veranderde haast niet meer. Vaak legde ik plichtmatig mijn kilometers af, steeds vaker stijf van de cafeïne en suiker, steeds vaker met muziek op mijn hoofd, om het interessant te houden. Soms dacht ik terug aan dat eerste jaar toen zoveel dingen indruk maakten. Soms maakte ik nieuwe fietsplannen voor 2017 maar steeds meer bekroop mij het gevoel dat ik daarmee aan het vluchten was voor een échte toekomst. Op het zadel blijven zitten was de veilige optie, breken met dit leven en me in een nieuw avontuur storten was de spannende, riskante optie. Fietsen was als mijn vorige baan geworden: prima vol te houden. Maar dat was niet meer genoeg. Mensen prezen me voor wat ik deed, maar steeds vaker voelde het alsof ik geprezen werd voor een dagelijkse gang naar kantoor. Ik nam een besluit, hield lang een slag om de arm, maar aan het slot van mijn tocht bleef mijn besluit overeind. Bangkok ging mijn finish zijn. Dit vierde fietsjaar ging mijn laatste zijn. Het was mooi geweest. Het was tijd voor iets nieuws. Voor een nieuwe levensfase. Voor de uitvoering van een plan dat steeds mooiere vormen aannam. Per 31 december zou ik ontslag nemen als wereldfietser. Gelukkig had ik nog wat vrije dagen staan dus ik hoefde vanaf het Laotiaanse Savannakhet nog maar een dag of tien te werken om met kerst weer thuis te kunnen zijn.
Voor de goede orde keek ik in Savannakhet eens naar de manieren om in Thakhek Laos weer te kunnen verlaten en dat bleek geen overbodige zet te zijn. Tot vijf jaar geleden was dat eenvoudig: er was een veerpont over de Mekong en dat was dat. Maar sinds november 2011 was er een brug en toeristen waren verplicht van deze brug gebruik te maken, ze werden geweerd van de veerpont. Het grappige is dat juist fíetsen weer geweerd worden van de nieuwe brug. Mijn laatste vrije tijd in Savannakhet ging jammerlijk verloren aan het oplossen van deze puzzel. En een sluitende oplossing vond ik niet, er was alleen de hoop dat mijn fiets en ik met de bus meekonden.
Ik verliet Savannakhet en keek er ook naar uit om Laos te verlaten want de luchtvervuiling begon me tegen te staan. In mijn mooie kamer had ik een goedwerkende airco, maar frisse lucht is niet altijd schone lucht: op 20 meter van mijn kamer besloot er iemand vuil te gaan verbranden en dat had onmiddellijke gevolgen voor de leefbaarheid in mijn kamer. Het werd tijd om al die vuurtjes achter me te laten, mijn longen protesteerden weer even hevig als in de eindfase van mijn rokersbestaan, acht jaar geleden.
De rit naar de Thaise grens was 130 km lang en een groot deel daarvan deed ik in één dag, een laatste dag langs al die kraampjes, en om me er nog eenmaal aan te herinneren dat dit Laos was zag ik een kraampje met van organen ontdane ratten die bungelend uitgestald waren. De volgende dag reed ik de laatste uurtjes langs de laatste vuurtjes in de ochtendzon en die zon was welkom want ik had in mijn shirt in mijn slaapzak geslapen vanwege de kou in mijn tent. De reden dat ik bij Thakhek over de grens wilde was omdat ik drie jaar geleden vanuit het noorden tot hier was gereden en daarna afsloeg naar Vietnam. Ik kwam nu vanuit het zuiden op dezelfde kruising aan, met links Thakhek, rechtdoor hoofdstad Vientiane en rechts Vietnam. Ik sloeg rechtsaf en keerde na 100 meter weer om. Mijn route van toen, van het Chinese Mengla tot Denpasar op Bali, was nu verbonden met Chiang Mai in Noord-Thailand, en in de voorstelling die ik ervan maakte zag ik het traject Chiang Mai – Thakhek oplichten. Ik reed een stukje terug naar het busstation en hoopte er het beste van, van het fietsvervoer. En het had niet beter kunnen gaan. Er was een loket en ik kreeg daar te horen dat het vervoer van mijn fiets me omgerekend 22 cent ging kosten. Bij de bus aangekomen werd er een deur van de laadruimte geopend en daar bleef het bij. Ik was in dit soort situaties gewend dat mensen met mijn fiets en bagage aan de haal gaan: passen, meten, vastsjorren, duwen, proppen… Maar nu stond ik in mijn eentje naast een bus met mijn fiets en bagage bij de laadruimte. Of ik dit even zelf wilde regelen. Ik zette mijn bagage binnen en wilde mijn fiets er bij leggen, maar het was onmiddellijk duidelijk dat dit niet ging passen. Nog steeds niemand om me heen, geen aanwijzingen, geen verzoeken om wielen uit te nemen, stuur en zadel lager te zetten, pedalen te verwijderen, en dus ging het op mijn manier. Ik liep de bus in met fiets en al en stalde hem achteraan in het gangpad. En toen had ik nog zeven minuten om buiten mijn laatste Laotiaanse kip op te maken. Ja, de munteenheid in Laos is de kip, en je moet als Nederlander uitkijken dat wanneer je hier Engels spreekt je de kip niet meevertaalt (“How many chicken for that candy?”). Ik was verrukt Vietnamese lekkernijen aan te treffen, zoals taaie zoete plakken met sesamzaadjes (kẹo mè xửng) en pinda’s in harde caramel (kẹo lạc) en ik offerde al mijn kippen. Ik liep terug de bus in en toen ook de chauffeur en zijn assistent de bus betraden verwachtte ik een ‘Die fiets, dat is dus niet de bedoeling’, maar ze namen plaats, evenals de overige passagiers en we vertrokken. Net zo makkelijk. We werden gedropt bij de douane, ik kreeg mijn stempel en ik werd geacht ergens nog een euro aan kip te betalen maar toen ik zei dat ik geen geld meer had mocht ik doorlopen. Terug de bus in, brug over, bus uit bij de Thaise douane en daar kreeg ik een volgende stempel in mijn paspoort voor een verblijf van 15 dagen. Ik werd gedropt op de bushalte en stond weer in Nakhon Phanom, de stad waar ik twee weken eerder in een oud Chinees hotel had overnacht. Ondanks de gedwongen busrit had ik dus via de zuidelijke grensovergang bij Pakse een verbinding per fiets gelegd met mijn oude route én kon ik nu mijn huidige route in Nakhon Phanom vervolgen.
In anderhalf uur was ik 100 jaar vooruitgereisd in de tijd en zo bevond ik mij ineens weer in een 7 Eleven en kocht voor 50 cent een fles koude cola van 1,8 liter. Ik kon weer anoniem fietsen in een wereld zonder karren op de weg en kinderen langs de weg en hoopte op verbetering van de kwaliteit van de lucht, maar werd in de nacht toch verrast door de geur van een houtskoolvuur dat blijkbaar in de buurt van mijn tent ontstoken was. Mijn accommodatieschema viel in deze periode samen met het wedstrijdschema van Feyenoord: speelden zij dan probeerde ik binnen te liggen en in de nacht de wedstrijd te volgen, speelden ze niet dan lag ik buiten. Met twee maal per week een wedstrijd was alles mooi in balans. Eenmaal lag er een klim door een natuurgebied op de route, met apen langs de weg. Pijlsnel probeerde ik me te herinneren wat aap in het Spaans is. Oja, mono.
‘Hola monos, como esta?’, riep ik.
Verdammt, waarom moet ik steeds meer dieren in het Spaans begroeten? Met dat waardeloze Spaans van me. Hoe dan ook, ik vreesde AZ - Feyenoord te moeten missen maar trof in de eerste duisternis toch een resort aan en werd in de nacht getrakteerd op een fraaie 0-4. Ondertussen bleef ik die dagen met interesse mijn mentale toestand observeren. In Tadzjikistan was er iets aangewakkerd en dat is versterkt in Korea en Japan. Ik merkte dat ik intens leefde, me erg gelukkig en vredig voelde en veel negativiteit kwijt was. Misschien was ik alleen maar stoned van alle cafeïne, maar liever geloofde ik dat die vredige wereld waarin ik de laatste maanden rondfietste zijn weerslag had op mijn welbevinden. Ik was niet veranderd in een hippie maar voelde me wel verlicht. Het begon me ook op te vallen hoeveel negativiteit er was in westerse sociale media, hoe snel mensen met een (negatieve) mening klaar staan, hoe weinig tolerantie er is. Toch merkte ik ook hoe mijn (vooral Japanse) laagje vredigheid geleidelijk sleet en hoe de Nederlander in mij weer langzaam boven kwam, mede doordat langzaam de focus kwam te liggen op een terugkeer naar Nederland. Thailand kent ruime fiets-/brommerstroken maar geregeld kwamen er spookrijders op me af, soms zelfs complete gemotoriseerde eetkramen die even breed waren als de strook. Of er stonden auto’s geparkeerd op de strook. En altijd, áltijd, nadert er achter je een vrachtwagen zodra je de hoofdweg op gedwongen wordt. De acceptatie verdween, de irritatie keerde terug.
Veel mannen komen de 7 Eleven uitlopen met kleine flesjes. Ze gaan even zitten, nemen soms eerst wat pillen, en gieten dan in één keer zo’n flesje in hun keel en vertrekken weer. Ik heb die flesjes eens bestudeerd. Het gaat hier om energy drinks en vitaminepreparaten. Ik kocht zo’n flesje, dronk het op in tien nipjes en concludeerde dat het goed te drinken was, maar ik voelde me daarna niet wezenlijk energieker tijdens het fietsen. Ondertussen was ik weer gestopt met het bezoeken van restaurants. In toeristencentra is ruime keus, maar onderweg kwam het er feitelijk altijd op neer, mede door beperkte communicatiemogelijkheden, dat ik mihoensoep voorgeschoteld kreeg en die leek hier in niets meer op die rijke maaltijdsoep die ik in Noord-Thailand kreeg. En dus was mijn lunch weer steevast een bakje rijst met vlees van de 7 Eleven. Eenmaal was ik in een resort waar de eigenaar mij wees op het menu, het zou ‘aan huis’ geleverd worden. Maar toen ik ’s avonds bij de receptie een bestelling door wilde geven, was er alleen een jongen van een jaar of elf die volop ging telefoneren, maar een half uur later stond hij bij mijn deur met een advies: “7 Eleven”. Of ik dus zo vriendelijk zou willen zijn daar mijn bestelling te plaatsen.
Mijn besluit om mijn fietsleven te beëindigen had zijn weerslag op mijn dagelijkse beleving. Het is al weer bijna vijf jaar geleden dat ik tijdens mijn testrit naar Spanje dacht: 'Op deze manier wil ik leven'. En nu ging het ophouden. Soms zat ik met een cola voor een 7 Eleven of Tesco Lotus en dacht ik: 'Ik ga dit missen'. Met vooruitwerkende kracht werd ik nostalgisch.
Mijn leven was enerzijds luxer geworden, ik sliep niet meer in hete hokken van 3 euro en lag geregeld in mooie kamers met airco en eigen badkamer. Maar anderzijds was het soberder geworden. Ik lag in een tent van 11 euro op harde grond en ik vond dat prima. Ik was nog maar één stap van overnachten in een bivakzak in de berm verwijderd. Maar die stap zou ik niet meer maken.
Ik ging me richten op mijn verblijf in Bangkok. Ik had een dag of vier gereserveerd voor deze metropool, maar waar ging mijn finish zijn? Ik koos voor de Khao San Road, de backpackerszone pal in het centrum.
Ik kreeg wat ongemak te verduren. Maar het spreekwoord luidt dan ook niet: ‘De laatste loodjes wegen het lichtst’. Het profiel van de banden die ik in de eerste helft van november had aangeschaft was niet meer wat het geweest was en ik kreeg te maken met meerdere lekke banden per dag. Ook begaf de pomp het die er zo degelijk had uitgezien maar die het nu al na een maand opgaf. En toen naderde de fase met al die ‘laatste’ ervaringen. Zo was er mijn laatste kampeernacht. Zou ik voor de gelegenheid nog één keer een mooie natuurstek uitzoeken? Nee. Ten eerste had ik die hier niet voor het uitkiezen en ten tweede was er iets veranderd. Ik durfde niet meer verscholen in de natuur te staan. Ik durfde alleen nog maar daar te kamperen waar ik volop in het zicht stond. Het was deels een gevolg van eerdere ervaringen in Zuid-Amerika, maar ook van een gewijzigde situatie. Ooit nam ik het besluit dat een fietsend bestaan mijn nieuwe bestaan zou zijn, en ik accepteerde de risico’s die daarbij hoorden. Maar nu, in de afrondingsfase van mijn fietsleven, accepteer ik de risico’s niet meer. Het is van het grootste belang dat ik met ingang van het nieuwe jaar heelhuids kan starten met mijn nieuwe ideeën. En dus ben ik veel voorzichtiger dan voorheen, in het verkeer en bij het kamperen. En daarom zette ik de laatste nacht mijn tent neer op een overdekt platform. En op de valreep moest ik scheerlijnen gaan opduiken, want er stond een forse wind. Ik reed de volgende dag niet direct naar het hart van Bangkok; in plaats daarvan reed ik door naar de kust, naar de weg waarop ik drie jaar geleden reed, komend vanuit Pattaya. Ik kon het niet laten ook hier nog even een verbinding te leggen. En toen ging ik, ondanks mijn toegenomen voorzichtigheid, toch nog doen wat ik drie jaar geleden vreesde: fietsen naar het hart van Bangkok. Het werd drukker, de vluchtstrook verdween, en er lag zand op de weg. Ik wijzigde de route, en had kilometers lang een stoep voor mezelf. Maar toen was het over met de privileges. Nu kwam het erop aan vier jaar wereldfietservaring aan te wenden om veilig door deze metropool te rijden. De angst gooide ik weg, daar had ik nu niets aan, alert was ik al en verder ga je er alleen krampachtiger door fietsen. Irritatie kon ook weg, levensgevaarlijk. Concentratie, geduld en aanpassing, dat waren de sleutelwoorden. Ontspan, accepteer alles wat er gebeurt, negeer alles wat je af wil leiden. Moest ik stoppen dan stopte ik. Moest ik wachten dan wachtte ik. Was lopen veiliger dan liep ik. En zo kwam ik tot op 19 km van het centrum toen de dag eindigde. Die laatste kilometers konden mooi de volgende dag gereden worden rond het middaguur. Ik zocht lang naar goedkoop onderdak maar dat was er nauwelijks. Pas toen het al een uur donker was vond ik een betaalbaar hostel. Minder luxe voor meer geld dan ik gewend was, maar het was de beste optie voor die dag. Deze laatste volledige fietsdag was een lange dag geweest. Ik keek hoeveel kilometers ik afgelegd had. Het waren er 135. Uitgerekend op deze dag reed ik de langste dagafstand van dit jaar.
De slotdag kende op papier een eenvoudige route: ik moest aan het eind van de straat rechts en vervolgens alleen maar rechtdoor om in het hart van Bangkok uit te komen. In de praktijk was er drie km voor het eind een eenrichtingsweg die me dwong tot afbuigen, maar de route bleef desondanks simpel. Met dezelfde discipline als de vorige dag reed ik verder de stad in. Als je de hel verwacht valt het alleszins mee. En toen was er een brede weg. Versieringen, zuilen, portretten. Een park. Hoever moest ik nog? Ik kon stoppen. Ik was er al. Ik kon een kamer gaan zoeken, Khao San Road lag parallel aan de weg waarop ik mij bevond.
Ik was zomaar klaar. Dit was het, na bijna 75000 km. Er was geen finishlint en niemand stond op mij te wachten, maar dat was om twee redenen geen probleem. Ten eerste had ik geregeld zo’n finish gezien op tv. En ik had gezien hoe kort en ongrijpbaar zo’n moment is. Al na een paar minuten verdwijnen de eerste mensen, en voor je het goed en wel doorhebt ben je weer net zo alleen als je was, of hooguit in het gezelschap van een paar mensen. Ten tweede kon ik gewoon door het virtuele lint fietsen. Ik maakte een zelfje met wat Bangkok-beelden op de achtergrond en finishte op Facebook. Ik werd virtueel omhelsd, ontving lof en applaus en kreeg een virtueel lintje opgespeld. En ik kon het eindeloos herbeleven door de reacties te herlezen.
Ik betrok een eenvoudige kamer en at een ‘not spicy’ papayasalade maar zelfs een not spicy rauwkostsalade weten ze in vuur en vlam te zetten. Bangkok is monsterlijk, maar dit centrum was klein en overzichtelijk. Het leverde gemengde gevoelens op. Het was wonderlijk om ineens zo midden in toeristenland beland te zijn, met al die mensen in partymodus. Ik voelde me misplaatst hier, ik wist eigenlijk niet goed wat ik hier moest zoeken. Anderzijds beviel het me wel, voelde ik me als een antropoloog die een merkwaardige stam ontdekt heeft. Khao San Road is niet groot, zo’n 500m lang. Er zijn hotels en uitgaansgelegenheden. Ernaast ligt de Rambuttri Alley waar iets meer de nadruk ligt op restaurants. En dat was het, in deze hoek van Bangkok, qua toeristisch centrum. Vaak liep ik een paar keer heen en weer over beide straten. ’s Avonds om acht uur kwam het tot leven en om twee uur ’s nachts werd het stil. Af en toe ging ik ’s avonds de straat op voor een uurtje. Uit open dansgelegenheden klonken ‘Gangnam Style’ en ‘Jump Around’. Veel proppers op de been. Elders klonken live-bands op terrassen in de straat, één was er gespecialiseerd in Metallica, een ander had een gevarieerdere set en bracht succesnummers van Live, Pearl Jam en The White Stripes. Ook was er een reggaeband. En tieners met tennissokken deden aan breakdance. Stalletjes boden etenswaren aan. Voor een kwartje mocht je een foto nemen van gespiesde schorpioenen en gefrituurde spinnen.
Overdag hield ik me bezig met de lastige klus om een ticket te regelen voor mij en mijn fiets. Veel maatschappijen eisen een fietsdoos en Bangkok is te groot om ‘even’ een reeks fietswinkels langs te lopen op zoek naar een doos. Die doos mag niet te klein zijn want anders past de fiets er niet in en hij mag ook niet te groot zijn anders wordt hij niet geaccepteerd zonder forse bijbetaling. Vaak is er toestemming vooraf nodig om een fiets te vervoeren. Ik kocht uiteindelijk alle problemen af door een relatief duur ticket te nemen bij Lufthansa, dat als enige eis stelde dat de lucht uit de banden moest.
En verder liep ik rond, om iets meer te zien dan Khao San Road. Maar uiteindelijk werd de buitenwereld minder belangrijk. Ik had het allemaal wel gezien. Meer en meer vermaakte ik me binnen, bij de airco. Op mijn laatste avond deed ik nog één ronde door het uitgaansgebied. Een oude prostituee peilde mijn interesse en verschrikt vluchtte ik. Ik bleef kijken bij bands, het was het interessantste vermaak voor mij hier buiten, en voor de laatste keer keerde ik terug naar mijn kamer.
Ik besloot de 35 km naar het vliegveld te fietsen nu ik doosloos was en eigenlijk was die route prima te doen. Wat wel jammer was was dat de weg twee km voor de terminal een snelweg werd, en er stond echt een bord dat aangaf dat fietsen, brommers en riksja’s verboden waren. Het was rustig op de weg en ik negeerde het bord. Ik voelde er niets voor mijn fiets in het zicht van de haven alsnog in een taxibus te moeten schuiven. En alles ging goed.
Vliegen went. Wat is twaalf uur vliegen? Niets.
Thuiskomen went. Dat wist ik nog van vorig jaar. Ik voelde me alsof ik drie weken op vakantie was geweest. En dat terwijl we op de kalender vandaag weer precies op de vertrekdag van mijn Euraziatische avontuur zijn aanbeland.
En om te voorkomen dat ik straks op de automatische piloot leef ga ik nu iets anders doen. Het ‘wat’ is me duidelijk, het ‘waar’ nog niet helemaal. Als over een aantal weken het plaatje compleet is meld ik me weer. Doen we meteen even een terugblikje, gelardeerd met diepzinnige wijsheden en nooit eerder gepubliceerde bevindingen, tenzij ze voortijdig wegglijden in de vergetelheid. Wist u bijvoorbeeld dat je na drie jaar fietsen iedere dag ‘Gimme hope Jo’anna’ van Eddy Grant in je hoofd hebt? Nee hè?
Een prettige wens en de beste jaarwisselingen!
-
31 December 2016 - 00:43
Monica:
Jij ook fijne jaarwisseling! -
31 December 2016 - 12:41
Ben:
In een woord super wat je gefietst hebt en een mooi verhaal geschreven al die tijd,een mooie toekomst gewenst wat zeker gaat lukken fijne jaarwisseling -
31 December 2016 - 13:40
Lies:
Hallo Richard
Wat een schitterend verhaal heb je weer uit je vingers laten vloeien,je hebt een hoop mee gemaakt en dat pakt niemand je af.
Jou toekomst gaat er rooskleurig uit zien,want wat jij wilt gaat vast gebeuren.
Goede reis en een gelukkig en gezond ,maar ook muzikaal 2017 -
03 Januari 2017 - 21:42
Corriebeutewesterhof:
Wat fijn te lezdn dat je met een gedeelte klaar bent maar al volop uitkijkt naaf het nieuwe .we zullen het met veel intresse volgen .zeker voor jou dus een heel goed 2017 -
03 Januari 2017 - 22:49
Rien, Een Trouwe Volger:
Bedankt voor de vele inspirerende woorden die ik door de jaren heen heb mogen lezen! -
05 Januari 2017 - 17:41
Erwin:
Thanks, voor al je verhalen en de verbreding van de horizon.
Succes met de volgende stap.
Erwin -
19 Januari 2017 - 23:26
Els En Cor :
Hallo Richard
Hartelijk dank voor al de mooie en spannende verhalen die je ons bezorgd heb,
we hebben er enorm van genoten. Je gaat nu iets anders doen nou we zijn benieuwd.
Wat het ook mag zijn we horen het wel en wensen je heel veel succes en gezondheid toe in dit nieuwe jaar.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley